Navigation bar
  Print document Start Previous page
 4 of 9 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9  

4
recht tot uitoefening van dit patriarchaat wordt, ook net zoals vroeger, verworven door
lidmaatschap van een klup ter monopolisering van bronnen van eer en rijkdom, dat het
bewijs van ‘echte mannelijkheid’ levert.
Deze verbanden berustten volgens Weber oorspronkelijk op magiese basis en gaven een
opleiding tot het doorstaan van mannelijkheidsexamens (het blijk geven van’charisma’,
aangeboren, maar door de opleiding ‘gewekte’ magiese gaven), maar veralledaagsten tot het
omgekeerde: de toegang ertoe wordt bepaald door rijkdom en geboorte, en levert dan het
bewijs van de ‘mannelijkheid’ (de magiese gaven) door het lidmaatschap zelf (vandaar de
wetten van Sullerot).
Ook deze monpoliseringsverbanden (die samen onze ‘manschappij’ vormen) worden door
privaat- en publiekrecht geregeld en moeten dus onder de produktieverhoudingen van het
patriarchaat gerekend worden. Het ‘kostwinnersbeginsel’ laat zien dat het patriarchaat
gewoon bij het kapitalisme hoort, juist omdat zo veel meer mannen ‘vrije en gelijke’ mannen
zijn, echte mannen, omdat zij zich georganiseerd hebben ter monopolisering van de primaire
arbeidsmarkt, in standsorganisaties die het recht op het hebben van een ‘gezin’ veroverd
hebben.
Het bovenstaande is in verschillende termen door twee eeuwen vrouwenbeweging gesteld
en bewezen - waarom blijkft het patriarchaat dan, althans voor liberalen en socialisten,
onzichtbaar? Waar is het bewustzijn van het patriarchaat als produktiewijze, zowel als
‘bewustzijn’ als in de vorm van ‘ideeën van de heersende klasse’?
Waarom bestaat er geen bewustzijn dat naast de kapitalistiese transformatie van als waar
afgesplitste en op de markt verkochte arbeidskracht ook produktie bestaat door toeëigening
van hele personen? De ideologie betreffende het gezin en aanverwante ‘persoonlijke’
verhoudingen spreekt immers juist niet over ‘produktie’ en ‘arbeid’, maar over driften en
emoties: over natuur, ‘gewoon uit liefde’ (en houdt zich daarbij keurig aan Marx’ uitspraak dat
de enige produktieve arbeid die is die rechtstreeks aan de Verwertung van kapitaal bijdraagt
- de ‘zangeres die als een vogel zingt’ en ‘Milton who wrote the Paradise Lost’ zijn aktief
vanuit hun natuur).
Bij deze vragen moet men zich realiseren dat het kapitalisme het in het algemeen moeilijk
heeft met het bewustzijn van zijn produktie. Marx schrijft over ‘de verborgen plaatsen der
produktie, aan de drempel waarvan te lezen staat: ‘Verboden toegang voor onbevoegden.’
(Kap.I, 114)
11
Het is immers niet werkelijk mogelijk de arbeidskracht van de arbeider te
scheiden: die moet mee de fabriek in, volgens Marx ‘schuw, schoorvoetend, als iemand die
zijn eigen huid naar de markt heeft gebracht en nu niets anders te verwachten heeft dan -
gevild te worden.’ (Wat nu nog geldt voor die arbeiders die buiten de standsorganisaties
gesloten worden).
Alleen koop en verkoop passen in de ideologie, niet toeëigening van mensen alsof zij dingen
zijn. De produktie wordt dus verdrongen, samen met alles wat er aan het kapitalisme niet
klopt en waardoor in de krisis het dak altijd zo onverwacht komt neerstorten. In Marx’
politieke ekonomie verdwijnt het bewustzijn van de kapitalistiese produktie echter niet: het
blijft aanwezig als een latent, klassebewustzijn van de bezitlozen, dat manifest wordt als zij
zich organiseren en als ‘Klasse für sich’ tot bewustzijn komen van hun objektieve belangen.
Tot zolang eten zij, indien voorhanden, een boterham met tevredenheid. In de jaren ‘60 werd
deze bewustzijnstoestand door Deppe en Wertheim als ‘dubbel bewustzijn’ geanalyseerd:
naast de officiële voorstelling van zaken (eigen schuld) bestaan onduidelijke,
gefragmentariseerde en tegenstrijdige ideeën over de werkelijke verhoudingen.
Over het bewustzijn van de patriarchale produktiewijze weten wij dan echter nog niets, en
het is dan ook op dit punt dat Freud sinds de Frankfurter Schule door links te hulp wordt
geroepen - al was het toen meer om het succes van de nazi’s te begrijpen dan om vrouwen
te bevrijden, dus in het kader van een (sociale) psychologie, niet van een politieke ekonomie.
Als wij het bestaan van een patriarchale produktie wijze erkennen, is Freud volgens mij
                                                
11
Karl Marx, Het kapitaal. Een kritische beschouwing over de economie.Deel 1: Het productieproces van het kapitaal (1868)
Unieboek, Bussum, 1972. 4
e
druk. Het is in dit verband ook heel interessant dat Marx voor verschillende verhoudingen onder
het kapitalisme metaforen van ‘liefde’ en ‘begeerte’ gebruikt, met name voor kapitaal-arbeid en waar-geld-waar. Zie Kapitaal 1
pp 59, 61, 130, 304
Previous page Top Next page