Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 7 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7  

3
Aristoteles namelijk aanzienlijk verschoven, net zoals de mate van de ongelijkheid: de
verschillen in macht, comfort en inkomen.
Blikvernauwing
Zo komen we dan op de reden voor overheidsactiviteiten ter bevordering van de gelijkheid
en rechtstheoretische verhandelingen dienaangaande. Het is niet dat
rechtvaardigheidscriteria willekeurig zijn en zeer veel studie en overpeinzingen vergen, maar
dat de onrechtvaardigheden van de moderne samenleving zo duidelijk en schrijnend zijn, dat
men de ogen wel moet dichtknijpen om ze niet te zien.
Eén van de bekende gevolgen van deze blikvernauwing is dat men niet verder kijkt dan de
nationale grenzen. Zo ook Sloot: als een belangrijk verschil met de V.S. ziet hij dat ‘de leden
van minderheidsgroepen hier voor het grootste deel vrijwillig en eigener beweging naar toe
(zijn) gekomen met het vooruitzicht, of in ieder geval de hoop, in economisch opzicht
vooruitgang te boeken. (-) Van slavernij in de historische betekenis zoals dat bij de
Amerikaanse zwarten het geval was, is ondanks de soms gevoelde dwang geen
sprake’(pag. 162). Nog afgezien van het feit dat hier de Nederlandse koloniën even zijn
vergeten, en dat in Suriname en op de Antillen wel degelijk ook van slavernij ‘in de
historische betekenis’ sprake was, wordt in deze visie – die wel zeer dichtbij ‘die
buitenlanders komen hier om van onze sociale uitkeringen te profiteren’ ligt – buiten
beschouwing gelaten dat de welvaart in een land als Nederland berust op een politiek-
economisch proces waarin zelfstandige producenten – met name de vrouwen onder hen –
worden onteigende en vervolgens tegen sub-minimale lonen in de (huis)industrie aan het
werk gezet.
7
Sloot vergeet dus te vermelden dat er aan het eventuele economisch voordeel
iets is voorafgegaan dat weliswaar niet door alle officiële ingezetenen van de rijke landen
gepland of zelfs maar gewild is, maar waarvan zij wel allen profiteren.
Het ergste leed
Zo verdwijnt het historisch en dagelijks onrecht dat vrouwen en mannen uit racistisch
gedicrimineerde groepen wordt aangedaan al aardig uit het zicht. Voor de vrouwen in het
algemeen is een vergelijking met de afstammelingen van de slaven in de V.S. ook
interessant: zij blijken heel wat minder claims op compensatie van onrechtvaardigheid te
kennen. Sloot noemt drie argumenten, die kennelijk evident zijn:
‘1: Het lijden van zwarten was veel groter dan dat van blanke vrouwen in zowel
psychologisch als fysiek opzicht; zwarte vrouwen hebben meer geleden vanwege hun
huidskleur dan vanwege hun sexe.
2: Vrouwen missen de collectieve geschiedenis als een groep die in het verleden elders
vrijheid en een zelfstandige cultuur heeft gekend.
3: Het bewustzijn van en het verzet tegen onderdrukking is bij zwarten altijd veel sterker
geweest dan bij vrouwen.’(pag. 169)
Nu is de discussie over wie het ergste lijdt altijd uitzichtloos – het kost bijvoorbeeld niet de
minste moeite te argumenteren dat bevoorrechte, verwende mensen het ergste lijden als hun
iets onaangenaams overkomt. Ook de mate van verzet tegen onrechtvaardigheid is geen
maatstaf voor de mate van onrechtvaardigheid: mensen kunnen murw en moedeloos
gemaakt worden. Ook hier is sprake van borreltafelpraat in een wetenschappelijk jasje –
denk aan al die vrouwen, die heerlijk de hele dag op de tennisbaan zitten. De verhouding
tussen racisme en seksisme is op deze manier niet te analyseren; vooral niet omdat er, zoals
de schrijfsters over de positie van racistisch gediscrimineerde vrouwen steeds hebben
betoogd, tussen beide een verband bestaat.
8
Het over één kam scheren van racisme en seksisme, dat Sloot tot deze leedafweging heeft
verleid, is op zichzelf wèl door de vrouwenbeweging in zwang gebracht. Tijdens de eerste
                                                
7
Zie voor een beknopte weergave van dit proces recentelijk nog Maartje van Putten, De Groene Amsterdammer, 14 februari
1987
8
Zie voor enkele voorbeelden van deze analyse S. Firestone, The Dialectic of Sex: The case for feminist revolution, Bantam
1970/1; A. Davis, Women, race and class, The Woman’s Press, 1981; J.Jones, Labour of Love, Labour of Sorrow, Black
women, work and the family, From slavery to the present, Vintage Books, 1986
Previous page Top Next page