Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 3 
Next page End 1 2 3  

2
alsof er geen mannelijke base-line-spelers zijn! Nee, hier is niet verklaard waarom er nog
steeds zoveel vrouwentennis op de buis is.
Het gebabbel van Mesker maakt overigens wel duidelijk wat zij met ‘het fysieke verschil’
bedoelt. Voor Godfree was het helemaal geen probleem: zij won slechts kadobonnen en
maakte haar karrière in het gezinsleven. Zij diende hoogstens om het vrijetijdsleven van de
dochters van de betere standen een fleurig voorbeeld te geven. Mesker is beroeps en moet
dus eigenlijk de hele dag werken en geld verdienen: zij verkoopt een produkt.
Dat doen mannen natuurlijk ook; het verschil zit niet in het verkopen, maar in het produkt. De
mannen verkopen tennis, rackets, schoenen en vlotte, maar onflatteuze truitjes. De vrouwen
verkopen mode (Mesker: ‘Dit bedrijf vindt mij een goede representante voor de kleding van
carrièrebewuste vrouwen’) , kosmetika en slankmakende sigaretten (Virginia Slims). Of zij
ook tennis verkopen weet Mesker eigenlijk ook niet. Van de 79 foto’s die de 79 pagina’s van
haar boek sieren beelden zeven haar tennissend af – voor de zekerheid, denk ik. In de
eerste plaats verkoopt zij vrouwelijkheid en daarmee kan men helaas geen tenniswedstrijd
winnen.
Er zijn sporten die dit probleem drasties hebben opgelost door een schoonheidsversie in te
voeren: kunstschaatsen, figuurzwemmen (als zitten ze daar nog met rare neusknijpertjes). In
mijn jeugd bestond er ook voor de bonkerige roeisport zo’n alternatief dat ‘stijlroeien’ heette:
een jury beoordeelde de sierlijkheid van de halen en de rechtheid van de ruggen. Zo iets zou
in het vrouwentennis ook best ingevoerd kunnen worden. Een ballenkanon schiet, niet te
hard, de ballen, eventueel met verschillende effekten, over de baan; de dames demonstreren
de soepelheid en koördinatie van hun slanke lichamen. Aan de kleding hoeft niets te worden
veranderd: die is daar al voor ontworpen.
Nu is het hele vrouwentennis tegenstrijdig. Het wedstrijdelement verleidt namelijk een aantal
onsolidaire wezens te oefenen op kracht en snelheid! De benen van Navratilova! De armen
van Navratilova! Ze tennist natuurlijk goed, maar dit is toch niet leuk meer. Het publiek klapt
hartstochtelijk voor haar tegenstandster; helaas, als Navratilova de wedstrijd belangrijk
genoeg vindt en dus lang genoeg met haar halters gewerkt heeft, wint ze gewoon. 
Echte dames
Sterker nog; het is de sponsors niet eens gelukt te verbieden wat ze nog erger vinden dan
spieren: het lesbies gedrag, de lesbiese verhouding en zelfs de lesbiese come-out. Rita Mae
Brown heeft in een overigens voor zo’n goede schrijfster tamelijk stom boekje (Sudden
Death) verslag gedaan van de uitgeoefende terreur aan de hand van een sleutelroman over
de verhouding die ze ooit met Navratilova had. Censuur, verraad en lafheid alom. En
inderdaad, ook Mesker acht de goede naam van het vrouwentennis vrijwel bedorven door
het vooroordeel dat het ‘een wereldje vol lelijke potten’ zou zijn. ‘Door Martina’s uitlatingen
en gedrag is zij het idool van een bepaalde groep vrouwen geworden. Dat werkt bevestigend
op een deel van de vooroordelen.’ Dus: ‘Natuurlijk zijn niet alle of bijna alle speelsters
lesbisch. Misschien komt het in het vrouwentennis niet vaker voor dan in de gewone
samenleving, net als in andere overwegend vrouwelijke gemeenschappen, zoals
gevangenissen.’ Maar: ‘De laatste jaren is er sprake van een politieke verandering in het
beeld,dat mensen van vrouwentennis hebben. De eerste profspeelsters, die daartoe
bijdroegen, waren Chris Evert en Evonne Goolagong. Zij zagen er charmant uit en hadden
een vrouwelijke uitstraling. Op de baan gedroegen zij zich als echte dames.’ ‘Andrea
Temesvari, Carling Basset en Gabriela Sabatini zijn jong, spelen fantastisch tennis en zien er
ook nog beeldschoon uit. Niet voor niets krijgen juist deze meisjes de meest lucratieve
sponsorcontracten aangeboden.’
Te lang
Zoveel te veel foto’s als het boek van Mesker heeft, zoveel te weinig zijn er van Godfree en
haar makkers: hoe heerlijk lelijk waren zij! Hoe reddeloos onelegant! Alleen Betty Stöve heeft
Previous page Top Next page