Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 3 
Next page End 1 2 3  

3
Tijdens de acties van het Positieve Ingreep Kollektief (afgekort Posinkol, niet PIK), waarbij
we mannen aanboden hen te bevrijden van het lichaamsdeel dat, als de positieve actie voor
vrouwen doorzet, hun carrière in de weg zou kunnen staan, en waarbij we vrouwen een
kwaliteits- en geschiktheidslurf aanboden voor de plekken waar nog geen positieve actie
gevoerd wordt, reageerden mannen even verlegen op die tussen de vrouwenbenen
bungelende lurven als op het grote papiermes. De meeste vrouwen werden niet alleen vrolijk
van die lurven, maar ook van de mannelijke verlegenheid.
Veel van de mannelijke macht berust, zoals bekend, op seksuele intimidatie en, voor wie
zich niet bij voorbaat laat intimideren, op ‘sexual harassment’, seksueel getreiter
(‘ongewenste intimiteiten’ is een misleidende vertaling van de Engelse term). Alle traditionele
aandacht van mannen voor het uiterlijk en gedrag van vrouwen bestaat in feite uit seksueel
getreiter, dat zich beweegt tussen hebzucht en afkeer, tussen ‘lekker stuk’ en ‘het stinkt’,
tussen playboy Hefner en menstruatiehond Vroon, tussen een ‘echte vrouw’ en ‘net een
man’. De Volkskrant meldde laatst dat de Nederlandse mannenschaakploeg tijdens de
Europese kampioenschappen behalve over het schaken en het riool van het hotel het liefst
sprak over ‘de snor van de werkster’. Dat ‘hairy’ juist ‘beautiful’ was riepen onze
Amerikaanse zusters in 1968 al. Een lid van het Posinkol ontdekte echter nieuwe
perspectieven voor haar fraaie snorretje; het aandachtig draaien aan de punten in mannelijk
gezelschap bleek dezelfde verlegenheid op te wekken als het lurvenvertoon. Het
tentoonspreiden van mannelijke eigenaardigheden werkt kennelijk als een boemerang die in
de angstige mannenziel Freudiaanse echo’s laat weerklinken. Wij kennen vrouwen die met
dergelijke vertoningen zelfs een hele aardige maatschappelijke carrière gemaakt hebben en
ondertussen ook nog gewoon solidair bleven met andere vrouwen. Dat zijn de echte
identificatiefiguren! De kritiek op dat andere identificatiemodel neemt gelukkig toe: de
topvrouw, die - in de woorden van Troetje Loewenthal - in haar schaarse vrije tijd te paard
ook nog even zes kinderen werpt. Die krachtpatser is niemand anders dan het jongere zusje
van de mythische mevrouw van Betty Friedan, die al haar eigen brood bakte en met eigen
handen een zwembad groef om man en kinderen te behagen. Een aardig neveneffect van de
positieve actie voor vrouwen is dat vrouwen die toch aan dat beeld proberen te voldoen zo
vreselijk in de knel komen. Moeten zij de illusie volhouden dat zij zich hélemaal op eigen
kracht in de mannenwereld zullen kunnen handhaven; dat zij nooit aan mannelijke
vijandigheid onderworpen zullen worden? Of zou het toch prettiger zijn de werkelijke
toestand onder ogen te zien en gebruik te maken van wat de emancipatiebeweging bij de
autoriteiten bevochten heeft? Je hoort hun stemmen van ellende overslaan. ‘Feminist’
genoemd worden is nog erger dan een snor - tenzij men beseft dat de aanval de beste
verdediging is.
Kortom, wil het iets worden met de inkomensverwerving van vrouwen, dan zullen er nog heel
wat stiekeme feministen uit de kast moeten komen. Zeggen ‘ik ben geen feminist, maar...’ is
hetzelfde als de bescherming tegen en het plezier over mannen afwijzen en eenzaam de
leeuwenkuil ingaan, in de hoop dat enige Hogerhand te hulp zal schieten. Op wiens hand
Hogerhand is moet toch onderhand bekend zijn.
Previous page Top Next page