Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 4 
Next page End 1 2 3 4  

3
te maken hebben. Wat helpt het als de oorzaken van die ontoerekeningsvatbaarheid nu
kultureel blijken te zijn? Al haar bewijsmateriaal is afkomstig van getuigenissen van
bourgeoisvrouwen uit deze eeuw of, erger nog, van hun psychiaters: en die trekken het net
steeds verder dicht.
Dit bewijsmateriaal is niet belangeloos. De psychiaters beschuldigen, de dames
verontschuldigen: allen rechtvaardigen de bestaande toestand. En dat is ten dele wat De
Beauvoir ook zou willen. Ze zegt het zelf: ‘immanentie is voor iedereen een verleiding.’ Ze
gedraagt zich tegenover Algren als een kip zonder kop, als een kuiken aan het draadje dat
Sartre aan de andere kant van de wereld vasthoudt, geheel gestuurd door van buiten
komende krachten. Hoe gemakkelijk zou het zijn als de biologiese noodzaak inderdaad
buiten haar verantwoordelijkheid zou vallen!
Maar ze heeft de strijd niet opgegeven. Het gedrag van vrouwen moet in menselijke termen
te analyseren zijn. Inderdaad, hier en daar vindt ze keuzes, zoals bij de lesbiese vrouw, of
tenminste kunstwerken van negativiteit, die als een soort transcendentie opgevat zouden
kunnen worden. En anders blijft de mogelijkheid tot revolutie nog, waarna ‘het bos tegelijk
geplant’ zou kunnen worden.
Dat het boek zo’n opschudding heeft veroorzaakt is niet gekomen door die verwijzing naar
de socialistiese revolutie. De woede betrof haar eigen verwerping van alle bekende vormen
van vrouwelijk gedrag. Vrouwelijkheid is niets moois, het is niet eens iets slechts (dat is het
verschil tussen De Beauvoir en de klassieken en kerkvaders), het is iets negatiefs, minder
dan niets. Dat is in een tijd, waarin vrouwen gewone burgers zijn die toevallig op grond van
een andere natuur andere verplichtingen hebben dan mannen, gelijk maar anders, het ergste
wat je kunt zeggen. Daarom beschouwden de radikale feministen van rond 1970 De
Beauvoir als voorgangster: niemand hoefde de vrouwelijkheid meer te verwerpen. Dat had zij
al gedaan. Ook Firestone dacht De Beauvoirs biologies uitgangspunt gewoon te kunnen
overnemen: we zouden niet alleen de geschiedenis, maar ook de biologie gaan overwinnen.
Dat er maar twee bladzijden in De tweede sekse staan (aan het slot van deel V) waarin
vrouwen als subjekten worden opgevat, waarin middenklassemannen door de ogen van
vrouwen worden gezien als niet vrij of transcendent maar als abstrakt, leeg en burokraties en
huisvrouwen daartegenover op hun beperkte terrein als werkelijk bekwaam en konkreet, leek
in de radikale tijd niet ernstig. Dat zoveel vrouwen tot de beweging toestroomden was bewijs
genoeg van hun subjektiviteit. Geheel uit zichzelf hadden ze hun mannen (voor een avond)
in de steek gelaten en hun solidariteit met vrouwen gesteld, om aller vrijheid in
gemeenschappelijke projekten te realiseren. Het was alsof De Moraal alsnog tot leven kwam,
alsof De Beweging een projekt was dat De Beauvoir had opgezet.
De Beauvoir zelf kritiseerde het idealisme van De tweede sekse. Er moest een materiële
basis onder worden geschoven - al zou het betoog dat tenslotte over mannelijke ideologieën
(‘bovenbouw’) ging daardoor niet veranderen. Ze was in 1972 zelfs van plan dit grote werk,
het samenvoegen van de theorieën over vrouwen met die over klassen, zelf te verrichten.
Daarvan is, zoals bekend, niets gekomen; ook haar opvolgsters hebben veel werk verricht
over huisvrouwenarbeid en matrilineaire verwantschapssystemen, Free Trade zones en
mannenorganisaties, zonder dat grote doel, de eenwording van socialisme en feminisme te
bereiken. Er is geen linkse vrouwenbeweging gekomen en het socialisme is na inkapseling
van het feminisme uit de mode geraakt.
Zo zijn de radikalen dan weer terug in de jaren vijftig, bij Sartre en De Beauvoir. In
partijpolitiek hebben ze nooit geloofd. Het individualisties anarchisme, dat zij in hun jeugd
aanhingen en waarvan Sartre zich, tot schade aan zijn gezondheid, steeds maar weer
probeerde te bevrijden, is weer helemaal modern geworden. Net zoals de moderne
progressief beleefde De Beauvoir zich als het middelpunt van de wereld, als een
mikrokosmos waarin van alles moet worden ontplooid. Het verschil is alleen dat zij de wereld
zo belangwekkend vond en dat ze het zo vanzelfsprekend vond dat ze zich daarin een plaats
zou veroveren.
Ze heeft dat niet in haar eentje gedaan en niet samen met andere vrouwen. Ze heeft zich er
bij neergelegd dat ze het handelende, aktieve, politieke optreden in die wereld beter met, via,
of na Sartre kon doen. Dat haar zelfstandig werk dan neerkwam op zelfbespiegeling op hoog
Previous page Top Next page