1
Zusterschap
en daarna
tekst: De Bonte Was en Vrouwenkrant
Pauline Harmsen: hoofdstuk 1, 2 en 3
Frederike van Leeuwen: hoofdstuk 3
Marijke Ekelschot: hoofdstuk 2, 4 en eindredaktie
Anneke van Baalen: hoofdstuk 4, bloemlezing en eindredaktie
Marieke Griffijn: bloemlezing
Pauline Vos: namenlijst
© copyright Vrouwenkrantteksten en –tekeningen: Vrouwenkrant, Amsterdam 1982
©
copyright
tekst: feministiese uitgeverij De Bonte Was, Amsterdam 1982
isbn
9070268175
2
INLEIDING
Wie wil weten wat de radikale vrouwenbeweging in Nederland bezielde en be-
zielt, kan afgaan op de 'normale' kranten en tijdschriften óf afgaan op de publi-
katies van de radikale vrouwenbeweging zelf.
In het eerste geval zal zij ervan doordrongen raken dat radikaal-feministen dom-
me, schreeuwerige types zijn wier hoofdbezigheid het is om mannen te haten,
onzin uit te slaan en alles wat leuk en mooi is in het leven aan vrouwen te verbie-
den.
In het tweede geval komt zij terecht in een wirwar van vrouwen kranten , vrou-
wenhuisbulletins, boekjes en boeken - in 'ervaringen', meningen, akties, feiten,
analyses, manifesten, interviews.
De oudste van al die publikaties is de Vrouwenkrant, die in februari 1972 in Am-
sterdam begon te verschijnen - en die dus in 1982 tien jaargangen achter de
rug heeft.
Dat leek ons een goede aanleiding om de mooiste stukken uit al die kranten
eens te herdrukken, voor wie ze gemist had. Maar het leek ons ook nodig om te
vertellen wat er niet in die kranten stond, dingen die toen vanzelfsprekend waren
of juist te persoonlijk, of pijnlijk en akelig. We hebben dus maar een tipje van de
sluier van de traditionele anonimiteit opgelicht. Uit alle perioden van de Vrou-
wenkrant zijn vrouwen geinterviewd over waarom ze dat blad maakten en hoe;
hun verhalen zijn aangevuld met wat er in Vrouwenhuis en vrouwenbeweging
gebeurde, geput uit de eigen herinnering van de vrouwen die dit boek schreven.
Er valt dus van alles te lezen over: de ontdekkingen van de eerste praatgroep-
vrouwen, een strijkplank als vergaarplaats voor de eerste kranten, ruzies met
Paarse September, homo-hetero-diskussies, muizen in de voorraadkamer, de
ontvreemding van een oplage, de tirannie van de struktuurloosheid, Feminist,
het lege Vrouwenhuis, onbetaald geploeter, gedwongen homoseksualiteit in de
redaktie, pluriformiteit en politieke doorbraken - tegenover een bloemlezing
van teksten en tekeningen¹.
Uit dit alles blijkt dat de radikaal-feminist niet bestaat en ook nooit bestaan heeft.
Zij is een bedenksel van de mannen media. Een soort radikaal-feministiese be-
weging daarentegen bestond er wel en bestaat zelfs nog. Zusterschap was en is
niet uitsluitend ruzie. Over één ding zijn alle vrouwen die ooit aan de Vrouwen-
krant gewerkt hebben, het altijd eens geweest: de vrouwenbeweging moet het
leven van alle vrouwen verbeteren.
Ozo!
                                               
1
Nota Bene: de bloemlezing van teksten en tekeningen is in vier aparte pdf's op de site
3
Inhoud
2
Inleiding ... 4
Grote verwachtingen ... 5
Beleid bevrijdt ... 27
Onzekerheden en identiteiten ... 45
Menens ... 61
Krantenlijst van alle verschenen kranten ... 84  
Namenlijst van alle medewerksters ... 86
                                               
2
Nota Bene: de bloemlezing van teksten en tekeningen is in vier aparte pdf's op de site
4
INLEIDING
Wie wil weten wat de radikale vrouwenbeweging in Nederland bezielde en be-
zielt, kan afgaan op de 'normale' kranten en tijdschriften óf afgaan op de publi-
katies van de radikale vrouwenbeweging zelf.
In het eerste geval zal zij ervan doordrongen raken dat radikaal-feministen dom-
me, schreeuwerige types zijn wier hoofdbezigheid het is om mannen te haten,
onzin uit te slaan en alles wat leuk en mooi is in het leven aan vrouwen te verbie-
den.
In het tweede geval komt zij terecht in een wirwar van vrouwen kranten , vrou-
wenhuisbulletins, boekjes en boeken - in 'ervaringen', meningen, akties, feiten,
analyses, manifesten, interviews.
De oudste van al die publikaties is de Vrouwenkrant, die in februari 1972 in Am-
sterdam begon te verschijnen - en die dus in 1982 tien jaargangen achter de
rug heeft.
Dat leek ons een goede aanleiding om de mooiste stukken uit al die kranten
eens te herdrukken, voor wie ze gemist had. Maar het leek ons ook nodig om te
vertellen wat er niet in die kranten stond, dingen die toen vanzelfsprekend waren
of juist te persoonlijk, of pijnlijk en akelig. We hebben dus maar een tipje van de
sluier van de traditionele anonimiteit opgelicht. Uit alle perioden van de Vrou-
wenkrant zijn vrouwen geinterviewd over waarom ze dat blad maakten en hoe;
hun verhalen zijn aangevuld met wat er in Vrouwenhuis en vrouwenbeweging
gebeurde, geput uit de eigen herinnering van de vrouwen die dit boek schreven.
Er valt dus van alles te lezen over: de ontdekkingen van de eerste praatgroep-
vrouwen, een strijkplank als vergaarplaats voor de eerste kranten, ruzies met
Paarse September, homo-hetero-diskussies, muizen in de voorraadkamer, de
ontvreemding van een oplage, de tirannie van de struktuurloosheid, Feminist,
het lege Vrouwenhuis, onbetaald geploeter, gedwongen homoseksualiteit in de
redaktie, pluriformiteit en politieke doorbraken - tegenover een bloemlezing
van teksten en tekeningen.
Uit dit alles blijkt dat de radikaal-feminist niet bestaat en ook nooit bestaan heeft.
Zij is een bedenksel van de mannen media. Een soort radikaal-feministiese be-
weging daarentegen bestond er wel en bestaat zelfs nog. Zusterschap was en is
niet uitsluitend ruzie. Over één ding zijn alle vrouwen die ooit aan de Vrouwen-
krant gewerkt hebben, het altijd eens geweest: de vrouwenbeweging moet het
leven van alle vrouwen verbeteren.
Ozo!
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
5
GROTE VERWACHTINGEN
Tien jaar Vrouwenkrant. Dat zijn tachtig kranten van twintig bladzijden of meer,
waar minstens tien vrouwen per keer aan gewerkt hebben, allemaal onbetaald en
in hun vrije tijd. Dat zijn zeker vijfhonderd vergaderingen geweest, minstens hon-
derd dagen van stencillen en rapen in de begintijd en daarna nog 'ns tientallen
layout-weken. Duizenden werkuren, duizenden lezeressen. Vrouwen die voor het
eerst hebben Ieren formuleren wat hen dwars zat, stukken leerden schrijven over
hoe vrouwenonderdrukking in elkaar zat en hoe het anders moest. Vrouwen die
voor het eerst over feminisme gingen lezen, die op de hoogte bleven van wat er
in de vrouwenbeweging gaande was, die sommige stukjes veel te radikaal von-
den en andere te vaag.
Tachtig Vrouwenkranten. Het is een hele klus om ze allemaal te achterhalen. Na-
tuurlijk, er liggen keurig geordende oranje, groene, rooie en blauwe stapeltjes op
de pas getimmerde schappen van de Vrouwenkrantruimte. Terug tot nummer 31
is het geen probleem om ze te vinden, maar dan is het nog maar maart 1977 en
zijn we nog maar halverwege. Dan een speurtocht door het Vrouwenhuis, een
vochtige kast levert weer een aantal exemplaren op, we zijn al bij 1976. Naar bo-
ven, de trap op - een blik in het ouwe, verlaten redaktielokaaltje met de klappe-
rende ramen en de neonbuis die naar beneden zakt omdat het plafond zo verrot.
Weer drie nummers en een hele stapel voorkanten van nummer 17. April/mei
1975 staat er op, prijs één gulden, maar waar je die voor moest betalen is nog
steeds zoek. Dan naar zolder - daar werd vroeger gestencild op zondagmiddag
en ja, helemaal achteraan in een donkere hoek liggen allemaal losse blaadjes,
waar na lang heen en weer geschuif weer een aantal komplete nummers uit ge-
komponeerd kunnen worden. 1974 inmiddels. Maar de eerste praatgroepen be-
gonnen al in 1971 en dáár is het allemaal mee begonnen. Wie waren daarbij? De
ontbrekende 15 nummers worden met moeite bijeengesprokkeld. Kopieën ma-
ken, archief aanleggen, het is toch kostbaar materiaal. En dan blijkt dat het Inter-
nationaal Archief voor de Vrouwenbeweging - natuurlijk - álle nummers heeft.
Dus zijn er nu in ieder geval twee volledige stapels.
Zelf werk ik nu ruim drie jaar bij de Vrouwenkrant, die maandelijks (althans
meestal) verschijnt. Gewend aan redaktievergaderingen, kopijmappen, layoutvel-
len, een abonnementenbestand met ruim 2000 kaartjes, creditnota's en BTW,
persberichten en relatiegeschenken van de drukker rond de jaarwisseling. En
voor me ligt het allereerste nummer. Met de hand gestencild; voor 35 centen. 'Als
er maar een gat in zit', staat er op de voorkant en daaronder 'Vrouwenkrant Am-
sterdam, januari 1972'. Het was voor het eerst in Nederland dat vrouwen in praat-
groepen bij elkaar gingen zitten en dit is de krant waarin vrouwen voor het eerst
vertelden wat ze daar allemaal ontdekten. Dat een heleboel problemen van vrou-
wen niet individueel zijn, maar gemeenschappelijk. Dat in deze maatschappij
vrouwen de rol van sekssymbool, kinderfokster, huissloof hebben. Dat vrouwen
als groep onderdrukt worden. Dat dat zeker met het kapitalistiese systeem te maken
heeft, maar dat het vechten voor een andere maatschappij niet automaties in-
houdt dat de positie van vrouwen verandert. En dat (dus) de strijd tegen vrouwen-
onderdrukking samen met vrouwen gevoerd moet worden. Dat laatste is volko-
men nieuw, en daardoor een belangrijke 'koerswijziging' van de tweede femini-
stiese golf. Want het was allemaal al eerder begonnen - Joke Smit had haar arti- .
kel in 'De Gids' geschreven, Man Vrouw Maatschappij (MVM) was opgericht en
Dolle Mina had al wat ludieke akties achter zich. Veel vrouwen in de praatgroe-
penbeweging waren juist afkomstig uit deze (en andere, linkse) gemengde groe-
pen. Ze waren er uitgestapt omdat de mannen de boventoon voerden en vrou-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
6
wen goed waren voor de verzorgende werkjes. Wie kent niet de verhalen van de
Maagdenhuisbezetting, waar de mannen het woord voerden en de vrouwen de
broodjes mochten smeren en de stencils tikken? Over deze periode, het eruit
stappen, niet langer met mannen samen willen werken en het begin van de radi-
kale vrouwenbeweging hebben we met Rita Hendriks gepraat. Haar naam stond
vrij vaak voorin de eerste acht Vrouwenkranten, zij kwam bij de praatgroepenbe-
weging via Dolle Mina.
Rita Hendriks: "Eigenlijk zit daarvoor nog de SJ-tijd (socialistiese jeugd), want
vanuit de SJ ben ik met Dolle Mina begonnen. Echt toentertijd met het idee
"vrouwen zijn nog niet georganiseerd", echt een links idee, "daar ligt een groep
mensen waar we wat mee kunnen doen". Pas heel langzaam drong bij ons in
Dolle Mina het bewustzijn door dat we verkeerd bezig waren, dat we een aftrek-
sel waren van andere linkse groepen, maar dan met een vrouwenvaandel wat
niet zoveel inhield. Met een paar vrouwen hebben we toen binnen Dolle Mina een
groepje gevormd. Dat zijn later een beetje de dissidenten geworden, en daarmee
zijn we toen een praatgroep begonnen. Het was vanuit Dolle Mina de eerste,
maar in MVM was ook een vrouwenpraatgroep ontstaan en later bleek er in de
stad nóg een te zijn, die was via vriendinnen op een andere manier begonnen,
via de sociale akademie. We hadden dus inmiddels wel kontakt met vrouwen die
ook bezig waren. Ik herinner me uit die tijd die week vakantie, met Hillie Molenaar
(die zat bij mij in de praatgroep) en Anneke van Baalen (die kwam uit MVM). We
zijn toen naar het eerste vrouwenkamp op het Deense eiland Femø geweest. Nou
heb ik me af zitten vragen welk jaar dat nou was - als de eerste Vrouwenkrant in
1972 kwam, dan moet dat in '71 geweest zijn - maar goed, op Femø moesten we
op een gegeven moment vertellen hoe het in Nederland stond. We vertelden zo'n
beetje van wat een zieke boel het allemaal was geworden en iedereen zat daar zo
heel trouw te luisteren en na afloop zeiden ze: "Waarom gaan jullie er niet uit?
Waarom maken jullie niet een eigen beweging?" Voor ons was dat iets heel
nieuws, maar we dachten wel "Waarom ook eigenlijk niet?" Toen zijn we in Dolle
Mina door het schrijven van een stuk met de hele praatgroep en nog meerdere
vrouwen eruit gegaan. En toen stonden we in niemandsland, wat moest je hè?
We hebben toen toch geprobeerd meer praatgroepen op te zetten en dat is toen
gegaan via die open avonden (in de Zocherstraat). Maar ook via briefjes bij AI-
bert Heijn, dat deden ze toch echt, of in een kresj of wat dan ook. "Vrouwen ge-
zocht voor praatgroepen", dat hing daar gewoon en dat liep. Het bleek zo waan-
zinnig te lopen dat het volgende punt werd "hoe hou je ze bij elkaar". Hoe doe je
dat, zonder dat je weer zo heel geïndoktrineerd doet van een beweging met een
voorzitter en dat soort dingen. We zijn toen begonnen met de maandelijkse
bijeenkomsten van (bestaande) praatgroepen en daar is het idee van het vrou-
wenkongres in Loosduinen uit voortgekomen en dus ook de Vrouwenkrant. Nou
duurde die krant wel even want in Dolle Mina hadden we ons alsmaar moeten
verdedigen, dus in het begin had je echt zo'n houding van, het gaat niemand een
pest aan, wie geïnteresseerd is die komt maar, we gaan ons niet meer verdedi-
gen. Maar toen het op een gegeven moment liep, dachten we, ja maar de men-
sen moeten toch weten hoe of wat, we moeten iets vertellen, je kan toch niet al-
leen in je vriendenkring blijven zitten. Toen hebben wij met onze praatgroep dat
eerste krantje gemaakt, in januari '72. Nou heb ik die opgestuurd gekregen want
ik ben tussendoor een jaar naar Zuid Amerika geweest, al heb ik dat wel verkort
omdat ik ontzettende heimwee had naar wat hier allemaal gebeurde. Van die eer-
ste krant vind ik het zo leuk dat het die naam heeft gekregen "Als er maar een gat
in zit". Dat was de naam die we eigenlijk voor Dolle Mina hadden verzonnen,
maar die toen afgekeurd is. Waarom die naam niet gebleven is weet ik niet, want
de tweede krant, in juni, daar ben ik ook niet bij geweest. Dat was net in de tijd dat ik
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
7
terug kwam, en dat waren toen ineens allemaal andere vrouwen. Ik had echt zo'n
ontheemd gevoel van jeetje, die zijn er zomaar allemaal bijgekomen en die ken ik
niet eens en ze hebben zómaar een krànt gemaakt! Je had echt met al die din-
gen, ik móet er bij zijn! De manier waarop je met vrouwen was gaan praten en
dingen ging ontdekken, bepaalde ook de vorm die je aan de beweging wilde ge-
ven. Je was allergies geworden voor de struktuur van een groep die bepaalt wat
jij vindt. Met stemmingen van voor of tegen zonder duidelijk te praten over het
'waarom'. Er werd in die groepen waar toen nog mannen en vrouwen in zaten,
heel veel over vrouwen heen geramd. Omdat die die manier niet hadden van je
stem hard maken en doordouwen. Je hebt heel gauw als je onmachtig wordt, dat
je begint te janken of een geknepen stem krijgt. Echt maar doorgaan, wat de
meeste jongens dus wel leerden in die groepen, dat kende je niet, dus daar wa-
ren we ontzettend allergies voor. En ook voor die hele struktuur met een voorzit-
ter of een koördinator of hoe je 't ook noemt, want dan krijg je dat de macht en
de kennis daarbij komt te liggen. In de praatgroepenbeweging gingen we toen
helemaal met de billen bloot, omdat vrouwen gewoon een heleboel niet konden,
niet wisten. En hoe kom je daar achter? Door het te doen! Dus we vonden dat al-
les wat gebeurde niet vast moet zitten aan één of twee vrouwen. Dat moest gaan
roeleren. Iedereen leert stencillen, iedereen leert voorzitten, iedereen leert notu-
leren, leert de boel samen te vatten, iedereen leert ergens op af te stappen, te
bellen, te organiseren enz. Iedere keer weer opnieuw kwam het ter diskussie. Het
is ook echt het idee dat we allemaal iets te vertellen hebben, we hebben allemaal
wat in ons en gebundeld maken we die kracht, die macht. Want wat heet macht
hè. Dat zijn mensen met leidinggevende funkties en dat is wat de maatschappij
waardeert. Je krijgt het heel vaak als je op het terrein komt van woordvoerders.
Die hadden wij dus niet. Een vrouw van de beweging, een vrouw van de praat-
groep, en als de volgende krant dan op dezelfde afkwam dan zeiden we weer,
nee, verspreiden, de volgende is aan de beurt, vertel jij nu maar eens hoe het
moet. Met de Vrouwenkrant ging het precies hetzelfde."
Demokraties, niet hiërarchies, geen vaste organisatiestruktuur, zo moest de radi-
kale vrouwenbeweging en dus ook haar krant er uit zien. Het was nieuw allemaal
en dus ook niet makkelijk. Een aantal van de problemen die dat opleverde zijn te-
rug te vinden in de Vrouwenkranten van dat eerste jaar. Een praatgroep die niet
goed draaide omdat steeds dezelfde vrouwen praatten of zwegen; een vrouw die
de groep domineerde; verschillen in kennis of inbreng. In het tweede nummer
(juni '72), in een verslag van een Algemene Praatgroepen bijeenkomst: "Tot nu
toe slaagden alleen heel enkele (zeer nieuwsgierige en misschien wel machts-
wellustige) vrouwen er in een overzicht over de bestaande praatgroepen te krij-
gen; wat om vele redenen, van ideologiese en praktiese aard, geen situatie is.
Het leek daarom het beste een lijst te maken met alle namen van alle vrouwen uit
alle praatgroepen, zodat iedereen het initiatief kan nemen tot wat dan ook. Het
idee van kontaktpersonen werd verworpen: iedereen is even verantwoordelijk
voor de groep, laat iedereen dus ook maar aangeschreven/gesproken kunnen
worden, resp. schuldgevoel hebben als ze iets heeft vergeten door te geven."
In een later nummer staan vertaalde artikelen van Jo Freeman, waarin beschreven
wordt hoe in ongestruktureerde, niet hiërarchiese groepen wel degelijk machts-
verhoudingen spelen door verschillen in kennis of inbreng of bepaalde (populai-
re) eigenschappen, maar dat dat verdoezeld wordt door de
'tirannie van de
struktuurloosheid'. Waarna een vrouw zich vertwijfeld afvraagt 'ben ik elitair?',
omdat zij, gewoon door het feit dat ze meer verantwoordelijkheidsgevoel en inzet
heeft dan sommige andere vrouwen, meer informatie heeft en er dus ook beter
over kan praten. En is dat dan slecht? Steeds werden er weer oplossingen bedacht,
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
8
afspraken gemaakt, een soort 'spelregels' geformuleerd om niet star en hiërar-
chies te worden en kennis en macht te blijven spreiden.
Voor de Vrouwenkrant gold dat ook. Er werd eindeloos gepraat over 'intern of
extern, ideologies of bulletinnerig, vaste redaktie of roelerend tussen groepen,
verschijnend op geregelde tijden (kompleet met "doodlijnen") of zomaar als er
genoeg kopij bij iemand ligt', en vooral: moesten de stukken ondertekend wor-
den of niet? Als alles wat er gebeurde moest roeleren, zoals Rita vertelde, dan
natuurlijk de Vrouwenkrant ook. Om de beurt ergens over schrijven. Als je kennis
en macht en dus ook waardering wilde spreiden, als je vond dat vrouwenproble-
men gemeenschappelijk waren, als je vond dat het niet uit moest maken wie het zei,
maar dat het er om ging dat het gezegd werd, dan hoefde je de stukken ook niet
te ondertekenen. Voor mij - behorende tot de 2e generatie van de 2e golf, en
'opgegroeid' met het instituut Vrouwenkrant - was het èn verademend en ook
verbazingwekkend te ontdekken dat er toen helemaal geen vaste redaktie was en
geen vaste ruimte en geen deadline. En vooral dat alle diskussiepunten en de af-
spraken die daaruit voortvloeiden, direkt verbonden waren met de beweging van
toen en hoe iedereen wilde dat het er uit zou zien. Een groot aantal principes -
de anonimiteit, het 'iedereen moest alles doen' - zijn al die jaren van de Vrou-
wenkrant gehanteerd gebleven. Soms klampten we ons er aan vast, terwijl we het
waarom van sommige 'regels' nauwelijks meer begrepen, ook omdat de samen-
hang met de beweging zoals die er in het begin was, veranderde, zoekraakte
soms en we die juist zo graag wilden behouden.
Een wisselende groep vrouwen werkte dus onregelmatig aan de Vrouwenkrant.
Rita: "Toch hield je altijd wel een paar vrouwen over die al met de vorige krant
hadden meegedaan. Vooral dat eerste jaar is er een lijn van vrouwen die erbij
waren en waar dan weer anderen bijkwamen. Wie dat waren? Nou, Mariken
Troostheide is wel een draad die er doorheenloopt, en Marian Sax en Marian van
Keuk ook wel en Marian Nieuwenhuis, ach het wisselde nogal. Akke van der
Meer heeft ook nog een tijdje meegedaan en Willemien Ruigrok en Anja Meulen-
belt, die tekende. Verder allemaal losvast. Het was niet zo dat je een stuk schreef
en er verder niets mee te maken had. Als je wat instuurde maakte je de krant ook
verder mee. En dan werd er ook over gepraat en soms ook wel wat veranderd en
verder was het tikken, stencillen en rapen, tot de krant af was. We hebben altijd
her en der gestencild. Veel op het COC en ook bij Marijke Wütrich in de buurt, bij
de PvdA of zoiets. En rapen, dat gebeurde op een strijkplank bij Elfried Duburg.
Op de één of andere manier was er altijd voor alles wel een oplossing. Er werd
altijd wel een auto gevonden, altijd wel een stencilapparaat, er kwam altijd wel
geld bij elkaar enz. Hoe we dat met geld deden weet ik eigenlijk helemaal niet
meer. We zamelden in op grote vergaderingen, ja en op een gegeven moment
was er dan wel een potje. Ik weet wel dat we de boel altijd zaten te berekenen, of
er nog een dubbeltje af kon, en dat je dan Atheneum een uitbuiter vond omdat ze
een dubbeltje of 15 cent per krant moesten hebben. En dat je dan ook nog ging
leuren of je het ergens anders voor minder neer kon leggen, of voor niks."
De krant moest goedkoop zijn, nog zo'n grondregel die al die jaren behouden is.
Alle vrouwen moesten er een kunnen kopen - de krant moest dus ook voor ie-
dereen leesbaar zijn. Ik weet wel dat er tot voor kort talloze diskussies geweest
zijn binnen de redaktie over de leesbaarheid, in de vorm van 'voor wie schrijven
we eigenlijk', 'welke vrouwen willen we bereiken', alsof sommige vrouwen analfa-
beties zouden zijn of nog niet toe aan het lezen over vrouwenonderdrukking, en
anderen dat stadium al achter de rug zouden hebben. Maar het zo formuleren als
Rita: 'Wij hadden toen echt het gevoel van duizenden en duizenden vrouwen zit-
ten hierop te wachten en we moeten ze alleen maar helpen door te laten zien
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
9
waar het gebeurt, wat het is en hoe het eruit ziet, zodat ze weten "ik ben niet
gek"', zouden we nu niet meer kunnen. Het was een andere tijd. 
Rita: 'De vrouwenkrant was echt een neerslag van wat er gebeurde. De stukken
kwamen van vrouwen die bezig waren. We wilden zichtbaar maken wát nu die 
bewustwording was. Er waren wel geschriften uit Amerika of zo, maar in Neder-
land bestond er nog helemaal niets. Geen boek of wat dan ook, niks was vertaald.
Ik weet nog wel, bij boekhandel van Gennep, daar werkte Ciska, die zat ook in
een praatgroep, en die kreeg met een waanzinnig gevecht, een plankje in de kelder, 
met zó'n (wijst 10 cm. aan) rijtje vrouwenboeken. En daar maakte ze het gezellig, ze
zette er een stoel en een tafeltje en wel 'ns koffie. Dus daar begon zo langzamer-
hand iets te komen, dat plankje breidde uit en dat werd op een gegeven moment,
dat duurde wel een poosje, een gedeelte in de boekhandel met vrouwenlitera-
tuur. Dus wat voor boeken je kon lezen en waar je ze kon krijgen, dat kwam ook
in de krant. En ook platen, met vrouwenmuziek, Dory Previn was toen net ont-
dekt. Eigenlijk alles wat nieuw was voor vrouwen of onontgonnen terrein. We
werden ons van zoveel dingen bewust. Ook al die kleine klusjes, waar je altijd
mannen voor vroeg. Bandplakken, kraan repareren, elektriciteit enzovoorts, en
iedereen die dan denkt als ze dat leest "Ja natuurlijk, dat kan ik zelf ook". Het
was echt het opvijzelen van je bewustzijn, je zelfbewustzijn. Maar waar het vooral
op neerkwam, het belangrijkste in de krant waren de eigen verhalen, van wat er
op het kongres en in de praatgroepen gebeurde."
De vrouwen uit de praatgroepen beschreven voor het eerst hun ongenoegen en
brachten in kaart waar die onderdrukking zich allemaal in manifesteerde: in hun
hele leven. Het ging over moederschap, huisvrouwschap, huwelijk, seksualiteit,
werk, afhankelijkheid, uiterlijk, macht/onmacht, geweld. De bewustwording, het
voor het eerst hardop mogen zeggen - dat je altijd al gedacht had dat je eigen
leven opgehouden was toen je trouwde, - dat je je kinderen soms wel het raam
uit kon kieperen, - dat je koken helemaal niet kreatief vond en jurken zo onhan-
dig, - dat je je vernederd voelde als er gefloten werd op straat, - dat je helemaal
nèrgens meer was als je man bij z'n vriendin zat - en dat je jezelf lelijk vond of
een trut en dat wàt je ook deed het toch nooit goed was en dat er voor het eerst
ànderen - vrouwen notabene - waren, die dat niet vonden. Dat staat allemaal in
die eerste acht Vrouwenkranten en ik stond perplex toen ik ze las. Met name het
kongresnummer, dat in oktober 1972 gemaakt werd als diskussiemateriaal voor
het eerste vrouwenkongres in Loosduinen en dat maar liefst 125 pagina's telt,
geeft zó'n schitterend overzicht van alles waar het toen over ging - en in feite
nog steeds over gaat, dat was een nog veel schokkender ontdekking - dat ik me
bijna afvroeg waar dan in hemelsnaam die 76 andere nummers van de Vrouwen-
krant voor nodig geweest waren. Natuurlijk weet ik dat vrij snel wel weer - er
moest met al die ontdekkingen natuurlijk ook iets gaan gebeuren. En dàt is van
het begin af aan het grootste probleem geweest van de vrouwenbeweging. Van-
uit de praatgroepen moest een politieke beweging ontstaan.
Natuurlijk bracht de opluchting van de ontdekking ook woede met zich mee en
veel vrouwen gingen over tot verzet in hun omgeving. Het Vrouwenbevrijdings-
front werd opgericht en timmerde met verschillende akties aan de weg: de Moe-
derdagakties (met de oprichting van het standbeeld voor de onbekende huis-
vrouw), de demonstratie tegen de film Turks Fruit, het bezetten van een kafé
waar vrouwen zonder mannelijke begeleiding niet bediend werden, het kalken
van leuzen etc. Niet alleen de reeds gevoerde akties, ook plannen daartoe kun-
nen we lezen in de Vrouwenkrant. In nummer 3 het Blote Kloten Plan bijvoor-
beeld, dat inhield dat er seksistiese afbeeldingen in de media verzameld moesten
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
10
worden (niet zo moeilijk, elke dag wel een vrouw in de krant afgebeeld als seks-
poes of huissloof, of een diskriminerende personeelsadvertentie) die dan terug-
gestuurd moesten worden met daarop een mannelijk geslachtsdeel afgebeeld.
Ervaringen, akties, evenementen - een groeiend bewustzijn, een groeiende be-
weging. Kongressen, ook in Duitsland en Frankrijk; uit Amerika bezoek van Glo-
ria Steinem. Weliswaar uitgenodigd door Libelle die prompt een Miss-Steinem-
verkiezing organiseerde, waartegen natuurlijk ook weer geprotesteerd moest
worden, maar ze hield een schitterende lezing, die ook weer terug te vinden is in
één van de Vrouwenkranten. Daarin waarschuwde ze tegen het 'verdeel en heers'
en riep ze op tot doorbreking van het isolement om zo tot de meest ingrijpende revo-
lutie te komen 'die het meest fundamentele kasten systeem genaamd het patriar-
chaat, omver moet werpen.' (...) 'Ik hoop dat we coalities kunnen vormen met el-
kaar, tegen de belangen van de patriarchale en racistiese regeringen waaronder
wij leven. Klasse noch nationaliteit mogen ons onderling verdelen. Wij kunnen de
strijd winnen als we vertrouwen stellen in onze zusters als volwaardige menselij-
ke wezens.' 
Strijdbaarheid. Het stond niet los van het uitzoeken van het hoe en waarom van de
onderdrukking, van wat de voorwaarden zijn tot de bevrijding van de vrouw. Er werden
artikelen geschreven in de Vrouwenkrant - met name in het kongresnummer - waarin
duidelijk gemaakt werd dat die onderdrukking in ieder geval ekonomies bepaald is.
Stukken over Marx en Engels die aangetoond hadden dat het monogame huwelijk
gebaseerd is op bezit en dat er in feite sprake is van een eerste klassetegenstelling
tussen mannen en vrouwen, waarbij de man de bourgeois en de vrouw het proletariaat
vertegenwoordigt, doordat zij gratis het huishouden doet en voor het nageslacht zorgt.
Liefde en romantiek zijn daarbij de 'franje' die ervoor moet zorgen dat vrouwen zich
gewillig als slaaf laten uitbuiten. 
Over seksualiteit binnen het kapitalisme ging een ander artikel - de konsumptie-
maatschappij die ook konsumptieseks kreëert: de seksuele revolutie. 
Ekonomiese onafhankelijkheid. Eén van de voorwaarden voor vrouwen om
niet langer door hun mannen uitgebuit en onderdrukt te worden. Dus werd er
ook over buitenshuis werkende vrouwen geschreven. Over hoe weinig dat er zijn
(maar 26 van elke 100 vrouwen in Nederland heeft een baan) en over Eveline Sul-
lerot die aantoonde dat vrouwen ook dan alleen nog maar die baantjes hebben
die het eenzijdigst zijn, het laagst betaald, geen promotiekansen of verantwoor-
delijkheid geven en altijd in de verzorgende of opvoedende sektor liggen; over
de dubbele uitbuiting van werkende vrouwen omdat ze ook nog eens de taak
voor het gezin en het huishouden erbij hebben. Daarom werd ook in het kon-
gresnummer Margaret Benston aangehaald, omdat zij stelde dat de opheffing van
het huishouden - door kollektivering, industrialisering - één van de belangrijkste
voorwaarden is tot wèrkelijke bevrijding van de vrouw.
Het werd duidelijk dat bevrijding niet mogelijk is binnen het kapitalisme, waarin al
naar gelang de behoeften van het systeem vrouwen heen en weer geschoven
worden binnen de op dat moment gewenste marges. Hoe afhankelijk vrouwen
zijn van deze grillen van het kapitalisme, valt te lezen in een artikel in één van de
Vrouwenkranten over de positie van vrouwen in nazi-Duitsland. Werden vrouwen
in eerste instantie massaal ontslagen en geweerd van de arbeidsmarkt en tot niks
meer dan baarmachines gereduceerd - toen in '37 de oorlogsindustrie op gang
kwam werden tienduizenden vrouwen en meisjes daarin te werk gesteld. Was so-
cialisme dan de oplossing? In het kongresnummer een aantal kritiese beschou-
wingen over de positie van de vrouw in landen als Cuba, China en Rusland,
waarin werd duidelijk gemaakt dat socialisme wel een voorwaarde, maar zeker
geen garantie is voor vrouwen bevrijding.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
11
Aan Rita vraag ik over de politieke achtergrond van de meeste vrouwen uit deze
periode. Het lijkt mij een belangrijk verschil met de vrouwen die daarna bij de be-
weging kwamen. 
Rita Hendriks: "Ja, als je de gedachten, de gevoelens uit de eerste Vrouwenkranten
haalt, dan was dat in een sfeer die er toentertijd, zeker hier in Amsterdam, was. Dat
je allemaal in de linkse beweging zat. De klassenstrijd was het belangrijkste, de
arbeiders, dat was belangrijk. Het was iets wat je niet weg kon denken. Als je
bijvoorbeeld ziet hoe we ons verdedigden, zo van "natuurlijk is dat heel belangrijk,
maar wij zijn óók belangrijk". Nu is dat aspekt helemaal weggevallen. Nu heb je een
klimaat waarin je niet zomaar iets lulligs over vrouwen zegt - je dènkt het wel, maar je
zègt het niet. Toen was het klimaat dat je niets lulligs over arbeiders zei, wel dàcht,
maar niet zei. En dat is ontzettend veranderd. Dat was toen iets vanzelfsprekend,
"natuurlijk moeten we een andere maatschappij, natuurlijk nemen we het op voor de
zwakkeren" enz. Je kon gewoon op dat model terugvallen, vrouwen zijn ook
onderdrukt, vrouwen zijn ook de zwakken, je hoeft zomaar de ekonomiese positie van
vrouwen neer te zetten en je had al een heel duidelijk beeld van hoe het zat. Dat kun je
nu helemaal niet meer. Ik denk dat je het nu weer opnieuw moet vertellen. Ik denk dat
het te maken heeft met andere motieven waarmee vrouwen bij de beweging komen.
Nu niet zozeer om de maatschappij te veranderen, maar om zichzelf te veranderen."
Ondertussen vond er een andere ontwikkeling plaats (die achteraf bezien zeer
zeker bepaald werd door de seksuele revolutie). Heel veel vrouwen ontdekten
dat vrouwen eigenlijk heel leuk zijn en vonden bovendien dat het delen van je le-
ven met je onderdrukkers niet veel goeds opleverde. Ze trokken daaruit de logie-
se konsekwentie om, behalve hun politieke/feministiese leven, ook hun emotio-
nele en seksuele leven met vrouwen te gaan delen. De meesten werden bi- en
sommigen zelfs homoseksueel. Iets dat, behalve dat het nieuw en prettig was,
ook al vrij snel problemen op zou gaan leveren: de kwestie hetero of homo. 
Rita:"Het begon al snel hoor, in het derde nummer van de Vrouwenkrant staat het al.
