Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 10 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10  

6
respect moet hebben voor hun ‘cultuur’ (Goldschmidt 1995). Het beschouwt ‘cultuur’ als iets
gefixeerds, onveranderlijks, naadloos sluitends, wat mensen totaal vormt en bepaalt.
10
Het in
januari 1997 gepubliceerde ambtsbericht van het departement van Buitenlandse Zaken
11
over Somalië bijvoorbeeld leest als een ouderwetse inleiding in de culturele antropologie,
compleet met bijlagen over stamverbanden, inclusief al die schema’s van ‘cross-cousins’ die
de culturele antropologie zo dierbaar waren voordat ‘kinship’ uit de mode raakte, omdat het
feminisme er zoveel anti-patriarchaal materiaal aan ontleende. Deze wetenschappelijke
uitvoerigheid is mede een reactie op de feministische kritiek, dat ambtsberichten ‘veiligheid’
slechts in het algemeen bespraken en geen enkele informatie over de veiligheid van
vrouwen bevatten.
12
In het nieuwe ambtsbericht wordt de informatie nu gefossiliseerd in de
beschrijving van een ‘cultuur’ waarop modernisering en oorlog geen enkele invloed hebben.
Daardoor komt het ambtsbericht tot malle conclusies zoals dat weduwen niet tussen wal en
schip zullen vallen, omdat zij door de mannen van hun familie beschermd zullen worden en
anders met een neef van hun man kunnen trouwen.
13
Dat vrouwen in moeilijkheden kunnen
komen of omdat al die oude strukturen niet meer bestaan of omdat zij daaronder niet meer
kunnen leven, wordt weggewerkt. 
DE REALISATIE VAN DE PATRIARCHALE VERHOUDINGEN IN DE
ASIELCENTRA
Terwijl het beleid en de rechtspraak bij de beoordeling van asielverzoeken druk bezig zijn
hun ideeën over de achterlijkheid en de irrationaliteit van de culturen waaruit de
asielzoekersters gevlucht zijn te juridiseren, maakt de dagelijkse opvang en behandeling van
vluchtelingen in de asielcentra deze oriëntale droomwereld tot Nederlandse werkelijkheid. De
bedoeling was dat asielzoekersters hoogstens een half jaar in zo’n centrum zouden blijven;
de werkelijkheid is dat tallozen al meer dan twee jaar lang van het ene centrum naar het
andere gestuurd worden. Dat komt door het vagevuur van de toelatingsprocedure:
vluchtelingen moeten binnen vierentwintig uur hun verhaal verteld hebben, zodat de
autoriteiten kunnen beoordelen of ze meteen als kansloos moeten worden teruggestuurd -
en daarna horen ze vaak maanden of zelfs jaren lang niets meer. Dit eerste verhaal wordt
vaak nog in verwilderde toestand aan de autoriteiten verteld, die voor de vluchtelingen op het
eerste - en helaas ook op tweede - gezicht moeilijk te onderscheiden zijn van het repressieve
apparaat waarvoor ze net gevlucht waren. Mogelijkheden tot correctie zijn er nauwelijks.
Iedere nadere informatie wordt door de dienstdoende ambtenaren opgevat als van
medevluchtelingen geleerde leugens. Dit is vooral voor vrouwen met ervaringen van
seksueel geweld een onmogelijke toestand. Juist omdat zij zich schamen durven zij in eerste
instantie daarover vaak niet te vertellen.
Omdat het asielcentrum voor een kort verblijf bedacht was, is het er buitengewoon
onaangenaam. Er is geen enkele privacy: men leeft in een klein kamertje met man en
kinderen of in een groter vertrek met wildvreemde lieden samen. Op het moment is er minder
ruimte dan ooit, want het COA (Coördinatie Opvang Asielzoekers) had in haar enthousiasme
over het afschrikkingsbeleid alvast maar wat centra gesloten. Nu er meer
verblijfsvergunningen zijn verstrekt dan verwacht en er de laatste tijd wat meer vluchtelingen
zijn gekomen loopt alles vast (Volkskrant 18 maart 1997).
In de centra wordt het eten verstrekt, dus blijven hoofdzakelijk de psychische
huisvrouwentaken over: iedereen kalmeren, opvrolijken, de moed er inhouden. Er bestaat
                                                
10
Het is dan ook verwant aan het begrip ‘socialisatie’, dat in veel progressieve anti-feministische vertogen de bepalende plaats
van ‘de biologie’ heeft overgenomen. 
11
Deze ‘ambtsberichten’ worden vervaardigd als basis voor de beoordeling of landen ‘veilig’ zijn, zodat vluchtelingen daarnaar
kunnen worden teruggestuurd. Op deze ambtsberichten komt al meer dan tien jaar kritiek van alle organisaties die met
vluchtelingen te maken hebben. 
12
Staatssecretaris Schmitz heeft zich zelfs ooit eens gedwongen gevoeld nadere informatie over de positie van een bepaalde
gescheiden vrouw uit Iran te vragen. 
13
Omdat ambtsberichten hun bronnen niet vermelden, wordt discussie erover wel erg moeilijk. Bovendien is het ambtsbericht
over Somalië in strijd met de afspraken al door de rechter gebruikt in beslissingen voordat het zelfs maar in de Tweede Kamer
besproken was (met organisaties van en voor vluchtelingen worden de ambtsberichten al helemaal niet besproken). 
Previous page Top Next page