Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 11 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7  

2
nodig om mensen zover te kalmeren, dat ze die passies volgen die met hun eigen lange
termijn-belangen overeenkomen.
Die ‘passies’ doen nu een beetje ouderwets aan. In het moderne natuurwetenschappelijke
taalgebruik heetten ze eerst ‘driften’, om in de jaren vijftig nog verder verdierlijkt te worden tot
‘instinkten’. Sociobiologen hebben er voorgeprogrammeerde ‘genen’ van gemaakt. Maar hoe
ze ook heten, in alle gevallen gaat het over voorgevormde, afzonderlijke ‘krachten’ die ieder
tot een bepaald gedrag leiden, tot bepaalde handelingen dwingen, zonder dat de aldus
voortgedreven mens er iets tegen kan doen. En de laatste honderd jaar wordt dat als
wetenschap gepresenteerd.
Het geloof in de wetenschap is een der grondslagen van de industriële samenleving. De
liberale socioloog Weber³ noemde zo’n samenleving ‘rationeel’ - niet omdat alles zo goed in
elkaar zit, maar omdat iederen ervan uitgaat dat het zo is. Een rationele samenleving is niet
een samenleving waarin iedereen weet hoe de tram werkt, maar een samenleving waarin
iedereen denkt dat er iemand is die dat wèl weet; waarin iedereen denkt dat iemand weet
wat DNA of genen zijn en wat die doen. Volgens Weber is dat het soort samenleving waarin
mensen minder verstand hebben van de omstandigheden van hun bestaan dan ooit in enige
samenlevingsvorm het geval was.
Progressieven reageren tegenwoordig helemaal niet anders op dat wetenschapsgeloof dan
konservatieven. De natuurwetenschappelijke benadering van ‘de mens’ is zelfs altijd als
progressief gepresenteerd, als overwinning op die konservatieven die het scheppingsverhaal
wilden handhaven.
4
Het linkse mensbeeld
Misschien kan de verwarring opgehelderd worden als we niet progressief tegenover
konservatief zetten maar ‘links’ tegenover ‘rechts’. Konservatief is rechts, maar progressief is
inderdaad niet altijd links. En links had inderdaad, ooit, een ander mensbeeld dan de
konservatieven.
Het mensbeeld van links was niet dat de mens goed is. De goede mens stamt van de
pioniers van het liberalisme, de filosofen van de Verlichting: denk aan de ‘goede wilde’ van
Rousseau. De idee van de goede mens heeft op links wel enige invloed gehad; de
aristokratiese anarchist Kropotkin heeft het van een biologies fundament voorzien (‘de mens
is een dier met sociale instinkten’) en zo kwam het via de radenkommunist Pannekoek in het
begin van deze eeuw op de partijschool van de duitse sociaal-demokraten terecht.
5
De
meeste socialisten begrepen echter heel goed, dat Marx’ geschriften niet gingen over
‘instinkten’ en dat de proletariër misschien wel goed was, maar de kapitalist in elk geval niet.
Bij Marx en Engels weten de mensen ook wel vaak niet wat ze doen en waarom ze het doen,
maar dat komt dan omdat ze onvoldoende greep op de omstandigheden hebben. ‘Het
bewustzijn is het bewuste zijn’, ‘het bewustzijn van de heersende klasse is het heersende
bewustzijn’
6
: Het materiële bestaan van mensen, de manier waarop ze moeten
samenwerken om aan eten te komen, bepaalt wat zij denken en voelen; en in
klassesamenlevingen bepaalt wat de heersende klasse denkt en voelt het denken en voelen
van de werkende mensen, die immers over de manier waarop de voorwaarden voor hun
materiële bestaan bepaald worden, buitengewoon weinig te zeggen hebben.
Passies, driften, genen, instinkten, alles wat ‘voorgevormd’ is en vaststaat, kunnen in een
histories mensbeeld geen plaats hebben: de mensen veranderen de omstandigheden en
worden op hun beurt door de veranderende omstandigheden veranderd. Kategorieën als ‘de
goede mens’ of ‘de slechte mens’ hebben geen plaats in zo’n teorie. Het is, nog korter
gezegd, onzinnig om over ‘de mens’ te spreken. Van ‘de mens’ weten wij niets af, ook niet
als wij met de linkse en rechtse filosofen meegaan en denken dat de mens een man is.
                                                
3
Max Weber, Einige Kategoerien der verstehenden Soziologie, in Methodologische Schriften, Studienausgabe, Fischer 1968, p.
169 v.
4
Zie Marijke Ekelschot, Darwinisme: racisme en seksisme als wetenschap, in Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot,
Tegennatuurlijk, De Bonte Was, Amsterdam 1985
5
A. Pannekoek, Darwinisme en marxisme (1909), Radenkommunisme, Beverwijk 1980
6
K. Marx en F. Engels, De Duitse Ideologie, (1845/46), SUN , Nijmegen 1974
Previous page Top Next page