Maar het was toen nog niet zozeer een kwestie, maar veel meer van "goh, wat
gebeurt er?" Die hele verwarring van het begin, die warmte die je voor vrouwen
ging voelen - die is al overal beschreven dus iedere keer als dit gezegd wordt
kun je 't al bijna niet meer hóren - maar die er gewoon wàs. Het ècht ontdekken
van vrouwen als hardstikke fijne mensen, zoals je nog nooit naar vrouwen had
gekeken. Nou dat bracht natuurlijk met zich mee dat er veel meer aan elkaar ge-
zeten werd en gevoelens loskwamen en zo. Er wáren natuurlijk ook ontzettend
veel lesbiese vrouwen en ja, op een gegeven moment was het niet meer uit el-
kaar te houden. Er was ook een groep vrouwen uit het COC, die zich tot de vrou-
wenbeweging veel meer aangetrokken voelde, dan tot het door mannen bepaal-
de COC. Ja, en later kwam Paarse September er ook nog tussendoor, die duide-
lijk gingen roepen "lesbies is een politieke stap" en daar kwamen echt wel moeilijk-
heden over. Het was een groep die vond dat je je helemaal op dat lesbies-zijn
moest richten, terwijl wij vonden dat je toch daarmee heel grote groepen vrou-
wen waar je mee bezig was op dat moment, gewóón liet vallen. Een paar vrou-
wen van het latere Paarse September wilden ook al aan het derde nummer van
de Vrouwenkrant meedoen, maar die vonden het zo knullig, dat ze er gewoon uit
zijn gegaan en later zelf een krantje zijn gaan maken. Ik kan me dat wel voorstel-
len, het was een diskussie die zij al jaren geleden gevoerd hadden en niet weer
opnieuw wilden meemaken. Je hebt dat met al die zaken, om de zoveel tijd komt
er weer iets terug en dan denk je "jezus, daar gáán we weer", en ik kan me voor-
stellen dat die vrouwen ook zoiets gehad hebben."
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
12
De he/ho kwestie zou later tot knetterende ruzies leiden (binnen de Vrouwen-
krant in 1980 nog), maar in de kranten uit de begintijd werd het onderwerp vrij
genuanceerd benaderd. Soms een béétje zweverig, zoals een vrouw die zich af-
vroeg hóe het zou voelen om met een vrouw te vrijen. Maar er kwam ook een
vrouw aan het woord die zich in de traditionele vrouwenrol gedrukt voelde, toen
ze benaderd werd door een homoseksuele vrouw. En weer een andere vrouw
vond dat over die ho en he gevoelens en de spanningen die door vooronderstel-
lingen daaruit voortkomen, dan maar gewoon gepraat moest worden om grotere
problemen - een splitsing in de beweging zoals in Amerika - te voorkomen.
Waarschijnlijk was het ook, zoals Rita het stelde, dat je niet teveel vuile was bui-
ten moest hangen, maar vooral: dat je mekaar niet af ging maken. Dat paste niet
in het klimaat van zusterschap. Het ging er om dat er gezocht werd naar raakpun-
ten, dat je elkaar serieus moest nemen en vooral solidair zou blijven, in plaats van
aan het traditionele verdeel en heers van de mannen mee te doen. Dus er werd
op het kongres óók gepraat over machtsrelaties tussen vrouwen en waar die
vandaan kwamen; en er werd in de Vrouwenkrant geschreven over problemen
van de vrouwenbeweging in de buitenlanden - om ervan te Ieren, en om iets van
eenheid op te kunnen bouwen. Het laatste nummer dat door de 'oude' redaktie
gemaakt werd was het oktobernummer in 1973. 
Vier maanden daarvoor, op 6 juni 1973 was op de Nieuwe Herengracht 95 het
Vrouwenhuis gekraakt - over de daar op gang komende aktiviteiten werd in
deze krant nog bericht. Maar dat Vrouwenhuis bracht nieuwe vrouwen en op den
duur ook nieuwe Vrouwenkrantvrouwen - maar dat was pas in september 1974.
Hing het besluit om met de Vrouwenkrant op te houden misschien ook samen 
met wat er op dat moment in de beweging gebeurde? Dat jullie in een dilemma
kwamen, wat moeten we nu, hoe nu verder, we gaan onszelf herhalen? vroeg ik
aan Rita: "Het heeft er natuurlijk bijgezeten, Op een gegeven moment hadden wij
niets meer te vertellen, niets meer bij elkaar te brengen, en dan moet je gaan
denken aan een ander soort krant. Er was weer zo'n nieuwe groep bezig en zo
veel vrouwen dat het ook nodig was dat er anderen kwamen om aan wat zij de-
den vorm te geven. Alles nam ook zo'n vlucht, ook op gebieden waar je niets
meer van hoorde of wist. Bovendien moet je jezelf niet gaan forceren. Als je iets
krampachtig gaat vasthouden om de vorm de vorm te laten, dan moet je ophou-
den, Maar het belangrijkste vond ik toch om te doorbreken dat het bij een be-
paalde groep bleef zitten, dat andere vrouwen ermee aan de slag gingen, Ja, ik
ben weer in een praatgroep gegaan, echt de vrouwen uitgekozen waarmee ik dat
wilde, En daarmee hebben we onszelf eigenlijk gewoon aan de kant gezet, want
het was heel fijn, heel gezellig. Met gevolg dus dat je in de praatgroep bleef zit-
ten. Nou ja, niet alleen voor de gezelligheid, want we hebben met die praatgroep-
vrouwen ook wel weer andere dingen gedaan - op een gegeven moment de dis-
kussieavonden georganiseerd in het Vrouwenhuis, een jaar lang. Maar hoe het
zit met die groepen die toen doodbloedden, dat weet ik eigenlijk niet - of dat het
mensen teveel werd, of dat ze het idee hadden dat ze het in andere zaken kwijt
konden, Je moet ook niet vergeten dat er juist buiten de beweging zoveel ge-
beurde in die tijd, Je kreeg een andere kijk op je werk maar ook privé veranderde
er ontzettend veel, Heel veel vrouwen zijn bij hun mannen weggegaan en ieder-
een was eigenlijk op zoek naar mogelijkheden om het allemaal anders te doen,
andere samenlevingsvormen te zoeken. Er was een ware hoos van kommunes
die gestart werden, het kinderhuis (zie het
Moederboek
van de Bonte Was, blz.
155, red.) werd opgericht enz. enz. en door al die privéveranderingen liep je ook
weer tegen andere zaken aan, kresjes die niet te vinden waren, woonruimte,
noem maar op. Het is natuurlijk best zo dat je in de vrouwenbeweging heel be-
wust de vrouwenbeweging als doel had, maar daarna, hoe dat nou moest, in je
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
13
privéleven, in je werk, waar je dan ook zat, daar zijn vrouwen soms ook aan
àpgeraakt. Ook aan politieke bewegingen waar ze ingingen."
'Jijzelf hebt nog wel een tijd in de Bonte Was gezeten hè?'
'Ja de Bonte Was en nog zo wat dingetjes tussendoor,'
'En nu?'
'Niets.'
'Wat vind je van de Vrouwenkrant zoals die later geworden is en hoe het zich ver-
der ontwikkeld heeft?'
'Ik heb het echt niet precies allemaal bijgehouden hoor, ik heb de meeste kran-
ten toen wel gekocht en ook gelezen, Ik vond wel dat ie er prachtig uit zag, die
voorkant met die tekeningen. Maar verder, ja veel herhalingen natuurlijk, de on-
derwerpen van het kongresnummer, wel meer uitgewerkt, verder prima om te le-
zen. Wat ik dus wel vond, dat is zo'n temanummer, daar bind je je wel aan. Je
bindt je echt aan iets wat je wilt vertellen en veel minder aan wat er gebeurt; het
is veel minder een krant van de beweging, Dat werd achteraan in een apart ka-
dertje verstopt,'
Waar denk je aan bij zusterschap, zou je dit begrip kunnen omschrijven? Ter af-
sluiting van de begintijd, van de praatgroepenbeweging èn haar krant, vroeg ik
dit, in sommige gevallen telefonies, aan een aantal vrouwen die 'erbij' waren.
Rita Hendriks:"Het belangrijkste van het zusterschap was dat je vrouwen pro-
beerde te zien zoals ze zouden kunnen zijn en vooral dat je alle barrières naar
beneden haalde, dat je vrouwen ging snappen waarom ze dingen deden, Je hebt
zo vaak dat vrouwen uit willen blinken, fantastieser, beter, anders dan andere
vrouwen willen zijn, terwijl je allemaal in hetzelfde schuitje zit, en eigen barrières
hebt die te maken hebben met wat je doet en hoe je er uit ziet. Het was dat je el-
kaar herkende in de lulligheden, de knulligheden, in 't gevecht om je kop boven
water te houden, Het kwam in zoveel dingen tot uiting - moederschap bijvoor-
beeld, waarin iedereen zo aan 't modderen was, en dan toch de schijn ophouden
naar buiten toe, beter willen zijn dan andere moeders en tegen ze zeggen "als jij
't nu zus doet, of zo". Dat je al dat soort dingen ging doorzien, elkaar hielp, Van
vrouwen ging houden, ja. Het gevoel dat je elkaar begreep, in plaats van elkaar af
te maken, je hoefde je niet langer mooier voor te doen dan je was omdat je alle-
maal in hetzelfde schuitje zat, En dat is nog steeds zo."
Marian Nieuwenhuis: "Het woord zusterschap komt me eigenlijk niet zo bekend
voor, wel kenden we het Amerikaanse "sisterhood" van "sisterhood is powerful",
maar 't is hier nooit zo aangeslagen. Wat ikzelf onder zusterschap zou verstaan?
Net zoiets als broederschap denk ik. Dat was altijd heel gewoon, ja en dan is dit
het vrouwelijk equivalent. Dat woord broederschap komt uit ambachtelijke krin-
gen, die belangenbehartiging die ze in de gilden hadden en zo. Ja, het zuster-
schap zou dan voor vrouwen dus ook het verenigen op maatschappelijke belan-
gen moeten zijn."
Corrie van Dijk "Vinger in de pap", "ik ben geen gat, meneer"; die liedjes heb-
ben we gemaakt, zomaar met een groepje voor mij toen nog onbekende vrou-
wen. Heel vrolijk en plezierig. Dat kleine kafeetje tegenover Tuschinski waar we
zaten voordat we gingen demonstreren tegen de film Turks Fruit. Dat we voor het
eerst samen in angst zaten, spandoeken bij ons hadden, stijf opgerold, met heel
erge dingen erop en daarna daarmee op straat gegaan zijn. Dat we dat ondanks
die benauwdheid toch deden, ik was niet de enige met angst, die nooit gedemon-
streerd had. We hoorden bij elkaar. - De bezetting van het pas gekraakte Vrou-
wenhuis. We moesten er slapen voor een eventuele inval (van de politie, van
agressieve mannen), en dan dat stof op 2-hoog in het Vrouwenhuis. Iedere keer
als iemand van ons haar slaapzak uitspreidde woei dat stof zo hoog op - en dat
je daarna dan zelf ook in dat stof ging liggen - een kombinatie van saamhorig-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
14
heid, angst, moed. - Eindelijk een zusje, en wat veel, en wat aardig, ze aksepte-
ren me, er waren er veel die ik niet kende, ik werkte de hele dag, was ouder, maar
ze waren toch blij met me - die vanzelfsprekende akseptatie van elkaar, ook van
je eigenaardigheden, ja dat was toch wel zusterschap."
Mariken Troostheide (Ma Prem Sohana): "Nou mijn eerste reaktie is, dat be-
staat niet ... Omdat ik niet geloof in eenzijdig zusterschap, in alleen vrouwen. ...
Maar dat is natuurlijk niet waar ... Ik ben nu geneigd het te zien als een fase in je
ontwikkeling, het van jezelf gaan houden. En van vrouwen. We zijn zo gesociali-
seerd, in het denken met maatschappelijke ogen, mannenogen, als het gaat om
"wie ben ik", andere vrouwen geven de mogelijkheid tot identifikatie: als ik haar
lief en mooi vind, kan ik mezelf ook lief en mooi vinden. Maar het is geen eind-
punt. Het was een belangrijke fase om je te realiseren, in het zusterschap, dat het
anders is om vriendinnen te hebben, anders dan vrienden. En zo zie ik het nog
steeds, het is speciaal - ze zitten in dezelfde situatie als ik en dat is niet toevallig.
Nu zeg ik het minder politiek: het was de fase van die ongelofelijke ontdekking,
van elkaar en van jezelf, van wat we konden, van wat we hadden. Je vond al
gauw alles prachtig (van elkaar) en zusterlijk gezien, wás dat ook zo. Alles was
nieuw wat we deden en dat bepaalde ook hoe we schreven, dàt we zo schreven
in de Vrouwenkrant. Het was echt het begin van het ik-tijdperk, van de bekente-
nissenliteratuur, dat we gingen schrijven over wat we vóelden; seksualiteit, de
eerste relaties met vrouwen etc. Ik heb het echt nodig gehad om te groeien, om
totaler mezelf te worden - je wist wat het betekende om vrouw te zijn, en daar
ben ik nu trots op, ik ben van mezelf gaan houden. Nog een voorbeeld, maar dat
heeft niet met de Vrouwenkrant te maken, we waren bezig met de oprichting van
de Vrouwentelefoon en praatten over wie je allemaal aan de lijn kon krijgen, in dit
geval een 50-jarige vrouw met kinderen en allerlei vréselijke zeurverhalen. Ik was
de enige die toen niet alleen het gevoel had dat ze zeurde, maar het ook wel be-
greep - geen wonder dat ze zo zeurt na zo'n leven. Je kon een analyse maken,
teorie en praktijk vielen toen veel meer samen. Nu vind ik zo iemand gewoon een
zeur - want dàt komt natuurlijk uiteindelijk toch weer bij je boven. Ik denk nu
nauwelijks meer in termen van mannen of vrouwen ... ik denk dan ook dat ik geen
feminist meer ben."
Gon Buurman: "Wat me als eerste te binnen schiet is de enorme strijdbaarheid en
ook de sterkte van vrouwen en de steun die je daaraan ontleende. Je was niet
meer de enige in je maatschappelijke konflikten. Het was dan ineens zo heel an-
ders om vanuit je dagelijkse strijd, naar zo'n vrouwen kongres of vrouwenkamp te
komen. Je leven werd er moeilijker, maar ook intenser door."
Behalve over zusterschap vroeg ik Anneke van Baalen ook waar het Vrouwen-
huis zo opeens vandaan gekomen was en wat er in het huis gebeurde in de pe-
riode waarin er geen Vrouwenkranten verschenen.
Anneke van Baalen: "We hebben het nooit zo gebruikt, het zuster-
schap was iets wat de amerikaanse vrouwenbeweging had. Wij wilden natuurlijk
ook zoiets maar we wilden daar iets minder weeïg over doen dan de amerikaanse
trend was. Dus we zetten niet "met zusterlijke groeten" onder onze brieven. Ik
geloof dat wij veel meer met het begrip "solidariteit" werkten. Dat begrip is lang-
zamerhand veranderd, maar in 't begin was dat bijna alles: opkomen voor andere
vrouwen en ze ook aardig vinden en vooral van alles in ze zien. De bedoeling van
dat bewustwordingsproces in die groepen was, dat je door de vooroordelen over
vrouwen heen gaat kijken en gaat zien wat er allemaal achter het officiële vrou-
welijke gedrag zit. Dus je probeerde ook in de dagelijkse omgang naar voren te
halen wat platgedrukt werd door de huisvrouwelijke en moederlijke taken en ge-
dragswijzen die daaruit ontstaan waren. In het begin gingen we er vrij sterk van
uit, onuitgesproken, dat dat kàn, dat je het afgedwongen gedrag zo'n beetje kon
laten vallen, eruit kon stappen en helemaal overnieuw kon beginnen. Het was die
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
15
vrij abrupt veranderde situatie van dat er ineens geen mannen waren (en wij wa-
ren heterovrouwen die al 10 of 20 jaar iets met mannen deden) - ze waren
ineens tegelijk weg, en daardoor kreeg je het gevoel dat alles ook heel anders
werd. Ik denk dat dàt die rozigheid gaf, die illusie dat alles mogelijk zou zijn en
dat je nog hele nieuwe levens kon beginnen (terwijl de vrouwenbeweging toen
minder jong was dan de vrouwen nu, zo'n beetje tussen de 30 en 40). En ieder-
een moest elkaar daarmee helpen, daar ging het om. Dat zusterschap was niet
zozeer het mekaar verdedigen in de ouwe dingen, maar het steunen van wat ie-
dereen eigenlijk gewild had, wat haar mogelijkheden geweest zouden zijn als zij
niet als vrouw was opgevoed en grootgebracht. Er was een enorme illusie van
persoonlijke veranderbaarheid. Met mannen, die er niet waren, associeerden we
al het maatschappelijke, dus dat was er dan ook niet. Daar komt die hele, zeg
maar ideologie van de beweging vandaan, die ook tegen hiërarchie en gezag
was. Het ging erom dat gevoel, van dat alles anders was en dus ook alles nog
mogelijk, te behouden. Dus sommigen zijn gaan proberen daar een subkultuur
van te maken. Terwijl een heleboel feministen vanaf het begin gezegd hebben
dat dat nooit in een subkultuurvorm gegoten kon worden, omdat juist de uitzon-
derlijkheid er een voorwaarde voor was. Je kunt niet altijd maar zusterlijk zitten
wezen, hè? Eén avond in de week of twee, maar als je alsmaar zusterlijk bent dan
word je gek. Dus degenen die dat vonden hebben zich ook verzet tegen dat er
een Vrouwenhuis zou komen, waar je gedwongen zou worden om altijd maar zus-
terlijk te doen tegen iedereen. Het huis is ook niet door de praatgroepenbewe-
ging gekraakt maar door een groep vrouwen van wat toen nog de homobewe-
ging was. Wij hadden er geen enkele behoefte aan. Dat wij later zijn gaan mee-
doen was omdat dat moest van Corrie; Corrie zei "die meisjes die dat huis ge-
kraakt hebben zitten daar zo geïsoleerd en dat wordt niks" en die heeft dat toen
kennelijk tegen iedereen die ze sprak gezegd. Dus toen zijn er ook wat vrouwen
uit het praatgroepwezen binnengekomen, en dat was ook nogal een toestand,
want die vrouwen die het gekraakt hadden zaten daar met een heel gezellig krin-
getje en die hadden nou niet het gevoel dat al die anderen erbij moesten. Maar er
waren er ook bij die dat wel vonden, die een breder ideaal hadden dan gezellig-
heidheid, vonden dat het ook iets feministies moest zijn. Maar 't is vanaf het be-
gin - zeker het eerste jaar - verdeeld geweest, tussen een groep die eigenlijk
een lesbiese subkultuur wou en een groep die er iets feministies mee wou.
Die zomermaanden was iedereen vooral met praktiese klussen bezig - onder-
handelen met de gemeente, water halen bij de buren, schoonmaken, het pand
bewaken. Na de zomer kwamen er allerlei andere aktiviteiten. Akke van der Meer
en ik zijn toen op de woensdagavonden begonnen wat aan feministiese teorie-
vorming te doen om daarmee ook iedereen de gelegenheid te geven om èn het
Vrouwenhuis binnen te komen zonder daar tegelijk te verdwalen èn ook 'ns iets
te horen over 't feminisme. Een stel vrouwen is toen een leesgroep begonnen,
daar waren we nog heel teleurgesteld over omdat een heleboel vrouwen waar we
op gerekend hadden voor de voorbereiding van de woensdagavonden, wat toen
nog een heel kollektief proces was, ineens helemaal weg waren om Engels' "De
oorsprong van het gezin" te lezen. En verder waren er al die kursussen (timme-
ren etc) en was het heel druk. Het was een ontzettende hoop werk, alles moest
nog geverfd worden enzo. 't Is nou wel heel smerig in het Vrouwenhuis, maar
toen was alles nog veel smeriger. Het was allemaal een enorme inspanning,
vooral natuurlijk ook ideologies - wat er allemaal in het huis moest. We hebben
toen ook al ruzie met Paarse September gehad. Er was namelijk sprake van of de
ruimtes boven in het Vrouwenhuis als kamers verhuurd zouden worden en daar
zaten we een beetje over te dubben allemaal. Toen voelden zij zich ineens vrese-
lijk bedreigd. Er zouden dan vrouwen wonen die dan hun vriendjes op bezoek
zouden hebben, en iedereen zei heel kalmerend dat àls daar vrouwen zouden
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
16
wonen dat het dan heel vanzelfsprekend is dat ze daar hun vriendjes niet op be-
zoek kunnen hebben. Dat hoort er dan bij, er kunnen natuurlijk niet altijd maar
mannen door die gang lopen. "Dan gaat ze maar naar 'Eik en Linde'" (het kafé
om de hoek), werd er toen geroepen. Dat sprak allemaal zo vanzelf, maar dat is
toen een vreselijk verbitterde ruzie geworden, omdat Paarse September overal
van alles achter zocht, terwijl de vrouwen die daar zaten in meerderheid lesbies
waren. Sommigen dus als overtuiging en anderen als praktijk bij hun feminisme
en er zaten ook wel wat hetero's tussen, maar de grote meerderheid die in het
huis zat was homoseksueel. Dus er was ook niemand die daar vrouwen met man-
nen in wou, of de heteroseksualiteit wilde bevorderen. Maar het leek wel of dege-
nen die niet een soort etiket "lesbies" op hun voorhoofd geplakt hadden altijd als
hetero's beschouwd werden. Dat was het probleem, denk ik. Als je niet de hele
dag riep dat je lesbies was en dat alle heterovrouwen onmiddellijk óf hun man-
nen moesten wegdoen óf moesten opdonderen, dan steunde je de hetero's. En
het was ook allemaal zo moeilijk, omdat daar natuurlijk wel iets inzit. Omdat de
dominerende kultuur hetero is, kan je verdedigen dat als je je niet krachtig daar-
tegen verzet, op alle nivo's, dat je dan gewoon de heterokultuur zit te bevorde-
ren. Maar wij dachten dat het in de vrouwenbeweging zoveel meer voor de hand
ligt dat je die vrouwen overhoudt die mannen niet zo nodig hebben en liever iets
met vrouwen doen, zodat wij al voor ons zagen dat we op 'n gegeven moment,
zonder dat we daar íets voor gedaan hadden, helemaal geen een hetero meer
zouden hebben. En dat vonden wij eigenlijk griezeliger dan dat er een meerder-
heid van gevaarlijke hetero's over ons heen zou komen stampen. Wij waren daar
helemaal niet bang voor want we dachten dat vrouwen die ontzettend dol zijn op
mannen, of daar vreselijk afhankelijk van zijn, helemaal niet zouden komen!
Natuurlijk had Paarse September groot gelijk dat ze zich verzette tegen het soort
houding van "we hebben er geen bezwaar tegen dat jij lesbies bent", wat je in
vrouwengroepen die voornamelijk hetero zijn wel hebt - maar in het Vrouwen-
huis kon iets van zo'n tolerantiekultuur tegen homo's helemaal niet ontstaan.
Hoogstens een tolerantiekultuur tegenover hetero's, en als die het prettig von-
den om daar te zitten dan vond ik dat heel gunstig. Het is dus in het begin van het
Vrouwenhuis een ontzettend moeilijk probleem geweest waar dat Vrouwenhuis
nou eigenlijk voor was. Sommigen wilden een lesbiese subkultuur, sommigen
wilden iets feministies en de meerderheid, de vrouwen die het meeste werk de-
den, vond dat het een ontmoetingscentrum voor alle vrouwen moest zijn, dus ei-
genlijk neutraal. Er moesten geen speciale politieke opvattingen heersen en niet
een speciale stijl of een speciale subkultuur, het moest gewoon gezellig zijn, er
moesten dingen gebeuren die voor alle vrouwen leuk zijn, waardoor ze als ze dat
wilden feministies konden worden of wat dan ook, maar daar moest het huis niet
speciaal iets aan doen, er moest niet echt een gericht feministies beleid gevoerd
worden.
Eigenlijk is dat heel lang zo gebleven. Ik denk dat de latere Vrouwenkranten dat
ook wel weerspiegeld hebben: het moet open zijn voor andere vrouwen, we moe-
ten vrouwen er niet op tegen maken, we moeten ze niet tiranniseren en zo. On-
danks de verschillen liep het in 't begin allemaal heel redelijk. We kregen wel
klachten van de vaste vrouwengroep dat we op die diskussieavonden teveel aan-
dacht besteedden aan de heterovrouwen, maar aangezien alle getrouwde vrou-
wen 's avonds na afloop altijd kwamen klagen dat we veel te onaardig over man-
nen deden, hebben we ons daar nooit zoveel van aan getrokken. We dachten, als
iedereen klachten heeft dan zitten we wel ongeveer in 't midden.
Toch is op een gegeven moment de ontevredenheid van de vaste vrouwenhuis-
groep, zeg maar de kraakgroep, zo hoog opgelopen dat ze toen Paarse Septem-
ber zijn gaan uitnodigen om de lesbiese kultuur te bevorderen. Dat is toen weer
een verschrikkelijke ruzie geworden, die losbarstte op dezelfde avond dat de ge-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
17
meente ons een Surinaamse groep op het dag gestuurd had. Het huis zat hele-
maal vol met die Surinaamse aktiegroep, en er moest onderhandeld worden met
de gemeente en toen zei een van die vrouwen van Paarse September dat ze mee
wou; waarop iedereen zei, "Je bent er net, waarom moet jij met alle geweld mee,
dat is onzin". Toen kregen we die vreselijke ruzie, waarbij respektabele oudere
vrouwen in tranen zijn uitgebarsten en hebben gezegd dat ze ècht geprobeerd
hadden om met een vrouw te vrijen en dat ze het niet konden. En een latere re-
daktrice van de Vrouwenkrant met een heel wit gezichtje heeft gezworen dat ze
na dit vriendje nóóit meer een andere man zou nemen. Iemand riep verbijsterd
dat ze joods was, en hoe kon ze nu ineens fascisties genoemd worden? (want
Paarse September vond ons fascisties omdat we de verschillen tussen homo en
hetero verdoezelden). Wij vonden dat allemaal zulke stuitende taferelen en dat is
toen een hele grote en lange ruzie geworden die echt helemaal nergens meer op
sloeg. Maar die zo ontzettend akelig was dat toen de ruzie na een maand of twee
was uitgewoed het Vrouwenhuis helemaal leeg was, dus dat moest toen weer he-
lemaal overnieuw beginnen. Met twee feesten hebben we het toen weer helemaal
volgestampt. Bij het feest van het éénjarig bestaan van het Vrouwenhuis zijn toen
nog Paarse September-vrouwen komen binnenmarcheren met een meterslang
spandoek. "Het fascisme viert haar éénjarig bestaan" stond daar op. En daarna
zijn er eigenlijk nooit meer zulke vreselijke drama's geweest. Achteraf waren we
eigenlijk blij dat we het vrij vroeg hebben gehad, omdat we van veel vrouwen uit
het buitenland hoorden dat alle vrouwenhuizen waren opgesplitst in homohuizen
en heterohuizen."
Vanaf september 1974 begonnen er weer Vrouwenkranten te verschijnen. Regel-
matig zelfs èn met prachtige tekeningen op de voorkant. Een nieuwe stapel ligt
voor me, nog steeds/alweer met de hand gestencild; nu met een 'eigen' appa-
raat, waarvan Marian Nieuwenhuis vertelde dat het kado gedaan was door een of
andere zangeres, bekostigd met de opbrengsten van haar allereerste plaat! 'He-
laas, zij keerde zich spoedig daarna geheel van de vrouwenbeweging af, maar
liet de stencilmachine achter in het Vrouwenhuis.' Daar waren inmiddels de erg-
ste stormen wat geluwd. Verschillende groepen en aktiviteiten begonnen zich als
blijvend voor de komende jaren te manifesteren. Veel van de gezamenlijke tijd en
energie werd besteed aan de zorg, de organisatie en de struktuur van het huis
zelf. Met de gemeente werd nog steeds onderhandeld, er waren kommissies voor
de bar, financiën, publiciteit, en een koördinatiegroep die moest proberen over-
zicht te krijgen over het geheel en die aanspreekbaar was voor informatie èn voor
akute huishoudelijke en techniese problemen. Het kostte enige moeite zo'n
'maandleiding' in te stellen zo schreef de Vrouwenkrant in nummer 10: 'Tot nu
toe hebben de bezoeksters (van het Vrouwenhuis) het idee van een dergelijk
"leiderschap" van de hand gewezen, omdat dit hen deed denken aan de manne-
lijk geachte organisatievormen die in onze samenleving gebruikelijk zijn.' Er
werd dan ook afgesproken dat alle groepen die direkt met het 'runnen' van het
huis te maken hadden verantwoording schuldig waren aan de huisvergadering
waar iedere vrouw welkom was en kon meebeslissen. De Vrouwenkrant deed
ook verslag van de groepen 'waarin de deelnemende vrouwen, elk op eigen wij-
ze, proberen te werken aan hun "bewustwording" en aan vragen als: op welke
manier blijkt in de praktijk dat vrouwen worden gediskrimineerd en hoe kunnen
we ons daartegen teweer stellen en op welke wijze daarin veranderend ingrij-
pen.' En zo waren er de diskussieavonden op woensdag, de (alweer een half jaar
bestaande) uitgeverij de Bonte Was, de filmgroep die filmavonden organiseerde,
de groep die het latere Blijf van m'n Lijf op zou gaan richten, de self-helpgroep,
fotografie- en expressiegroepjes en niet te vergeten de timmer- en karatelessen.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
18
En dus ook de Vrouwenkrant weer. De praatgroepvrouwen hadden bewust geko-
zen voor een onregelmatig verschijnende krant en voor een zoveel mogelijk roe-
Ierend groepje vrouwen dat er aan werkte. De maaksters van nummer 10 vorm-
den echter min of meer een redaktie en spraken af om een jaar lang iedere maand
een Vrouwenkrant te laten verschijnen. Je kon je vanaf toen ook abonneren
(f 10,- voor tien nummers). Bovendien werd voor iedere maand een ander tema
beloofd.
Wie deden er toen eigenlijk mee, vroeg ik aan één van de initiatiefneemsters,
Annemarie Behrens: "Ik hoop dat ik het allemaal nog weet; Evelien Schripsema,
die kon heel goed schrijven over de tema's, en Lenie en haar zusje en Greet
Vooren en Marion Crezee, zij tekende die prachtige omslagen. En verder Berna-
dette de Wit en Annie Frieling en soms ook Martha Vooren of Pam Pattynama of
Marian van Keuk en later ook Els Thissen, die was heel verfrissend. En eigenlijk
werd iedereen om ons heen gechanteerd om een bijdrage te leveren. De krant
moest iedere maand verschijnen èn we vonden dat-ie vol en dik moest zijn. Dat
zal zeker wel invloed op de kwaliteit gehad hebben. Er waren geen kriteria, stuk-
ken werden nooit geweigerd. Gewoon maar hopen dat er genoeg kopij kwam en
dan kon het hektiese tikken en stencillen beginnen. We hadden zo'n grijs ezeltje,
een oude Gestetner, daar hebben heel wat vrouwen op Ieren stencillen. Ik vond
dat altijd schitterend, ik kon het ook heel goed, beter dan schrijven. Soms sten-
cilde ik in m'n eentje de hele oplage. Dat waren zo'n 700 à 1000 exemplaren en
die werden vaak allemaal verkocht. We hadden dan wel muizen in de voorraad-
kamer en die vraten soms een groot deel van de kranten weg, maar dan waren ze
toch ook uitverkocht. Dat was iets waar we heel trots op waren. Aan de bar in het
Vrouwenhuis liep de verkoop altijd heel goed, maar dat was altijd een heel gedoe
met geld, want de barvrouwen vergaten dan op te schrijven hoeveel er verkocht
waren en dan klopte de kas weer niet. Bij van Gennep en Atheneum lag de Vrou-
wenkrant ook en ik geloof zelfs bij de Bijenkorf, ja want daar werkte Carolien. En
dan waren er om de krant ook buiten Amsterdam te kunnen verspreiden, de
abonnementen. We hadden van Rita Hendriks een bakje met wat adressen ge-
kregen en die hebben we toen allemaal dat eerste nummer gestuurd met het ver-
zoek om zich te abonneren. Dat liep wel, we hadden op 'n gegeven moment zo'n
15 cm aan kaartjes in het bestand, maar volgens mij hebben die nooit betaald -
we vergaten gewoon om aanmaningen te sturen."
Wat waren de beweegredenen om op deze manier de Vrouwenkrant weer op po-
ten te zetten? Annemarie: 'We vonden gewóón dat-ie er moest zijn. En verder was
het een heerlijke praktiese klus; weinig praten, veel werken, een duidelijk iets
waar je mee bezig was.'
Iedere zondag werd er aan de Vrouwenkrant gewerkt op de zolder van het Vrou-
wenhuis en dan kon iedereen om 5 uur komen: 'tikken, voorlezen, schrijven,
bladvullen, tekenen, lezen, kletsen, drinken, soms appeltaart eten van echt volko-
renmeel, stencillen, rapen, nieten, niks doen, zingen etc.', zoals het in nr. 16 ver-
meld stond. Hard werken, maar ook heel gezellig, ongetwijfeld. Want in deze
krant kom ik ook allerlei grapjes tegen, waarbij je je helemaal voor kunt stellen
dat iemand achter de tiepmachine zat, omringd door een klupje giebelende en
stencillende vrouwen, die dan af en toe maar optikte waar iedereen het nu weer
over had of zo om moest lachen. 'Atje Keulen-Deelstra is nog stééds favorite',
staat er dan onder aan een bladzij in nummer 14, of: 'Feminisme, wat ik er van
opgestoken heb is dat ik alleen nog riemen onder mijn hart gestoken wil krijgen
van vrouwen, en verder vind ik nog al eens dat kinderen je leegzuigen.' In een
ander nummer een opbeurende boodschap: 'Verkeersborden met fietsverbod
gelden alleen voor herenfietsen!' Veel in deze serie kranten over het 'jaar van de
vrouw': 'Eén jaar voor zoveel miljard vrouwen?' en 'Niet alleen is het nu het jaar
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
19
van de vrouw maar ook monumentenjaar èn ook nog het heilige jaar. We hebben
ook nooit iets voor onszelf.' Het jaar van de vrouw bleek niet alleen een terugke-
rend onderwerp van gesprek tijdens de produktie op zondagmiddag, maar ook
een terugkerend tema voor artikelen gedurende het hele jaar 1975.
Maar eerst iets over de andere tema's. Te beginnen bij nummer tien over 'presta-
ties en prestige'. Was er voor vrouwen wel ergens eer aan te behalen? Het ant-
woord in deze Vrouwenkrant was: nee. Alles wat vrouwen doen dient immers al-
leen maar tot verhoging van het prestige van mannen? Dát is zichtbaar, wat vrou-
wen doen niet. Eén van de schrijfsters stelt dat het enige wat bij vrouwen 'telt'
hun seksualiteit is, je bent pas ècht vrouw als je 'geneukt kunt worden': maar
'vrouwelijkheid is niet te verkrijgen vanuit jezelf, het is iets wat je verkrijgt door de
man.' En het artikel besluit met: 'Het probleem is pas opgelost wanneer vrouwen
elkaar tot vrouwen kunnen maken en erkennen zonder de ontmaagding als mar-
katiepunt daarvoor te nemen. (Dit zou de grootste prestatie van het feminisme
zijn.)' En elders: 'Waar het op neer komt is dat vrouwen ervoor zorgen dat man-
nen de wereld in kunnen gaan om iets te presteren. Het enige dat mannen bij zin-
nen zou kunnen brengen is een staking van de verzorging door vrouwen, moe-
ders, hospita's etc.' maar, 'om een staking te laten lukken moet er een gevoel van
grote saamhorigheid zijn en vertrouwen in elkaar.' En 'om dit te voorkomen heb-
ben de mannen een werkelijk opmerkelijk prestatie geleverd, nl. er zorg voor ge-
dragen dat vrouwen elkaar om de donder niet vertrouwen.'
In het volgende nummer, dat als tema 'vooroordelen' had, kwam het 'verdeel en
heers' opnieuw aan de orde. Duidelijk werd dat voor- en waardeoordelen alles te
maken hebben met de maatschappelijke orde èn met de handhaving daarvan.
Het leuke van die tema's was - en dat valt ook op bij komende kranten - dat ze
niet echt strak gehanteerd werden. Soms was er maar één stukje bedacht over
'het' onderwerp en stond de rest van de krant vol met allerlei andere zaken. Een
gevarieerd geheel dus, met, net zoals in de 'vroegere' Vrouwenkranten uit de
praatgroepentijd, pogingen om diskussies te starten, met persoonlijke ervarin-
gen, techniese onderwerpen (de werking van de vierslagmotor!), boekbesprekin-
gen, gedichten, verzinsels en overpeinzingen. Ook waren er stukken over hoe
het verder moest met de beweging. Bijvoorbeeld een stuk van een Rooie Vrouw,
die zich heen en weer geslingerd voelde tussen de klasse- en seksetegenstellin-
gen - 'welke politieke keuzes moet je maken als je voor afschaffing van de ploe-
gendienst bent en de IJmuidense vrouwen eisen op dat moment dat vrouwen ook
's nachts moeten kunnen werken?'
