Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 3 
Next page End 1 2 3  

2
Sinds de Centrumpartij in de Tweede Kamer zit is de Nederlandse politiek uitgebreid met ‘het
oude-wijken-syndroom’. Het verhaal in het kort luidt dan: mensen die op de Centrumpartij
stemmen zijn gewone mensen uit de oude volkswijken; die gewone mensen hadden het al
niet zo gemakkelijk en toen kregen ze ook nog al die buitenlanders op hun dak.
‘Nieuw is de schuchtere erkenning dat in de afgelopen jaren te weinig geluisterd is naar de
klachten en grieven van de mensen in de buurten, de “gewone burger” om dat rare woord te
gebruiken’, schreef Igor Cornelissen in VN over de PvdA (1-10-1983).
Een jaar daarvoor had prof. Couwenberg in Volkskrant’s Open Forum (16 oktober 1982) zijn
licht over ‘het minderhedenvraagstuk’ laten schijnen in een betoog over nationale cultuur en
ongewenste vreemde invloeden. Daarin schreef hij onder andere:
‘Het bescheiden succes van de Centrumpartij kan het best geïnterpreteerd worden als een
signaal van vele kiezers in de volkswijken die via de Centrumpartij kenbaar hebben gemaakt
dat het minderhedenvraagstuk al te eenzijdig is afgewenteld op de meest kwetsbare
groeperingen in onze samenleving en derhalve herziening verdient.’
Couwenbergs verhaal leverde een ongekende stroom verontwaardigde protesten. Een jaar
later leek het echter of zijn gedachtengoed gemeengoed aan het worden was. De Volkskrant
verzamelde een hele pagina uitspraken van ‘gewone’ mensen die in Almere op de
centrumpartij hadden gestemd. Sonja Barend nodigde een aantal stemmers uit in haar Goed
Nieuws show.
Net als bij Thatchers aktiviteiten was de achtergrond van de sympatieke aandacht voor ‘de
gewone mensen’ een dreigende groeiende aanhang van een openlijk racistiese partij.
Maurice de Hondt ging voorspellen dat de aanhang van de centrumpartij bij de verkiezingen
in 1986 die partij tot De Vierde Stroming zou kunnen maken. Al eerder was gebleken dat het
racisties elektoraat vooral uit vroegere stemmersters op VVD en PvdA bestond, dus dat
waren de partijen die voorop liepen bij het terughalen van hun kiezersters, met begrip en
aktie. Maar daarbij bleef het CDA niet achter. Zonder moeite werd een kamermeerderheid
gevonden om kinderen van immigranten een huwelijk met een buitenlandse partner te
verbieden, tenzij ze meer dan f 1445,- per maand verdienen.
Er kwam zoveel positieve, ja bijna warme aandacht voor racisten dat anti-racisten in het
defensief werden gedreven en mensen die door racisten daadwerkelijk bedreigd werden
helemaal uit het gezicht verdwenen.
Dat de centrumpartij, wiens aantrekkingskracht zoveel begrip opbracht, een racistiese partij
was, en dat racisme bij de wet verboden is leek wel uit het bewustzijn van iedereen
verdwenen. Elsbeth Etty pleitte nog maar eens voor een verbod van de centrumpartij, in de
Volkskrant en op de televisie; Lucy Kok had er al op aangedrongen in de Vrouwenkrant,
maar het leek wel of iedereen dacht dat z-hij helemaal persoonlijk tot een afgewogen oordeel
daarover moest komen, waarbij de ‘vrijheid van meningsuiting’ als corpo-demokraties
kleinood gekoesterd werd en er zelfs regelmatig geopperd werd dat mensen die racistiese
partijen willen verbieden zelf een beetje fascisties bezig zijn.
December 1983 startten Bonte Was, Vrouwenkrant en Vrouwenvakbond een
advertentiekampanje om de overheid eraan te herinneren dat hij gebonden was aan een
verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van diskriminatie op grond van huidskleur,
afkomst en nationale of etniese afstamming. Die advertenties dienden ook om iedereen die
persoonlijk aan het wikken en wegen was over óf je wel iets mag verbieden, via de
verdragstekst enige helderheid te verschaffen; en verder om al die mensen die in het
defensief gedrongen waren op te roepen zich met naam en toenaam achter de eis aan de
overheid om tot een verbod van de centrumpartij over te gaan te scharen.
De advertentie verscheen in de periode december 1983 tot september 1984 in 13 - meest
landelijke - kranten; zo’n 5000 mensen gaven zich op als ondertekenaarster. Met behulp van
50.000 pamfletten kon ieder die dat wilde de ‘omgeving’ uit het defensief proberen te krijgen.
In de ‘officiële’ politiek gingen gelukkig steeds meer stemmen op voor een verbod en via
kamervragen over ‘de nota de Bruyn’, een interne fascistiese diskussienota voor de
centrumpartij, gaf Korthals Altes het Openbaar Ministerie eindelijk opdracht tot een
Previous page Top Next page