Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 11 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11  

6
Het ging erom of er metoden ontwikkeld konden worden om deze groepsnormen en waarden
zo te beïnvloeden dat de doelen van de organisatie - produktiviteit en arbeidsrust - zo goed
mogelijk vervuld konden worden. Hiertoe moesten, zoals Max Weber het rond 1918
formuleerde, ‘de irrationele, emotionele elementen van mensen net zo precies worden
uitgerekend als de produktie van kolen- en ertsmijnen’.
18
Een van de belangrijkste manieren
om de groep te beïnvloeden bleek de stijl van leiderschap te zijn. Een opzichter met een
gemakkelijke of ondersteunende leiderschapsstijl, dus meer op de mensen ingesteld dan op
het werk, bleek een sfeer van samenwerking te scheppen en de tevredenheid en prestaties
van de arbeiders te vergroten.
19
Ook voor leger, gevangenissen, gekkenhuizen en onderwijs bleek de ‘non-direktieve’ aanpak
goede perspektieven op ordehandhaving te kunnen bieden.
In Europa liepen de ontwikkelingen nog wat achter, al waren er wel pioniers met een
belangstellend oog voor de amerikaanse metoden. Bijvoorbeeld de dames die in de jaren
twintig naar de Verenigde Staten afreisden om daar de metoden te bestuderen waarmee
depressieve oorlogsveteranen behandeld werden. Die bleken bruikbaar voor de verbetering
van de kinderopvoeding door M.O.B.’s
20
en voor het ‘social casework’ in het maatschappelijk
werk. Het was ook een Nederlander die een fraaie benaming voor dit geheel van nieuwe
beheersingstechnieken bedacht, uit puur christen-pacifisties-anarchisties idealisme: Kees
Boeke. ‘Sociokratie’ noemde hij de bestuursvorm waarin hiërarchie zou zijn vervangen door
gelijkheid en dwang door overleg. Zijn ideeën hadden voor de oorlog al, toen hij in Nederland
nog uitgelachen werd, in de Verenigde Staten veel sukses. Na de oorlog kreeg Juliana dan
ook het advies van de regering de prinsessen bij Boeke op school te doen.
21
De demokratiseringsgolf
‘Sociokratie’ was door Boeke gezien als alternatief voor ‘burokratie’. De burokratie, het
besturen via vaste regels en hiërarchiese bevoegdheden, had het netwerk gevormd dat alle
korporaties van de ‘organiese’ staat bij elkaar hield: een netwerk van ontelbare voorschriften,
op alle maatschappelijke gebieden, die bij elkaar gehouden werden door door het parlement
in onoverzichtelijke kompromisrituelen in elkaar geknutselde wetten; een netwerk van regels
over vormen en procedures, waar niemand de weg in weet dan de deskundigen op het
betreffende gebied, en waar iederéén over kankert, vanwege de voor van alles en nog wat
vereiste invulformulieren in zoveelvoud.
22
Halverwege de jaren zestig sprong een hele generatie middenklassersters, juist diegenen die
opgeleid werden om de neokorporatistiese burokratieën te administreren en nieuwe
beheerdersters en opleidersters op te leiden, uit de band. Zij zagen niets meer in burgerlijke
tevredenheid en wilden ‘de verbeelding aan de macht zien’, alsof ze allemaal tegelijk
bohémiens waren geworden.
De bittere werkelijkheid van imperialisme en kapitalisme, Vietnam en de amerikaanse
apartheid, het psychiese geweld achter het harmoniese gezin, de manier waarop de
gezondheidszorg omspringt met degeen die de ratrace om uitbuiten en uitgebuit worden niet
volhouden - het was of er een gordijn werd opengetrokken zodat ineens de werkelijkheid
even doordrong. De verbeelding moest een andere werkelijkheid scheppen zodat dit door de
kapitalistiese mogelijkheden allang verouderde lijden kon worden afgeschaft.
23
Dat bij velen de kloof tussen verbeelding en werkelijkheid werd opgevuld met
roesverschaffende middelen en harde muziek is niet verbazingwekkend en evenmin
verwerpelijk: als de stille verdoving van de jaren vijftig niet veroorzaakt is door tranquillizers
                                                
18
M. Weber, Wirtschaft und Gesellschaft, Tübingen 1921, Studienausgabe 1976, p. 682
19
N.P. Mouzelis, Organisation and Bureaucracy, An Analysis of Modern Theories, Londen 1967, p. 110
20
Posthumus-van der Goot (noot 12), p. 293
21
Ts. Vernieuwing van Opvoeding, Onderwijs en Maatschappij, sept./okt. 1984, Muusses Purmerend. Een pleidooi voor
sociokratie vindt men ook bij E.H. Nordholt, Politie in verandering, 1977
22
M. Weber (noot 17), 126 v., 551 v., 834 v.
23
Zie bv. H. Marcuse, Eros and Culture, Boston 1955, waarin neo-marxisme en psychoanalyse tot een optimistiese
ontplooiingsboodschap zijn getransformeerd. Zie over de ideologiese bronnen van de radikale vrouwenbeweging J. Mitchell,
Vrouw en vrijheid, (1966), Boom 1973
Previous page Top Next page