In de volgende krant 'Partij of beweging': 'Wordt de vrouwenemancipatie zoiets
als Nieuw Links of wordt het zoiets als Provo? Beide denklijnen zijn nu nog verte-
genwoordigd en nu is het nog mogelijk om te kiezen. Naarmate je zo'n ideologies
konflikt naar de toekomst verschuift zal het konflikt scherper worden.'
In nummer 12 dook de homo/hetero diskussie weer op: 'Misschien hebben wij in
onze onderdrukking wel een soort "Ook Gij, Brutus"-komplex ontwikkeld. We lo-
pen gewoon te wachten tot 'het weer gebeurt", de homo's tot de hetero's ze weer
eens laten vallen (zie je wel, ze doen het weer), (en dat gebeurt natuurlijk ook wel
eens), de hetero's tot ze weer het gevoel krijgen dat óók hier, etc. (en dat gebeurt
natuurlijk ook wel eens), maar dat zullen we dan toch af moeten Ieren, want laten
we het voor de zekerheid nog maar weer eens duidelijk stellen, vrouwen hebben
geen leven, en tenzij we een klassebewustzijn ontwikkelen en inzien dat we aar-
dig moeten zijn voor elkaar, zullen we het nooit krijgen ook.' In latere kranten
kom ik steeds meer stukjes tegen over het hetero- maar vooral het homogebeu-
ren. En er vindt een verschuiving plaats, in die zin dat ze eerst nog gaan over les-
bies zijn als al dan niet een politieke keuze, maar na verloop van tijd steeds meer
over persoonlijke gevoelens - hoe het is om te ontdekken dat je op vrouwen valt
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
20
- en onderlinge relaties.
Maar er gebeurde meer in het Vrouwenhuis. Zo was inmiddels het kollektief
'Vrouw en Werk' opgericht, dat zich wilde bezighouden met onderzoek naar de re-
latie vrouw/werk: 'Welke problemen heb je als vrouw met je werk in onze maat-
schappij, waar komen je konflikten vandaan en hoe kunnen we daarvoor oplos-
singen zoeken; welke mogelijkheden (en onmogelijkheden) zijn er wat betreft
opleidingen, aanbod van banen; is huisvrouw-zijn werk, wat is tiepies vrouwen-
werk etc.' In november 1974 verschenen de eerste twee - kollektief geschreven
- Bonte Was boeken, En ze leefden nog lang en gelukkig...en Vrouwen over
seksualiteit met achterin opgaveformulieren voor twee weekends om over de
inhoud van die boeken te praten. In maart en april kwamen dan ook een paar
honderd vrouwen uit het hele land naar het Vrouwenhuis: huwelijk, seksua-
liteit, jaloezie, moederschap, het kwam allemaal aan bod, inklusief herkenning,
ondersteuning en rozigheid. De verslagen daarvan verschenen in de Vrouwen-
krant. Ook was Wij Vrouwen Eisen opgericht, was er in december '74 een tweede
gigantiese abortus-demonstratie, in Amsterdam. In de Vrouwenkrant berichten
daarover, en over 'de brief van de bisschoppen', over van Agt en over het 
abortuswet-voorstel Lamberts/Roethof.
Over een aantal tema's, waarmee de Vrouwenkrant in 1975 haar derde jaargang
inging, valt niet echt veel te zeggen. Zo was er het nummer 'getrouwd/onge-
trouwd' met een heel lang, niet zo begrijpelijk stuk over de geschiedenis van het
huwelijk, met als konklusie dat het huwelijk nu gebaseerd is op ongelijkheid en
ongelijkwaardigheid, maar dat, als vrouwen zich maar voldoende daarvan be-
wust worden, er vast nog wel 'aan het huwelijk ook voor haar een wezenlijke
vorm en inhoud kan worden toegekend'.
Andere tema's waren: 'Jong/Oud', over hoe vreselijk ouder worden kan zijn, om-
dat je dan niet meer aantrekkelijk genoeg bent en als vrouw niet meer meetelt;
'Rijk/ Arm', over status en inkomen die afhangen van de man waar je mee trouwt;
en in een later nummer over 'Moederschap' een artikel dat begint met: 'Dat moe-
derschap biologies bepaald is hoeft geen betoog' en eindigt met het advies om
van het gezin 'kleine infiltrerende bolwerkjes' te maken 'waarbij het moeder-
schap als kern zou moeten fungeren'.
De strijdbaarheid begon duidelijk te verdwijnen maar ten koste van de gezellig-
heid ging dat zeker niet. Een sfeer van 'wij-vrouwen-van-het-Vrouwenhuis'
ademt uit de kranten van begin '75. Steeds meer groepjes deden kond van hun
bestaan: groepjes voor de tuin, groepjes om te fotograferen, yoga te doen, te
eten. Helemaal prachtig was in nr. 15 de oproep voor de nog op te richten 'Troe-
tel en Koester Kolonne' met als doel: 'het bij toerbeurt vertroetelen/koesteren
van door ziekte of geestelijke of andere ellende ongelukkige vrouwen'. Met
prompt in het volgende nummer een aantal ervaringen van vrouwen die zich te
weinig (of te veel) gekoesterd voelden toen ze (voor het eerst meestal) het Vrou-
wenhuis binnenstapten.
Wat zochten al die Vrouwenhuis-vrouwen bij elkaar? Was de Wordt-Vervolgd-Se-
rie die in nr. 16 gestart werd het antwoord? Leuk is het wel, om te lezen hoe ie-
mand voor het eerst verliefd wordt, de ander in de volgende aflevering vertelt hoe
dat bij háár ging, om vervolgens als nietsvermoedende lezeres met de beide be-
nen op de grond gezet te worden in Wordt-Vervolgd-3, met de woorden: 'Nou die
meid die in Wordt-Vervolgd-1 aan het woord is werd door mijn vriendin op haar
oor gekust!', waarmee de driehoek kompleet was. Er speelde zich duidelijk van
alles af in het Vrouwenhuis en dus ook in de Vrouwenkrant. Om er een beter
beeld van te krijgen is het woord weer aan Annemarie Behrens: "Eigenlijk waren
we gewoon een soort kluphuis. Een kluphuis voor bevrijde vrouwen. We dachten
echt dat alle vrouwen onderdrukt waren, behalve wij. (lacht) Uit het niets waren
wij vrij. Achteraf bezien is het wel stom dat we dat niet inzagen, maar toen... Ons
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
21
hele leven speelde zich in het Vrouwenhuis af, al onze vrije tijd brachten we er
door (sliepen we wel eens?). En als het huis maar vol was, als er maar veel vrou-
wen kwamen èn veel kranten (want dat was zeg maar ons propagandamiddel)
"dan verandert de wereld vanzelf". Nú zou ik het feminisme als een revolutionai-
re beweging willen zien. Als ik me bedenk dat we al zó lang bezig zijn en bijvoor-
beeld nog steeds geen goeie abortuswet hebben en zoveel dingen die steeds
slechter worden voor vrouwen...; we moeten nu zoveel mogelijk plekken gaan
bezetten, denken over strategieën. De rest is luxe en ballast. Er gebeurden toen
natuurlijk wel andere dingen in huis dan dat iedereen lesbies werd en de rest dat
allemaal op de voet volgde - ik herinner me Dineke en Tineke, dat maakte je
van begin af aan mee en iedere krisis in zo'n relatie was weer een onderwerp van
gesprek- maar ik herinner me ook de woendagavonden met Anneke en Akke.
Door die diskussieavonden werd iedereen toen wel gevormd. Maar politiek? Dat
hoorde bij MVM, die waren voor het priegelwerk. En Dolle Mina was er voor het
leuke, het ludieke. Het Vrouwenhuis was een soort aparte fraktie - daar kwàm je
en dan wàs je gewoon levenslang een feminist, dat zat in je houding. Je ergerde
je ook aan vrouwen(groepen) die niet dezelfde inzet toonden, want de betrok-
kenheid bij de vrouwenbeweging was door het werken in het Vrouwenhuis wel
bijzonder groot."
'Hoe funktioneerde de Vrouwenkrant daarin, kregen jullie reakties of kritiek?'
Annemarie: "Nee we kregen nooit reakties op de inhoud, wel binnenshuis kri-
tiek over hoe het eruit zag, tikfouten, vies gestencild en soms ook wel dat het rare
of te lange stukken waren, maar wij reageerden daar ook nauwelijks op. "Als je
iets wilt moet je 't zelf maar komen doen", dat was een soort standaard reaktie
van ons. Natuurlijk de dooddoener waarmee je iedere diskussie af kunt doen. We
vonden ook echt dat er niet gezeurd mocht worden, "buiten" had iedereen het al
moeilijk genoeg, "binnen" 't feminisme moest je je gang kunnen gaan, dus wie
zich opwond was een trut.'
In deze kontekst - zoals Annemarie die schetst - kan ik de vele rare stukjes wel
iets beter plaatsen. En valt het 17e nummer dat als tema 'relaties' heeft niet eens zo
heel erg uit de toon. Verliefdheden (de eerste keer, de laatste, die ertussenin), af-
hankelijkheid, romantiek en ruzies, hetero-konditionering en moeder-dochter-pa-
tronen, de ballade van een lesbiese vrouw - er lijkt bij het lezen van dat alles
geen twijfel meer mogelijk: de hele vrouwenbeweging is homoseksueel! Eén
vrouw schrijft nog over 'een merkwaardige relatie: het kantoorhuwelijk', over alle huis-
houdelijke, emotioneel-/erotiese verzorging die in zo'n baan van je verwacht
wordt. Maar het stukje valt geheel in 't niet bij de problematiek van de persoonlij-
ke verhoudingen. Nu was het waarschijnlijk de vraag of dit alles nu a-politiek of
onfeministies was en deze Vrouwenkrant wel of niet de buitenwereld in mocht,
enigszins in het midden gebleven, ware het niet dat er in ieder geval één stukje in
dit nummer stond waar geen twijfel over mogelijk was: dit kàn absoluut niet! An-
nemarie kan het zich allemaal niet zo goed meer herinneren, wel dat er een hele
toestand rondom de krant ontstond. Het betreffende stukje was een verhaal van
een klein meisje over een kies die getrokken werd, maar wat leest als over een
verkrachting. Annemarie: "Het was gewoon een middelbare-school-viezigheid,
een flauwe grap. Later bleek dat het kind het niet eens zelf geschreven had maar
dat het zo'n schunnig klassegrapje was. Nee en de konsekwenties die het alle-
maal had; echt heel vreselijk. We hielden namelijk voet bij stuk, we vonden het
toen heel leuk en grappig. Er stond in die krant nog een verhaaltje van een klein
meisje en dit was geschreven door het zusje van Marian geloof ik, en we vonden
dat het er wel bij kon. Maar toen zijn dus de kranten verstopt, de hele oplage,
want een heleboel vrouwen, van de Bonte Was enzo, vonden dat dit te ver ging.
Nou en toen ontstonden er meteen allerlei frakties in het Vrouwenhuis, een voor,
een tegen, een groep die het ook niet goed vond maar het weer flauw vond dat
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
22
de kranten verstopt waren en een soort anti-Bonte Was stemming ging kweken.
Dat was allemaal heel naar."
Wat gebeurde er precies? Wie verstopte de hele oplage? Wat was de kritiek?
Greet Vooren, die ik om een reaktie vroeg omdat ook zij aan de Vrouwenkrant
meegewerkt heeft in die tijd, stuurde me een aantal bladzijden uit het Vrouwen-
huis-logboek. Behalve de mededeling dat de bruine bonen en de kaarsen op zijn
en ingekocht moeten worden tref ik een reaktie aan op de huisvergadering, waar
vermoedelijk iemand het voorstel heeft gedaan een timmerkursus'leidster' te be-
talen, Ene Ineke schrijft: 'Vrouwelijke aktiviteiten als koken, schoonmaken, zor-
gen voor de inwendige mens etc. zijn blijkbaar minder waard dan een "mannelij-
ke" aktiviteit als timmeren. De paar vrouwen die deze tak van sport beheersen
kunnen daar blijkbaar van profiteren door er geld voor te vragen. Ik vind dit a, ka-
pitalisties b, anti-feministies,.. etc, Kortom ik kan weinig waardering voor deze
vrouwen opbrengen. Laat ze maar weggaan uit het Vrouwenhuis. Ik volg wel een
timmerkursus bij m'n oom de timmerman, die zijkt tenminste niet over geld!'
Over de krant: een oproep om nr. 17 te komen helpen stencillen en rapen en dan
ineens een week later 'Als ik deze Vrouwenkrant niet mag verkopen ziet men mij
morgen ook niet op de temadag. Wat zijn dat voor methoden, ZEDELOOS!' en ie-
mand anders 'ik ben woedend'. De volgende bladzij brengt uitkomst met de unie-
ke woorden: 'Heden, vrijdag 9 mei, heb ik, Greet Vooren, de Vrouwenkrant terug-
gelegd waar hij lag voordat ik hem weglegde,' En dan schrijft Akke van der Meer:
'Voor de vrouwen die zich zo woedend hebben gemaakt, en voor de anderen,
volgt hier mijn motivatie om - nog steeds - te vinden dat Vrouwenkrant no. 17
niet gepubliceerd moet worden in de huidige vorm, De Vrouwenkrant is een femi-
nistiese krant. Dat betekent dat zij geen vrijblijvend blad is, maar een boodschap
heeft. Een Vrouwenkrant met als tema relaties dient van dit verschijnsel een femi-
nistiese benadering te geven (...) een analyse van wat je vanuit het feminisme
over relaties te melden hebt aan andere vrouwen, aan alle vrouwen van Neder-
land. Met de Vrouwenkrant moet je naar je moeder kunnen gaan en zeggen:
"Kijk moeder, dit is het feminisme, dat is belangrijk voor je, daar kun je wat aan
hebben, dit moet je lezen." Met deze Vrouwenkrant is dat uitgesloten. Ik schaam
mij voor deze flauwekul (..,) De opvatting van relaties die deze Vrouwenkrant ver-
tegenwoordigt gaat niet verder dan: mijn vriendin en ik houden zo van elkaar, we
houden allebei van exotisch eten en van oude geveltjes, Is dat een poging tot fe-
ministiese analyse? Een relatienummer dat uitsluitend lesbiese ervaringstukken
biedt van niet analyserend, dus niet-feministies karakter, is onvolledig. Gelukkig
staat er voor de vrouwen van Nederland één hetero-stukje in: 12 regels uitmun-
tende porno, geschreven door een meisje van 12 jaar...' Tesamen met het log-
boek stuurt Greet Vooren een beschrijving-achteraf van het gebeuren, waarin ze
tegelijkertijd een prachtig beeld schetst van die hele periode.
Greet Vooren: "Ik heb van de weeromstuit het vermaledijde nummer 17 opgevist
en ja, het waren rare kranten. En stormachtige tijden, maar dat zijn tijden mis-
schien altijd, Dat het rare kranten waren vond ik toen ook al, maar dat neemt niet
weg dat ik er, voor zover zich dat voordeed, met plezier en een groot gevoel van
loyaliteit aan heb meegewerkt. Want het was prettig om ergens aan te werken,
wat moest je anders doen? Ik herinner me vooral de winter: grillige bijeenkom-
sten in de serre, terwijl er weken achter elkaar stromen water op het serredak
neerstortten, Terwijl wij daar met elkaar praatten en elkaar tot stukjes aanzetten
voor de door Annemarie met ontembare daadkracht gemaakte krant, veranderde
de wereld buiten in een ondiep meer waarboven het nooit licht werd, en in het
Vrouwenhuis was het met het licht ook nogal desolaat gesteld. Wat de inhoud
van de krant betreft: zeg er maar donder op dat de meest onbegrijpelijke stukken
met teoretiese pretentie afkomstig waren van Evelien Schripsema, die ook niet zo
goed wist waar ze aan bezig was maar die het wel interessant vond allemaal.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
23
Maar die krant was goed omdat wij hem samen gemaakt hadden, daar kwam het
ongeveer op neer, voor zover het ergens op neer kwam, Als iemand het beter
kon was die welkom. Ik denk dat de krant vooral effekt had op degenen die er
aan werkten (Els Thissen, Hendrikje Houting, Marion Crezee, Evelien), en dat is
natuurlijk niet genoeg, maar verder denk ik dat het voor het klimaat in het huis in
die tijd ook wel heeft uitgemaakt dat er een medium was op kortere termijn dan
de Bonte-Was-uitgaven. Aankondigingen konden erin, incidentele stukjes, en er
verscheen wat om de zoveel tijd, dat had toch wel een animerend effekt.(...) Van
de ruzie herinner ik me weinig. Het werd toen geloof ik een beetje een kwestie
van verdeelde loyaliteit: ik zat in de Bonte Was en die vonden dat het niet kon en
toen dacht ik, ik begin maar eens met die krant weg te leggen (in een van de kroch-
ten bij de zolder), eerst moet er duidelijkheid komen over wat er nou eigenlijk aan
de hand is. Dat wegleggen van de krant was een partikuliere aktiviteit waarover ik
met niemand overleg had gepleegd, vandaar dat ik toen na een aantal dagen de
rel wat bedaard was mij geroepen voelde om in het logboek te schrijven dat ik
het had gedaan. De krant is toen tenslotte gewoon verspreid, o.a. vanuit het idee
dat het er toch maar een paar honderd waren en dat niemand er erg op lette."
Dat was dan het relatienummer, maar waar ik inmiddels wel nieuwsgierig naar
geworden ben is Eveline Schripsema, die volgens Annemarie en Greet 'het teo-
retiese gedeelte verzorgde'. Zou zij nog iets toe te voegen hebben aan het beeld
van de Vrouwenkrant en van deze periode? Na enig vergeefs speurwerk liep ie-
mand haar toevallig tegen 't lijf op een bijeenkomst van de Turkse vrouwenorga-
nisatie, waar zij vertelde dat haar mooie teoretiese stukken meestal door de an-
deren werden afgekeurd. Een gesprek volgde kort daarna. Eveline Schripsema:
"Welke stukken ik nou schreef? Ik zou het niet meer weten. Ik herinner me wel
al die gesprekken over de tema's. Dat gaf wel eens wrijving, niet dat we ruzies
hadden, dat werd nauwlettend voorkomen, maar het duurde heel lang soms
voordat er iets uit kwam wat voor iedereen acceptabel was, het moest iets zijn
waar iedereen zich in kon vinden. Het was ook allemaal zo nieuw wat we deden;
je kwam toen ook niet verder dan wat slinkse openingen naar hoe de wereld in
elkaar zou kunnen zitten. Ik herinner me zo'n tema als prestatie/prestige, er was
dan verder niemand die de relatie kon leggen met iets als produktie. Dat heeft
dan met politiek te maken, maar niemand was echt politiek aktief en ook niet ge-
schoold in dat soort dingen. Nou werden linkse vrouwen door hun samenwer-
king met mannen ook nogal gewantrouwd, in die zin was politiek echt een heet
hangijzer en het bewustzijn van bijvoorbeeld het verband tussen loonarbeid, ka-
pitaal en je positie als vrouw, bleef buiten de deur. Wat er heerste was de toen ra-
dikaal feministiese principiële weigering om de wereld vanuit de kategorie loon-
arbeid te verklaren. Of ik dat zelf alsmaar wel wilde? Nee, in die zin dat in de dis-
kussies die we er over hadden, we er ook helemaal niet uitkwamen; de bekende
mevrouw-Philips-diskussie. En verder was de noodzaak er toen ook nog niet zo
als nu. We probeerden dan wel, en daar leerde je echt ontzettend veel van, om je
eigen positie en leven in een bredere maatschappelijke kontekst te plaatsen,
maar de onderlinge identifikatie zat helemaal niet in iets als loonafhankelijkheid.
Binnen het Vrouwenhuis hield je je meer bezig met verschijnselen als de last die
je van kerels op je werk had, in plaats van iets als werkloosheid. Dat lag toen ook
anders, als je een baan had was je ook niet zo bang om die te verliezen. En geld
was ook niet het eerste probleem voor de meesten. Dus hield je je bezig met het
emotionele of het seksuele en verder met het op de helling zetten van wat men-
sen dàchten.
Het was een periode waarin het Vrouwenhuis een heel geïsoleerde sfeer had, al-
les lag toen nogal moeizaam, het was een vrij gesloten geheel. Het was heel be-
langrijk om aktiviteiten te organiseren die iets naar buiten konden brengen van
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
24
waar we mee bezig waren, en daarom was de krant ook heel belangrijk. Door op
te schrijven wat er gebeurde gaf je vrouwen van buiten toch identifikatiemogelijk-
heden, ook al waren ze er niet bij. En dan deed de kwaliteit er misschien niet
eens zoveel toe. Wat we leerden, en dat gold voor alle Vrouwenhuis-vrouwen,
was om zelfstandig te opereren. En naar buiten toe had het huis een soort Kop
van Jut-funktie; doordat wij er waren kon je als minder radikale vrouw nog iets
zeggen op een verjaarsfeestje."
Het 'zelfstandig opereren', aktiviteiten ook naar buiten toe, er gebeurde eigenlijk
ontzettend veel, want met het verder lezen van de Vrouwenkranten kom ik weer
nieuwe groepen en initiatieven tegen. Zo is er in 'het vermaledijde' nummer 17
de oproep van het Amsterdamse Aktiekomitee Werkloze Vrouwen die gelijk werk,
gelijk loon, gelijke uitkering, gelijke behandeling (dus geen willekeur) en afschaf-
fing van het kostwinnersprincipe eisen. Blijf van m'n Lijf heeft inmiddels een ei-
gen pand gekraakt; Cinemien, het feministies filmkollektief is opgericht. Uit Parijs
is er het verslag van een internationale bijeenkomst waar voorbereidingen voor
het Internationale Tribunaal over Misdaden tegen de Vrouw getroffen zijn. Vrou-
wen uit meer dan twintig landen hebben plannen gesmeed voor de opzet, de on-
derwerpen, de plaats waar, en een ieder gaat met een takenpakket je voor eigen
land (aanklachten verzamelen, fondsenwerving, publiciteit) weer huiswaarts. Een
belangrijk plan, waarvan we nu weten dat het een jaar later in '76 in Brussel ge-
realiseerd zou worden. Vanuit Portugal een oproep voor steun en solidariteit -
een bijeenkomst ter gelegenheid van het jaar van de vrouw is door mannen ge-
welddadig uit elkaar geslagen.
Er was inmiddels al bijna een half 'jaar van de vrouw' voorbij en het werd tijd voor
een tegenzet. De Vrouwenkrant had op verschillende manieren reeds haar twij-
fels laten blijken - in nummer 15 een heel duidelijk stukje dat eindigt met: 'Wij
vrouwen vormen een indrukwekkend grote minderheidsgroep, maar we zullen op
onze hoede moeten zijn voor vormen van repressieve tolerantie zoals het "jaar
van de vrouw", die er op gericht zijn onze kracht te breken.' In nummer 17 dan
ook een aankondiging van de
FEMCIPADE!.
Marieke Griffijn was een van de
vrouwen die in de organisatie zat: "De beslissing om de Femcipade te organiseren.
hebben we toen op het LOV genomen, dat heette toen nog niet zo, maar het wa-
ren de landelijke overlegbijeenkomsten van de verschillende vrouwenhuizen. Ik-
zelf zat toen bij het Vrouwenhuis Rotterdam in oprichting en verder had je
Utrecht en Groningen en ik geloof ook Eindhoven. Hoe we op het idee gekomen
zijn weet ik niet meer precies, maar we wilden in ieder geval iets tegen die Eman-
cipade doen, want dat vonden we maar raar. Het jaar van de vrouw was sowieso
belachelijk - Dolle Mina heeft toen nog een affiesje gemaakt met "Geen jaar,
maar een leven voor de vrouw" - maar die Emancipade was ook zo'n beetje
door de overheid georganiseerd samen met allerlei traditionele vrouwenorgani-
saties, de christelijke vrouwenbond en de plattelandsvrouwen enzo, en het was
niet eens aan de vrouwenhuizen gevraagd of we meededen. Maar we wilden er
ook niks mee te maken hebben, Wat we toen eerst bedachten was om dan maar
de boel te gaan verstieren; ik zei nog dat we 's morgens vroeg dan de sloten met
metaallijm dicht moesten gaan smeren, maar dat vonden de meesten toch te kru,
en verder hadden we nog wat flauwe akties. Wat we moesten was tegenwicht ge-
ven door zèlf iets te doen. Wat we allemaal deden op de Femcipade? Het gekke
van dat soort dingen is dat je je vaak van de dag zèlf nauwelijks meer iets kunt
herinneren. Wel dat we van tevoren met Phil en Nicolaine en nog een paar het
hele Vrouwenhuis opgeknapt hebben, ik heb het trappenhuis nog geschilderd,
En Nicolaine is in de filmzaal van een trapje gevallen en had ineens haar elle-
boog uit de kom. Maar de dag zelf? Ja, er waren diskussiegroepjes over allerlei
onderwerpen. En wat echt schitterend was, was de volgende dag - iedereen
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
25
was blijven slapen - de boottocht door de grachten. In een rondvaartboot, met
spandoeken er op en wij maar joelen "vrouwen! vrouwen! vrouwen'" en hoe blij
we waren als er vrouwen terugzwaaiden. We waren allemaal helemaal lyries en
hebben echt vreselijke lol gehad. Of ik er daarna in de Vrouwenkrant over las?
Nee, want ik schreef alsmaar voor een abonnement, maar ik kreeg hem nooit."
Nummer 18 (dat als tema 'werk' heeft) komt in mei '75 met allerlei verslagen van de
Femcipade èn de Emancipade. De Bonte Was bijvoorbeeld was daar toch maar
naar toe gegaan met de boeken en had heel wat afgediskussieerd; een vrouw
was samen met haar moeder gegaan en had een gezellig dagje uit gehad; weer
iemand anders beschrijft hoe vreselijk het was, al die heren achter de tafel en alle
vrouwen in standjes met poffertjes, handwerkjes en geschikte bloemen, Over de
Femcipade ('eindelijk het saamhorigheidsgevoel dat op de Emancipade maar
niet gevonden kon worden') wordt heel enthousiast geschreven, de boottocht is
inderdaad een groot sukses geweest, maar ook de diskussiegroepen, Eén daar-
van over vrouwen en politiek: 'Als we ons maar blijven konformeren aan de man-
nen (in de partij) komen we geen steek verder'. Iets anders in deze krant is het
onderwerp 'moeders van feministen': twee bladzijden met hoe de schrijfsters
over haar moeder dachten en wat ze leuk of vervelend aan d'r vonden en hoe dat
kwam en daarbij de oproep voor een Moeder-Dochter-Weekend in het Vrouwen-
huis.
De zomervakantie naderde en daarmee ook de organisatieproblemen van het
huis en met name de opvang van nieuwe vrouwen. Het Vrouwenhuis was er toch
om zelf iets te doen, maar ja, niet iedereen wist of wilde meteen iets, dus dan toch
maar introduktietoestanden organiseren? Het bleef een probleem evenals de
koördinatie - wie is verantwoordelijk voor wat? Eveline vertelde lachend over de
problemen die het runnen van het huis op kon leveren, omdat alles gezamenlijk
besloten moest worden en de vergaderingen niet teveel voorgezeten mochten
worden. Eindeloos gepraat, alleen al over de te volgen, zo demokraties mogelij-
ke, procedure, was dan het gevolg. En daarbij introduceerde ze Lucy Schothorst
die dan probeerde stiekem voorzitter te spelen zonder dat iemand het zou mer-
ken, en niet zonder trots vertelde Lucy zelf, dat zij op zo'n avond een rekord ves-
tigde doordat de hele agenda afgewerkt werd, in tegenstelling tot de 'normale'
één of twee punten per avond. Eveline en Lucy zijn twee van de vrouwen die sa-
men met een zeer variërend aantal andere vrouwen zouden doorgaan met de
Vrouwenkrant toen in september de ouwe klup min of meer uit elkaar viel. Met
Annemarie Behrens blik ik nog een keer terug. Annemarie: "Het werd echt tijd
voor een betere, professionelere krant. Die vrouwen die dat wilden hadden groot
gelijk. Wij rommelden op het laatst ook echt een beetje aan, het lukte niet meer
om de krant vol te krijgen." En als ze de kranten nog eens doorbladert: "Weet je
dat ik echt dacht dat we over de tema's schreven en verbanden zochten met de
wereld. Als ik dit zo zie is het meeste toch wel hoogst individueel. Waarschijnlijk
kocht iedereen de krant toen uit een soort loyaliteit, meer dan omdat het zo'n
goed medium was. Het is misschien raar dat we dat niet door hadden, maar het
hangt echt samen met die hele tijd. We hadden het dan wel alsmaar over onszelf,
aan de andere kant waren wij met de Vrouwenkrant bijvoorbeeld tróts op het feit
dat we niet in een praatgroep gezeten hadden. We hebben het nog wel even ge-
probeerd in een lesbiese praatgroep maar na twee bijeenkomsten wisten we niet
meer waar wij - als lesbiese vrouwen - het nu specifiek over moeten hebben,
we kwamen op dezelfde onderwerpen uit, maar we vonden dus toen al dat die
praatgroepentijd voorbij was - dat het toch nooit meer zou worden wat het was,
dat er nu gewèrkt moest gaan worden. 'Wat we van de latere Vrouwenkrant
vonden? Ze lachten nooit."
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
26
Gedurende de herfst van '75 bleek het een hele klus om de Vrouwenkrant over-
eind te houden. Verschillende pogingen werden ondernomen om de lezeressen
te blijven boeien, wat een nogal wisselend resultaat opleverde. Zo prijkt op de
voorkant van nummer 19 een heuse tango, kompleet met noten, getiteld 'het
vrouwelijk beginsel'. Nog een muzikale uiting op de achterkant: 'een pakkend
lied zonder konsessies', getiteld 'scherven brengen geluk', wat doelt op het in
gruzelementen vallen van iemands broze beeld van een sterke vrouw die altijd
klaar stond voor iedereen. Het is in ieder geval een betere bijdrage aan de femi-
nistiese kultuur, dan de bespreking van het vreselijke boek van Erica Jong, 'Het
ritsloze nummer', dat volgens de schrijfster heel goed is omdat het vanuit de
vrouw in het boek, 'hoe zij het voelt', geschreven is.
In een volgend nummer besloten de maaksters ineens tot ondertekening van de
stukken over te gaan. Misschien had het wel te maken met de zo heel grote ver-
schillen in inbreng, of was het bedoeld om meer orde op zaken te stellen? Ik weet
het niet. Wel gebeurde dat laatste duidelijk bij het decembernummer - dat ziet er
ineens weer iets steviger uit, met allerlei artikelen over het jaar van de vrouw; na-
beschouwingen, het meten van de 'resultaten', en opiniepeilingen uit het Vrou-
wenhuis. Een vraag aan een vrouw van de VOS-kursus: 'Weet je door wie of wel-
ke organisatie het jaar van de vrouw is ingesteld?' 'Nee, ik heb geen flauw idee.
Was dat niet Henny de Swaan?' Een andere reaktie: 'De bedoeling van dit jaar
was volgens mij om de vrouw wat vrijheid te geven. Om haar wat meer voor zich-
zelf op te laten komen. Wat dat betreft vind ik dat er niet veel veranderd is. Maar
ik denk dat daar voor nog wel een paar jaar nodig zijn.' En: 'Mijn man zei: "Ja,
het mag dan het jaar van de vrouw zijn, maar er moet toch afgewassen worden".'
Deze laatste krant van 1975 luidde een nieuwe start in. Een wat vastere redaktie
begon zich te vormen en die wilde nu eens echte, overzichtelijke temanummers
gaan schrijven, van de Vrouwenkrant een echte krant maken.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
27
BELEID BEVRIJDT
Aan een van de vrouwen die het Jaar van de Vrouw middels nummer 21 uitgeleide
hadden helpen doen, vroeg ik waarom ze in 1975 bij de krant gegaan was.
Mieke Goudt: "Omdat ik de Vrouwenkrant altijd een heel belangrijk medium in de
beweging vond. En het eerste jaar, voor het Vrouwenhuis er was, vond ik de
krant ook inhoudelijk goed, daarna werd het meer een Vrouwenhuisblad met
nieuws uit het Vrouwenhuis, maar tegen de tijd dat ik erbij kwam vond ik het nivo
heel erg gedaald. Het was een soort intern roddelblaadje geworden, waarin vrou-
wen elkaar allerlei verwijten naar het hoofd gooiden, ik vond er stomme verhaal-
tjes instaan, kortom: slecht, slecht, slecht. Met een paar andere vrouwen heb ik
daar eerst een tijdje over lopen kankeren en later bedacht ik dat ik daar dan ook
maar iets aan moest gaan doen. Dus toen heb ik me heel vast voorgenomen om
ook echt aktief te worden en er een mooi blad van te maken. Wie er toen bij za-
ten? Wat ik me herinner van de eerste vergadering waren dat Lucy Schothorst,
Marian Ruhe, May van Sligter en Maria van Lier. En met deze ploeg zijn we ons in
eerste instantie met het uiterlijk van de krant bezig gaan houden, want het was
prakties onleesbaar geworden de laatste tijd, schuin en vies gestencild en zo. Als
je iets schrijft, dan moet het ook leesbaar zijn, vind ik. Voor ons was het in ieder
geval een gigantiese vooruitgang dat in '76, het eerste nummer dat we maakten
een blauw kaftje had. Niet echt revolutionair, maar het was een hele verbetering,
ook omdat ik dat nummer associeerde met de Vrouwenkranten uit de begintijd,
die hadden ook een gekleurde voorkant en die had ik ook altijd heel goed gevon-
den - echt zoiets van 'weer terug naar de goeie ouwe tijd'."
Nummer 22 dus, een blauw kaftje, over het Vrouwenhuis waar het alsmaar druk-
ker wordt, het aantal groepen loopt in de tientallen. Een selektie: VOS-kursussen
en de Open Vrouwenschool; de mediagroep die iets aan het seksisme in het pers-
wezen wil doen; de fem-soc en haar leerdagen (een weekend naar buiten op een
volkshogeschool); de radikale terapie en de lesbiese groep. De laatste gaat een
weekend naar een jeugdherberg en hoopt het te kunnen stellen 'zonder zwaar-
moedige diskussies over dubbele diskriminatie, eigen tekortkomingen en hoe
vertel ik het mijn ouders. Maar bijvoorbeeld wel: vrouweneiland, consciousness-
lowering, vrolijke guerilla, seks en vrouwen kultuur' en ook nog 'ontwapenende
artiestes op de zaterdagavond'. De radikale terapie-groep daarentegen wil 'de
pijnervaringen bij vrouwen losmaken', want daardoor 'komt veel energie vrij, kan
je weer op je gevoel vertrouwen en ben je ook in staat om beter na te denken.
Wat allemaal hopelijk tot resultaat heeft dat vrouwen gelukkiger worden ...' De
hier genoemde groepen lijken zich met nogal verschillende zaken bezig te hou-
den. In de inleiding staat dan ook: 'Langzamerhand heeft het Vrouwenhuis zich
ontwikkeld tot een centrum waar de meest uiteenlopende feministiese aktiviteiten
plaats vinden. Een gezamenlijke ideologie is niet ontwikkeld. Het enige waar de
vrouwen die in het Vrouwenhuis werken en komen, het over eens zijn, is dat ze
daar op die plek met vrouwen aan hun bevrijding willen werken.'
Na het Vrouwenhuisnummer een krant over 'Vrouwen en Politiek'. Ook daar ver-
scheidenheid: sprak het tot nu toe in de radikale vrouwenbeweging vanzelf, dat
de strijd buiten mannenorganisaties, alleen met vrouwen aangegaan zou worden
- dat was nou juist het bijzondere van de praatgroepen beweging (en van de
krant en het huis die daaruit voortvloeiden) - in dit nummer wordt ineen aantal
artikelen vurig gepleit voor feminisme binnen de politieke partijen, en lees ik zelfs
een heel verhaal van een vrouw die het zo belangrijk vindt om te proberen met
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
28
mannen samen te werken en hen te emanciperen, want als dat lukt bevestigt het
je zo in je feminisme. Maar ook zijn er stukjes over de beperktheid van de partij-
politiek - het is vechten tegen de bierkaai en zonde van je energie. Daarbij
(zelfs) een stukje over een eigen vrouwenpartij. Maar de schrijfster konkludeert
dat het vooralsnog zou neerkomen op 'het uitakteren van onze machteloosheid'
en dat we nu beter af zijn met 'vormen van strijd die vrouwen samenbrengt in
kleine groepen, waar eigen bekwaamheden ontwikkeld kunnen worden'.
