Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 11 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11  

6
echter onverdroten door in het voetspoor van Couwenberg de nationale kultuur er in te
pompen.
Op een enkeling na zwijgen wij gebiologeerd. Wij zwijgen, want wij vinden het onfatsoenlijk
om iemand van racisme of fascisme te beschuldigen (iets zeggen van seksisme was altijd al
belachelijk). Wij denken aan de vrijheid van meningsuiting, en vooral aan de solidariteit met
de groep, met de kollega’s, met de vrouwenbeweging, met de bewoners van de oude wijken.
De Volkskrant en de Waarheid zijn vuilspuiters, schreven leerlingen van de bovengenoemde
akademie. Zij hadden de fascistiese toestanden nooit naar buiten mogen brengen, want de
jongens die de antinazisme-tentoonstelling hadden vernield hadden dat gedaan omdat zij
dachten dat die tegen hen gericht was!
Tja, zo’n belediging neem je niet natuurlijk. De organisatoren hadden er zich eerst van
moeten vergewissen of er geen fascisten in de buurt waren die zich hierdoor aangevallen
konden voelen. En omdat ze dat natuurlijk nooit helemaal zeker konden weten, hadden ze
beter kunnen zwijgen.
‘Tja’, antwoordt Oma in de Vegter-strip, ‘het is na veertig jaar wel wennen aan dat
machteloze gevoel van mond-dood-zwijgen.’ Laten we maar hopen dat er nog mensen zijn
die er niet aan kunnen wennen.
Januari
Ik heb al verteld dat ze de iepen, waar ik tijdens het ontbijt altijd naar keek, weggehaald
hebben. Er is
zelfs niet eens zo’n stukje stam over, waarvan je kunt hopen dat het ooit nog eens zal
uitbotten. Hoe treurig dit ook is, er zijn nog een heleboel iepen over. Die iep die laatst
omgestormd is stond bijvoorbeeld aan een hele andere gracht en is op een hele andere
woonboot gevallen dan die waar ik woon. De twee iepen die onze woonboot flankeren waren
er nog. Gedurende al die vreselijke rukwinden en hagelbuien die ons de laatste tijd
geteisterd hebben, hebben ze echter wel griezelig gekraakt en gezwiept, zodat ik me ineens
het vonnis van de rechtbank Middelburg herinnerde, waarin werd geoordeeld dat de
gemeente niet aansprakelijk gesteld kan worden voor omvallende iepen, omdat iepen zulke
volstrekt onvoorspelbare bomen zijn. Mijn vriendin werd daar heel nerveus van. Ik niet, want
volgens mij vallen bij de heersende stormrichting de iepen de andere kant op. Nee, zei mijn
vriendin en begon allerlei diagrammen te tekenen, iepen vallen altijd op woonboten.
Daarom is het heel merkwaardig dat ze gisteravond ineens de partij van de iepen koos. Dat
ging zo: wij hebben het gevoel dat het niet zo goed gaat met onze werkgelegenheid. Mijn
vriendin wordt onderhouden door iets dat een eksperimenteeropleiding heet en dat belooft
weinig vastigheid. En in mijn subfakulteit is het grote zwarte pieten van ‘het is toch eigenlijk
handiger om meteen een héle vakgroep op te heffen’ al begonnen. En omdat we beiden
halve dagen werken zullen we als staatssekretaris De Graaf zijn zin krijgt – en niets wijst
erop, dat iemand hem zal tegenhouden - waarschijnlijk maar een paar weken voor een
werkloosheidsuitkering in aanmerking komen. Dus we stellen ons er langzamerhand maar op
in wat we dan gaan doen. Nu hadden we al een bakje met peterselie en kervel op het
balkon, maar die hebben het nooit echt goed gedaan; alleen de lavendel en de dragon, die je
niet of nauwelijks kan eten, floreren er. Nu zag ik gisteren dat de buren gewoon op straat
voor hun deur een bakje hebben met peterselie die het wèl doet. Daar waait het kennelijk
minder. Als je echter een behoorlijke moestuin wilt beginnen, gaan de kosten voor de bakjes
wel erg oplopen. Waarom niet gewoon de stenen uit de straat gehaald? Na al die jaren
hondepoep is de grond vast buitengewoon vruchtbaar.
Maar dan moeten de iepen weg, riep ik. Want ik kom van buiten en ik heb een paar hele
nare dingen meegemaakt met grond waarin bomen groeien. De eerste keer was in de
hongerwinter. Mijn vader had een stukje aardappeloogst gekocht - dus niet de grond maar
alleen de aardappels, die wij met ons allen zouden gaan rooien. Ons stukje oogst was het
randje van het aardappel veld, grenzend aan een laan statige amerikaanse eiken: en o, wat
Previous page Top Next page