Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 4 
Next page End 1 2 3 4  

3
vereniging toch behoefte aan enige feministiche verontwaardiging bij hun geëmancipeerde
toekomst, want Smit bleef de ziel van de vereniging.
Het onbehagen bij de vrouwen van MVM bIeef verder ondergronds, ook toen in januari 1970
Dolle Mina verscheen en wèl de wereldpers haalde en wèl een gigantische toestroom van
leden kreeg, zodat ze van een actiegroep ook ineens een soort vereniging dreigden te
worden. Nog afgezien van de normale jaloezie die dat bij ons moest opwekken, was Dolle
Mina niet aangenaam voor ons. Die hadden een veel listiger oplossing om de feministenhaat
te vermijden: niet alleen een gemengde groep met veel linkse jongens met en zonder
baarden, maar leuke, jonge vrouwen in af en toe werkelijk wonderbaarlijk mooie broeken. Wij
van MVM werden daardoor van gewoon een beetje saai ineens uitgesproken truttig. Het
bleek dat de jaren zestig al voorbij waren, zonder dat wij daar ook maar iets van hadden
gemerkt.
Ik was intussen in het bestuur beland en daar steeds wanhopiger bezig met het zoeken van
deskundigen op het gebied van de sociale verzekering en met het schrijven van vrolijke
oproepjes in het Bulletin voor kadertrainingen en andere vormende bezigheden, waar zelden
iemand op reageerde. Het enige succes uit die tijd dat ik me herinner was dat ik Mientje de
Koning, een heuse hoogleraar in het belastingrecht, gevangen had en dat er nu een
weldoortimmerd rapport kon verschijnen (Hieke Snijders-Borst was in die tijd nog steeds
maar huisvrouw en verder de enige die zich in MVM over de abortuswetgeving opwond). Dus
toen Joke Kool het bestuur verliet om in de Amsterdamse gemeenteraad de lange mars door
de instituties te beginnen, gingen wij alles anders doen. We schaften het voorzitterschap af
en misschien waren we niet eens meer een bestuur, maar een koördinatiegroep of zoiets.
Wij wierpen ons met Dolle Mina en het blad Margriet op een gigantische nationale
vrouwenemancipatie-informatieactie, met radio en televisie en alles, die door een
enthousiaste jongen van een organisatiebureau was verzonnen: ‘Op de vrouw af’. Het waren
allemaal wel dezelfde onderwerpen als altijd - part-time werk, kinderopvang, abortusvrijheid,
en scholing en opleiding - en er werd voornamelijk ontzettend veel bestencild papier
verspreid. Maar er kwamen gewone vrouwen naar de informatiecentra en er werd
samengewerkt met de vrouwen van de gewone, traditionele vrouwenverenigingen, buiten de
kringetjes van de meestal toch wel heel kleine plaatselijke afdelingen van MVM en Dolle
Mina. We werden wel allemaal ziek, zo vermoeiend was het - de communistische mannen
van Dolle Mina het eerst. En daarna wisten we helemaal niet meer wat we moesten doen.
Intussen was Women’s Lib in de VS op gang gekomen en wij kregen bladen en boeken
opgestuurd, waarin nu eindelijk uitvoerig werd gesproken over de emotionele en seksuele
onderdrukking van vrouwen en over een beweging van vrouwen samen, die mannen als de
vijand zou opvatten. Dat knaagde natuurlijk aan de grondslagen, maar was toch heel
verleidelijk. Wij publiceerden een vertaling van een artikel over consciousness-raising en ik
voegde daar een voorzichtig oproepje aan toe: zouden wij niet eens met vrouwen samen
uitzoeken of vrouwen in Nederland ook onderdrukt waren? Dat werd toen de eerste
praatgroep (toen nog ganzenbordgroep geheten, naar het ganzenbord over het leven van de
vrouw dat Marijke Harberts en Charlotte van Regteren Altena voor ‘Op de vrouw af’ gemaakt
hadden en dat een groot succes was).
Daarna ging het allemaal heel snel, want de vrouwen uit het bestuur wilden ook in een
praatgroep en de gesprekken werden steeds maar feministischer en de mannen steeds
zenuwachtiger (één stortte zelfs helemaal in omdat hij ineens begreep ,dat hij zijn hele leven
vrouwen had onderdrukt en ook helemaal het verkeerde beroep uitoefende). En toen kwam
Femö met Rita Hendriks en Hillie Molenaar van Dolle Mina die ook al een praatgroep waren
begonnen uit protest tegen hun communisten, die de leiding steeds maar niet uit handen
wilden geven. Zij moesten van de Deense Roodkousen de mannen eruit gooien of zelf er
uitgaan. Omdat we niet verwachtten dat het ons zou lukken om bij de meerderheid van de
vrouwen uit onze clubjes steun te krijgen voor een radicaal-feministisch standpunt gingen we
dus maar zelf. Maar dat is een ander verhaal.
MVM is nog wel zeventien jaar doorgegaan, heeft de Emancipatiecommissie geproduceerd,
veel brieven geschreven via de MeId- en Regelkamer Twente en ook veel bewust geworden
mannen bevrijd. Daar weet ik verder niets van. Maar ik heb eigenlijk de indruk dat de
Previous page Top Next page