Mieke: "Als je nu deze krant over vrouwen en politiek bekijkt, en ook naar hoe we
daarna verder gingen (het volgende nummer ging over zelf-hulp, dat was inmid-
dels uit Amerika over komen waaien), dan zie je inderdaad dat we - nog hele-
maal niet zo bewust - een andere kant opgingen. Hoorde de Vrouwenkrant
vroeger bij de praatgroepen, dus bij de radikale vrouwenbeweging, wij begonnen
toen iets te laten zien van andere vrouwen. Dus in dat nummer: wat doen de Rooie
Vrouwen, de PSP-vrouwen enzovoort."
In dit voorjaar, van 1976, speelden er twee belangrijke zaken. Eén daarvan was
het Internationale Tribunaal over Misdaden tegen de Vrouw, in Brussel. Jammer
genoeg is er niet veel over te lezen in de Vrouwenkrant, terwijl het toch zo'n in-
drukwekkende gebeurtenis was. Misschien was het allemaal wel té indrukwek-
kend - het is ook moeilijk om over al die aanklachten te schrijven, de een vaak
nog gruwelijker dan de ander, met oplossingen ervoor niet direkt bij de hand. Het
verslag in de Vrouwenkrant geeft dan ook voornamelijk impressies, over de
konflikten met de mannenpers, over het zoeken naar een struktuur van gelijk-
waardigheid, dwars door de afstandelijke podia, afgesloten hokjes, zalen en el-
lenlange stoelenrijen heen. En vooral, als rode draad in het verslag, de onderlin-
ge solidariteit, die er gewoon wàs, ook over alle politieke (door mannen bepaal-
de) grenzen heen. Een van de besproken onderwerpen, de klitoridektomie, komt
in het zomernummer van de Vrouwenkrant nog ter sprake. De vertaling van de
volledige weergave van alle aanklachten zou in 1977 in boekvorm bij de Bonte
Was verschijnen, onder de titel Misdaden tegen de vrouw
Het tweede punt dat voorjaar was 'the continuing story' rondom de abortuswet-
geving. De PvdA wilde, bij monde van Roethof, met de VVD gaan onderhan-
delen over een gezamenlijk wetsontwerp. In de Vrouwenkrant een verslag 
van een Rooie-Vrouwen-bijeenkomst waar besloten werd om niet mee te gaan
met het partijstandpunt, maar aan de feministiese eisen vast te houden. Met
als heugelijke konklusie: 'indien de PvdA-fraktie onze opstelling niet zéér zwaar
laat wegen, dan zullen vele vrouwen daaruit de konsekwentie trekken en opzeg-
gen als PvdA-lid. We zullen een steeds grotere vuist laten zien.' En daaronder
een oproep voor de demonstratie van 24 april, met de drie bekende eisen en
daaraan toegevoegd 'geen kompromissen! Ze zullen godverdomme weten wat
we willen!'
Nog meer abortusperikelen, en wel zeer hevige, kondigden zich aan in mei, toen
de Bloemenhovekliniek met sluiting bedreigd werd. Van Agt liet behandelkamers
verzegelen, een paar vrouwen werden gewaarschuwd, snelden erheen en ver-
braken de zegels. Maar dat betekende meteen een bezetting, want ze durfden
niet weg, en via een sneeuwbal-telefoonlijn werden honderden vrouwen opge-
roepen om er aan mee te doen. Ook de Vrouwenkrant kwam in aktie en stencilde
in een dag een speciale bezettings-editie in elkaar, met al het aktienieuws heet
van de naald. Van uur tot uur werd verslag gedaan van de ontwikkelingen rond-
om de kliniek, afgewisseld met strijdliederen èn niet te vergeten: sukses op het
end! 'Dankzij de aktievoerende vrouwen is het gelukt de snode plannen van Van
Agt te verijdelen!' Die verslaggeving van de bezetting werd in een degelijker ver-
sie nog eens overgedaan in het zomernummer. Mieke:"Die Bloemenhove-editie
was voor de Vrouwenkrant eigenlijk een soort stilte voor de storm, in die zin dat
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
29
we een beetje nagedacht hadden over hoe het nu verder moest. Met die tema's
zat het wel goed, die bevielen ons wel, maar de krant moest er ook nog beter uit
gaan zien, we wilden meer mensen bereiken. We maakten al steeds grotere opla-
gen van die stencils, dat waren er 50 toen we begonnen, maar tegen de zomer al
een paar honderd. Annemarie Behrens vertelde dat het er in haar tijd wel 700
waren en dat was toen ook zo, maar de laatste helft van '75 is er vreselijk de klad in
geweest. Maar goed, wij kregen dus de grote klap: Wij Vrouwen Gingen Drukken,
en je kunt je voorstellen wat een toestand dat was. We wisten nèrgens wat van.
Niet wat lay-outen was, niet hoe je pagina's moest verdelen, niet hoe je koppen
moest plakken, niet hoe je foto's moest rasteren, we wisten helemaal niets. Jet
Versluis - die was er toen ook net bijgekomen - had zich samen met May van
Sligter al wel een beetje op het lay-outen gestort, maar alles bij elkaar was het
toch nog een ontzettend gezweet om de krant nog voor de vakantie af te krijgen.
We waren maar met z'n vijven en na afloop dan ook helemaal op. Maar ik herin-
ner me dat het, alles bij elkaar, toch wel erg aansloeg."
Vanaf nummer 25 draagt de krant de kenmerken met zich mee van de Vrouwen-
krant, zoals de meeste vrouwen haar hebben Ieren kennen of haar zich nu herin-
neren. Want de Vrouwenkrant heeft met deze opzet haar landelijke bekendheid
en haar groeiend aantal abonnees gekregen. Qua inhoud is nummer 25 een van
die kranten die, zeker voor die tijd, iets verrassends heeft. 'Masturbatie' is het
tema. Ikzelf herinner me de diskussieavond in het Vrouwenhuis over masturbatie
en daarvan vooral de opluchting die het gaf om erover te kunnen lachen met elkaar;
over de krampachtigheid waarmee iedereen haar best deed om klaar te komen;
over de toeren die vrouwen soms uit moeten halen om het überhaupt zover te la-
ten komen (het beroemde verhaal van de vrouw die de wasmachine gebruikte die
zo lekker trilde); over de schuldgevoelens die je zomaar uit kon spreken en kon
delen.
Ook verrassend, maar iets heel anders, is dan in september '76 het Eerste Natio-
nale Vrouwenfestival in het Vondelpark te Amsterdam. Voor wie er bij was, een
uniek gebeuren, voor 'daarna' het septembernummer van de Vrouwenkrant:
foto's van vuurspuwende, vioolspelende, filmdraaiende, boekverkopende, teater-
makende vrouwen; enthousiaste verhalen over wie wat allemaal deed of zag (er
was een strijkorkest 'het uitstrijkje' en een blaasorkest 'de blaasontsteking') en
teksten van strijdliederen. In dit 'kunst'nummer ook een bespreking van het Moe-
derboek van de Bonte Was. Het prachtige gedicht van Ria Giskes over Internatio-
nale Solidariteit staat er bij afgedrukt, zij het met een freudiaanse (?) wijziging
van de typiste: van de strofe 'Jij die van voren en achteren werd verkracht hoe
kun je ooit begrijpen dat ik het neuken zonder meer veracht' is de laatste zin
doodleuk veranderd in 'het neuken soms veracht'. Maar afgezien van dit soort
nalatigheden slaagde de redaktie erin om zich tijdens het maken van deze krant
te herstellen van 'de Grote Klap van het Drukken' en alles wat daarbij kwam kij-
ken. Behalve Maria, May, Marian, Mieke, Jet, Lucyen Gon Buurman die er al wa-
ren, sloten zich Puck Groen, Anna Aalten en tekenvrouw Josien Molenaar bij de
redaktie aan. Mieke: "Met dit tiental vrouwen begonnen we aan het verkrachtings-
nummer. Nou, dat was echt een nachtmerrie, die krant. Verschrikkelijk, wat zijn
we dáár mee bezig geweest. De krant kwam ook veel later uit dan gepland was,
pas in november, nadat we avonden en avonden gepraat hadden. Dat was echt
de eerste keer dat we één tema zó ontzettend uitgespit hebben en daar ook alle-
maal suksessievelijk knettergek van werden. Maar het werd wel een heel kollek-
tief produkt. Ik zie nog voor me hoe we allemaal samen de inleiding zaten te
schrijven, echt met z'n allen waren we boos en wilden we duidelijk maken dat
verkrachting bestaat. Wat ook heel goed was, was dat we Vrouwen tegen Ver-
krachting erbij gehaald hadden. Die bestonden nog niet zo lang, maar hadden
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
30
heel wat te vertellen en te schrijven over wat ze allemaal meegemaakt hadden.
Ja, en verder waren eigenlijk, zoals je wel weet, de meeste verhalen die in de
Vrouwenkrant stonden, ervaringen van de redaktie zelf, dus daar kwam ook aar-
dig wat naar boven. Het was een nummer dat een geweldige opgang maakte en
vrijwel onmiddellijk herdrukt moest worden."
Inderdaad is het verkrachtingsnummer (nr. 27 november '76) een van de hoogte-
punten uit de Vrouwenkrantgeschiedenis. Tot in 1981 kwamen er nog telefoont-
jes binnen bij de redaktie voor een nabestelling. Maar er was dan ook niet eerder
ergens anders zo helder over verkrachting geschreven. Over de feiten: verkrach-
ting binnen het huwelijk, en daarbuiten, in de meeste gevallen door een familielid
of bekende; over de reakties: van politie en justitie, maar ook van de 'omgeving'.
Het was de eerste keer dat zo duidelijk alle mogelijke vooroordelen en beschuldi-
gingen bestreden werden en er iets naar buiten kwam van de ellende, de verne-
dering en de woede van vrouwen zelf. En ook maakt deze krant duidelijk dat ver-
krachting alles te maken heeft met geweld. En met onderdrukking van alle vrouwen
door alle mannen. Jet Versluis:"Waar we het met elkaar ook heel veel over hadden
was hóe we die ervaringen op zouden schrijven. We waren bang dat mannen het
misschien als een soort porno zouden lezen. We hebben toen geprobeerd het zó
te doen, dat als een man het zou lezen, hij zich alleen maar rot zou schamen.
Achteraf natuurlijk heel raar dat we dáár zo bang voor waren; maar we waren
toch nog heel kwetsbaar toen. Wat dat betreft is er wel wat veranderd, ook in
mijn omgeving, als ik dat vergelijk met 5 jaar geleden. Toen werd het bestaan van
verkrachting niet erkend, niemand wist het. Nu wel, al zijn de konsekwenties mis-
schien niet veel veranderd." 'Het nummer dat jullie daarna maakten was over
menstruatie. Ik heb gehoord dat jij toen je karrière begonnen bent met het schrij-
ven van mediese stukjes.' Jet: "Ja dat is zo. Ik studeerde al een tijdje medicijnen
en wilde daar ook best iets mee doen. Maar ik vond het doodeng en vreselijk
moeilijk. Want het waren dan allemaal dingen die ik dan net gehad had, en vaak
ook nog helemaal niet snapte. Plus, en dat krijg je in dat mediese mannenbol-
werk - ik was vreselijk bang om een mediese fout te maken, om het allemaal te
simpel (te begrijpelijk) naar buiten te brengen, en dat ze dat dan op de universi-
teit zouden lezen en dan zouden zeggen: dat klopt niet. Terwijl ik bij de Vrouwen-
krant zo'n beetje als expert beschouwd werd."
Een medies gedeelte komt natuurlijk vooral kijken bij de 'lijfonderwerpen'; veel
kranten uit deze periode hebben een dergelijk tema, 'zelf-hulp' (nr. 24), 'mastur-
batie' (25) en later nog 'menopauze' (32) en 'anti-konceptie' (37). Jet: "Het heeft
natuurlijk te maken met het soort krant dat we wilden maken, en ja, toen waren
deze onderwerpen ook belangrijk. Juist dit soort dingen waren taboe toen. We
waren bijna altijd de eersten die over die lijfonderwerpen schreven en dan gaven
we er ook een heel andere kijk op." Wat voor soort krant de redaktie nu precies
wil wordt geformuleerd en opgeschreven tijdens een weekend 'naar-buiten' in ja-
nuari 1977. Het moest een binnenkomblad worden voor vrouwen die nog niet in
de beweging zaten, waarin door middel van tema's eigenlijk iedere keer exakt
hetzelfde gezegd moest worden: er is iets mis met vrouwen in deze maatschap-
pij, vrouwen worden onderdrukt. Mieke:"Ik vind dat je hier eigenlijk wel bij mag
zeggen dat dit mijn ideologie was, daar ben ik nu niet meer zo bang voor. Ik had
echt zoiets van toen ik naar dat weekend ging zo en zo wil ik het hebben en lukt
dat niet, dan vertrek ik. Maar goed, als filosofie erachter bedachten we, je be-
reikt op deze manier eigenlijk twee groepen vrouwen, de groep van binnenkom-
vrouwen en in zekere zin ook de vrouwen die al wat langer in de beweging zit-
ten, door iets wat verder uit te spitten, wat meer diepgang te geven, waardoor
zo'n tema voor hen ook interessant is. En verder hadden we natuurlijk ook het
gedeelte 'Uit het Vrouwenhuis', wat later 'Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbewe-
ging' werd, en het rubriekje 'Iets Anders' - om het allemaal wat interessanter
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
31
te maken."
Vind je het niet jammer dat door deze opzet, het aksent op de tema's, Vrouwen-
huis en vrouwenbeweging op één bladzij achterin, de nadruk steeds minder is
komen te liggen op wat er gebeurde, waardoor de afstand met de beweging
steeds groter werd? Mieke:  "Ik kan me indenken dat jij dat jammer vindt, maar
dat vind ik niet. Je ziet aan deze periode dat het blad van het Vrouwenhuis weg-
gaat, weg van de radikale vrouwenbeweging - maar dat wilden we ook!
We wilden ook een pluriformer blad worden. Ik bedoel, de fem-soc was net opge-
staan, er waren andere stromingen in de beweging gekomen, en wat wij wilden
was niet zozeer een krant met een eigen gezicht, maar gewoon, voor de vrouwen
die het allemaal nog niet zo wisten, informatie geven uit alle, al dan niet nieuwe,
hoeken van de beweging."
Over de werkwijze van de redaktie, de samenwerking en de taakverdeling, valt
ook een hoop te vertellen. Met name het radikaal-feministiese principe 'iedereen
moet alles doen' - geen scheiding tussen hoofd- en handarbeid - bleef een be-
langrijke rol spelen in de Vrouwenkrant. En zo werd de verplichte klussenmiddag
ingesteld, de wekelijkse vergadering over de inhoud en per krant een roelerende
eindredaktie - twee vrouwen die zorgen dat de stukken op tijd zijn en zo.
Jet vertelt dat er (stilzwijgend) wel bepaalde specialismen ontstonden: "De lay-
out was echt iets van May en mij. En zo had iedereen wel wat. Maar Mieke en Ma-
ria wisten alles. Ik voelde me ook heel vaak overheerst door Mieke, daar keek je
tegenop en daar ging je ook niet tegenin. Als die er niet was zat iedereen met de
handen in het haar. Maar het is natuurlijk ook een rol die je iemand toeschuift,
het is wel makkelijk om op te kunnen leunen. Op zich had ik ook wel een bepaal-
de plaats in de redaktie. Ik hamerde altijd op die arbeidsdeling, was daar heel
sterk op tegen. Hoe groot is de stap naar betaling, ook als je werkjes gaat uitbe-
steden. Zelfs met de bandjesvrouwen (die, later als het aantal abonnees begint
toe te nemen, meehelpen met de verzending) zat ik in m'n maag, kan dat wel?
Ook toen de betaald feminisme diskussie op kwam, wou ik daarover praten en
ook over 'de banden met mannen verbreken', zoals het toen in de Feminist
stond. 'Jet heult met de vijand' werd er dan geroepen. Maar dat was goed be-
doeld hoor. We hadden ontzettend veel lol samen. Dat mis ik nu wel, dat je zo in-
tensief met een groep vrouwen samenwerkt."
Ook Mieke vertelt heel uitgebreid over de pogingen tot spreiding van verant-
woordelijkheden, die niet altijd tot ieders tevredenheid verliepen: "Met het men-
struatienummer hebben we Lucy uit de redaktie gezet. Ik vind dat soort dingen
belangrijk om te vertellen, want waar het mee te maken heeft is dat egalitaire
denken, waarvan ik denk dat we daar al die jaren ontzettend onder geleden heb-,
ben. Iedereen doet alles en iedereen kan alles, iedereen moet alles Ieren en ie-
dereen moet evenveel èn ieders inbreng is gelijk, zo van wàt je ook doet is altijd
goed. We leden echt aan die ideologie, want het betekende - behalve de onmo-
gelijkheid die je er later van in gaat zien - toen ook dat we elkaar niet op verant-
woordelijkheden aanspraken. Iemand deed iets - of ze deed het niet. Met Lucy
vonden Marian en ik dat op een gegeven moment de spuigaten uitlopen; die be-
loofde van alles en kwam dan niet opdagen. Afijn, we schreven Lucy een brief,
brachten dat in de vergadering en zeiden dat we een hard hoofd in verdere sa-
menwerking hadden. En ja hoor: rel, ruzie. Iedereen was het er wèl mee eens,
maar dit was natuurlijk veel te hard, dit mocht niet, dat was zielig voor Lucy. El-
lenlange vergaderingen, en ik was natuurlijk de zwarte piet - terecht, want ik
had het aangezwengeld - dus ik was slecht en vooral, niet zusterlijk. Maar ieder-
een was wèl verdomde opgelucht dat Lucy de benen nam, want die zei natuurlijk
op een gegeven moment, bekijken jullie het maar, ik ga! Toch geloof ik dat het
heel belangrijk was. Je werd zo vaak getiranniseerd door vrouwen die zich aan
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
32
verantwoordelijkheden onttrokken, en altijd moest je maar begrip hebben voor
ongesteldheden of relatieproblemen - toe maar, huil nog maar even uit, hou de
vergadering nog maar een uurtje op - en dan mocht je er niks van zeggen,
want dan verstoorde je de rozigheid, met gevolg schuldgevoelens, schande;
want alle vrouwen namen het altijd op voor de zielige partij."
De zielige partij maar eens opgebeld. Lucy Schothorst: "Wat ik me ervan her-
inner begon de hele kwestie eigenlijk al met het verkrachtingsnummer. We had-
den toen net die afspraak van twee vrouwen die de eindredaktie hadden en dat
waren toen Jet en ik. Eerst hadden we er samen ontzettend veel over gepraat,
heel moeizaam en emotioneel allemaal en daarna kregen we die enorme diskus-
sies in de redaktie. Daar speelde in het begin ook het hetero-probleem een rol in.
Kijk, ons was het overkomen, maar er waren vrouwen die er geen krant over wil-
den omdat verkrachting een hetero-probleem zou zijn. Nou ja, alsof het lesbiese
vrouwen niet net zo goed kan overkomen. Als je het dan een hetero-probleem
noemt zit je in dezelfde hoek als de mannen want die zeggen ook 'ze lokken het
zelf uit'. Dat waren dus heel emotionele diskussies, al hebben we toen wel dat
nummer gemaakt, en er ook heel hard aan gewerkt. Ik heb nu wel mijn twijfels bij
die manier van werken die we toen met de krant hadden, het was een grote be-
lasting omdat je zoveel uit je eigen ervaring praatte, waardoor je niet echt toe-
kwam aan een totaalvisie, het was alsmaar praten. Het werd me toen in novem-
ber allemaal een beetje teveel, ik had ook nog een baantje 's avonds en net een
abortus achter de rug, dus was in niet zo goeie konditie, dus ik ben toen een
paar keer niet op de vergadering geweest. Daardoor is de bom eigenlijk gebar-
sten. Ik kreeg een brief in de bus met een ultimatum dat ik de volgende keer
moest verschijnen en anders moest ik eruit. Ik ben toen niet gegaan en heb ook
nooit meer iets gehoord. Dat is wel raar, want ik heb toch een tijdlang heel veel
voor de krant gedaan. Achteraf bezien speelden er natuurlijk ook andere dingen
mee. Ik had vaak meningsverschillen, met Mieke vooral, die is net zo bazig als ik,
dus dat botste dan. Ook over dat menstruatienummer had ik andere ideeën - ik
vond dat er dan ook in de praktijk meer aandacht voor dat soort dingen moest
zijn, maar ik mocht nooit ergens last van hebben. Ach het was heel emotioneel, ik
zou nu nooit meer zo reageren, want op zich is het natuurlijk prima om eisen aan
elkaar te stellen, je moet op elkaar kunnen rekenen."
Vrouwenkrantperikelen. Het is ook niet eenvoudig om met een groep van tien
(Connie Franssen kwam er die winter bij), alsmaar heel eensgezind een krant te
maken waar iedereen zich in kan vinden. Toch is deze redaktie daar, dankzij de
pluriforme opzet, met een aantal temanummers heel goed in geslaagd. De bood-
schap - vrouwen worden onderdrukt, maar je kunt elkaar steunen en er iets aan
doen - wordt in kranten als 'echtscheiding' (febr. '77) of 'menopauze' (april '77)
zeer duidelijk gemaakt. En de formule - ervaringsverhalen in kombinatie met
'teorie' en praktiese informatie - is er dan een die werkt. Het maakt de kranten
zinnig, informatief, soms ook ontroerend en vaak opluchtend. Zoals in het echt-
scheidingsnummer 'gewoon' het verhaal over een vrouw die, terwijl haar man de
hoogmis bijwoont, met haar koffertje in de hand het tuinhek uitloopt ( Je weet dan
niet waarnaartoe, maar ze dóet het tenminste) en ook de andere verhalen, van
(onterechte) schuldgevoelens van vrouwen, en van de nieuwe levens die ze op-
gebouwd hebben; dat is dan allemaal heel helder en ondersteunend, zeker als
dan ook nog een groep als Vrouwen Bellen Vrouwen, met hun projekt 'meiden
die scheiden' aan het woord komt.
Een krant als 'Vorming' (jan. '77) waarin geschreven wordt over achterstand van
meisjes in het onderwijs eist natuurlijk een andere aanpak. Het terrein dat je met
zo'n onderwerp beslaat wordt groter, je hebt dan bijvoorbeeld ook te maken met
overheden en beleidskwesties, en daar kun je op verschillende manieren over
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
33
denken. Zo worden in dit nummer vraagtekens gezet bij sommige initiatieven van
'hogerhand': de Moeder-mavo's (die als paddestoelen uit de grond schieten) en
de Open School: geeft het vrouwen werkelijk een tweede kans? Toch wordt het
'werken met vrouwen' (op vormingscentra e.d.) als een positieve ontwikkeling
gezien: 'Wij zijn in ieder geval blij dat vanuit de vrouwenbeweging goede initatie-
ven worden genomen. Zolang dit nog in de vrije tijd moet gebeuren, is het duide-
lijk dat we niet serieus genomen worden. Er moet veel meer gebeuren!!' Het is
ook allemaal vrij nieuw nog - die hele hoos van emancipatiewerk en vrouwen-
projekten, en de diskussies over betaald feminisme en inkapseling van de bewe-
ging zijn op dat moment nog nèt niet aan de orde voor de meeste vrouwen. En zo
zit de Vrouwenkrant nog even rustig in het 'midden'. Dat dreigt eind februari
1977 te veranderen. De vrouwen van de Bonte Was maakten zich namelijk wèl
zorgen over de toenemende inkapseling van de beweging. Het betaalde feminis-
me, vrouwen (met een betere opleiding) die voor geld met andere vrouwen gaan
'werken'; en ook de groeiende en bloeiende 'handel' in de gevoelens en tera-
pieën ontstond. De Bonte Was-vrouwen wilden de diskussie over een strijdbaar-
dere beweging die zich niet zou moeten laten verdelen en beheersen een duwtje
geven en stapten daarom naar de Vrouwenkrant, want welk blad was er anders
om feministiese diskussies in te voeren? Tot hun verbazing pakte dat heel anders
uit. De redaktie weigerde omdat ze de tema's voor de komende maanden al ge-
pland had.
'Vond je dat niet burokraties? En vonden jullie ook niet dat als er echt belangrijke
dingen speelden, je daar dan meteen ook de mogelijkheden voor in moest rui-
men?' vroeg ik aan Mieke Goudt: "Achteraf bezien misschien wel, maar voor ons
speelde die gelddiskussie nog helemaal niet zo erg. Bovendien, wat er ook bij zat
was het feit dat we ons een beetje op de tenen getrapt voelden. Wij zaten daar
alsmaar heel hard te werken aan die kranten, vaak heel geïsoleerd, en dan komt
ineens de Bonte Was binnen stappen en die roept: gelddiskussie nu! Nou, dat
kon echt niet op dat moment wat betreft de klup die daar aan het werk was. Die
had echt iets van, dat kan wel belangrijk wezen, maar wij maken de krant, kom
dáár niet aan! Ach en als je achteraf bekijkt wat er uit dat konflikt is voortgeko-
men, Feminist 1 en 2, met een veel ambitieuzere opzet dan ze ooit in de Vrou-
wenkrant van plan waren; en wij hebben daarna toch ook prima nummers ge-
maakt. Niet hierover, nee, die diskussie leek helemaal niet zo groot en giganties
als-ie uiteindelijk is geworden. We hebben er wel alsmaar over gepraat, zullen we
zus doen of zo, maar die woede gaf echt de doorslag. Als we 't er dan over had-
den dat die gelddiskussie belangrijk was, dan kwamen we toch weer uit op 'ze
kunnen die diskussie toch voeren, wat maakt het nou uit, een maandje wachten',
want dat was het in feite, een volgende keer kunnen ze een hele krant krijgen."
'Was dat unaniem, jullie standpunt, of waren er vrouwen die er wel open voor
stonden?' Mieke: 'Unaniem, maar we vonden het wel afschuwelijk, het heeft
toch tot een pijnlijke verhouding met de Bonte Was geleid.' Ook met Jet praatte ik
over dit konflikt: "Toen de Bonte Was met dat voorstel kwam, dacht ik nou, da's
wel interessant. Wij allemaal trouwens. En dat we al die temanummers al ge-
pland hadden enzo, is natuurlijk het toppunt van burokratie. Ik vond wel dat we 't
meteen moesten doen, de anderen wilden het uitstellen. Het was op dat moment
heel aktueel. Er waren stagiaires van de sociale akademie in het Vrouwenhuis,
die op zich heel veel werk verzetten, prima, maar je ging je wel afvragen hoe dat
zat: het karrière maken of geld verdienen met revolutionair bedoelde werkzaam-
heden. Vrouwenstudies bijvoorbeeld. Ikzelf probeerde dat - karrière en vrou-
wenbeweging - altijd strak gescheiden te houden. Het geldprobleem was dus
een belangrijke diskussie in het Vrouwenhuis, maar door alle diskussies, ook met
elkaar, dacht ik op een gegeven moment wel, dat de Vrouwenkrant misschien
toch niet zo geschikt was voor dit soort dingen. We waren toch een heel ander
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
34
soort blad, en echt op de toer gaan van zo'n ideologiese diskussie binnen de
vrouwenbeweging..., ik denk dat een 'Feminist' daar veel beter voor was. En zo-
doende is het wel een unanieme beslissing geweest, we voelden ons inderdaad
een beetje overdonderd. Op zich wilde ik heel graag die diskussie voeren, ik had
er toen wel degelijk ideeën over. Het was jammer dat we er met de Vrouwenkrant
pas over gingen praten toen de diskussiedag in september kwam. Ik was er al die
tijd vreselijk mee bezig geweest; ook met die gedwongen heteroseksualiteit, het
de banden met mannen verbreken. En dat werd nou juist het minst bepraat, dat
bleef gewoon liggen. Het was natuurlijk veel te bedreigend, echt een schot in de
roos wat dat betreft, want je kunt het inderdaad niet verdedigen. Ikzelf kwam daar
ook niet uit."
Aan Corrie van Dijk, toentertijd deel uitmakend van de Bonte Was en één van de
vrouwen die kontakt had met de Vrouwenkrant, heb ik een reaktie gevraagd op
de situatie zoals Mieke en Jet die geschetst hebben. 'Ach', zegt Corrie, 'niet
slecht. Vanuit hun gezichtspunt ook zeker niet onjuist. Maar het probleem is dat
ze een aantal dingen niet gezegd hebben, waardoor het niet helemaal klopt. Wat
me een beetje irriteert is dat ze net doen alsof zij de goede aanzet hebben gege-
ven tot de Feminist. Alsof Feminist een bestáánd alternatief was waarvoor zij de
verstandige keus gemaakt hebben. Dat is achteraf redeneren. Feminist bestond
toen helemaal niet, het plan was er niet. Wij hadden expliciet gekozen voor de
Vrouwenkrant. De redaktie vond toch zelf ook dat een tema niet voldoende was,
dat het blad ook een podium moest zijn voor diskussies en "nieuws" uit de be-
weging. Ze vroegen wel vaker om artikelen, dus dat was allemaal heel logies.
Eén van ons had met Mieke een afspraak gemaakt, van dan en dan komen we
mèt de stukken op de vergadering en zij zag dat wel zitten en ze zou er ruimte
voor maken op de vergadering. Waaruit wij natuurlijk konkludeerden dat ze er
zelf ook bij zou zijn. Nou, die vergadering was dus afschuwelijk. Toen we binnen
kwamen (netjes binnen gelopen hoor, maar iedereen reageerde met een "gut,
wie komt hier nou binnen stormen") was er al sprake van irritatie. "Het stond niet
op de agenda", zeiden alle anderen. "Hier hebben we geen tijd voor". En Mieke
was er helemaal niet! Na eindeloos geharrewar mochten we onze stukken voorle-
zen, dat was de beste manier om duidelijk te maken waar we voor kwamen en ie-
dereen moest toch weten wat we te zeggen hadden. We hadden één lang en één
kort, heel helder artikel, en die lazen we voor. En wat ik me nu het beste herinner
van dat moment erna, is die dodelijke, vernietigende stilte. Dat was heel erg, er
kwam geen enkele reaktie. Het is toch in zo'n situatie gebruikelijk om je mening
te geven, niet? Nu waren ze natuurlijk niet zo goed voorbereid als wij - wij had-
den er natuurlijk al veel meer over gedacht en gepraat - maar zeg dàt dan. Maar
het bleef doodstil. Op één na (dat moet Jet geweest zijn). Die was duidelijk ge-
schokt door de inhoud en riep dat dit heel belangrijk was, dat het in elk geval in
de krant moest. Maar er werd door de anderen niet naar haar geluisterd, er
mocht niet gediskussieerd worden, ze zouden het er wel over hebben als wij weg
waren. Ik begrijp dat het voor hen natuurlijk helemaal geen lolletje was. Dus wij
vonden het prima dat het dan niet in de eerstkomende krant zou komen - dat
was onze stap in het kompromis - maar dan natuurlijk wel in de daaropvolgen-
de. En toen werd er pas geroepen dat de volgende ook al vol was en die daarop
ook en die daar weer op volgde ook en dat het pas in september of oktober zou
kunnen. Dus niks "een maandje wachten", dat waren er bij elkaar wel zes. Dat
hebben we toen niet geaksepteerd, het was duidelijk dat ze er gewoon niet over
na wilden denken, dat ze er niks van moesten hebben. Het was geen reëel aan-
bod meer. En om dan (achteraf) te zeggen "Wij werkten zo hard" - dat vind ik
een valse gelijkhebberij, alsof je aan zoiets je gelijk zou kunnen ontlenen.'
Het eerste van de geplande temanummers ging over het matriarchaat. Dat was
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
35
een onderwerp dat wèl tot verwoede diskussies binnen de redaktie leidde.
Mieke: "Dat was ruzie; vuist op tafel! Daar botsten natuurlijk de radikaal feminis-
ten en de fem-socsters op elkaar. De een vond dat we de geschiedenis echt
heel degelijk moesten bestuderen en de ander vond dat het matriarchaat toch nu
overal aanwezig was, wat volgens de andere vleugel absoluut niet kon, in strijd
was met alles wat er tot nu toe over vroeger bekend was. Nou ja, kompromis was
het gevolg, wat op zich niet slecht is, we hebben wel vaker kompromissen geslo-
ten en achter al die kranten ben ik altijd blijven staan, maar achter deze krant ab-
soluut niet. Als je in een en dezelfde krant jezelf de vraag stelt of matriarchaten
überhaupt wel bestaan hebben, vervolgens beschrijft hoe ze er dan wel uitzagen,
en dan doortrekt naar nu en roept dat het Vrouwenhuis ook een matriarchaat is;
nee, dat was toch op z'n zachtst gezegd wel erg simplisties. Kortom, dat was een
gigantiese explosie."
Toch wordt in de inleiding van deze krant de boel nog aardig aan elkaar gebreid
door te stellen dat onderlinge samenwerking en solidariteit tussen vrouwen één
van de belangrijkste kenmerken van de matriarchale samenlevingen was, en dat
dat in de vrouwenbeweging nu ook het geval is en dat ook dat uit zou kunnen
groeien tot macht. Macht dus. En onder deze noemer valt dan èn het verhaal
over de fortgroep; het dromen van een 'vrouweneiland' èn het verslag van de IJs-
landse vrouwenstaking of de aktie van de PTT-vrouwen. Verder had Mieke het
over de femsocsters en de radikaal feministen die met elkaar in de clinch lagen,
waarbij gesuggereerd wordt dat de radikaal feministen de 'teorie' van het 'ma-
triarchaat-nu' (de onderlinge samenwerking in het Vrouwenhuis) aanhangen.
Dat wil zeggen die radikalen, die de nadruk vooral leggen op het lesbies zijn. Of,
zoals Gon Buurman het zei: "Ik zat aan de homo-kant van het feminisme. Nu zou
ik dat niet meer zo aksentueren, ik ben veranderd. Maar toen bepaalde dat les-
bies-zijn m'n positie in de redaktie heel erg. Ik stelde vaak andere dingen aan de
orde, maakte andere keuzes voor onderwerpen. Iets als anti-konceptie (nr. 37,
sept. '77), daar kon ik me helemaal niet in vinden, daar deed ik dan ook niet aan
mee. Het matriarchaatnummer? Ja, ik was toen heel idealisties, wilde het koppe-
len aan nu, want het speelde ook, die interesse in vrouwenkultuur, vrouwenei-
land, hoe vrouwen nu willen leven. Maar die historiese poot moest natuurlijk ook!
Het heeft te maken met je eigen geschiedenis. We stonden dan ook niet ècht te-
genover elkaar in die matriarchaatsdiskussie. We respekteerden ook heel duide-
lijk elkaars mening."
Na het aprilnummer over de menopauze - in samenwerking met Vidovrouwen
gemaakt - verscheen in mei '77 een heel degelijk nummer over vrouwenwer-
kloosheid. Tijden van krisis? Vrouwen weer naar huis, kresjes weer slecht, man-
nen veroveren vrouwenbanen - dat is zo'n beetje de lijn van de verhalen. Veel
aandacht wordt ook besteed aan de enorme verborgen werkloosheid, die, opge-
teld bij het aantal geregistreerden, een cijfer van 84% vrouwen op het totale aan-
tal werklozen oplevert! Ook veel aktienieuws in deze krant. Het aktiekomitee
werkloze vrouwen, dat o.a. prikakties gehouden heeft bij het arbeidsburo; de
vrouw die in hoger beroep ging om te protesteren tegen het feit dat ze geen uit-
kering krijgt omdat ze samenwoont; vrouwen die in de vakbonden proberen iets
met vrouwen van de grond te krijgen, etc. De rubriek Iets Anders komt met de ak-
tie rondom Claudia Caputti (de italiaanse vrouw die veelvuldig verkracht en mis-
handeld was en wier proces in de doofpot dreigde te geraken) en met de zaak
van Noreen Winchester (een Noord-Ierse die haar vader vermoordde omdat ze
jarenlang seksueel misbruikt en vernederd was). Voor beide vrouwen werden in
Nederland verschillende akties gevoerd. Vooral Vrouwen Tegen Seksueel Ge-
weld hield zich bezig met dit soort zaken. Deze groep was dit jaar ontstaan na de
diskussieavond over verkrachting, met de bedoeling om een tribunaal tegen ver-
krachting te organiseren. Later ontdekten ze dat porno, maar ook gefoezel en
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
36
gefluit en allerlei andere seksueel getinte handelingen, gekarakteriseerd kunnen
worden door de term 'seksueel geweld'. Het tribunaal werd opgeschort en de
groep stortte zich op allerlei misstanden, o.a. met behulp van de sticker 'dit is
een misdaad tegen vrouwen' en later ook de tekst 'als een meisje nee zegt, be-
doelt ze nee!'. Behalve het demonstreren bij de Italiaanse ambassade voor Clau-
dia Caputti, organiseerden ze in het voorjaar ook de verstoring van de Miss-ver-
kiezingen in het Hilton hotel. Een aktie die nogal wat agressie deed oplaaien.
