Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 9 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9  

6
te onderzoeken, dus aannemende dat de wetenschap de fysiese kant ook nog wel zou
opsporen) gehistoriseerd moet worden.
Daarmee verwerven wij een (spekulatief) begrip dat gebruikt kan .worden door de verbinding
tussen ekonomie en bewustzijn, die Marx en Engels hebben geanalyseerd, uit te breiden en
te konkretiseren. (Bij Harvey is van die verbinding weinig overgebleven: hij komt nauwelijks
verder dan parallellen tussen ekonomie en bewustzijn, en dan ook nog alleen van het
bewustzijn van ruimte en tijd).
Het begrip heet in Freuds vroege werk ‘kathexis’ (Grieks: vasthouden, handhaven),
‘bezetting’. Hij bedoelt daarmee het proces in de hersens waarin een voorstelling van iets
wordt vastgezet neergeslagen, vastgehouden. Hoe hij dat ziet heb ik nooit helemaal
begrepen, dus mij ook niet voorgesteld, dus ook niet onthouden, maar het gaat in elk geval
met elektriciteit, in termen van ‘lading’ en ‘ontlading’. Het woord ‘bezetting’ blijft hij verder
gebruiken als beschrijving van een psychies proces, dat van het zich toeëigenen van iets
door de psychiese representatie daarvan.
Historisering van dit in oorsprong natuurkundig begrip betekent dat het van zijn ‘natuurlijk’
karakter ontdaan wordt en in de historiese verhoudingen tussen mensen en dingen geplaatst
wordt. Dan wordt niet alleen duidelijk dat Freuds begrippen aan de techniek ontleend zijn,
maar ook dat hij spreekt over verhoudingen waarin bezetting en bezit normaal gevonden
worden en zowel op personen als dingen betrokken kunnen worden: patriarchale
verhoudingen dus, waarin mensen en dingen veroverd en vastgehouden worden. Tegelijk
worden die verhoudingen door Freud in onderdelen gesplitst: in een oneindig aantal
‘bezettingen’, materiële gebeurtenissen, die ook los van de betreffende verhoudingen blijven
bestaan en steeds weer gereaktiveerd kunnen worden door andere voorstellingen in andere
verhoudingen (zodat wij steeds onze jeugd blijven herhalen).
Dat is te begrijpen omdat Freud niet over totale patriarchale verhoudingen, waarin mensen
hun hele leven niemand anders zien dan leden van hun familia, sprak, maar over burgerlijke,
waar het bewustzijn op de markt is georiënteerd (anders konden ze hem niet eens betalen).
Dat burgerdom bestond al eeuwen voor het kapitalisme en ik neem voorlopig maar aan, dat
hun praktijk het Oedipuskomplex heeft gevormd; (Oedipus zelf had volgens marxistiese
klassici hele andere problemen. (G.Thomson, Aescylus and Athens, 1950). Deze burgerij
had echter oorspronkelijk in dingen gehandeld (of in mensen als dingen), maar niet in
onderdelen van zichzelf: in de afgesplitste ‘arbeidskracht’ die door steeds meer leden van de
burgerij op de markt verkocht moest worden. Zo kon ‘energie’, ‘vitaliteit’, ‘libido’ als een
eigenschap van de persoon gedacht worden, die ook daarvan afgesplitst en overgedragen,
‘vervreemd’, kon worden, en die in elk geval van oude objekten moest kunnen worden
losgemaakt  als hij daarop was blijven zitten, om weer tot vrije beschikking van de
betrokkene te komen (vgl. Kap. I 108:’Als persoon moet hij zijn arbeidskracht steeds
beschouwen als zijn eigendom en dus als zijn eigen waar; dit kan slechts voor zover hij haar
tijdelijk, voor een bepaalde periode, aan de koper ter beschikking stelt, aan hem het verbruik
laat en derhalve niet door de verkoop afstand doet van zijn eigendom.’).
‘Arbeidskracht’ is een abstrakte term voor wat de kapitalist zich toeëigent. Een geldekonomie
kent ook andere vormen van gebruik van mensen: prostitutie bestaat bij ieder patriarchaat,
dat geld kent. In traditionele verhoudingen verkoopt de prostituee echter zichzelf: zij doet
afstand van haar status binnen het patriarchaat (als moeder, dochter, zuster): zij is onteerd,
buitengesloten. In ontwikkelde kapitalistiese verhoudingen wordt echter de ‘seksualiteit’ van
de persoon afgesplitst en als zodanig benoemd, en kan dan verkocht of geruild worden (in
de 18e eeuw betekende ‘the sex’ nog ‘de vrouwen’). Het kapitalisme kan alles tot waar
maken, en daardoor kan Freud alle vormen van geestelijke aktiviteit op één materiële
noemer brengen: iedere ‘bezetting’ kan immers in beginsel op de markt worden gebracht.
(Dit is wat Marx ‘de oneindige ontplooiing van menselijke behoeften en vermogens’ van het
kapitalisme noemt en door Akke Van der Meer in Feminist I en II is beschreven als de
‘emotioneel-erotiese revolutie’ van de jaren 70
12
).
                                                
12
Inkapseling 1: de emotioneel-erotiese revolutie in De Bonte Was, Feminist 1,  Amsterdam 1977, en De emotioneel-erotiese
revolutie 2: Von der Ehe bis zur Liebe in De Bonte Was, Feminist 2,  Amsterdam 1977
Previous page Top Next page