Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 7 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7  

2
hadden. Als we verlangen naar lichamelijke warmte en hartelijkheid, krijgen we sex. Als we
verlangen naar sex, krijgen we een huwelijk, of de vernederingen die onvermijdelijk schijnen
te zijn als je zomaar eens een man wilt versieren. Als we kwaad zijn richten we onze woede
tegen onszelf – we huilen, we worden zenuwachtig of we snauwen tegen onze kinderen. We
schijnen nooit het goede adres te kunnen vinden waar die woede wel iets zou kunnen
opleveren.
Wat we zo graag zouden willen weten is het verband tussen deze gevoelens en ervaringen
(en die van ontelbare andere vrouwen). Maar vrouwen zijn zo verschillend en het is zo
moeilijk elkaar te begrijpen, dat het lang duurt voor we het gemeenschappelijke in bepaalde
ervaringen ontdekt hebben. Om die ervaringen dan weer met andere in verband te brengen,
kost nog meer tijd. Telkens vinden we een paar stukjes van de legkaart die aan elkaar
passen, maar we hebben geen idee waar ze horen en hoeveel er nog ontbreken - laat staan
van wat er uiteindelijk tevoorschijn zal komen.
The female eunuch van Germaine Greer (er komt een vertaling van bij Meulenhoff, die wel
De vrouwelijke eunuch zal heten) is een uitvoerige bijdrage tot deze legkaart. Zoals uit de
titel blijkt denkt Greer dat het belangrijkste stukje juist is weggeraakt: de kut. Het meest
wezenlijke van de vrouw is haar gekastreerdheid. De vrouw is een seksueel objekt voor
anders seksuele wezens: mannen. Haar seksualiteit wordt passiviteit genoemd en daardoor
tegelijk ontkend en verkeerd voorgesteld. De vagina wordt uit het beeld van vrouwelijkheid
weggelaten, net zoals tekenen van onafhankelijkheid en kracht in de rest van haar lichaam.
De kenmerken die geprezen en beloond worden zijn die van de kastraat - verlegenheid,
molligheid, loomheid, teerheid en gekunsteldheid (blz. 15). Meisjes worden van jongsaf
afgehouden van originaliteit, nieuwsgierigheid, ondernemingslust. Hun energie wordt
omgezet in destruktieve eigenschappen, de eigenschappen van Lucy in de Peanuts.
Greer wijst erop dat seksuele handelingen zelf vormen van onderzoek zijn, zoals het oude
eufemisme “bekennen” (“carnal knowledge”) duidelijk maakt. Het is juist het element
onderzoek in haar seksualiteit dat de vrouw afgeleerd wordt, niet alleen in haar seksuele
kontakten, maar ook in alle andere. Daardoor blijft ze steken in een soort inertie.(blz. 68) 
Ik vind dit wel een vondst. Het blijkt dat onze moeilijkheden meestal liggen in het kombineren
van onze verschillende positieve eigenschappen. Niemand is zo leeg en onbenullig als de
meisjes in de Playboy. We hebben allemaal wel een paar punten waarop we ons zelfrespekt
baseren, waarin we onszelf zijn. Maar de moeilijkheid zit erin om er een geheel van te
maken. Hoe we ons ook draaien altijd moeten we iets opgeven waarvan we toch het gevoel
hebben dat het onmisbaar is.
Wat de oorzaak hiervan is wordt echter niet duidelijk. Die zal toch wel iets met de
samenleving te maken hebben. Waarom maken mannen vrouwen tot seksobjekt, waarom
nemen ze ons niet serieus? Het boek geeft geen beeld van een samenleving waarin mannen
en vrouwen, ondanks volstrekt onvergelijkbare omstandigheden, toch opgesloten zitten in
dezelfde strukturen. Wat duidelijk naar voren kom. is het beeld van één vrouw: Germaine
Greer.
Dat komt ook overeen met haar konklusie en haar advies: probeer jezelf te laten gelden,
begin niet met de wereld te veranderen. Iedere vrouw heeft de steun en liefde van haar
zusters nodig, maar ze zal haar eigen vormen van verzet moeten vinden (blz. 14). Greer is er
zeker van dat we onze steun aan het kapitalistiese systeem moeten ontzeggen, maar
daarvoor is geen strijd of konfrontatie nodig. Eigenwijsheid en onverantwoordelijkheid zijn
voldoende. Vrouwen moeten hun angst voor de vrijheid overwinnen en niet vluchten in
huwelijk of andere afhankelijkheidsrelaties.
Ze heeft natuurlijk voor een groot stuk gelijk. Niets is zo’n mooi gezicht als een vrouw die
voor zichzelf opkomt. Als we dat allemaal durfden, was er niets aan de hand. Hoe komen we
zover dat we onze eigen wapens kunnen gebruiken? Waarom doen we dat niet uit onszelf?
We zullen die zusterlijke steun toch enige vorm moeten geven, anders zou het wel kunnen
gebeuren dat alleen de flinksten en de meest bevoorrechten zich redden en dat de anderen
gewoon blijven waar ze zijn. We zullen enig idee moeten hebben van de krachten die op ons
inwerken, voordat we weten waarop ons verzet gebaseerd moet zijn.
Previous page Top Next page