'Iets om over na te denken', zo schreven ze in het zomernummer. In de zomer
van '77 verscheen er een dubbeldikke krant waarin iedere vrouwen/of groep de
kans kreeg haar zegje te doen: een bonte mengelmoes van reakties op de tema-
nummers van het afgelopen jaar. Niet iedereen mocht echter reageren. Een nog-
al felle reaktie van Emma Brunt op het matriarchaatsnummer (waar zij nadrukke-
lijk door een vriendin in de redaktie, Mieke Goudt, om gevraagd was) waarin o.a.
aan de historiese juistheid van de matriarchaat-toen en de geloofwaardigheid
van de matriarchaat-nu-artikelen getwijfeld werd - werd niet geplaatst. De mees-
te redaktieleden wilden het er niet in hebben, zoveel kritiek konden ze moeilijk
verteren. En zodoende schreef Emma Brunt een anti-Vrouwenkrant-stukje in 'Je
zal je zuster bedoelen'. Wel geplaatste reakties op 'het matriarchaat': een stuk
over godinnenverering en een prachtig stuk over 'leven met een vrouw'. Leuk is
ook de reaktie op het echtscheidingsnummer: 'Ik was wel een beetje teleurge-
steld. Iedereen vertelde hoe moeilijk en vreselijk het voor een vrouw is om te
scheiden. Al dat ongeluk! Niemand vertelde hoe leuk scheiden is ... Het is ècht
leuk!'
Veel praktiese informatie ook over akties en initiatieven in het land, en stukjes
van bijna alle groepen in het Vrouwenhuis. De meeste daarvan zijn al 'oud en
vertrouwd' en maar een paar hebben echt iets nieuws te melden. Zo is Cinemien
er die alsmaar meer films distribueert en daardoor met steeds meer
vrouwen(groepen) in het land in kontakt komt en daar van alles mee bepraat en
organiseert; de Bonte Was met vier nieuwe boeken; en daarnaast VTSG, de me-
diagroep, Vrouw en Werk, de FemSoc (met haar platform, sekretariaat en scho-
lingskursussen), de Fort, de Zelfhulp (die nog steeds spekulums demonstreert en
informatie verzamelt), de VOS-kursussen en de Open Vrouwenschool. Een van
de deelneemsters aan de Open Vrouwenschool: 'Maatschappijleer dacht ik eerst,
dat is niets voor mij, maar daar leer je erg veel van, vooral over politiek. Ik vind
het nogmaals geweldig dat er vrouwen zijn die belangeloos zoveel voor andere
vrouwen doen en goed doen. Zelf ga ik in september naar de volwassenen-mavo,
wat ik zeker niet gedurfd had als ik hier niet was geweest. De enige kritiek die ik
heb is op de omgeving, moet het zo smerig zijn, is er met ons allen niets aan te
doen?' Ze sneed een bekend probleem aan. Want samen de boel schoon en
vooral draaiende houden is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De koördinatie-
groep weet ervan mee te praten en zucht in deze krant dan ook eens flink over de
vreselijke last die op haar schouders drukt. Hoe leuk het ook is om met haar ze-
venen de hele gang van zaken te regelen (variërend van schoonmaakroosters tot
persberichten en niet te vergeten telefoon en informatie), er is niemand anders
die zich daar óók verantwoordelijk voor voelt. '... er worden konstant klussen
naar ons toegeschoven'. 'Als ik een keer geen zin heb om informatie te geven
over het Vrouwenhuis word ik ontzettend boos aangekeken en wordt me zelfs
gezegd dat ik iets heel vervelends doe. Terwijl ik vind dat ik niet altijd beschik-
baar hoef te zijn. Zo onderga ik alleen maar negatieve kritiek en met uitzondering
van één keer op een huisgroepenvergadering een knuffel, hoor ik nooit iets posi-
tiefs.'
Het koördinatiewerk was inderdaad zwaar, want het Vrouwenhuis bruiste en
bloeide in deze periode - en al die vrouwen kwamen voor iets anders dan
schoonmaken. Vooral de kultuur ontplooide zich: het Meidentoneel, vrouwentea-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
37
ter, kleinkunstgroep, de festivalgroep (tijdelijk voor de organisatie van het tweede
vrouwenfestival). Daarnaast waren er nog de zelfverdediging, de vrouwendruk-
kerij in oprichting, de COC-vrouwen en verder de ABVA-vrouwen, vrouwen bel-
len vrouwen, de werkgroep vrouw en universiteit, de scholengroep en niet te ver-
geten de diskussieavondgroep. Die zag zich gekonfronteerd met zo'n massale
opkomst op de woensdagavond - vaak meer dan 100 vrouwen - dat er voorge-
steld werd de diskussieavonden op te splitsen in één avond voor beginners en
één voor gevorderden! (Ik moet bekennen, dat ik het toen wel een geschikt idee
vond, maar ik wou zelf - na het bijwonen van wel zes diskussieavonden en het
lezen van twee Bonte Was-boeken en het lijfboek voor vrouwen - natuurlijk niet
naar de beginnersavond, dat begrijp je; 't probleem is dus de grens - wie is er
goed genoeg voor de vrijdag en wie is er nog zo onderdrukt dat de donderdag
beter is? 0 mevrouw, u heeft nog een man? Dinsdag graag. En u schrijft stukjes
voor de Vrouwenkrant? Nou dan bent u zéker op woensdag welkom.)
Dan was er ook nog de Vrouwenkrantgroep zelf die aan het woord kwam. Wilden
ze wel zo'n grote krant worden - konden ze dat wel aan, ging dat niet ten koste
van de kwaliteit? 'De krant zou onvermijdelijk een landelijk karakter krijgen; voor-
lopig besloot de groep deze groei niet bewust te stimuleren maar de aandacht
vooral te richten op het goed regelen van de redaktie zelf.' Om een beetje orde
op zaken te stellen, alvorens het nieuwe seizoen te starten, werd er dan maar
weer een weekend 'naar-buiten' gepland, met een aantal nieuwe vrouwen: Anne-
ke van Duinen, Johanna de Haan en Lidy van der Laan (later Schoon) ter vervan-
ging van Marian, Josien, Gon en ook Puck. Jet schreef voor dat weekend een
stukje waarin ze ook iets van de onmogelijkheid schetste waar onze redaktie het
later veel over zou hebben, namelijk èn alles aan praktiese werkzaamheden zelf
doen èn inhoudelijke diskussies voeren, standpunten innemen. Het was inmid-
dels september '77 en door het hele land gonsde de diskussie over Feminist van
de Bonte Was. Een paar citaten van Jet: "Ik geloof dat groei een onvermijdelijke
professionalisering met zich mee brengt en ik weet niet of dat goed is, want dan
verplicht je jezelf om nog meer tijd in de krant te stoppen. (...) Ik heb liever een
kleine krant, want dan heb je tenminste meer tijd om veel ideologiese diskussies
te voeren. Die worden naar mijn idee veel te weinig gevoerd. We hebben nog he-
lemaal niet over Feminist gepraat, als redactie. Terwijl dat wel nodig is, niet omdat
we een standpunt moeten hebben voor de Bonte Was, maar wel moeten we zelf
standpunten innemen en eigenlijk vind ik het te gek dat we daar over twee we-
ken, als die diskussie in het Vrouwenhuis komt, pas voor het eerst als groep over
gaan praten. (...) Ik ben het ook niet eens met de eis die we aan nieuwe vrouwen
gesteld hebben om de geschiedenis van de vrouwenbeweging te kennen. (...) Het
is natuurlijk ook onzin dat nieuwe vrouwen alles zèlf zouden moeten ontdekken,
wat de oude garde al jaren heeft gekost. We moeten tenslotte verder. (...) Het lijkt
me veel beter om te kunnen zeggen: de Vrouwenkrant hangt die en die ideologie
aan, of ze vindt dit of dat. Ben je het daarmee eens en heb je tijd genoeg, dan kun
je meedoen. Dat betekent dan dat wij de krant bepalen, maar dat doen we al en
lang niet duidelijk genoeg."
Maar de 'pluriformiteit' zou het blijven winnen van de 'politieke' stellingname. Zo
monsterde de verslaggeefster van de Feminist-diskussie in het Vrouwenhuis –
waar zo'n 350 vrouwen op af kwamen - alleen maar over de groepsindeling en
de hoogopgelopen emoties en was zij vol begrip over de boosheid van vele aan-
wezigen over de toon van de artikelen in Feminist en ze besloot met 'Het bleek
toch weer moeilijk te zijn met zo'n 400 vrouwen tot konkrete plannen te komen.'
Alsof ze dat dagelijks probeerde! Vergeten werd dat tientallen vrouwen wel kon-
krete plannen maakten; dat werd het vrouwenaktiekollektief de Strijdijzers, waar-
in verschillende groepen zich gingen bezighouden met vrouwenarbeid en socia-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
38
le voorzieningen, geweld, onderwijs, èn met hoe de ideale samenleving er uit zou
kunnen zien.
De Vrouwenkrant ging door met alle geplande tema's: de huishoudschool, anti-
konceptie en vrouwen en kinderen. Eind 1977 kwam een krant uit over 'de ideale
vrouw' - de Moderne Zelfstandige Vrouw, die aan steeds meer eisen moet vol-
doen, terwijl aan de feitelijke situatie van vrouwen - de onderdrukking en uitbui-
ting - niets verandert. Ook een kritiek op de vrouwenbladen: 'Die tweeslachtig-
heid: de ene bladzijde worden vrouwen op goede gedachten gebracht, maar op
de volgende blijkt dat er nog niets veranderd is en dat huwelijk en moederschap
de ware bestemming voor de vrouw blijven. Alleen wordt haar taak nog groter
gemaakt, omdat zij naast haar gewone werk ook moet zorgen dat ze op de hoog-
te blijft van wat er in de wereld gebeurt. Een goede moeder thuis en tegelijkertijd
een goede moeder op school in het kader van de ouderparticipatie. Ingewikkelde
recepten koken en tegelijkertijd zelf de kamer behangen in het kader van de rol-
doorbreking. Het huishouden goed draaiende houden en tegelijkertijd een halve
baan in het kader van de financiële onafhankelijkheid.' En in een ander stuk: 'We
mogen stemmen, seks leuk vinden, kinderen krijgen wanneer we maar willen, ge-
voelens hebben, een moment voor onszelf en werken' maar 'De werkloosheid
onder vrouwen stijgt schrikbarend, voorzieningen voor kinderen zijn er nog
steeds veel te weinig, de verantwoordelijkheid voor kinderen is nog steeds voor
vrouwen enz. enz. Werken voor vrouwen mag, als er verder maar niets verandert,
als het gezin er maar niet onder lijdt. Tegen zo'n situatie helpen geen duizend
iglo-diners.' 'Onze zogenaamde tevredenheid wordt duur gekocht.'
Ook over de seksuele revolutie en relaties een heel hoofdstuk. Mannen vinden
het wel leuk om een zelfstandige feministiese vriendin te hebben, maar breng het
vooral niet in de praktijk, want zodra je niet meer kontinu beschikbaar bent,
wordt het niet meer gepikt.
In nummer 40 van de krant maakten Vrouwenkrantvrouwen het werk dat verricht
moest worden eer die 20 à 24 pagina's in adresbandjes gewikkeld de deur van
het Vrouwenhuis uit konden, zichtbaar. Maria en Mieke hebben één maand een
dagboek bijgehouden.
Maandag Maria: Vandaag moet de inhoud van de krant definitief in elkaar, we komen niet klaar,
het nieuwe thema moet besproken. Maandagmiddag: Veel abonnementen en losse aanvragen.
Verschillende boekhandels met nabestellingen. Erg gelachen met Jet die weer eens een nieuw
gevoel had uitgeprobeerd met een jongen. Bleek natuurlijk toch weer hetzelfde te zijn. Wilde
Anneke inwerken voor de verzending, niet gelukt, geen tijd. Weer een stapel acceptgirokaarten
ingetikt. Wanneer krijgen we een eigen telefoon? 4 x 3 trappen op en neer en de anderen ook.
Maandagavond: Agenda maken.. koffie zetten, alle kopjes zijn vuil, het is hier een rotzooi. Heb
niet alle stukken gelezen. Tien punten op de agenda waarvan vier veel tijd kosten. Iedereen is
uitgeput.
Maandag Mieke: Vreselijk, ik moet nadenken over het volgende themanummer, maar heb hele-
maal geen tijd en kan me ook niet concentreren. Maandagmiddag: Weer 25 abonnementen,
postzegels gehaald, artikel van May gelezen, zit goed in elkaar. Conny gaat weer eens op tour-
nee, konden we nog net hebben. Adreswijzigingen behandeld, twee artikelen getikt. Maandag-
avond: De diskussie over het nieuwe thema komt moeizaam op gang, iedereen is duf, lijkt wel
alsof we geen ideeën meer hebben. Afspraken gemaakt over de achtergrondinformatie, tik-
schema voor deze week was moeilijk in te vullen, we zijn maar met z'n vieren. Zolang over ge-
zeikt dat 't nieuwe thema helemaal onder tafel verdween.
Dinsdag Maria: Samen met Mieke naar 't lAV Boekhandels gebeld. Telefoon, Jet, ze komt niet
uit haar artikel. 's Middags nog 's op een rijtje gezet waar ze het over zou hebben. Mijn artikel
morgen maar. Geen tijd meer.
Dinsdag Mieke: Met Maria naar 't IAV, georiënteerd op het nieuwe onderwerp. Paula heeft ge-
beld voor informatie.
Woensdag Maria: Artikel binnengekomen. Er moet aan veranderd worden. Bellen of 't goed is.
Stik, niet thuis. Niet vergeten nog eens te proberen. Eindelijk tijd voor eigen stukken. 2 x tus-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
39
sendoor telefoon, nabestellingen en klachten.
Woensdag Mieke: Radioweekblad was niet erg best vanmorgen. Kranten naar drie boekhan-
dels, die uitverkocht waren gebracht, een uur of twee getikt op de redaktie.
Donderdag Mieke: Weer iemand aan de telefoon die haar krant al 2x niet gehad had. Robertien
belde over de advertentie voor Lover, moet er over 3 dagen zijn.
Vrijdag Mieke: Stukje geschreven.
Vrijdag Maria: 's Ochtends boeken lezen voor volgend thema. 's Avonds 2 artikelen getikt. Ik
kan niet tikken. Puck belde of ik mee ging naar de film, konden één avond vinden in één
maand. Dit is belachelijk.
Zaterdag Mieke: Foto's gemaakt voor de voorkant.
Zaterdag Maria: Jet belde dat de drukker geregeld was. Boekenbon gekocht voor Johanna, die
jarig was. Heb 't gevoel geen overzicht te hebben over deze krant.
Zondag Mieke: Vier uur getikt. Stuk doorgesproken met Maria.
Zondag Maria: Afspraak met Mieke om stuk door te spreken. Jet belde door dat ze woensdag
haar stukken pas af heeft. Ze heeft een tentamen en is overwerkt.
Maandag Mieke: Door de recensie van de Volkskrant stromen de losse aanvragen opeens bin-
nen. Met Maria bandjes ervoor geschreven en verzonden. Vreselijk gelachen om Johanna, er
zijn nog 3 stukken niet binnen, en Cinemien heeft haar nieuwe film weer niet aangekondigd.
Grote bestelling van de provinciale bibliotheek, met May de boekhouding doorgewerkt. Jet
heeft met de drukker een nieuwe lay-out ontworpen, duurde zeker een uur voor 't iedereen dui-
delijk was, de tikmachine hapert weer, boze brief van een Mevrouw over de één na laatste
krant. Met ons allen gegeten. Maandagavond: Kort vergaderd, indeling. Anneke en May hebben
gelay-out. Eerste tekeningen gezien. Lidy getikt. Met Anna haar artikel doorgenomen, met Ma-
ria de berichten uit het Vrouwenhuis samengesteld, één van de toegezegde stukken komt niet.
Maandag Maria: Vanochtend nog getikt voor de anderen kwamen. Veel losse aanvragen dit
keer. 't Gaat goed met de krant maar niet met de redaktie. Met Johanna stuk doorgesproken.
Anneke's stuk is o.k. Er is te veel kopy. Heb een en ander ingekort. Lidy heeft alle post beant-
woord. De bandjes zijn bijna geschreven. Anneke haalde lay-out spullen, letters, plaksel, pen-
nen (alweer?), schrijfmachinelint, type-out etc. Lay-out doorgesproken. Kostte een uur. Met ons
allen gegeten. Maandagavond: krant definitief ingedeeld. Eindeloos over titels en koppen ge-
dacht. Melig van geworden. Heel hard gelachen. Tekeningen bekijken, nóg niet alles binnen.
Kaders zoeken, boekenlijst je maken. Met Mieke berichten uit Vrouwenhuis gemaakt. Alweer
om half één naar huis.
Dinsdag Maria: 11 uur tikken. Om 13.00 afspraak met Lidy over een stuk. Mieke bellen over
foto's. Bladzij 4 kan geplakt. De tekening kan er zo niet op. Jet heeft al 3 pagina's af. 5 uur, ik
moet naar huis, anders word ik gek.
Dinsdag Mieke: Opzij is uit, twee goede artikelen, zijkrant doet erg verouderd aan. Het IDC beI-
de om nog wat oude Vrouwenkranten, meteen informatie over het volgende nummer gevraagd.
Er belden twee vrouwen die zich wilden abonneren. Lidy gebeld, het gaat goed met de lay-out.
Woensdag Maria: Lidy belde dat ze niet verder kon met blz. 8. Dan maar verder met blz. 12.
Heb vandaag geen tijd.
Woensdag Mieke: Met Anna gelay-out. De tekeningen zijn binnen. Weinig opgeschoten. Het
werd weer laat, weer na afloop eindeloos met een paar vrouwen in de bar over de Feminist ge-
praat.
Donderdag Maria: Alles is fout geplakt. Hoe kunnen ze dat nou zo doen. Ik heb 't toch precies
uitgelegd! Stik, zijn nog die berichten niet uitgetikt. Overplakken die handel. We komen nooit
klaar!
Vrijdag Mieke: Foto's ontwikkeld. Ik wil uit de redaktie, ik heb er genoeg van, als ik aan 't week-
end denk word ik al moe. Hoe komen we aan nieuwe vrouwen? De meeste vrouwen die ik ken
zitten ook al tot over hun nek in 't werk of zeggen dat ze niet schrijven kunnen. Onzin, iedereen
kan schrijven, iedereen kan 't in ieder geval Ieren.
Zaterdag Maria: Waarom is er nog geen inleiding gemaakt? Waarom zijn er geen kaders ge-
zocht. Dit stuk is nóg te lang. Inkorten of op de volgende blz? Kan niet. Dan maar helemaal
niet? Kan ook niet. Waarom is er niemand die mee kan helpen beslissen? De redaktiepagina
moet ook nog. Even een tekstje formuleren. Ha, daar is Mieke. Er is feest in 't huis, ik wil er nu
even naar toe.
Zaterdag Mieke: De lay-out valt mee, er zijn al 17 pagina's af. Laatste toegezegde artikel bin-
nen, weer te veel moeilijke woorden, minstens een keer bezig geweest met veranderen, kan de
vrouw die 't geschreven heeft niet bereiken, dus 't kan ook nog niet getikt worden. Shit, dat
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
40
houdt weer op. 's Avonds feest in 't Vrouwenhuis. We hebben er allemaal genoeg van. Om de
beurt even vrij om op 't feest te kijken. In m'n moeheid en geïrriteerdheid word ik onredelijk
boos op Anna, die volgens mij iets fout doet. Gelukkig kunnen we er later weer om lachen.
Zondag Maria: Sorry, dat ik zo laat ben. Ik ben zo moe. Hoeveel is er nog. O, het valt weer een
beetje mee. Wat is dat stuk veel te breed getikt, dat kan zo niet. 't Stuk van Phil is nog niet aan-
gekomen. Ha, Puck is er tóch. De titels van de voorkant moeten nog bedacht en geplakt. Dat
heb je mooi gedaan, ziet er goed uit. We moeten straks echt wat gaan eten. 't Eten liep uit de
hand. Te laat toen verder gegaan. Allemaal volstrekt uitgeput. 't Is 2 uur. Hoera, 't is klaar! Wie
brengt het morgen voor 10 uur naar de drukker?
Zondag Mieke: De laatste loodjes. Puck, die volstrekt oververmoeid is (logisch met haar baan),
bezworen niet te komen. Aan 't eind van de middag komt ze toch nog. Het valt zoals gewoonlijk
toch weer tegen, de laatste pagina's zijn altijd een gepuzzel. Om 19.00 ons zelf toegesproken,
kortom een mens kan wel gek worden, met z'n vieren naar de spanjaard gegaan en heel gezel-
lig gegeten. Kregen allemaal iets van: Barst maar. Uiteindelijk pas tegen tienen verder gegaan.
Twee uur 's nachts klaar.
Maandag Maria: Middag. Zo, dit keer eens rustig aan. Eerst maar eens puin ruimen. Zo kan je
niet werken. Alvast rekeningen schrijven. May zegt dat we misschien een tikmachine kunnen
kopen. 's Avonds weer gepraat over de volgende krant. 't Is weer spannend. Wat word je toch
iedere keer weer boos! Neem in elk geval twee artikelen op me. Misschien wil Mia ook wat
schrijven. De lijn in de krant bedenken is weer moeilijk. Mieke heeft gelukkig weer een goed
idee. 't Is niet goed dat zij dat altijd heeft. Ben bang dat ze eruit wil. Daar zei ze laatst iets over.
Heb de indruk dat Anneke zich nog niet thuis voelt. Wanneer is er tijd om met elkaar te práten.
Afspraak proberen te maken voor een weekend. Lukt de eerste maanden weer niet. Toch weer
12 uur geworden.
Maandag Mieke: Er belt 'n vrouw die de naam en 't adres van een vrouw die een artikel heeft
geschreven wil hebben. Er belt iemand die wil weten hoe ze zich op kan geven voor de karate-
kursus, er belt een vrouw die wil helpen, maar ook wil weten waarom er geen mannen in 't
Vrouwenhuis mogen. Nog twee vrouwen die een bepaald nummer willen hebben. Heb nu toch
al zeker vijf keer tegen de vrouwen van de koördinatiegroep uit het Vrouwenhuis gezegd, hoe
iemand een los nummer moet bestellen. Ik wou dat ze eens ophielden over ieder wissewasje
mijn telefoonnummer door te geven. Middag: Eindelijk rust. iedereen blij dat 't nummer bij de
drukker ligt. Girokaarten getikt, met Lidy en Anneke eindelijk de dokumentatie wat geordend.
De redaktieruimte een beetje schoongemaakt met May en Maria. God, wat een puinhoop is 't
toch iedere keer na de lay-out week. Avond: Rustige vergadering. Waarom komt er nou niet
eens iemand anders met een idee, ik moet m'n grote mond eens houden. Weer geen praat-
weekend kunnen afspreken, 't wordt te gek, we werken en jakkeren alleen nog maar en eens
rustig met ons allen nadenken en bepraten waar we nu eigenlijk mee bezig zijn komt er niet
van.
Dinsdag Maria: Er belde iemand die in de krant wilde. Zei dat 't minstens 20 uur per week kost-
te. Daar had ze geen tijd voor. Ik heb er verdorie ook geen tijd voor.
Dinsdag Mieke: Niet eerder aan 't afdrukken van de foto's toegekomen, gelukkig drukt de druk-
ker pas woensdag de voorkant. vier foto's geschikt voor de voorkant. 's Avonds met Jet een af-
spraak over een artikel, zodat die kan meebeslissen welke foto 't moest worden.
Woensdag Mieke: Als er nog iemand 't woord Vrouwenkrant uitspreekt ga ik gillen.
Donderdag Maria: Eindelijk tijd gehad reakties om de Feminist te lezen. Mia gebeld om te vra-
gen of ze een artikel wil schrijven. Marja gebeld om inlichtingen over Vrouwen tegen Verkrach-
ting. Er belde iemand die wilde dat we een krant over de Open School maakten.
Donderdag Mieke: Boekje van 't lAV over 't nieuwe onderwerp gelezen. Wie zoekt trouwens uit
wat er voor geschikte artikelen zijn uit de IDC-dokumentatiemap?
Vrijdag Mieke: De hele ochtend geprobeerd een aantal potentiële schrijfsters aan de lijn te krij-
gen. Artikel geschreven met Lidy, gepraat over de manier waarop we op dit moment in de Vrou-
wenkrant werken.
Zaterdag Mieke: Gepraat. Zijn kleine werkkollektieven een oplossing? Vannacht alsmaar door-
gemaald over hoe 't verder moet, zo kan 't niet meer.
Zondag Maria: Moet maar eens beginnen aan mijn tweede artikel, maar ik weet nog niet wat ik
vind. Wat zullen we dit keer eens in 'Uit de Vrouwenbeweging' stoppen?
Maandag Maria: Het gekkenhuis is weer losgebarsten. Er zijn minder vrouwen komen helpen
dan ik dacht. Met May vanaf 15 uur dwars door de stad, kranten wegbrengen. Best gezellig,
maar wel vermoeiend. 18.00 uur, even bij 't Schaartje een borrel gedronken, als de bliksem te-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
41
rug. Mieke volstrekt panies aangetroffen. (Iedereen was weggegaan terwijl nog niet alles klaar
was. Alles moet vandaag op de post anders moeten we daar weer ekstra voor terug komen.)
Sorteren op Amsterdam, binnen- en buitenland en pakjes van 25 maken. Ik kan geen knopen
leggen, om half acht met May en Mieke naar de post. Geen tijd meer om te eten. Om acht uur
zijn de vrouwen er die meewerken aan 't volgende nummer. Half negen pas weer terug. Toch
nog even een broodje Showarma gegeten. Heb het gevoel dat ik niet aardig genoeg ben ge-
weest tegen de vrouwen die meehielpen met 't verzenden. Heb altijd het gevoel niet aardig te
zijn. Is een vrouweneigenschap. Hou daar toch mee op.
Maandag Mieke: Verzending, de krant is weer te laat van de binder, met Johanna de briefjes bij
de presentatie-exemplaren van de pers geschreven. Te weinig mensen om te helpen met adres
bandjes plakken. Woedend, omdat tegen vijven iedereen verdwijnt. Ik verdom het om morgen
nog eens naar het postkantoor te gaan. Doorgewerkt tot May en Maria kwamen, vervolgens
naar de Post, kwamen daarna te laat op de vergadering. Gedeelte van de avond naar de huis-
vergadering geweest.
Dinsdag Maria: Weer lopen piekeren. 't Gaat niet zo langer. Veel te veel werk. Er moeten meer
vrouwen bij. Werkkollektiefjes vormen (één voor administratie, één voor verzending, één voor
tekeningen, één voor redaktie). Jet is er tegen. Begrijp ook wel waarom, maar hoe moet 't an-
ders? We hebben vrouwen nodig die al een beetje thuis zijn in de beweging, anders kost inwer-
ken te veel tijd. In het Dolle Mina blad stond dat er geen huisvrouwen meer in onze krant schre-
ven. Wat een onzin!
Dinsdag Mieke: Jet belde, heel geschokt over de perskonferentie van Blijf van m'n Lijf. Wil daar
persé een stuk over schrijven. Het Fem-soc nieuws is uit.
Woensdag Maria: Eindelijk iemand te pakken gekregen van het 'bestuur' van het Vrouwenhuis
voor een handtekening voor aanvragen telefoon voor de krant.
Woensdag Mieke: Gefotografeerd bij de demonstratie, met een aantal vrouwen van de krant
eens eindelijk gezellig in de kroeg gezeten. 's Avonds met Anneke kranten verkocht op een in-
formatiemarkt over emancipatie in Haarlem.
Donderdag Mieke: De gelederen dunnen uit, iedereen is of moe, of druk, of heeft 't moeilijk, of
moet studeren, of wordt gewoon gek. Minstens drie uitgeputte redaktievrouwen aan de tele-
foon. Gelukkig komt Anna morgen terug van de wintersport.
Donderdag Maria: Er was iemand die me 3 uur over de krant kwam doorzagen. Ik wil er niets
meer van horen. Word knetter. Mieke gebeld om uit te huilen. Eigenlijk moet ik dat niet doen. Zij
wordt ook gek. Morgen komt Anna gelukkig terug van vakantie.
Vrijdag Mieke: Anna heeft haar been gebroken.
Vrijdag Maria: Met Puck over de markt geslierd. Te vroeg een borrel gedronken. Rare dingen
gezegd toen iemand belde over haar artikel. Mieke belde op. Anna heeft haar been gebroken.
Afsluitend Mieke: Nou ja, nou hebben Maria en ik zo'n prachtig dagboek-stuk geschreven over
alle toestanden die het werken in de Vrouwenkrantredaktie met zich meebrengt en nou kan het
er niet in, het is veel te lang, we hebben er minstens één derde moeten uithalen en we hadden
toch al het gevoel dat we ons zo beperkt hadden, dat het allemaal nog maar de helft was van
alles wat er gebeurde en nog steeds gebeurt. Het is niet anders, we hopen dat het in ieder
geval een beetje een indruk geeft van de manier waarop de Vrouwenkrant tot stand komt. Als er
vrouwen zijn (we durven er nog nauwelijks op te hopen) die na het lezen van het bovenstaande
nog de moed hebben om de redaktie te komen versterken dan zouden we het erg goed vinden
als die even naar Anna wilden bellen, die immers toch met dat been naast de telefoon ligt, om
zich op te geven. Het telefoonnummer van Anna is ...
Hun noodkreet werd - enigszins tot verbijstering van de schrijfsters - door de
lezeressen ook als zodanig opgevat. Wel 10 nieuwe vrouwen meldden zich bij
Anna-met-het-been; een paar bleven lange tijd meedoen, maar daar komen we
later op terug.
Het 'dagboeknummer' had als tema Moeders en dochters. Op de omslag prijkt
een foto van één van de redaktieleden met haar moeder - in deze volgorde,
want de dochter zit midden in het beeld en kijkt een beetje angstig naar haar
moeder op het randje. Voor de moeder-dochterdiskussie die eigenlijk al jaren
eerder door de toenmalige redaktie gestart was, en die zo'n populariteit binnen
grote delen van de vrouwenbeweging zou gaan krijgen, werd heel wat materiaal
geboden: dochters die hun moeder haten, bewonderen, liefhebben; dochters op
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
42
zoek naar begrip; dochters die zich gesteund of verworpen voelen. Helaas wei-
nig moeders, waardoor tegenover de gedifferentieerde dochters een soort sta-
ties moederbeeld verschijnt, bijna net zoals in de gewone literatuur. 'In de afhan-
kelijkheid van vrouwen van mannen ligt de sleutel (van de moeder-dochterrela-
tie). En hoe is die afhankelijkheid beter te bewaren dan door de afhankelijken te-
gen elkaar op te zetten?' formuleert een schrijfster. Inderdaad dat is het bezwaar
als je, eensgezind, zo min mogelijk over mannen schrijft; de werkelijke onder-
drukkers verdwijnen dan uit het beeld.
De traditie om samen met een aktiegroep een krant te maken werd met nummer
41 weer even opgepakt. 'Blijf van m'n Lijf-bewoonsters en -medewerksters en
Vrouwenkrantvrouwen maakten samen een krant over mishandeling. Boos, ver-
ontwaardigd: 'Hoe lang moeten vrouwen nog geslagen, gestompt en geschopt
worden in het heilige huisje dat het huwelijk is, voordat doordringt tot de buiten-
wereld dat hier sprake is van een misdaad die gestraft moet worden. Als je je
hond slaat, krijg je de dierenbescherming op je dak. Waarom wordt mishandeling
van een vrouw in het huwelijk geaksepteerd? Waarom is er zoveel begrip voor de
mishandelaar en zo weinig voor de mishandelde vrouw zelf? Waarom wordt er
geen daadwerkelijke hulp geboden? Komt dat omdat artsen, politiemannen en
andere hulpverlenende mannen nog steeds vinden dat de vrouw het bezit is van
haar man en dat slaan daarom is toegestaan?' Vijf Blijf van m'n Lijf-huizen zijn er
dan al - begin '78 - en in vier plaatsen zijn vrouwen bezig met plannen, met kra-
ken of met overleg met de gemeente.
In de rubriek 'Uit Vrouwenhuis en vrouwenbeweging' vraagt een wanhopige
Vrouwenhuiskoördinatrice zich af hoe je meer dan 3 van de 40 groepen die van
het huis gebruik maken op de huisvergadering kunt krijgen. Maar misschien is de
oplossing gevonden bij de voorbereiding van de tema-avond over terapieën en
trainingen: het 'gons gons': 'Een zorgvuldig opgezette feministiese fluisterkam-
pagne had haar werk gedaan. Heb je gehoord dat "ze" de radikale terapie uit het
Vrouwenhuis willen gooien?' Tjokvol was het.
Hoe is het eigenlijk afgelopen met Alena B.? Een rare vraag maar achter in num-
mer 41 komt de gedenkwaardige gebeurtenis ter sprake. 'In het voorjaar van
1977 werd de Tsjechiese Alena B., dierenarts, tijdens een lift verkracht door twee
mannen. Vervolgens nodigde zij de mannen uit voor een avondje bij haar thuis.
Alena onthaalde hen daar op bier en aquavite met een slaapmiddel. Toen het
tweetal sliep, kastreerde ze hen zorgvuldig. Daarna belde ze een ambulance. De
rechtbank veroordeelde Alena tot 7 jaar gevangenisstraf. Arbeidsters in Brno
hebben een protestaktie gehouden tegen dit vonnis.' De Strijdijzers riepen op om
hun protestaktie te steunen.
Dan een voorjaarsnummer (42) over 'vrouwenstrijd, individueel en samen', waar-
in de titels variëren van 'wandelende suikerspin' en 'een zak aardappels' tot 'sa-
men in bad' en 'solidariteit'. Achterin het aktiekomité kinderdagverblijven, het
'transport' van vrouwelijke gevangenen naar de Bijlmer-bajes; uitgerekend op 8
maart, de internationale vrouwendag. En boze vrouwen uit het Vrouwenhuis, om-
dat de VARA voor een verfilming van een stuk van Hannes Meinkema het inte-
rieur van de barruimte had nagebouwd. Daarna een prachtig nummer 'vrouwen
en haar portemonnee' waarin naar beste radikaal-feministiese traditie de on-
zichtbare vrouwenarbeid en de ekonomiese afhankelijkheid in ervaringsstukken
worden samengevat. Inmiddels naderde het vijfjarig jubileum van het Vrouwen-
huis. Veel wellen en weeën die het doormaakte verschenen al in de Vrouwen-
krant. In deze krant een oproep: 'Wie kan het zich nog herinneren??? Vijf jaar ge-
leden gebeurde er iets leuks en we vieren er nu nog feest om! Want 7 juni is het 5
jaar geleden dat het enige echte Amsterdamse Vrouwenhuis werd gekraakt. Za-
terdag 10 juni willen we dit uitbundig vieren. Meldt je aan bij de FEESTKOMMISSIE!'
Maar wat viel er eigenlijk uitbundig te vieren? De boze vrouw van de koördinatie
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
43
uit de vorige krant was niet de enige wie het Vrouwenhuis als een blok beton op
de schouders drukte. Leuk hoor, zo'n groot huis, met zulke grote zalen, en ook
zo veel zalen, en zo'n mooie rose bar - en waar dan ook nog zo veel vrouwen
gebruik van maakten. Misschien wel veertig groepen en dan ook nog honderden
'losse' vrouwen. Daar kan je een blij beeld van een nijvere bijenkorf bij voor je
zien - ieder druk in de weer om vrouwen bevrijdend uit te vliegen - maar de wer-
kelijkheid was wel wat anders. Er waren veel vrouwen die het huis gebruikten voor
van alles en nog wat, en steeds minder vrouwen die er voor zorgden dat het huis
bruikbaar was; die laatsten werden - als bijna in alle vrouwenhuizen geldende re-
gel - voor hun geredder, georganiseer, geregel, beloond met scheldwoorden als
'direktrices' en 'machtsbeluste vrouwen'. In mei '78 hadden de direktrices er ge-
noeg van. Onder het motto: 'Hier geen konsumptiefeminisme' legden ze het huis
plat. De gang werd met zwart plestik behangen; de voorraadkamer leeggehaald;
de elektriese stoppen eruit; bar dicht; stoelen weg. Op stencils werd uitgelegd
dat ze er genoeg van hadden en dat alle vrouwen moesten meedenken over hoe
het verder moest, op 27 mei. In het zomernummer 44/45 van de Vrouwenkrant
kwam een verslag van wat er toen allemaal gebeurde. Scheldende vrouwen; een
verontwaardigde brief van vrouwenboekhandel Xantippe: 'Het Vrouwenhuis is
van Iedereen. En zo'n klein aantal vrouwen heeft niet het recht de Tent dicht te
gooien.' Op 27 mei kwamen zo'n 150 vrouwen. Er kwamen plannen op tafel en
anti-plannen en anti-anti-plannen en na 2 dagen vergaderen loste dat alles zich
op in het gezusterlijk vaststellen van een aantal regels die al 5 jaar bestonden:
pluriformiteit, iedere groep één vrouw afvaardigen naar de huisgroepenverga-
dering en de klussen mochten vooral niet op de schouders van een kleine groep
terecht komen. De 'angst' voor machtsvorming ('de direktrices') drukte zich uit in
één nieuw besluit: een koördinatiegroep moest in plaats van na één jaar, na een
half jaar wisselen: drie maanden ingewerkt worden; drie maanden de opvolgster
inwerken en dan weer wegwezen!
In het zomernummer waarin het verslag van de 'staking' staat komt de pluriformi-
teit van de Vrouwenhuis-hervormende vrouwen goed tot haar recht; het is een
stromingennummer waarin de redaktie 'tien jaar vrouwen revolutie' probeert te
ordenen, Ze 'distantieert' zich daarbij eensgezind van de pioniers van deze revo-
lutie: MVM dat in 1968 werd opgericht. 'Wij vinden in tegenstelling tot MVM dat
vrouwenbevrijding alleen tot stand gebracht kan worden door vrouwen en met
vrouwen, en vinden het uitgangspunt roldoorbraak lang niet voldoende om het
"paradijs" te kunnen bereiken. Daar is op z'n minst een radikale maatschappij-
verandering voor nodig,' Dat niet alles wat vrouwen samen doen automaties fe-
ministies is, is in deze tijd dus nog vanzelfsprekend. Er staat een klein stukje over
de plattelandsvrouwen in, niet omdat de redaktie haar feministies vindt, maar
'omdat ze nieuwsgierig zijn hoe de emancipatie van de vrouwen het feminisme
van de laatste jaren doorwerken in een grote groep georganiseerde vrouwen,'
Het begrip 'radikale maatschappijverandering' met en door vrouwen is dus de
gemeenschappelijke basis, Ze schrijven verder dat uit deze krant 'wel is geble-
ken dat in de redaktie van de Vrouwenkrant Radikale feministen, Feministies So-
cialisten, Lesbies feministen en Cultuurfeministen zitten, terwijl er ook vrouwen
in zitten die tussen deze hokjes heen en weer rennen,' Vermoedelijk was de krant
voor allen konkreter dan het begrip 'radikale maatschappijverandering': iedereen
was het er in feite over eens dat die maatschappijverandering via bewustwording
en beïnvloeding zijn beslag zou moeten vinden, niet via organisatie en machts-
vorming binnen of buiten de mannen politiek. Eigenlijk dus wat MVM ooit 'menta-
liteitsverandering' noemde, maar dan zonder mannen, De radikaal-feministen die
uitgenodigd waren om temidden van deze pluriformiteit hun onverdraagzame
standpunt 'dat dit alles niet genoeg is' te vertegenwoordigen hebben dan ook een
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
44
nogal plichtmatig stukje bijgedragen en zich gewroken met een satire op het
FEM-KON, het platform voor konsumptiefeminisme; 'Regelmatig bezoekt het ver-
gaderingen om te voorkomen dat onderdrukte vrouwen bevlogen raakten van de
wens om aan het werk te gaan'; 'omdat je nooit zeker weet of een vrouw die haar
mond open doet misschien wel iets feministies gaat zeggen, propageert het FEM-
KON
harde muziek: mooi en toch afdoende. Om niet alsmaar ongelukkige gezich-
ten te hoeven zien eist het weinig licht: afdoende en toch sfeervol.' Inderdaad, de
kultuurfeministen verschenen onder de kop 'Samen niks doen is ook belangrijk';
zij vullen daarmee vier volle pagina's. De Strijdijzers die revolutie willen, nog
geen halve. De pluriforme neveligheid inspireerde de ene stroming duidelijk
meer dan de andere,
Voor Vrouwenkrant en Vrouwenhuis was 1978 dan ook het eind van die plurifor-
miteit. Uit de koördinatie-staking was al gebleken dat de vrouwen die dat voor-
stonden bèkaf waren, en ook uit de redaktie verdween de generatie die werkelijk
in de pluriformiteit geloofd had: Mieke, Maria, May, Jet. Zij werden niet onmiddel-
lijk vervangen door een nieuwe groep met duidelijke opvattingen; want de nieu-
welingen moesten zich nog helemaal inwerken en zouden nog heel wat tijd nodig
hebben om zélf uit te vinden wat ze er allemaal van dachten, Maar daarmee be-
gint dan ook een nieuw hoofdstuk. Het oude wordt in het stromingennummer zelf
afgesloten met een overzicht van alle vrouwenbewegingen in het buitenland en
een eerste overzicht van alle soorten vrouwenbladen die in Nederland verschij-
nen, van MVM-nieuws, Fortnieuws, Naaimachine en Miep in de Ziekenfabriek
t/m een aantal Vrouwenkranten van Venlo tot Alkmaar.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
45
ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
September '78 was wat betreft de Vrouwenkrant de start van een nieuwe periode.
Het was althans een nieuwe ploeg die met de oude formule verder ging. Het
maakt verschil of je al jaren in de vrouwenbeweging rondloopt (zoals een aantal
van de vroegere redaktie) en weet welke diskussies allang gevoerd zijn, welke
onderwerpen nog niet zijn geweest. Nu leek de 'tweede generatie' (of misschien
wel derde), zich definitief in de redaktie gevestigd te hebben. Lidy v.d. Laan (later
Lidy Schoon, wel al een jaar erbij), Diana Vernooy en Henriette Bonarius (des-
tijds afgekomen op de noodkreet om hulp in het 'dagboek van een maand Vrou-
wenkrant' in nr. 40), Johanna de Haan, Anneke van Duinen, Martje Breedt Bruin,
Muriel Agsterribbe, Noortje Bos - allemaal ooit begonnen in een bestaande ge-
settelde Vrouwenkrant, die inmiddels groot gegroeid was dankzij een vaste opzet
en werkwijze. Makkelijk was het niet bepaald geweest om je als nieuw redaktielid
in die bestaande struktuur te vechten. Diana Vernooy: "Het eerste halve
jaar was een verschrikking, een harde strijd van inkasseren en aanpassen, van
jenever Ieren drinken, jezelf poneren, je plek veroveren, je dagritme 6 uur ver-
schuiven, en terug Ieren kafferen. Ik keek in het begin ontzettend op tegen al die
geweldig stevige vrouwen van de Vrouwenkrantredaktie, die enorme ruzies
maakten en daarna om elkaars hals hingen uit te huilen, die je precies zeiden wat
ze van je vonden en je uitkafferden om je naïeve ideeën, en als je vroeg wat je
doen moest moest je maar beter uit je doppen Ieren kijken. Ze keurden m'n eer-
ste stuk genadeloos af, ik leed aan een beginnelingenkwaal, ik gooide teorie en
ervaring dooreen, ik moest het Ieren scheiden en verdelen over de hele krant,
zeiden ze. Ze scheurden m'n kostbare geheel uiteen en lieten me opgaan in an-
dere stukken ... Nr. 44/45 is de krant geweest waarin ik mijn plek veroverde. Ik
had een stuk op me genomen dat niemand wilde schrijven en waar ik ook geen
donder verstand van had, nl. over de vrouwenbeweging in andere westerse lan-
den. Het was een uitdaging om kontakten te leggen met vrouwen die meer wis-
ten, op zoek te gaan en na te vragen, schriften vol te schrijven, en dan met een
redelijk stuk voor de dag te komen. Het lukte me en dat verzekerde me van een
plaats bij de Vrouwenkrant."
En Henriette Bonarius: "Er hing half een afwerk- en half een inwerksfeer; er wa-
ren echt twee groepen in de redaktie. En op het eerste weekend van de nieuwe
redaktie, na de zomer dus, kwamen de oudjes weer aanzetten om te kijken of we
het wel goed deden!"
Dat viel best mee: er rolden gewoon weer ouderwetse temanummers van de pers
en het nieuwe zat voornamelijk in het feit dat het voor de redaktieleden zèlf nieuw
was om hun bewustwording op een rijtje te zetten en te formuleren wat er met
vrouwen mis is. En achteraf bezien leverde dat, behalve heruitvindingen van het
feminisme, soms (vaak) ook een nieuwe kijk op oude dingen op, en soms, zoals
het septembernummer laat zien, het beschrijven van iets nieuws wat er mede
dankzij de vrouwenbeweging gekomen is.
'Vrouwen in andere beroepen' is het tema van nummer 46. In de allereerste num-
mers van de Vrouwenkrant werden techniese klusjes beschreven - hoe timmer
je een tafel, hoe leg je een bel aan - met daardoor de ontdekking en de stimu-
lans van 'dat kunnen we ook'; dit nummer gaat een stapje verder en gaat over
vrouwen die in de loop der jaren van dit soort 'onvrouwelijke' zaken hun beroep
zijn gaan maken. Niet alleen techniese beroepen, zoals timmeren in de bouw, ko-
men aan bod, maar ook vrouwen die werkzaam zijn in typiese mannenbolwerken,
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
46
zoals de rechterlijke macht, vertellen hun verhaal. Ook een kok, want dat is een
heel onvrouwelijk beroep als het betaald moet worden. Allemaal kost het ze
moeite zich in hun beroep staande te houden, allemaal hebben ze last van man-
nen die hen niet serieus nemen. De MTS-ster is gaan studeren omdat ze toch
weinig kans had als bedrijfsleidster in een drukkerij, en over haar schooltijd ver-
telt ze: 'Bij de praktijklessen kregen ze helemaal pijn in de buik van ons. Een
meisje aan de pers, dat kon niet. De drukkersleraar kwam de eerste les meteen
naar ons toe en zei: 'Jullie kunnen een acht voor drukken-praktijk op je rapport
krijgen, als jullie met je vingers van de pers afblijven.' Het blijkt uit alle verhalen
dat je als vrouw twee maal zo goed moet zijn als een man. Maar de meesten vin-
den het werk zelf leuk. 'Wat mijn werk betreft, ik vind het fantasties', zegt een tim-
mervrouw. 'Mijn kollega's geven soms waardering over mijn werk en soms word
ik gekleineerd. In het bijzijn van anderen moet een kollega zich soms bewijzen
dat ik het niet goed doe, of door het zware werk te doen terwijl ik (zoals dat een
keer het geval was) meer uithoudingsvermogen had dan de mannelijke kolle-
ga's.'
In Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging wordt in deze krant, behalve over de
oprichting van de Solidariteitsgroep Vrouwelijke Gevangenen, ook over de Vrou-
wenkraakgroep Amsterdam geschreven: een oproep aan vrouwen die geen huis
hebben, of die bij hun man weg willen, om iets aan hun huisvesting te gaan doen.
'Lieve vrouwen ... meldt je massaal aan, zodat per gemeente of distrikt verschil-
lende aktiegroepen kunnen ontstaan ...'. Daarnaast was er het plan om een
zwartboek samen te gaan stellen en, vrouwen die hulp en ervaring van kraak-
sters nodig hebben, te helpen bij het kraken van huizen. Ook in deze krant de
aankondiging van het derde nationale Vrouwenfestival. Dit keer zou dat in het
Amsterdamse Bos plaatsvinden en iedereen moest zelf maar voor aktiviteiten of
voorstellingen zorgen. Niks mocht geld kosten, dus ook geen gekonsumeer van
kant-en-klare informatie. Zelf iets dóen dus. De Vrouwenkrant nam deze oproep
serieus en ging met een stencilmachine onder de arm er naar toe en maakte ter
plekke een speciale festivalkrant.
In nummer 47 verschijnt er een verslag van het geheel: hoe kun je in hemels-
naam de vrouwen die altijd al het werk verzetten nu ook nog eens hun hoofd la-
ten breken over wat voor origineels ze nu weer móeten verzinnen? Het beteken-
de dat een heleboel groepen niet kwamen, en dat anderen gewoon wèl boeken
verkochten en blaadjes. Deze krant ziet er behoorlijk stevig uit, maar dat kan ook
door het dikke (taai te lezen) kringlooppapier komen. Of misschien wel door de
automatiese verzending; een beslissing die de redaktie aardig wat hoofdbrekens
gekost heeft. Mag je dit soort werkjes wel uitbesteden? 'Maar', aldus
Henriette, 'die hele verzending was zo'n ontzettend werk, dat we in september
zonder slag of stoot en met een grote zucht van opluchting die bandjes en het
hele abonnementenbestand uitbesteed hebben.'
Het tema van nummer 47 is in ieder geval oud en vertrouwd - 'Uiterlijk' - al is de
benadering er duidelijk één van een nieuwe generatie. 'De terreur van de norm'
is de ondertitel en al snel blijkt dat er ook sprake is van een feministiese norm!
Niet alleen de roze tuinbroekjes en de 'coupe lesbienne' (haren stekel-kort ge-
knipt) zijn een doorn in sommige ogen, het verzet tegen de bestaande feministie-
se ideeën over uiterlijk is ook nogal groot. De nadruk ligt heel sterk op het doen
wat je zelf lekker vindt 'de hele ideologie van de nieuwe normen ten spijt'. Vooral
de oogverf wordt in diverse stukjes verdedigd ten opzichte van de feministen die
roepen dat het zelfhaat is als je vindt dat je een gezicht hebt 'van ongebakken
deeg als ik er geen ogen in schilder', dat je je moet tonen zoals je bent en 'niet
moet beantwoorden aan het verwerpelijke vrouwbeeld dat de kommercie en re-
clame propageren'. Wat echter allemaal moet in de 'buitenwereld' is allemaal
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
47
nog veel erger dan de feministiese norm en de rest van de krant staat dan ook vol
met verhalen over neuroties vreten en vooral lijnen, knobbeltenen, spillebenen,
te grote, te kleine, te platte, te dikke buiken, borsten, billen etc. 'Het is ook nooit
goed'. De boodschap wat er tegen te doen is is dan ook overduidelijk 'zo snel
mogelijk uitscheiden met piekeren over ons uiterlijk, met ons te vergelijken met
andere vrouwen en met verfraaiingsspul kopen, liever dik dan lijnen, beter geen
borsten dan drie, harig is heerlijk. Ophouden dus en onze energie in strijd omzet-
ten met elkaar tegen de oorzaken van onze onvredegevoelens'. In de rubriek 'Uit
Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging' naast het derde vrouwenfestival en het
'Grand Gala van de Emancipatie', ook een kritiese noot ten aanzien van de So-
cialistiese (Seksistiese) Partij. In het partijblad Tribune had een artikel gestaan
over vaginisme, waarbij er vanuit gegaan werd dat de schuld daarvan bij vrou-
wen lag. De vrouwen die boos op dit artikel reageerden, en ook een groep willen
oprichten over de relatie feminisme-socialistiese partij, werden beschuldigd van
fraktievorming en kregen een verbod om bij elkaar te komen opgelegd.
Het novembernummer van 1978 is de krant over 'Huis- tuin- en keukendepres-
sies'. Een grijs omslag met daarop een vrouw die moe(deloos) het hoofd in de
handen laat rusten. "Achteraf wel jammer, dat grijs", vindt Henriette "de krant
werd daardoor vrij slecht verkocht. En dat terwijl het toch een heel opgewekt
nummer is met de boodschap dat depressies niet aan jezelf liggen, maar maat-
schappelijk bepaald zijn. Het was een krant waar we echt heel trots op waren,
misschien ook wel mede door de 'herontdekking' van het betrekken van vrouwen
van 'buiten' bij het maken van een bepaald tema. In dit geval twee vrouwen van
de 'Gekkenkrant'." Ook Diana is vol lof over het depressienummer: 'Het was
echt mijn krant. Ik was een tijdje depressief geweest en had de vage angst dat
het terug zou komen. Dat gevoel van zwakte veranderde door het werken aan
deze krant in kracht.'
-
'Een depressie', aldus de krant, 'is altijd een waarschuwing. Er is iets mis met je
leven, er klopt iets niet, En dat er iets niet klopt is o zo logies, Het komt steeds
weer neer op een botsing van je rol als vrouw, je vrouwelijke eigenschappen en
de kracht in jezelf die zich daartegen verzet,' In een aantal ervaringsstukken
wordt beschreven hoe een depressie aanvoelt, vaak als een totale vervreemding,
het niet langer mee willen doen, willen horen bij, de bestaande wereld waar je als
vrouw tegenaan botst; terwijl je daar dan weer heel eenzaam en verdrietig van
kunt worden - een ingeslikt protest dat je in een soort vicieuze cirkel brengt. Die
cirkel wordt dan door de bestaande behandelwijzen in stand gehouden middels
slaappoeders, kalmerende tabletten of opname in een inrichting: om gek van te
worden,
Achterin dit nummer iets over het Landelijk Overleg Vrouwenhuizen, alwaar van
gedachten gewisseld is over subsidiëringen door CRM. In eerste instantie leek dat
wel handig, maar vanuit Amsterdam rezen er twijfels, Er blijken teveel voorwaar-
den aan vast te zitten (een uitgebreid onderzoek naar het funktioneren bijvoor-
beeld) en de ideeën die CRM over inhoud en vorm van emancipatie heeft - over
feminisme wordt niet eens gesproken - zijn natuurlijk ook niet bepaald revolutio-
nair, Geen ministeriële vingers in de pap, besloot de huisgroepenvergadering,
dan maar geen geld. Maar vrouwenhuizen in den lande dachten er anders over,
vaak ook omdat ze het geld nodig hebben om bijvoorbeeld de huur te kunnen
betalen, wat voor een kraakpand natuurlijk niet hoeft, Toch blijft het feit, dat al-
leen de subsidie-aanvraag al zo slopend veel tijd kost omdat je je in allerlei
bochten wringt om maar aan de voorwaarden te voldoen, dat er voor feministiese
strijd nauwelijks nog energie overblijft.
Het Anti Emancipatie Kommisie-(AEK)-kabaret werd opgericht om te proberen
door middel van voorstellingen in de verschillende vrouwenhuizen de diskussie
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
48
over geld en inkapseling op gang te helpen, Want 'wie heeft er ooit gehoord van
een betaalde revolutie?'
Veel andere, nieuwe groepen waren er dit jaar niet meer bijgekomen in het Vrou-
wenhuis. Het zijn voornamelijk de oude bekenden die op de achterflap van de
Vrouwenkrant prijken. De groei en bloei lijkt een beetje tot stilstand gekomen. In
de donkere maand december kwam de Vrouwenkrant met het tema 'Gezins-
bouw' uit. Henriette: "Dat was een idee van Diana, die had in allerlei verschillen-
de woonsituaties gezeten en gekonstateerd dat de hele maatschappij is ingesteld
op gezinnen, en dus de bouw ook, Ik geloof niet dat ik deze konstatering, die op
zich juist is, nu een hele krant waard vond, maar die is wel, zoals de meeste kran-
ten in deze periode, in grote eensgezindheid gemaakt. "
Dat het voor vrouwen vrijwel onmogelijk is te wonen zoals je zou willen valt in dit
nummer te lezen, Een aantal vrouwen beschrijven het leven in een eengezinswo-
ning of -flat. Zo is het bijvoorbeeld 'een ramp als je een pak suiker vergeet, want
dat betekent dat je opnieuw een half uur aan zware rukwinden wordt blootge-
steld, die hier altijd in de open gaten waaien.,,', 'Van samenleven is hier geen
sprake, ieder gaat eenzaam en alleen haar eigen gang, leeft haar eigen leven.'
Andere vrouwen beschrijven wat je tegen zo'n woonsituatie kunt doen: je kunt
met anderen gaan wonen, als je dat prettiger vindt, en als je geen huis kunt krij-
gen, kun je er, voor jezelf of ook voor anderen, ééntje kraken. Er is, zo blijkt uit
de krant, al een groep vrouwen die samen een huis hebben gekraakt en dat veel
leuker vonden dan kraken met mannen, en die nu met haar allen wonen. En er is
een groep van 'achttien enthousiaste vrouwen', die een steungroep zijn gaan
vormen om vrouwen die willen gaan kraken bij te staan en om akties te voeren
voor een beter huisvestingsbeleid.
In Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging staat een enorm artikel over alle Vrou-
wenkranten die er in Nederland te vinden zijn. Na de oproep in het stromingen-
nummer blijken er zevenentwintig te voorschijn gekomen te zijn - tot zelfs in
kleine plaatsjes als Nieuwkoop toe. De meeste kranten worden gestencild in een
oplage van 150-300; het Nijmeegse 'Vrouwentongen' heeft een oplage van 900.
Een mooi overzicht van wat er in alle hoeken en gaten in de vrouwenbeweging
gaande is, welke diskussies er in Leiden en wat voor akties er in Eindhoven ge-
voerd worden. Zo gaat de Amersfoortse vrouwenkrant over broodfeminisme en
heeft de Rotterdamse vrouwenkrant een verslag over een 17-jarige aanstaande
bejaardenverzorgster die niet alleen drie maanden gratis moet werken tijdens
haar stage, maar ook nog 'ns 80 gulden toe moet betalen voor een kamer.
Er gebeurde dus van alles, Ook weer binnen de redaktie trouwens, Anneke van
Duinen en Martje Breedt Bruin stapten er uit. Ze werden 'opgevolgd' door Pauli-
ne Harmsen en Els de Waard. Weer twee vrouwen die 'het nog moeten Ieren' en
waarvan nu verwacht werd dat ze twintig uur per week aan de krant besteedden
en dat minimaal een jaar - vanwege de kontinuïteit - en maximaal twee jaar -
om dan plaats te maken voor weer een nieuw redaktielid. Diana: "We gingen er
van uit dat de lezeressen gesteund zouden worden in een feministies bewustwor-
dingsproces, als ze lazen over de bewustwording van andere vrouwen. Vrouwen
die daar zelf midden in zaten konden daar het beste over schrijven, dat bevorder-
de de herkenbaarheid en de overtuigingskracht. Nieuwe redaktieleden werden
hierop geselekteerd."
Dat was dus duidelijk iets nieuws. Niet meer ervaren feministen zoeken, die aan
de vrouwen van buitenaf de weg naar de vrouwenbeweging zouden wijzen, maar
juist liever degenen aantrekken die zelf óók nergens van weten en die de redak-
tie zouden moeten verlaten zodra, of voordat, ze iets geleerd hadden (twee jaar
is immers te kort voor een behoorlijke feministiese opleiding). Joke Smit schreef
juist in die tijd verbitterd over al die nieuwe vrouwen die allemaal zelf 'het wiel
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
49
weer opnieuw wilden uitvinden' en daarom de ouderen de mond snoeren. Dat
had ze dus kennelijk goed aangevoeld!
Diana gaat verder: "We kozen tema's uit die aansloten bij onze eigen ervaringen
en gevoelens. De eerste avond dat we praatten over een nieuw tema was altijd
een brainstorm-avond, waarin we alles inventariseerden wat we rond een onder-
werp konden bedenken. Talloze herinneringen diepten we dan op, we onder-
zochten wat ons dwars zat. We namen ons leven onder de loep, lazen boeken en
artikelen en plaatsten alles in feministiese kaders."
Henriette: "Het was een soort verlengstuk van je dagboek. We gaven onszelf
opnieuw gestalte. Voor een groot deel had de krant voor ons ook die funktie. Het
had iets heel intiems. Over de rubriek Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging
werd vrijwel niet gepraat. Degenen die al wat langer in de redaktie zaten hielden
zich daar mee bezig. Lidy bijvoorbeeld was daar heel alert op, ik absoluut niet. Ik
was begonnen met ervaringsstukjes en later schreef ik ook de inleidingen. Dat
vond ik makkelijker dan een teoreties stuk, het op een rijtje zetten en zo toegan-
kelijk mogelijk maken van de inhoud van de krant."
Begin 1979 verscheen het vijftigste nummer en het jubileum werd gevierd met
een hemelsblauw met zilvergrijze omslag met daarop een foto van een verre ein-
der: het tema verliefdheid was aan de orde, voor de meesten waarschijnlijk iets
uiterst vreugdevols. Alhoewel? Henriëtte denkt daar anders over: "Over verliefd-
heid hebben we een hele diskussie binnen de redaktie gehad. Een paar wilden
het maatschappelijk maken en dan zei iemand anders weer: onzin, je wordt ver-
liefd en daar kun je niks aan doen, dat overkomt je, daar is feministies niets over
te zeggen. Ikzelf had zoiets van, bestaat het überhaupt wel? Verder maakte het
me niks uit, konden de konklusies me niet zoveel schelen. Maar ik denk wel dat
het een voorloper was van de diskussie over heteroseksualiteit."
Vanaf dat moment werd het, althans voor de meeste redaktieleden zèlf, allemaal
wat serieuzer en met wat meer stellingname. De tema's die op 'verliefdheid' vol-
gen zijn ook wat konkreter, zoals 'abortus' in maart en 'seksueel geweld' in april,
kranten gemaakt in samenwerking met vrouwen van resp. Wij Vrouwen Eisen en
Vrouwen Tegen Seksueel Geweld. Dit alles gevolgd door een krant over gedwon-
gen heteroseksualiteit, waarmee de he-ho diskussie ook deze redaktie heeft bereikt.
Henriëtte over het nummer over seksueel geweld: "Ik weet nog dat ik dat heel
moeilijk vond, een beetje bedreigend, je kon niet meer zo luchtig, zo argeloos
doen. Bij een krant als 'Uiterlijk' kun je nog zeggen, maak je niet zo druk. Dat kon
hierbij niet, je zat bij de wortels. De vijandschap tussen mannen en vrouwen, de
vrouwenhaat werd duidelijker. Bij 'Mishandeling' (nr. 41) was dat ook wel zo,
maar daarbij kon ik mezelf nog voorhouden dat het om een beperkte groep ging,
dat het mij niet zou overkomen. Bij seksueel geweld kon dat niet, dat is iets wat
voor iedereen geldt. Bovendien werd me toen steeds duidelijker dat veranderin-
gen helemaal niet zo snel gerealiseerd kunnen worden. De bewustwording gaf
geen opluchting meer maar het tegendeel; het werd er alleen maar moeilijker
mee."
Toch is het allemaal niet echt nieuw, wat er in deze krant geschreven wordt, al
blijven verkrachting en mishandeling altijd schokkend en pijnlijk. Maar de strijd-
baarheid, de noodzaak voor vrouwen om niet langer onderdrukt lijdzaam te blij-
ven staan of toekijken, maar daadwerkelijk terug te vechten (in letterlijke en fi-
guurlijke zin) spreekt uit een groot aantal stukjes. Verder een artikel waarin nog
'ns duidelijk gemaakt wordt dat 'geld en geweld' alles met elkaar te maken heb-
ben - dat vrouwen seksueel onderdrukt kunnen worden wordt bepaald door de
ekonomiese machtspositie van mannen. Misschien is dat laatste wat de (toenma-
lige) redaktieleden alsmaar bedoelen als ze praten over 'het duidelijker stelling
nemen' van de Vrouwenkrant in deze periode. Ze komen er weer wat duidelijker
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
50
voor uit dat vrouwen onderdrukt worden door mannen, in plaats van door iets
'vaags' als 'het systeem' of 'anderen'.
Pauline: "Het was toen ook voor het eerst dat er iemand uit de redaktie vertrok
omdat ze het niet eens was met het beleid. Ze vond dat we teveel de kant van de
mannenhaat uitgingen. Nou waren de meesten van ons wel hetero, maar tot dan
toe hadden we het nooit zo over mannen gehad. Wel herinner ik me van de ver-
liefdheidskrant, dat we gesprekken hadden over of je misschien maar helemaal
niet meer verliefd moest worden, al is daarvan in die krant nog niet zoveel terug
te vinden. En na de krant over seksueel geweld, dat was echt een slopende ver-
gadering, moest er besloten worden welk tema de volgende krant zou hebben -
we aarzelden tussen zwangerschap of gedwongen heteroseksualiteit. Dat laatste
speelde echt heel erg voor een aantal van ons, was een probleem; twee, drie da-
gen in de week bezig met de Vrouwenkrant en dan 's avonds bij je vriendje in
bed. Dat was een beetje raar."
De krant over gedwongen heteroseksualiteit zou eigenlijk beter 'ontwenning'
kunnen heten, want dat is het sleutelwoord in bijna alle verhalen. 'Elke dag is een
ontwenningskuur, terug naar het nulpunt. Met een vriendin vrijen, heel voorzich-
tig', aldus één schrijfster. En: 'Ik heb nog zoveel af te breken aan manieren van
denken, voelen, reageren. Met het gevolg dat ik soms helemaal niet meer weet
wie ik ben. Raak in de war van vrouwen om me heen.' Bijna op elke bladzij is ook
een citaat te vinden uit Verena Stefan's roman 'ontwenning', die volgens Pauline
door een groot deel van de redaktie werd verslonden. Pauline: "Net als Stefan
hadden we het er alsmaar over hoe moeilijk het was om van je heterokonditione-
ring af te komen. Dat was een moeizaam en vooral een heel langdurig proces, vol
met voetangels en klemmen. Alle diskussies gingen over hoe hetero we waren,
tot in het diepst van onze ziel. Twee vrouwen van de krant waren op elkaar ver-
liefd, al sinds het verliefdheidsnummer. Maar het werd alsmaar niets en dat von-
den we heel gewoon. En zij ook. Want ja, daar zat de heteroseksualiteit tussen."
Pauline is ook het meisje links op de voorkant van de krant over gedwongen he-
teroseksualiteit, waarop ze verliefd kijkt naar een ander meisje. Een lief en hoop-
vol plaatje. Pauline daarover: "Ja, dat was een echte Vrouwenkrantliefde. Ik was
verliefd geworden op een meisje met wie ik samen een stukje had geschreven
voor het nummer over seksueel geweld. Zij schreef met hele grote letters op klei-
ne papiertjes en ik schreef daar dan van alles tussen. Toen kwam die krant over
gedwongen heteroseksualiteit, en we raakten in een soort euforie. Zij had het uit-
gemaakt met haar vriendje en dat kwam ze heel blij op de krant vertellen, heel
entoesiast. Dat vond ik zo leuk, dat ik een kadootje meenam naar de krant en dat
aan haar gaf. Toen bedachten we ook dat we samen naar het park wilden en op
de foto voor de krant, dat leek me enig. Dus liepen wij giechelend door het park,
met de fotografe achter ons aan, die nog steeds bij haar vriendje zat en het alle-
maal helemaal niet zo leuk vond en wou dat het maar voorbij was. Die foto was
echt het hoogtepunt van onze relatie. Daarna ging het snel bergafwaarts; ik keek
wel telkens verlangend naar haar raam als ik 's avonds laat door de straat fietste
waar ze woonde, maar dat leidde nergens toe; ik viel alleen maar van mijn fiets
want het was daar opgebroken. Daarna ging ze een tijdje weg en kwam er voor
haar ook weer een vriendje bij kijken dus toen was het snel afgelopen."
Nummer 53 was een krant met vooral persoonlijke, redaktionele gevolgen. Drie
nieuwe vrouwen - Emma van Lohuizen, Connie Franssen (had al eerder een jaar
in de redaktie gezeten) en Heleen Buys, gingen vooralsnog opgewekt mee in het
proces dat iedereen zelf 'radikalisering' noemde. Voor drie anderen werd het min
of meer te gortig, Johanna de Haan, en later Muriel Agsterribbe en Noor Bos,
vertrokken. En ook voor Henriëtte Bonarius was het hele gebeuren niet zo feeste-
lijk als de inleiding ('eindelijk besloten we de al járen bestaande twijfels onder
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
51
ogen te zien, eindelijk de al jaren bestaande relaties met man/vriend verbroken!')
ons doet vermoeden. Zij bewaart aan deze krant geen beste herinneringen. Voor
haar was het leuke er toen wel helemaal af. Henriette: "Ik heb ontzettend veel
nagedacht over die krant. En ik denk nu dat ik weet wat ik er zo slecht aan vond
- de tegenstrijdigheden die er niet in mochten. Het argument daarvoor was dat
er in de maatschappij al genoeg nadruk op de andere kant lag, en dat de Vrou-
wenkrant dus best tegen de heteronorm aan mocht trappen, maar ik vond dat
ekskuus niet goed, ik vond dat er te makkelijk over gedaan werd. Het persoonlij-
ke is politiek werd in deze krant wel op een heel speciale manier aangezwen-
geld." Het is inderdaad zo dat je van sommige redaktieleden hun hele levensloop
kunt lezen in de ervaringsstukken, die nu bol kwamen te staan van twijfels en
identiteitsproblemen. Het identiteitskonflikt was vanaf dat moment niet meer uit
de Vrouwenkrant weg te denken en ook nu nog, na al die jaren, raken Diana en
Pauline er niet over uitgepraat. Pauline: "De meesten waren na een paar maan-
den weer terug bij hun vriendje of kregen na een tijdje een andere vriend. Maar
een paar hebben het toch volgehouden. Toch wás die krant heel belangrijk voor
ons, we namen beslissingen en we veranderden iets aan ons persoonlijk leven,
we schoven dingen waar we al lang over nagedacht hadden niet langer voor ons
uit. En voor een aantal van ons hield de scheiding tussen persoonlijk leven en
vrouwenbeweging op met te bestaan, of hij werd in elk geval minder absoluut."
Diana schrijft daarover: "'Aanvankelijk was mijn leven sterk gespleten. Wat femi-
nisties was speelde zich binnen het Vrouwenhuis af, de rest erbuiten. Redaktiele-
den kwamen zelden bij elkaar over de vloer. Die gespletenheid loste zich pas op
nadat ik vrijwel alle aktiviteiten buiten het Vrouwenhuis had afgebroken (ik stapte
uit de kraakbeweging en werd werkloos). Sinds het zomernummer van 1978 za-
ten we met een groep vrouwen in de redaktie die vrijwel allemaal rond dezelfde
tijd waren binnengekomen. De ontwikkeling die ik doormaakte gold voor meer
redaktieleden. Onze levens raakten steeds meer verweven met de Vrouwenkrant,
we raakten zelfs zozeer vergroeid dat haar en onze ontwikkeling één leek te zijn
geworden. Doordat we steeds duidelijker stelling gingen nemen ontstond voor
ons persoonlijk de noodzaak om nog duidelijker konsekwenties te trekken, en de
laatste banden met alles dat niet feministies was te verbreken. Dat ervoeren we
als onontkoombaar, maar dan in positieve zin, als vanzelfsprekend en wenselijk.
Daarom kon het zowel gekonstrueerd zijn als ook integer dat we met velen tege-
lijk de banden met mannen verbraken en verliefd werden op een vrouw. Het was
onze persoonlijke zelfstandige keus, maar we vonden ook dat het feminisme dat
van ons eiste."
De redaktie ontving een stroom van reakties op het heteroseksualiteitsnummer.
Op zich natuurlijk niet zo verwonderlijk, gezien de mate waarin ze er zelf allemaal
mee bezig waren. En waarom zou de redaktie zich onderscheiden van andere
vrouwen èn de vrouwelijke eigenschap om relaties tot de bron voor wat voor in-
spiratie dan ook te maken? De meeste schrijfsters waren diep verontwaardigd.
'De Vrouwenkrant had ze laten vallen, had de wet voor willen schrijven, was niet
solidair geweest met hetero-gevoelens, had vrouwen iets opgelegd, etc.', aldus
Pauline die zich een positieve reaktie niet meer kan herinneren. En de brieven
zelf zijn ook nog zoek, want de redaktie hield er het merkwaardige beleid op na
om ingezonden brieven niet te plaatsen. Maar - 'beantwoord werden ze wel, al
werd het soms wel eens vergeten.' De redaktie had ook heel wat anders aan haar
hoofd, zo valt te lezen in de inleiding van het zomernummer van '79, dat over
Strategieën moet gaan. 'Het is vrijdagavond, maandag moet de krant naar de
drukker. Nog twintig bladzijden te lay-outen, terwijl we nu dus op een gemiddel-
de van vier per dag zitten... Twee van ons zijn al ingestort, vijf vrouwen verlieft
dus daar valt ook nauwelijks mee te werken. Waarom zijn we hier in gotsnaam
mee begonnen??' (Kan de redaktie van ellende niet meer spellen, of heeft zij, mèt
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
52
haar seksuele voorkeur, ook haar spelling veranderd?).
Het is duidelijk, hier is een uitgeputte en vertwijfelde groep vrouwen aan het
woord, die verder vermeldt dat zij uren heeft gediskussieerd, geouwehoerd, ruzie
heeft gemaakt, en geprobeerd heeft om wakker te blijven 'om hèt nog te kunnen
volgen' en die aan het einde van de inleiding met haar laatste krachten nog ang-
stig waarschuwt: 'Probeer niet een opdringen van de juiste lijn eruit te proeven'.
Zeker wat dat laatste betreft verschilt dit nummer helemaal niet zoveel met hoe
de vorige redaktie dit soort kranten maakte. In '78 bood zij op een zeer ruim pre-
senteerblad aan wat voor groepen en stromingen er allemaal waren; in feite ge-
beurt in deze krant hetzelfde, maar dan aan de hand van een aantal onderwer-
pen, of zeg maar 'hete hangijzers'. En zo wordt er geschreven over de wel of niet
gesubsidieerde revolutie, over on- en betaald feminisme, vrouwen binnen en bui-
ten mannenland, over de media, vrouwenstudies en zelfhulp, maar ook over ver-
schillende aktievormen, variërend van de Engelse suffragettes die in hongersta-
king gingen, tot de 'Verschrikkelijke Sneeuwvrouw' die met bakstenen het be-
staan van porno-shops onveilig maakt.
Voor een deel zijn het oude diskussies die weer van stal gehaald worden, en die
weer, al dan niet in dezelfde bewoordingen, worden voorgedragen. Over de
FORT bijvoorbeeld: mag dat nou wel of mag dat niet of mag het met mate? Zo
mag een zeer vasthoudend iemand die 2 1/2 jaar lang geprobeerd heeft om in het
Vrouwenhuis een assertiviteitstraining te beginnen maar telkens weer door de
huisvergadering werd tegengehouden, nog eens komen vertellen waarom ze het
niet met de daar genomen beslissing eens is. Anderen vertellen weer waarom ze
wel, niet, misschien, onder voorbehoud, in mannenland willen werken. Wat
Henriëtte betreft was deze krant een verslechtering: "Ik kon me voorstellen dat je
lesbies was of niet-lesbies, ik kon me voorstellen dat je lesbies-zijn proklameer-
de. Dat was allebei niet verre van me. Ik kon me ook inleven in de bezwaren te-
gen betaald feminisme. Ik vond het prima om bedenkingen te hebben. Maar waar
ik bezwaar tegen had was het feit dat er ineens een norm bleek te zijn. Het één
was feministies, het ander niet. En ik vond de meeste stukken intolerant en niet
konstruktief. Ik wil liever vóór iets argumenteren dan tegen iets, en in de krant
werd alleen maar 'tegen' geroepen. En ik vond ook dat degenen die tegen dit en
tegen dat waren, vaak geen goeie argumenten hadden." Henriette bewaart dan
ook aan dit nummer geen beste herinneringen: 'Iedereeen was afgeknapt', zegt
ze. 'Ik heb hele middagen in mijn eentje staan te lay-outen, en dan nog aan hele
slechte stukken. Het was allemaal niet doordacht. De beste stukken waren nog
die waarin niet gekankerd werd op andere groepen, zoals bijvoorbeeld dat me-
dia-stuk.'
Inderdaad was feminisme en de media een van de belangrijkste diskussieonder-
werpen van die zomer. Niet alleen in de Vrouwenkrant, ook binnen het Vrouwen-
huis wordt naar aanleiding van de zojuist verschenen Mediamangel van de Strijd-
ijzers - onstuimig gediskussieerd over de vraag of de vrouwenbeweging nu wel
of niet iets te zoeken heeft bij de kapitalistiese en patriarchale media, die alles
wat zij te zeggen heeft verdraaien, afzwakken of helemaal maar weglaten. Een
groot aantal vrouwen vindt, met de Strijdijzers, dat er niet langer meegewerkt
moet worden aan de 'officiële' media en dat alles wat zij te vertellen hebben
voortaan maar bekend gemaakt moet worden via haar eigen kanalen, waar dan
de Vrouwenkrant er één van is.
Niet iedereen hield zich echter aan deze nieuwe principes, wat weer veel opwin-
ding opleverde, met een klimax op het moment dat twee vrouwen een interview
afstonden aan de Telegraaf over hoge hakken, kokerrokken en de nieuwe vrou-
welijkheid. Wat een vuile handen werden daarmee gemaakt! De Strijdijzers rond-
den dit punt af door met het Anti-wegwerpvrouw-komitee in het najaar van '79 in
alle kranten te verschijnen met een schitterende slogan tegen D '66 dat de ali-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
53
mentatie wilde afschaffen: 'Redelijk rijke mannen die op een redelijk goedkope
manier hun vrouw kwijt willen raken'.
Dat journalistiek onfatsoen trouwens niet het monopolie van de mannenmedia is
blijkt juist uit het mediastuk. Dat geeft namelijk wel een samenvatting van de
ideeën van de Strijdijzers, maar vermeldt noch hun naam, noch het boek dat ze
aan het schrijven waren - waarvan iedereen in het Vrouwenhuis op de hoogte
was, ook de redaktie. Dat de Strijdijzers tegen deze ideeëndiefstal (de schrijfster
van het artikel zat bij de Strijdijzers) protesteerden en tenslotte de schrijfster uit
de groep zetten, maakte geen indruk. De redaktie vond - volgens Pauline - dat
ideeën nu eenmaal kollektief bezit hoorden te zijn. En ze namen het gewoon op,
alsof ze het zelf bedacht hadden.
De Vrouwenkrantredaktie - misschien nu iets meer dan een tijdje terug, betrok-
ken bij dit soort spanningen en sensaties - verjongde zich weer na de zomer, en
maakte in september/oktober een dubbelnummer over 'meiden' en over 'vakan-
tie'. De boodschap van het vakantiegedeelte is simpel: van je onderdrukking kun
je nooit vakantie nemen, net zomin als van de strijd ertegen, het is allemaal maar
schijnvrijheid. Over vrouwenkampen wordt de lezeres (traditiegetrouw) van twee
kanten geïnformeerd. Ontboezemingen in de sfeer van 'Ik bloei open/voel mezelf
groeien en sterker worden (...) emoties komen los/hoge bergen, diepe dalen'. of
'Mijn gevoel is daar in Foudgum begonnen. Het houdt niet meer op.' Daartegen-
over: 'Het werd mij al gauw duidelijk dat er van een rustige ontspannen vakantie
weinig terecht zou komen. Er werd zeer veel gediskussieerd, voornamelijk over
allerlei soorten relaties of over de spanningen die in de groep ontstaan waren.
Dit leidde tot zeer emotionele toestanden waardoor de sfeer zo nu en dan te snij-
den was.' 'Het gevoel nam een ontzettend belangrijke plaats in. Als je er niet in
mee ging, was je meteen gebrandmerkt als een koel, zakelijk en rationeel ie-
mand, die nog geen manier gevonden had om met haar emoties om te gaan. Ik
kreeg ook het idee dat hoe meer gevoel je ten toon spreidde, des te beter het
was. Er is in het kamp nauwelijks over ideologiese kwesties gepraat,'
De krant over meiden heeft een andere toon. Want het was een Meidenkrant-
dat stond ook op de omslag - en moest ook bestemd zijn voor en gelezen kun-
nen worden door meiden. De redaktie dacht blijkbaar dat meiden de andere
Vrouwenkranten vast niet konden lezen en deed dus verwoede pogingen om in
een andere taal te schrijven. 'Na de tweede wereldoorlog werd er door iedereen
hard gewerkt aan de opbouw van het land. In Europa en Amerika nam de wel-
vaart zó toe dat iedereen genoeg te eten en te drinken kreeg,' En het artikel 'Een
bepaalde toekomst' heeft een rekord aan verkleinwoorden in zich en veel tobbe-
rige didaktiek: 'Het is duidelijk dat daar een degelijke training en omvorming voor
nodig is (konditionering met een moeilijk woord of socialisatie) en die begint al
als je nog maar een bebietje bent. 'Mammie is dag en nacht bezig, maar alles wat
pappie doet vindt ze belangrijker.' Dit is ekstra komies, omdat de redaktie in de
inleiding van de Meidenkrant onthult, dat veel van hen zelf eigenlijk nog heel
jong zijn en dus eigenlijk over zich zelf schrijven. Enfin, ze hebben het maar weer
eens duidelijk uitgelegd: de onderdrukking begint al vanaf de wieg en 13 jaar is
de kruciale leeftijd die beslissend is voor je verdere leven.
Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging buitenlands nieuws, In nr. 52 werd ge-
schreven over een protestaktie van vrouwen in Iran tegen de opkomende islam
en in dit nummer over vrouwen in Turkije die een vierdaagse mars naar Ankara
gehouden hebben om te protesteren tegen het verbod op alle aktiviteiten van de
IKD, de progressieve vrouwenvereniging, Hoewel de (reeds gesloten) IKD-kanto-
ren er niet door geopend zijn 'is het de vrouwen gelukt om zich vier dagen lang
openlijk te manifesteren tegen het opkomend fascisme.'
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
54
Uit het Vrouwenhuis twee protestbrieven van de - zo lijkt het langzamerhand -
vijf enige aktieve groepen, De Bonte Was, de Strijdijzers, de AEK-groep, Vrou-
wen Tegen Seksueel Geweld en de Vrouwenkrant hebben zich kwaad gemaakt
over het Melkwegfestival met name omdat het tegen betaling, met te hoge toe-
gangsprijzen en ook toegankelijk voor mannen, plaatsvindt, Een andere protest-
brief is gericht aan de Haagse Post, Daarin heeft een artikel gestaan waarin met
een soort wellust de meest gruwelijke gewelddadigheden tegen vrouwen werden
beschreven met als konklusie dat de mishandelde vrouwen er emotioneel niet
buiten zouden kunnen en de mannen die slaan er 'niks aan kunnen doen'.
Pauline: "Een aantal van ons waren na het zomernummer wel meer betrokken
geraakt bij de akties en initiatieven van andere groepen in het Vrouwenhuis en
de beweging. We wilden daar ook wel meer aandacht aan besteden in de Vrou-
wenkrant maar ik denk dat we niet wisten hoe. We hielden vast aan dezelfde
werkwijze, en die was nogal arbeidsintensief, ook doordat we alles zo persoonlijk
opvatten, Opvattingen bezàt je, die waren van je eigen unieke zelf, dat was je
persóónlijke bewustwording. Het was in die tijd ook dat we weer redaktieleden
erbij zochten en je dan dàcht dat je met bondgenootjes aankwam ter ondersteu-
ning van jouw specifieke feministiese stroming, maar in feite berustte dat ge-
woon op persoonlijke voorkeuren. We wilden dus wel van alles, maar we konden
het niet. Ik heb toen nog wel het plan bedacht voor een soort steungroep-Vrou-
wenkrant. Daar zouden dan verschillende vrouwen uit een aantal aktieve groe-
pen in moeten zitten, die ons zouden helpen met de uitbreiding van 'Uit Vrou-
wenhuis en Vrouwenbeweging', zodat daar meer aktie en diskussie in zou ko-
men. Omdat we dat weer heel pluriform aan wilden pakken, ontaardde dat in vre-
selijk gekibbel over wie daar dan in moesten zitten, de één wou dan wel iemand
van de FORT of zo, en de ander niet, maar ik geloof dat we het vooral alsmaar
hadden over 'het beleid uit handen geven', en dat we bang waren dat wij de tiep-
en plakvrouwen zouden worden van de vrouwen die allerlei briljants zouden be-
denken, en dat laatste wilden we uiteraard liever zèlf."
Wat hiervan zichtbaar is zijn de wisselende namen in het kolofon (zo zijn Connie
Franssen en Emma van Lohuizen verdwenen uit de redaktie en Francis de Haan
en Titia Jansen - een poosje - en Ilona Scharree - een blijvertje - erbij geko-
men), en de temanummers die gewoon blijven komen. Zo is het justitienummer
(58) een hele degelijke krant, gemaakt in samenwerking met de Solidariteits-
groep vrouwelijke gevangenen en vrouwen van het Klachtenburo Politieoptre-
den. Vooral het hoofdstuk over de Bijlmerbajes is heel uitgebreid en schetst in
ervaringen van vrouwelijke gevangenen een aantal wantoestanden en ook een
beeld van het beleid en hoe vrouwonderdrukkend dat is, De gevangenen moeten
voorbereid worden op de terugkeer in het maatschappelijk leven. 'Er bestaat
kennelijk al een bepaald beeld van hoe die gevangene in het maatschappelijk le-
ven moet funktioneren, anders kan je haar daar niet op voorbereiden'. Dat ge-
beurt dan bijvoorbeeld door allerlei verplichte huishoudelijke werkjes. 'Binnen de
gevangenis leeft dus het idee dat de vrouw die haar rol aanvaardt passief, vrien-
delijk en verzorgend is, dus niet krimineel. De resocialisatie is er dus op gericht,
om vrouwen aan te passen aan maatschappelijk aanvaardbaar gedrag. Dat vrou-
wen juist tot krimineel gedrag zijn gekomen omdat ze zich bewust of onbewust
verzetten tegen hun rol, en de gevolgen van die rol in hun dagelijks leven, dat
wordt dus "even" over het hoofd gezien. Vrouwen die onafhankelijk en sterk
worden, zouden orde en rust in de gevangenis wel eens kunnen verstoren en dat
is wel het allerlaatste wat de direktie wil.' De gevangenis is trouwens niet het be-
langrijkste middel om vrouwen uit te schakelen. Vrouwen worden immers veel
vaker dan mannen 'ter beschikking van de regering gesteld' en in een inrichting
geplaatst. Als vrouwen krimineel handelen zijn ze gek en niet verantwoordelijk te
stellen voor hun daden; ze krijgen dan op deze manier levenslang.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
55
Na deze krant, waar je echt een 'kluif' aan hebt, volgt 'moederschap'. De redaktie
begint met de mededeling dat alle vrouwen moeders zijn. Dat is wel een enigs-
zins neerdrukkende gedachte voor iemand die geen kind heeft: je kunt er blijk-
baar niet aan ontsnappen. Een aantal vrouwen komt aan het woord die terugblik-
ken op hun moederschap. 'Ik ben de jaren doorgekomen met veel verbieden, ru-
zies beslechten, het gezellig maken', schrijft iemand. En een andere moeder: 'Ja,
wat te zeggen van een groot gezin? Omdat ik meestal goede huishoudelijke hulp
kon krijgen, heb ik het volgehouden. Ik vond het organiseren best leuk. Ik nam
ook wel eens de benen en niet alleen om boodschappen te doen.' Veel aandacht
is er voor het Bewust Ongehuwd Moederschap, waarover voor- en tegenstand-
sters aan het woord komen. En ook is er iemand die vrouwen aanraadt om eerst
eens, net als zij, een jaartje voor kinderen te gaan helpen zorgen: zijzelf was toen
voorgoed van elke wens om een kind te hebben genezen. 'Ik had mijn werk, was
aktief in de vrouwenbeweging, en dat wou ik beide zo houden. Daar kon hele-
maal geen moederschap meer bij! Die ene dag in de week van half 9 tot half 9
putte me meer uit dan wat ik verder ook deed.'
Pauline: "Ja, die over moederschap was weer een leuke krant, met van alles
wat. Een aantal van onze eigen moeders hebben toen hun ervaringen opge-
schreven. We hadden ook veel diskussies in de redaktie, vooral over of je wel
mocht stellen dat vrouwen maar beter geen kinderen kunnen krijgen. Dat vonden
we toch een beetje eng. Niet dat we zelf kinderen wouen, maar wat niet was, kon
toch nog komen, dat zat toch heel diep in jezelf, het verlangen naar een kind. En
als we 35 zouden worden, zou het te laat zijn om dáár iets mee te doen. Maar het
grappige is dat ik, toen die krant eenmaal af was, nou helemaal nooit meer daar-
over gepeinsd heb."
Het nieuwe jaar begon met een nummer over 'prostitutie', 'nadat we het einde-
loos voor ons uitgeschoven hadden', aldus de inleiding. Want hoe pak je het aan
om een krant over prostitutie te schrijven? De meeste vrouwen kennen geen pro-
stituees en als ze ze Ieren kennen bestaat er over en weer wantrouwen. Toch is
het een van de beste kranten uit die tijd geworden, vindt Henriëtte, die er dan
ook met veel plezier aan heeft gewerkt: "Het was de eerste keer dat er uitgebreid
aandacht werd besteed aan zo'n prekair onderwerp. En met Violet erbij, een
vrouw uit het vak, werd het allemaal veel steviger, zij heeft er in feite voor ge-
zorgd dat niet de voor de hand liggende versie "prostitutie is slecht" in de krant
kwam, maar dat we vanuit het standpunt van de prostituees, van binnenuit,
schreven."
'Wij zijn verontwaardigd, dat prostituees wel belasting moeten betalen, maar
geen sociale zekerheden hebben. Wij zijn verontwaardigd dat de maatschappij
wel neerkijkt op prostituees, maar het toch wel nuttig vindt dat ze bestaan', aldus
de inleiding. 'Staat prostitutie ver van ons bed?' vraagt de redaktie zich af. 'Net
zo ver als alle andere zaken in de mannenmaatschappij die vrouwen onderdruk-
ken, uitbuiten.' En: 'De hele maatschappij is zo ingericht, dat er voor vrouwen al-
leen plaats is, als zij ten dienste van mannen staan. (...) Of je er dan al of niet geld
voor vraagt, is dan misschien niet eens meer zo'n groot verschil.' Prachtig is het
interview 'Ik zou er geen geld voor uitgeven', waarin aan een hoer de vraag ge-
steld wordt of zij zich kan voorstellen dat ze 'met 25 gulden naar een man toe zou
gaan'. Nee: 'Dat is voor mij onbegrijpelijk. Ik zou toch denken: ik had er liever iets
anders voor gehad.'
Er staan meer mooie interviews en ervaringen in, ('veel last van m'n beroep heb
ik niet, behalve dat ik als ik thuis ben, bijna nooit vrije tijd heb') en achterin wordt
verslag gedaan van hoerenakties in Frankrijk en Engeland.
Voor Henriëtte was deze krant de laatste. Waarom ze toch al die tijd bij de krant
gebleven is, hoewel ze het er steeds minder prettig vond en, zoals ze zelf zegt,
blij was dat ze wegging? 'Ik denk dat het een soort kalvinisties plichtsbesef was,
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
56
je gaat niet weg als het moeilijk wordt, en ook, je moet je twee jaar volmaken.
Nou, na twee jaar was ik ook wel op, ook zonder die regel wel.'
De 'achterblijfsters' ploeterden verder en maakten in maart een krant over
'Werk'. Globaal genomen hebben de stukken die daarin staan twee verschillende
visies op werk. Sommige schrijfsters vinden het prettig om betaald werk te heb-
ben, zoals de vrouw die samen met een vriendin een reisburo drijft: 'Ik heb nu het
gevoel dat mijn blik weer ruimer geworden is. Je komt onder de mensen. Je hoort
meer wat er op de wereld gebeurt. Je krijgt een hoop kennissen. Ik vind het ook
heel belangrijk dat ik mijn eigen geld verdien en een eigen bankrekening heb.'
En iemand anders die als werkster in een buurthuis werkt: 'Dit is het goeie werk
voor mij, hier ben ik op ingesteld. Ik vind het leuk om in een buurthuis te werken.
Je hoort erbij, je werk moet gedaan worden, anders kan de boel niet draaien. Je
hebt kontakt met de mensen, ze zijn blij dat je de ruimte voor ze schoonmaakt.'
Andere ervaringsverhalen leggen het aksent op het onderdrukkende van betaald
werk, vooral voor vrouwen. Eén vrouw kreeg al bij het solliciteren moeilijkheden,
iemand anders probeerde op het werk het seksisme van haar mannelijke koIIe-
ga's aan de kaak te stellen. Tevergeefs: 'want het waren toch gewone grapjes,
net als grapjes over Surinamers en Belgen (...) de andere vrouwen in het team
vonden het ook leuk, dus dat was het bewijs dat er iets aan mij mankeerde. Wij
vrouwen konden toch ook grapjes over de mannen maken?' Sommige vrouwen
kiezen er dan ook voor om niet te werken: één schrijfster vindt dat betaald werk
juist vrouwelijke eigenschappen als passiviteit, volgzaamheid en gespletenheid
bevordert en al je kreativiteit en je energie die je juist zo hard nodig hebt om je
eigen onderdrukking te bestrijden, doodt. 'Voor mij houdt dat in dat ik niet be-
taald werk zoek, dat ik nu "werkvrij" ben, dat ik mijn ongericht verzet op scholen
nu snap en steeds meer mijn verzet nu kan richten. (...) Betaald werk zou mij
juist in die hele vervreemding duwen.'
Dat er in deze Vrouwenkrant over werk geschreven werd, was niet toevallig.
'Vrouwen Eisen Betaald Werk' was namelijk het tema van 8 maart 1980, de inter-
nationale vrouwendag en daar was nogal wat om te doen geweest, zodat ook de
Vrouwenkrant vond dat ze er niet meer omheen kon. In de rubriek 'Uit Vrouwen-
huis en Vrouwenbeweging' staan dan ook twee artikelen, waarvan er een de eis
van het 8 maart komitee ondersteunt ('Waarom ik wel meeloop', heet het), en het
ander geschreven is door een groepje vrouwen dat zich de WWV noemt (Wij
Werkloze Vrouwen). In dit stuk vertellen zij wat zij tegen hebben op de organisa-
tie van 8 maart rondom de eis 'betaald werk voor vrouwen'. 'Wij onderschrijven
het belang van financiële onafhankelijkheid voor de vrouw, maar dit hoeft niet
verbonden te worden aan de roep om betaald werk. Door zonder meer betaald
werk te eisen wordt voorbijgegaan dat uiteindelijk al het werk binnen het kapita-
listiese systeem erop gericht is winst te produceren voor die geldzakken van de
bazen.' Het artikel noemt een aantal bezwaren die er aan reformistiese en/of so-
ciaal-ekonomiese eisen kleven en besluit met de vraag of er met deze ene de-
monstratie niet een beetje te weinig feministiese strijdbaarheid getoond zal wor-
den. Het redaktielid dat hierop reageerde benadrukt het belang van financiële
onafhankelijkheid en vindt de WWVsters ronduit elitair omdat ze roepen dat ze
niet willen werken. 'Vrouwen, die bewust voor werkloosheid kiezen, kunnen dat al-
leen bij gratie van het feit dat ze keuzes kunnen maken, genoeg uitkering krijgen
en geen kinderen hebben om voor te zorgen. Bewust werkloos als strategie kie-
zen is in feite puur cynisme ten opzichte van al die duizenden vrouwen die geen
werk krijgen of worden ontslagen. Daar komt nog bij dat het volledig in de kaart
speelt van de mannenmaatschappij, die er allang op uit is om vrouwen zover te
krijgen, dat ze van hun lot een keuze maken.'
De strijd die in de kolommen van de Vrouwenkrant werd gevoerd was een neer-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
57
slag van de strijd die elders in het huis en in het 8 maart komitee was losgebar-
sten. Er waren ruzies, er werden leuzen op de muren van het Vrouwenhuis ge-
schreven met weinig verheffende kreten als '8 maart komitee door de plee', er
gonsde van alles, vriendinschappen werden verbroken of juist aangegaan. Het
leek of zich een definitieve breuk aan het voltrekken was tussen socialisten en
anarcho-liberalen. Zelfs de koude oorlog speelde mee: een opschrift op de deur
waarschuwde voor een kommunistiese machtsovername. Een verwarrende toe-
stand, omdat de twee groepen ruziënde vrouwen een heel spektrum van politie-
ke en ekonomiese opvattingen aan het opsplitsen waren: zoals de dreiging dat
de mannelijke vakbonden en linkse partijen in de krisis de uitkeringstrekkers
zouden laten vallen (de koppeling van Ionen en sociale uitkeringen opgeven); de
voortdurende maatschappelijke druk op uitkeringstrekkers omdat ze zouden pa-
rasiteren; het verschijnsel dat vrouwen pijlsnel uit het arbeidsproces verwijderd
werden; de pogingen van de NVB-vrouwen om steun te zoeken in het Vrouwen-
huis voor een uitbreiding van het feminisme binnen de CPN; de pogingen van de
vernieuwers binnen de CPN om door de 'destalinisatie' het isolement binnen
links te overwinnen; de trends in de kraak- en kernenergiebeweging tot de 'grote
weigering' van alles wat met deze maatschappij te maken had, van werk tot stem-
men, en de vrees voor isolement en sektarisme van anderen in dezelfde bewe-
gingen; en het generatiekonflikt in het Vrouwenhuis. Hele verschillende proble-
men dus, gepolariseerd door de brandende wens van al die jonge vrouwen die
de banden met mannen verbroken hadden en daardoor hun voor de hand lig-
gende mogelijkheden op inkomen en status opgegeven hadden om dan tenmin-
ste bij de Radikaalste Groep te horen. Twee jaar later voerden anarca's en links-
radikalen gezusterlijk aktie voor Mies Minima: maar nu was samenwerking onmo-
gelijk. Lidy en Diana (de WWV-stroming) vertrokken en een maand later Els ook,
zij vond het allemaal te tijdrovend. De krant ging door met de vrouwen die nog
restten en de nieuwe gezichten van Carin en Irene er bij en Pauline Vos, die on-
der de naam Pol een blijvertje zou worden.
Diana heeft achteraf heel uitgebreid geschreven hoe de Vrouwenkrant zich in
haar ogen in die twee jaren ontwikkeld had. Een paar fragmenten: 'De Vrouwen-
krant heeft altijd de pretentie gehad uit te gaan van de ervaringen van vrouwen.
Niet alle ervaringen rondom een bepaald tema konden in de Vrouwenkrant, daar
was vrijwel iedereen het over eens. Ik denk dat we ongeveer de helft van alle on-
gevraagd opgestuurde stukjes terug stuurden. We ontwikkelden een gezamenlij-
ke zeef, waar bepaalde ervaringen doorheen vielen, onberoerd en onbesproken
bleven, dat waren de ervaringen die onvoldoende de onderdrukking van vrou-
wen lieten zien. Niemand stond daar lang bij stil, ruzies onderling kwamen er pas
toen we heel expliciet bepaalde ervaringen gingen benoemen als geschreven en
ook beleefd uit een vals bewustzijn.' Wat er gebeurde was dat 'de opzet veront-
waardiging op te wekken en andere vrouwen mee te nemen in een feministies
bewustzijn het steeds minder noodzakelijk maakte genuanceerd te blijven. We
schreven ervaringen steeds meer als rechtlijnige gebeurtenissen (tegelijkertijd
werden er steeds minder stukjes spontaan opgestuurd), en bedachten teorieën
die alles uitputtend zouden verklaren. Wat we eerst nog beschouwden als onin-
teressant c.q. de uitzondering werd nu ontkend, werd uitgesloten. We gingen er
niet meer mee akkoord dat we er geen raad mee wisten, we analyseerden de uit-
zondering als vals. Bemoeiden we ons eerst niet met mannen, nu benoemden we
alle mannen als onderdrukkers. Keerde de redaktie zich in het zomernummer
van '78 nog af van MVM, omdat zij emancipatie bedreven wat wij geen echt femi-
nisme vonden, nu benoemden we alle emancipatie als anti-feministies, als zoet-
houder voor vrouwen. In plaats van uit te gaan van de ervaringen van vrouwen,
waren we in een beweging terecht gekomen, die de ervaringen vastlegde, ze
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
58
zelfs bezwoer. En hierdoor namen we steeds fanatieker stelling. We leefden ons
verklaringsmodel meer en meer als een geloof, we schreven een juiste manier
van leven voor. We kreëerden een sfeer van inzicht, ontmaskering, verontwaardi-
ging, het-gelijk-aan-onze-kant, en zo ook een rechtvaardiging voor dogmatisme.
Om weer een beetje te kunnen ademhalen werd een volgende breuk noodzake-
lijk, nl. die met het feminisme van de Vrouwenkrant.'
Het lijkt de redaktie allemaal niet in de kouwe kleren te gaan zitten, want het
aprilnummer begint met de vraag 'nu al moegestreden meisjes? (...) Nu al verlan-
gend naar eindelijk rust en geen gezeur meer aan je kop?' Het is en krant over
'ouder worden', waarin de meeste vrouwen die er in schrijven (zo tussen de 20
en de 30) zich afvragen hoe het zal zijn als ze oud zijn.
Pauline: 'Met 'ouder worden' lukte het ons niet om het onderwerp zo te veralge-
meniseren dat het maatschappelijk relevant werd, om het ook voor andere vrou-
wen iets strijdbaars mee te geven. Ik herinner me dat Corrie van Dijk ontzettend
hamerde op de armoede van oude vrouwen. Pensioenen, verzekeringen, hoge
kosten, dat soort dingen, en dat we dat gewoon verdrongen.' Een paar vrouwen
die in deze krant schrijven zijn al wel oud, of in elk geval ouder, en vertellen hoe
dat is. 'In de vrouwenbeweging wordt veel gepraat over macht, prestatiemoraal,
over het begrip "mooi en aantrekkelijk" te zijn. Daar wordt geprobeerd deze
ziekten zoveel mogelijk te ontrafelen en uit te bannen en ons ervan te genezen
door andere waarden op een rijtje te zetten. We gaan daardoor anders met el-
kaar om. Dat maakt het ook zo fijn om met feministen om te gaan en maakt het
ouder worden tot een feest.' En een andere vrouw: 'Naast alle schokkende din-
gen die wij in onze levens hebben gehad lijkt het ouder worden daarmee in ver-
gelijking een luc;htige finale.'
De volgende krant is strijdbaarder: 'Gynaekologies handelen' werd gemaakt in
samenwerking met de groep vrouwen die een tribunaal en een zwartboek aan
het voorbereiden waren tegen de be-mis-handeling van vrouwen door gynaeko-
logen. En zo is deze krant een aanklacht tegen vrouwenartsen die slechte voor-
lichting geven, die je niet het voorbehoedmiddel voorschrijven dat je wilt, die va-
ginisme bestrijden met operaties, fouten maken bij sterilisaties en amper ant-
woord geven op wat voor vragen je ook stelt. De oplossing die daarvoor aange-
dragen wordt, is: gynaekologie terug in vrouwenhanden - zelfhulpgroepen en
vrouwengezondheidscentra, waarvan er in Amsterdam-Oost al een is. Voorts
wordt vrouwen aangeraden om niet alleen naar de dokter te gaan maar met een
vriendin en ervaringen uit te wisselen met andere vrouwen. Pol herinnert zich
deze krant nog heel goed: 'Ik vond dat de nadruk teveel was komen te liggen op
dat vrouwen alles zelf moesten doen. Dus in de inleiding schreef ik toen dat je je
toch niet moest laten weerhouden om naar een gynaekoloog te gaan als je vond
dat dat nodig was. Ik verwachtte een storm van protest, gezien de diskussies
zoals die tot dan toe verlopen waren, maar die kwam niet. Er werd überhaupt niet
op gereageerd. Ik denk dat dat typerend voor die periode is. We zeiden nooit te-
gen iemand dat ze een bepaald stuk niet mocht schrijven of dat ze slecht
schreef.'
De krant was niet altijd even zakelijk in haar behandeling van andervrouws stuk-
ken. Pauline: 'Ja, het gebeurde nog wel eens dat we stukjes weglieten. Dat was
trouwens al een oude gewoonte. Als je iets niet goed vond of ook wel als een
stuk niet op het aantal bladzijden paste dat we ervoor hadden uitgetrokken, dan
schrapten we gewoon. We dachten daar niet zoveel over na.'
Maar het gebeurde ook wel dat stukken die niemand van de redaktie goed ge-
noeg vond, toch in de krant kwamen. Pol: 'Dat kwam omdat we niet konden
aanwijzen waarom iets slecht was, we hadden niet genoeg kennis, en we praat-
ten daar dan ook niet over. Waar we 't dan wel over hadden? Over onze stok-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
59
paardjes; en dat was dan werk, of heteroseksualiteit of kraken. Maar verder had-
den we ook niet zoveel ideeën, dachten we niet zoveel na. En als je iemand wel
aardig vond, zei je niets over het stuk wat je dan misschien niet zag zitten, want
je wou niet over gevoelens heenwalsen, maar we konden in feite dan niet aanwij-
zen wat er dan mis was. We hadden toen niet zo het idee dat we ons moesten
ontwikkelen, of veel moesten lezen om de krant te kunnen volschrijven. Dat is
pas weer later gekomen. Ik was goed begonnen: voor het tweede nummer waar
ik aan meewerkte, het gynaekologienummer, had ik 'For her Own Good' van Eh-
renreich en English gelezen. Maar daarna liep het af, ik vond ook dat feminisme
uit jezelf, uit je eigen woede of uit je eigen wat dan ook moest komen, ik was ge-
heel overtuigd.'
Toch hielden veel vrouwen zich in dat voorjaar wel degelijk met van alles bezig
en ook werd er geprobeerd in de wirwar van identiteiten een lichtpuntje te zoe-
ken. Zo doet nr. 63 ook verslag van een diskussie in het Vrouwenhuis over de ra-
dikaliteit. Iedereen was het eens, zo blijkt uit het verslag met de stelling van de
Strijdijzers: 'Het radikaal-feminisme vormt de broodnodige voorhoede van een
brede vrouwenbeweging en verschaft een lange termijn planning voor de bewe-
ging: zij verhindert dat tussendoelen als: abortus vrij, kollektieve voorzieningen,
behoud van het recht op alimentatie, als einddoelen worden gezien.' En onder
radikaliteit werd dan verstaan het je verzetten tegen àlle facetten van vrouwenon-
derdrukking. De diskussiërende vrouwen stelden prijs op hun radikaliteit, maar
konden er niet zo goed mee uit de voeten, zo blijkt uit het verslag: 'Een vrouw die
bij het organiseren van 8 maart betrokken was geweest, maar niet in het Vrou-
wenhuis zelf aktief was, voelde zich niet zo betrokken bij de diskussie omdat de
invulling van het begrip radikaliteit een strijd leek van de Vrouwenhuisvrouwen
onderling.'
De Vrouwenkrant deed haar best en kwam die zomer met een (traditiegetrouw)
nummer over de stand van zaken in de beweging. Omdat niet elk zomernummer
altijd maar weer over hetzelfde kon gaan, had de redaktie een diskussiestuk ge-
schreven met daarin haar kijk op de maatschappelijke ontwikkelingen van de
laatste twintig jaar en de gevolgen daarvan voor vrouwen. 'Het lijkt erop dat,
doordat buiten de beweging de situatie steeds ernstiger wordt, vrouwen iets krij-
gen van, ja, waar ben ik mee bezig, er is nog steeds geen resultaat, de mannen-
maatschappij valt maar niet om, de vijand blijkt een plakkerige, ondoorzichtige
vage bol, waar je tegenaan staat te trappen.' Het gevolg is dat de vrouwenbewe-
ging leegloopt. Dat betekent echter niet dat vrouwen niet meer in verzet willen
komen, integendeel. Is het dan geen tijd, vraagt de redaktie zich af 'om in de eer-
ste plaats aan onze overeenkomsten te denken en manieren te zoeken voor onze
gezamenlijke strijd?'
De krant stuurde haar diskussiestuk op naar verschillende groepen binnen en
buiten het Vrouwenhuis met het verzoek hierop te reageren. Ook interviewde zij
allerlei vrouwen van partijen, vakbonden, linkse bladen en aktiegroepen (de ano-
nimiteit blijft als een mist om hen heen hangen). Daarnaast worden diskussie-on-
derwerpen van het jaar daarvoor nog eens uitgekauwd, de krant lijkt haast een
herhaling van het strategieën-nummer van het jaar daarvoor. Want omdat het
niet zo goed gaat met de vrouwenbeweging, zoals al in het diskussiestuk ver-
meld, gaat het met de meeste aktiegroepen ook niet zo goed, en hebben ze niet
veel nieuws te vertellen.
Wel wordt in de krant de diskussie over een eventuele vrouwenpartij gevoerd aan
de hand van een artikel uit het Duitse feministiese tijdschrift 'Emma': 'Met een
vrouwenpartij moeten wij ons aan de heersende regels houden. Als het ons als
partij lukt om originaliteit en identiteit te verwerven, en in de verkiezingsstrijd te
bewaren, dan is het daarmee in het parlement zeker gedaan', zo schrijft een ex-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
60
afgevaardigde van de SPD.
Ook staat er een diskussie in het zomernummer tussen drie vrouwen in de kraak-
beweging over het verband tussen feminisme en kraken, en over het belang om
als vrouwenkraakgroep andere vrouwen die soms geen geld en geen huis heb-
ben, te helpen met kraken.
In augustus 1980 besloot de redaktie om het maken van temanummers te staken.
Ze wilde een aktuelere, journalistiekere krant, met verslagen, achtergronden,
film- en boekbesprekingen, kortom, ze wilde meer een opinieblad worden. 'Een
sprong in het duister', noemde de redaktie deze stap. 'Je zet dingen opzij maar je
weet niet of de beoogde veranderingen positief zullen uitpakken.' Ilona: 'We
vielen in een gat. We wisten niet hoe het verder moest en daar gaan dan ook heel
veel stukken uit die tijd over: hoe nu verder met ons, hoe nu verder met de bewe-
ging.'
De eerste twee kranten die vanaf september verschenen, en die dus geen cen-
traal tema meer hadden, waren nog een beetje een probeerseltje. De september-
krant borduurde voort op het zomernummer met een stuk van twee vrouwen van
de Open School en een reaktie op het stuk 'voor de bevrijding van verlangens'.
Ook staat er een lang interview in met een Italiaanse, Marina Cataruzza, op dat
moment wonend in Hamburg, tegen wie een internationaal arrestatiebevel is uit-
gevaardigd omdat ze een gewapende bende zou hebben gevormd. Marina: 'De
beschuldiging van terrorisme heeft geen enkele juridiese grondslag maar komt
alleen voort uit het feit dat ik met een bepaalde man heb samengewoond.' Het
vrouwenhuisje in de Kinkerbuurt, Clara, dat van de gemeente uit haar huis
moest, daarna een ander pand heeft gekraakt waar ze ook weer weg moest, kon
eindelijk een nieuw pand betrekken.
In het laatste nummer dat een gekleurd omslag heeft doet Cinemien verslag van
haar bezoek aan Kopenhagen, waar in juli 1980 zowel de officiële als de alterna-
tieve internationale vrouwenkonferentie, Forum, werd gehouden. Ze draaiden
daar hun films, wat niet zonder problemen ging en deden indrukken op van de
konferentie zelf: van de protestdemonstratie die georganiseerd werd toen een
andere demonstratie, ter ondersteuning van vrouwen in Bolivia en tegén de mili-
taire coup die daar juist gepleegd was, door de politie in elkaar werd geramd; het
levensgrote portret van Khomeiny in de stand van de Iraanse vrouwen; de Russie-
se vrouwen die beweren dat Russiese feministen niet bestonden, en als ze wel be-
stonden waren ze een provokatie.
De Strijdijzers geven nog een aanvulling op het zomernummer: een overzicht van
de verschillen in strategie die er in de vrouwenbeweging bestaan. Het langst blij-
ven ze stilstaan bij de solidariteit (gemeenschappelijkheid) en met elkaar omgaan
op grond van konkurrentie (individualiteit).' 'Nu staan we voor de opdracht om
niet vanuit mannen te denken, voelen en handelen en daarbij ook niet te verval-
len tot individualiteit. En dit laatste gebeurt nu juist wel. (...) Individualiteit bete-
kent denken vanuit jezelf en de verschillen met anderen benadrukken, eventueel
zelf maken. Je moet je dan voortdurend tegen anderen afzetten want je moet
voortdurend anders zijn. Je voelt je ook alleen goed als je je kunt onderscheiden
van anderen.' Mannen, aldus de Strijdijzers, maken daar handig gebruik van, en
zo is die individualiteit waar ook vrouwen zoveel prijs op stellen de basis voor het
mannelijk verdeel en heers. Voor solidariteit als doel en als strategie is dan ook,
vinden de Strijdijzers, 'een revolutie nodig in onszelf, in ons eigen kleine groepje,
in vrouwenhuizen, in de vrouwenbeweging. Maar als het je zo af en toe lukt om je
een uur lang solidair te voelen met een vrouw, dan moet het toch ook mogelijk
zijn dat elke vrouw zich een leven lang solidair voelt met andere vrouwen.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
61
MENENS
Vanaf nr. 68 in november 1980 beginnen de kranten opeens een witte buitenkant
te krijgen - met daarop een bleekblauwe/bleekbruine foto. Mooi vind ik het niet,
maar de redaktie schrijft: 'Het is even wennen'. De vrouwen die de krant maken
waren toen - na alle strijden die gestreden zijn - Heleen Buijs, Ilona Scharree,
Marion de Ras, Marga van der Erve, Martje Wubbe, Pauline Harmsen, Pauline
Vos en Rina van Hensbergen. Vrouwen uit de aktiegroep 'Vrouwen eisen betaald
werk' namen een groot deel van de novemberkrant voor haar rekening. Zij zijn
buurthuizen afgeweest om met vrijwilligsters te praten - en de woede over al het
liefdewerk was nogal groot. Felle interviews zijn dat geworden: 'Weet je, ik wil ge-
woon een beloning voor wat ik waard ben en niet een plantje of een bosje chry-
santen uit dankbaarheid voor een jaar keihard werken! Eerlijk, ik gooi zo'n bos
bloemen dan het liefst uit het raam.' Behalve een temadag over vrijwilligsters-
werk wordt er ook een vrouwenwoededag aangekondigd op 29 november: 'Om-
dat we het alarmerend vinden hoe vrouwen steeds meer van het betaalde naar
het onbetaalde werk worden gedreven.' Die laatste dag werd georganiseerd door
Vrouwen eisen betaald werk in samenwerking met vrouwen uit het Vrouwenhuis,
NVB, Rooie Vrouwen, ABVA en WSBZ-vrouwen. Het artikel 'Welk werk mogen
vrouwen 's nachts doen' bleek later tot grote opwinding en zelfs radioprogram-
ma's te leiden; wat er in verwoord wordt is het radikaal-feministiese standpunt
vanaf de eerste golf: geen 'beschermende' maatregelen voor vrouwen. Een mooi
nummer.
llona: "Ja, dat was een heel ander nummer. Voor mij was het opeens alsof ik met
de benen op de grond stond. We hadden het er altijd over dat er toch iets ge-
meenschappelijks moest komen, maar we kregen het maar niet voor elkaar. En
toen kwam Madeleine Maurick van Vrouwen eisen betaald werk met al die inter-
views en dat vonden we allemaal prachtig; daar waren we het voor het eerst ook
allemaal mee eens. Ieder van de krant was buiten de krant ook nog wel ergens 
aktief in - het 8 maart kabaret, Wij Vrouwen Eisen - maar dat werkte niet echt 
onderling verbindend. Iemand van de Strijdijzers had al gezegd dat de krant po-
litieker moest of zoiets, maar dat vonden we bemoeizuchtig. We wilden het zelf 
uitzoeken, en toen kwam dat "kadootje". Voor die tijd was er ook wel eens eens-
gezindheid, maar die was dan negatief, zoals bij dat stuk "Voor de bevrijding
van verlangens", dat vonden we allemaal idioot."
Met een vette kop staat in deze krant opeens aangekondigd: diskussieavonden in
het Vrouwenhuis: 'De laatste tijd worden er in het Amsterdamse Vrouwenhuis
weer regelmatig diskussieavonden over allerlei aktuele onderwerpen gehouden.
Niet alleen is het prettig dàt het Vrouwenhuis na een tijdelijke stilte, weer gonst
van de vrouwenstemmen, wàt er allemaal bediskussieerd wordt is zeer zeker van
belang voor de vrouwenbeweging. Daarom geven we dan ook verslag van twee
onlangs gehouden avonden.'
Ilona: "Marga en ik waren met nog wat vrouwen maar weer begonnen met dis-
kussieavonden; met de Bonte Was erbij kon er weer iedere woensdag één ge-
organiseerd worden. We probeerden verbindingslijnen te zoeken met vrouwen
van buiten het huis: mediavrouwen, kernenergievrouwen en later MVM - die
hadden partijprogramma's voor de verkiezingen geïnventariseerd. Ja, het was in
die tijd opeens weer een drukte van belang in het huis, dat was begonnen naar
aanleiding van die woongroep."
Wat er met 'die woongroep' was, zal de lezeres tevergeefs in de krant zoeken.
'Een interne kwestie', zegt Ilona. 'Nee, dat was geen beleid, ook nooit geweest
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
62
geloof ik - tenminste geen ekspliciet beleid, meer impliciet - van sommige din-
gen wist je gewoon dat ze niet in de rubriek "Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbewe-
ging" moesten.' Wat was er aan de hand geweest? Terwijl in de maanden voor
de zomer in de Vrouwenkrant iets van de identiteitstrijd werd uitgevochten, werd
het in het Vrouwenhuis steeds stiller. Ieder jaar was het wel zo geweest dat, be-
halve een klein oplevinkje begin juni (de verjaardag van het Vrouwenhuis), in
grote lijnen de aktiviteiten tussen half mei en half september stillagen. Dat klinkt
heel officieel, maar betekent, dat het huis dan leeg was op een handjevol vrou-
wen na, die de tuin als stedelijk zomerverblijf gebruikten, wat buitenlandse vrou-
wen die er een slaapplaats zochten en wat 'oudjes' die zich regelmatig ervan ver-
gewisten dat het er nog stond, c.q. niet afgebrand was. Na de zomer kwam er
dan altijd wel weer een groep die koördinatie, bar-, kookdiensten van de grond
trok. Alleen nam het aantal vrouwengroepen dat gebruik maakte van het huis
jaarlijks af. Cinemien was vertrokken naar een mooier pand; universiteitsvrouwen
zorgden voor universitaire ruimtes; het vrouwenkafeewezen nam een deel van de
bar weg; timmerkursussen, zelfverdedigingskursussen, eetgelegenheid voor
vrouwen bleken buiten het huis een lukratievere bezigheid. Ieder zichzelf respek-
terend buurthuis organiseerde voor zijn 'eigen buurtvrouwen' tema-ochtenden,
diskussieavonden, praatgroepen, enz. Je kunt zeggen dat in het Vrouwenhuis al-
leen de niet-geïnstitutionaliseerde/institutionaliseerbare groepen vrouwen over-
bleven. Buiten het Vrouwenhuis leek het veel vrouwen opeens veel veiliger dan
erbinnen. De inkapseling was sinds het jaar van de vrouw met steeds forsere
schreden voortgeschreden.
Zomer '80 was dus ook weer alles leeg en na de zomer - in september '80 -
kwam een groep meiden uit de kraakbeweging met het voorstel dat zij de twee
bovenste verdiepingen van het gebouw zouden gaan verbouwen en bewonen.
Zij zouden meedraaien in de koördinatie - het huis 'bewaken', huur betalen,
enz. Een avond werd belegd, iedereen werd uit haar zomerslaap opgeschrikt. De
argumenten vóór bewoning: veiligheid, kontinuïteit, leken in dat grote kale huis
heel aantrekkelijk. Als er toch geen bloeiende radikale beweging meer was, dan
was een klein vrouwenhuisje toch genoeg. Maar voor steeds meer vrouwen van
de 'oude garde' leek de 'woongroepoplossing' een beslissing te zijn om afscheid
te nemen van de idealen waarmee het Vrouwenhuis gestart was. En dat afscheid
wilden ze nog niet. Nog één jaar wilden ze proberen het huis vol en levendig te
krijgen; nog één jaar waarin èn grote kongressen, èn afgeladen diskussieavon-
den, èn gezelligheid èn aktieve aktiegroepen allemaal een plaats konden krijgen.
Bonte Was, Strijdijzers, Vrouwenkrant, gesteund door Wij Vrouwen Eisen en an-
dere huisgebruiksters werden het daarover eens. Geen woongroep dus - nog -
maar zo mogelijk: beweging. Alleen moesten ze dat dan grotendeels zelf organi-
seren. Vandaar dus de diskussieavonden, avonden over Geschiedenis van de
Vrouwentoekomst
, een vaste avond voor vrouwen die afgeknapt waren op socia-
le akademies om uit te vinden wat dat onderwijs met vrouwen uitspookt, muziek,
publikaties, koördinatie. Ilona: "Achteraf is het wel een beetje raar dat we daar-
over niet in de krant schreven - we waren er allemaal bij betrokken. Carin, die bij
de kraakgroep hoorde is toen boos uit de redaktie gestapt. Ik denk dat het alle-
maal nog een beetje gescheiden in ons hoofd zat, de krant en de rest - we
schreven dan ook over de diskussieavonden die we zelf georganiseerd hadden,
alsof we verre verslaggeefsters waren."
In nr. 69 wordt uitvoerig bericht over de benarde situatie van buitenlandse vrou-
wen in Nederland, die ook als ze door hun man mishandeld worden geen zelf-
standige verblijfsvergunning krijgen; veel over kernenergie in het algemeen en
Dodewaard in het bijzonder; verslagen van diskussieavonden over parlementaire
politiek en over automatisering: vrouwenwerkloosheid en de narigheden van
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
63
beeldscherm en komputer-huisindustrie. Aktiviteiten genoeg dus, maar dat het
op al die interessante avonden nou storm liep, nee. De grote uitzondering was de
avond tegen het vrijwilligsterswerk op 26 november. Daar kwamen zoveel boze
vrouwen dat meteen de Vrijwilligstersbond kon worden opgericht, met 60 leden.
Verder was het een getrek. Alle buurthuizen kregen twee keer per maand een
prachtig programma maar het leek of ze ze meteen in de prullenmand gooiden;
er kwamen nauwelijks nieuwe vrouwen. Die avonden waren dus meer een scho-.
lingsprogramma voor de vaste vrouwen in het huis en brachten hen dichter bij el-
kaar - maar verder leek het radikaal-feminisme reddeloos uit de mode. Vrou-
wenkrant, Vrijwilligstersbond en Bonte Was vierden wel de eerste open feminis-
tiese Sinterklaas ui de geschiedenis: iedereen was welkom die een pakje en een
gedicht voor een onbekende feministe meenam. De gezelligheid werd nog ver-
hoogd doordat de meeste verzen de toekomst uiterst somber bezongen. (Het
was de tijd, dat op de deur van de huiskamer stond 'doe de deur dicht, anders
bevriezen de laatste feministen'.) Het somberste gedicht (bij een stripboek van
Brétécher met nonnen op de omslag) kwam in de krant:
De Feministen
Wij zullen u helpen 
Wij hielden de wacht
spraken wij met kracht 
in ons donkere hol
zuster versaag niet 
de wereld is slecht
wij houden de wacht 
maar wij houden vol
Zij zullen mij helpen 
Hier zitten wij nu
herhaalde zij zacht 
om ons heen is het nacht
toen ging zij slapen 
maar de kaarsen branden
in een paarswollen vacht 
zusters wacht
Wij schikten de dekens 
Een ding rest ons
toen verliet zij ons 
daar troosten wij ons mee
tevreden slaapt zij nu 
wij weten het béter
onder het dons 
dat houdt ons tevree
'Zusters bevrijdt u' 
Onze zusters daarbuiten
zij vatte de hint 
omarmden hun lot
zij raakte zwanger 
maar wij wisten beter
en kreeg een kind. 
wij deden dat not
Wij legden ons brood 
Wij zitten hierbinnen
neer op haar bord 
dat is onze keus
zij at het op 
wij bevrijden onze zusters
en ging bij de fort 
dat doen wij heus
Wij leerden haar  
Onze zusters daarbuiten
van lieverlee 
zij horen ons aan
van vrouwen te houden 
wij zijn hun geweten
nu wèrkt ze ermee 
dat is ons bestaan
Zuster versaag niet 
Feminist ben ik
riepen wij blij 
Maar ach lieve god
luister naar ons 
was dat een keuze
dan keert het tij 
of is dat mijn lot?
Onze zusters daarbuiten
zij werden bewust
maar na al die emotie
willen ze rust
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
64
Maar toen de laatste tonen van het zelfbeklag door de sombere krochten van het
Vrouwenhuis weggegalmd waren, ontstond er weer nieuwe aktiviteit. Steeds ver-
ontrustender berichten uit Den Haag drongen via Wij Vrouwen Eisen door: 'Het
hangt op één of twee stemmen, maar dat wetsontwerp komt er door'. Dat was de
echte politiek en dat die zich van al die jaren vrouwenbeweging niets aantrok
bleek op 18 december: met één stem meerderheid nam de Tweede Kamer de 5
dagen bedenktijd-wet aan. Ongeloof, woede, verbittering en natuurlijk de vraag
'Wat nu te doen?' Een aantal maanden zou een ongekende vastberaden eensge-
zindheid door vrouwenbewegingsgelederen woeden en het rondwarende spook
van verdeeldheid verwijzen naar het rijk der mannelijke myten.
In het februarinummer van de krant (nummer 70) is een eerste neerslag daarvan
te vinden in de vorm van foto's, pamfletten en artikelen. Op het omslag een foto:
Bonte Was, Strijdijzers, Vrouwenkrant en andere Vrouwenhuisvrouwen liggen op
de trappen van het monument op de Dam in Amsterdam - breinaald in de hand,
bloed tussen de benen, dood lijkt het wel. Abortus staat er onder de foto, en in de
krant het stencil dat op de 19
e
december 1980 aan geschokte 
voorbijgang-st-ers werd uitgedeeld:
VROUWEN WEER TERUG NAAR DE BREINAALD
Gisteravond is de abortuswet van CDA en VVD aangenomen. Deze wet vernietigt de huidige
praktijk, die vrouwen in de loop der jaren bevochten hebben. Vrouwen hadden het beslissings-
recht veroverd. Dit wordt ons nu afgepakt. Niet de vrouw, maar de arts en de minister gaan over
de abortus beslissen.
Buitenlandse vrouwen worden door de 5 dagen bedenktijd rechtstreeks naar de breinaald ver-
wezen. Voor nederlandse vrouwen worden de duimschroeven iets langzamer aangedraaid. De
mogelijkheden voor artsen en andere autoriteiten worden van nu af uitgebreid om vrouwen
bang te maken, onder druk te zetten en aan het lijntje te houden. Tot ook wij uit wanhoop weer
onze toevlucht moeten nemen tot breinaald en zeepsop.
WE NEMEN DIT NIET
WE WILLEN NIET DOODBLOEDEN
Deze wet is over ons, zonder ons en tegen ons tot stand gekomen. De meerderheid van de
vrouwen in Nederland is voor vrije abortus, voor het beslissingsrecht van vrouwen.
ABORTUS VRIJ; DE VROUW BESLIST!
We doen niet mee. Zij hebben ons allemaal verkocht. In de eerste plaats CDA en WD, maar ook
PVdA en D'66 die blijven aansturen op een regeerakkoord met het CDA.
WIJ ROEPEN ALLE VROUWEN OP OM OP DIE SCHAARSE PARTIJEN TE STEMMEN BIJ DE
VERKIEZINGEN IN MEI '81, DIE OOK IN DE PRAKTIJK VAN DE POLITIEK ONZE EISEN NIET
ONDERGRAVEN:
-ABORTUS UIT DE STRAFWET-
-DE VROUW BESLIST-
-ABORTUS IN HET ZIEKENFONDSPAKKET-
Hierbij roepen we ook alle vrouwen op om as. zaterdag 20 december om 13.30 uur naar de de-
monstratie van WIJ VROUWEN EISEN te komen. Start vanaf de Westermarkt.
VROUWENHUIS AMSTERDAM, 19 december 1980
Die breinaalden, daar had een vroeger nijver breiende vrouw voor gezorgd. Maar
dat bloed was nog een heel gedoe. Het abattoir was achterdochtig, wilde weten
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
65
waarvoor het gebruikt zou worden. 'Voor een performance' - nou goed dan, één
liter kon opgehaald worden maar het stonk en was gevaarlijk, of dat wel bekend
was? Nee dus. Dankzij de konnekties van de Bonte Was met de 'patat' kreeg het
Vrouwenhuis de beschikking over een vat ketchup en dat deed het ook goed.
In dezelfde krant een stuk over de verkiezingen dat nogal voor wat opschudding
zou gaan zorgen omdat er zomaar een stemadvies gegeven werd: 'Laten we de
PSP en CPN steunen, niet omdat we daar voor specifieke vrouweneisen iets van
verwachten, maar om druk uit te oefenen op de PvdA in de leven-en-dood-kwes-
tie van de kernwapenwedloop.'
De troebele gang van zaken binnen de PvdA komt in deze krant ook naar aanlei-
ding van de abortuswet aan bod:
'DE PARTIJ VAN DE ARBEID EN DE ROOIE VROUWEN
Dat we niet alleen de rechtse partijen maar ook de PvdA in ons pamflet aansprakelijk stellen
voor deze abortuswet lijkt sommige vrouwen misschien wat vreemd. De hele PvdA heeft toch. al
die jaren de 3 eisen van Wij Vrouwen eisen in het program? Dat is inderdaad allebei waar, maar
lijnrecht tegenover die vrouwvriendelijke schijn staat de politieke werkelijkheid van de PvdA. Zij
willen niets liever dan samen met het CDA in de regering, met een partij dus die ekspliciet bij
monde van Van Agt vrouwen naar huis, en naar het vrijwilligsterswerk verwijst. Daar heeft de
PvdA dus geen onoverkomelijke bezwaren tegen. Anders zouden ze wel voor een linkse meer-
derheid de verkiezingen ingaan (niet dat het iets voor vrouwen zou garanderen, maar dan zou-
den we er misschien nog een beetje op vooruit kunnen gaan). En mocht het CDA nog enigszins
getwijfeld hebben, dan heeft Den Uyl ze toch meteen na de 18e december al weer gerustge-
steld door mee te delen dat hij natuurlijk niet meteen een andere wet zou willen. Den Uyl zal er
geen onderhandelingspunt van maken bij een eventuele kabinetsformatie. Een beetje bedenk-
tijd, een beetje kernwapens, een beetje koopkrachtbeperking voor minimuminkomens, een
beetje spekulatie, een beetje politiegeweld, dat is het beleid van de PvdA. In de hoop daarmee
geloofwaardig te zijn voor de eigen achterban en ook voor rechts.
Een belangrijke vraag is natuurlijk of wij, als wij de PvdA onbetrouwbaar en ongeloofwaardig
vinden, daar de Rooie Vrouwen ook onder begrijpen? Kunnen de Rooie Vrouwen aan al die
ontwikkelingen gewoon niets doen? Zijn het onze zielige zusters die onder de harde knoet van
Den Uyl te lijden hebben of mogen we hen ook ergens op aanspreken?
Pijkel Schröder, de voorzitster van de Rooie Vrouwen, nam in de Haagse Post van eind decem-
ber het standpunt van Den Uyl in. Ze zei dat deze wet voor buitenlandse vrouwen natuurlijk wel
heel vervelend was, maar dat het voor Nederlandse vrouwen nog maar moest blijken. Ze gaf de
wet het voordeel van haar nationalistiese twijfel. Met die uitspraken konden heel wat Rooie
Vrouwen zich niet verenigen. Op een vergadering van de Adviesraad, in januari 1981, werd
Schröder min of meer gedwongen haar woorden terug te nemen. De vrouwen in de vergade-
ring bijeen eisten dat publiekelijk bekend zou worden dat zij zich van de uitspraken van
Schröder distantieerden en aan het bestuur van de PvdA werd gezegd, dat abortus wel onder-
handelingspunt bij de formatie moest zijn, en wel in de vorm van de drie eisen van Wij Vrouwen
Eisen.
En als het bestuur dat niet doet, wat doen de Rooie Vrouwen dan? Stappen ze dan op? Gaan ze
dan uit de partij? Met wat voor dreigement zetten ze hun eisen kracht bij? Met niets. Net zoals
ze ook niets in het werk gesteld hebben om te zorgen dat de PvdA niet met het CDA in zee gaat.
Beleggen ze grote bijeenkomsten om een linkse meerderheid af te dwingen? Nee, nee, nee, ze
blijven zitten waar ze zitten en verroeren zich een beetje. Kortom, ze legitimeren de 'een beetje
van dit en een beetje van dat-lijn' van het PvdA-bestuur, op alle punten, inklusief de abortus.'
Een deel van de krant wordt gevuld door een interview over 'het groepsproces',
een initiatief van de groep vrouwen die vanaf november het jaar daarvoor met en
analyse van het groepsproces sociale akademies en andere 'zachte' opleidingen
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
66
bezig waren. De Vrijwilligstersbond meldt verder nog dat het goed gaat; de Strijd-
ijzers vertellen over hun echtscheidingsboek 'En nu is het uit'; een groep socialis-
ties-feministen verhaalt hoe zij op een anti-fascisme manifestatie in de Jaap
Edenhal door de organisatie en de ordedienst gehinderd werden toen zij hun
leus 'en seksisme' toe wilden voegen aan de rij 'tegen fascisme, racisme en anti-
semitisme'; de vrouwen tegen het wetsvoorstel omgangsrecht zijn hard bezig
met hun handtekeningen aktie en dan komen er ook nog vrouwen die 'afgevallen'
zijn op het dagonderwijs voor volwassenen aan het woord. En het was niet eens
een dubbelnummer. Het einde van de inkapselende illusie dat de abortusvrijheid
wel behouden zou blijven, had de aktiviteit duidelijk verhoogd.
Ook andere politieke ontwikkelingen maakten dat hard nodig: organiseerden
Bonte Was, Vrouwenkrant en Vrijwilligstersbond in december nog 'een perfor-
mance' die er voornamelijk voor diende de noodzaak van abortusvrijheid tot hen-
zelf te laten doordringen, in februari gingen ze een stap verder. De keuze van de
PvdA, bij monde van Jaap van der Doef, voor het kostwinnersbeginsel was de
druppel die de emmer deed overlopen. Zou het niet kunnen lukken om die Rooie
Vrouwen uit de partij te krijgen? Dan zou de vrouwenbeweging heel wat groter en
sterker kunnen zijn. Rondbellen dus om te kijken welke vrouwengroepen onder
de Open Brief aan de Rooie Vrouwen wilden. En op dat moment brak de veran-
dering die zich in de krant van november al begon te manifesteren echt door. De
identiteitenstrijd, het lege Vrouwenhuis, het onderling getob over 'hoe er weer
beweging in te krijgen', nu was het gezeur ècht afgelopen. Want wat bleek? Tien-
tallen vrouwen(groepen) waren even bezorgd en even kwaad, zodat de open
brief aan de Rooie Vrouwen opeens een brede aktie werd en het ontdekte vrou-
wen netwerk zich voor de toekomst als organisatiemogelijkheid begon op te drin-
gen.
28-2-'81 OPEN BRIEF AAN DE ROOIE VROUWEN IN DE PARTIJ VAN DE ARBEID
Als jullie werkelijk
tegen kernwapens,
tegen steeds verdere doorvoering van het kostwinnersbeginsel,
voor vrije abortus
zijn, ga dan nu uit de Partij van de Arbeid, die, afstevenend op een koalitie met het CDA, al jullie
eisen verkwanselt. Ga met zo veel mogelijk vrouwen, om in eigen organisaties en aktiegroepen
nu eindelijk echte politieke macht te veroveren.
Ondertekend door: Vrouwenkrant, De Bonte Was, Vrouwenboekhandel De Feeks, Vrouwen Ei-
sen Betaald Werk, De Vrijwilligstersbond, Anti-Wegwerpvrouw-komitee, Vrouwenboekhandel
Xantippe, Vrouwenboekhandel Dikke Trui, Aktiekollektief De Strijdijzers, Anti-Atoom-Vrouwen,
Vrouwenboekhandel Sappho, Vrouwenhuisje Clara, Cinemien, Zelfhulpgroep, Vrouwenboek-
handel Ka, Vrouwenboekhandel Emma, Femkes Hûs, Een vrouwenpraatgroep, Politikologie-
vrouwen, Vrouwen van het Vrouwenhuis Nijmegen, Vrouwenfilmgroep, 8-maart-kabaret, 3
vrouwen van Amazone, Vrouwenkafé Saarein, Vrouwenband The Periods, 2 ombudsvrouwen,
Blijf van m'n Lijf Amsterdam, en op 28 februari hadden zich 98 vrouwen individueel opgegeven
als ondertekenaarsters.
De brief werd afgedrukt in de Vrouwenkrant van maart 1981 - nummer 71. Even-
als een verslag van het bezoek aan het PvdA-kongres om er met Rooie Vrouwen
te praten - ze over te halen, en natuurlijk ook om hinderlijk aanwezig te zijn mid-
den in de officiële mannenpolitiek. Dat lukte: zelfs de Volkskrant week even van
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
67
zijn anti-feministies beleid af en publiceerde in Open Forum twee stukken plus
een foto waarop de Vrouwenhuisvrouwen als Rooie Vrouwen ondertiteld wer-
den! Aktieve bemoeienissen met de politiek worden in deze krant afgewisseld
met beschouwingen over het praatgroepwezen - het is dan immers tien jaar ge-
leden dat de eerste praatgroepen startten - en daarmee ook tien jaar geleden
dat de radikale vrouwenbeweging - overgewaaid uit Amerika - een paar vaste
voeten kreeg. Onder de titel 'Tien jaar radikale vrouwenbeweging, of: haalt de ra-
dikale vrouwenbeweging 1984?' verscheen een overzicht dat we hier in haar ge-
heel overnemen:
In maart 1971 startte de eerste 'consciousness-raising-group' in Nederland, om te onderzoeken
of het werkelijk waar was dat vrouwen, zoals de Amerikaanse radikaal-feministen beweerden,
door mannen onderdrukt worden. Daarmee begon ook de beweging, die op de stelling 'vrou-
wen worden door mannen onderdrukt' gebaseerd is. Omdat het met die beweging helemaal
niet zo goed is gegaan als we gedacht en gehoopt hadden, is het na tien jaar wel nuttig om nog
eens te kijken wat je met de strijdmiddelen van die beweging - de bewustmakingsgroep en de
aktiegroep - eigenlijk doen kunt.
In 1971 zaten wij aanstaande radikaal-feministen in gemengde organisaties ter emancipatie van
vrouwen, homoseksuelen en/of arbeiders (als ik MVM, Dolle Mina en COC zo mag samenvat-
ten). We raakten daar steeds gefrustreerder door de aanwezigheid van mannen en mannelijke
organisatiestrukturen; juist veel aktieve MVM- en Dolle Mina-vrouwen waren daarom ontzettend
blij met het Amerikaanse idee nu eens vrouwelijke organisatiestrukturen te gebruiken. Even wa-
ren we bevrijd van de harde, taaie strijd tegen ongelijke Ionen en onrechtvaardige sociale uitke-
ringssystemen, waar maar weinigen van ons de 'deskundigheid' voor konden opbrengen, en
van de eindeloze vergaderingen over organisatievormen, taktiek en strategieën. Eindelijk
mochten we iets doen wat we leuk vonden, omdat we het zo goed konden: over onszelf praten
als politieke aktie.
PRATEN OVER ONDERDRUKKING In het begin vormden die groepen, waarin vrouwen over
mannen praatten, zelfs een hele effektieve vorm van aktie. De direkte omgeving van de praat-
groepvrouwen schudde op zijn grondvesten: echtgenoten en vrienden werden gewelddadig en
impotent, vriendinnen meldden zich enthousiast aan voor óók een groep; na een half jaar be-
gonnen de eerste vrouwen bij hun mannen weg te lopen; MVM-sters en Dolle Mina's verlieten
hun organisaties en organiseerden in plaats daarvan het praatgroepwezen; vrouwen uit het
AJAH en COC gingen meedoen, Vrouwenkrant en Vrouwenbevrijdingsfront werden opgericht.
De nadruk van het praatgroepgebeuren lag echter niet op het optreden naar buiten, maar op de
innerlijke veranderingen. We ontdekten, dat we de onderdrukking geïnternaliseerdhadden: dat
we ekonomiese en politieke machteloosheid in ziektes en problemen hadden omgezet. De vage
afkeer, die vrouwen hebben van mannen en hun organisaties, werd duidelijk bewust gemaakt
en geformuleerd: de mannenwereld deugt niet, wij kunnen er niets beginnen. Alle strukturen en
omgangsvormen blijken zo te zijn ingericht, dat wij vrouwen altijd het onderspit delven, en door
mee te blijven doen houden we onze eigen onderdrukking in stand, erger nog, we zijn mede-
plichtig aan de onderdrukking en uitbuiting van andere vrouwen. We moeten ons terugtrekken
uit de bestaande samenleving, de 'banden met mannen verbreken' (zoals we het later samen-
vatten), we moeten op grond van de nieuw verworven solidariteit van vrouwen tegenstrukturen
gaan opbouwen.
Het leek allemaal heel vanzelfsprekend. Maar al snel bleek, dat de nieuwere praatgroepen lang
niet zo goed liepen als de oude. Er kwamen steeds meer klachten, dat de groepen gedomi-
neerd werden door vrouwen die opschepten over hun maatschappelijke prestaties (met man,
kinderen of werk) en die de minder suksesvollen wel eens even zouden uitleggen hoe ze hun
problemen moesten oplossen. Kennelijk misten zij iets dat de aktivisten van MVM, Dolle Mina,
AJAH en COC wèl geleerd hadden: dat iedere politieke strijd betekent, dat je ook voor anderen
dan jezelf opkomt. We probeerden dat te ondervangen, door nieuwe groepen een 'ervaren
kracht' aan te bieden om de eerste bijeenkomsten mee te helpen de uitgangspunten duidelijk te
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
68
maken, maar dat werd steeds geweigerd: dat zou niet demokraties zijn.
TEGENSTRUKTUREN  Na de 'praatgroepfase' werd alles voor de nieuwelingen nog moeilijker;
omdat het voor iedereen moeilijker werd. Het opbouwen van 'tegenstrukturen' is nog wel wat
anders dan één keer in de week samen praten. Eén van de basisregels van de praatgroepen is
dat de deelneemsters elkaar tussen de bijeenkomsten niet ontmoeten, dat zij dus geen ge-
meenschappelijk dagelijks leven hebben, waarin de 'normale' maatschappelijke omgangsvor-
men kunnen binnen dringen. Voor die tegenstrukturen, die de vrouwen uit de eerste praatgroe-
pen nu gingen opzetten, waren juist die dagelijkse banden onmisbaar: er moest samengewerkt
worden, verantwoordelijkheid en kontinuïteit werden nu belangrijker dan 'bevrijding'. In alle
'normale' situaties waarin vrouwen samenwerken doen ze dat in een kader van door mannen
gegeven voorschriften en orders. In een autonoom vrouwenprojekt ontbreken die. Onmiddellijk
ontstaat het autoriteitsprobleem: wij willen geen orders van vrouwen, nu wij ons van mannen
bevrijd hebben, wij zijn allemaal gelijk. En eigenlijk zouden wij ook liever geen verantwoorde-
lijkheden hebben, want in het gewone leven hebben we er al genoeg.
Zo ontstond het probleem van de 'informele machtsstruktuur': de vrouwen die zich verantwoor-
delijk voelden beklaagden zich dat niemand hun verantwoordelijkheden wilden delen, en de
rest dat 'de direktie' zich de macht toeëigende en hen geen toegang wilde geven tot 'de infor-
matie'. In de woorden van Joke Smit: 'Iedereen wilde opnieuw het wiel uitvinden, en velen ver-
trokken teleurgesteld voor zij nog maar één spaak hadden vervaardigd.'
HET RADIKALE TERAPIEWEZEN  Gezien dit alles is het geen wonder, dat het radikale terapie-
wezen dat in 1975 uit de Verenigde Staten werd geïmporteerd, zo'n groot sukses werd. Daar
wèl een duidelijke struktuur en een duidelijke leiding door 'deskundigen', die, omdat het hier
om terapie ging en niet om politiek, ineens wel geaksepteerd werd. Daar niet de groep als on-
duidelijk middel voor een verafgelegen doel - de vrouwenrevolutie - maar de groep en de le-
den daarvan als doel op zichzelf. Leren 'opkomen voor jezelf', individuele autonomie verwer-
ven, je 'rationele volwassene' versterken: wie zou dat niet willen? Wat een krachtige vrouwen-
beweging zouden we krijgen met al die autonome vrouwen! Helaas werkte het niet zo. De in de
radikale terapie aangeleerde omgangsvormen bleken geheel ongeschikt om met vrouwen sa-
men te werken, juist vanwege hun nadruk op de individuele beleving en de formulering daarvan
in terapeuties taalgebruik, en vooral, door het geheel ontbreken van enig onderscheid tussen
wat door mannen, en wat door de noodzaak van gezamenlijke strijd van vrouwen gemeen-
schappelijk, opgelegde normen zijn. In terapeutiese opvatting is iedere gedragsregel een opge-
legde norm, die met het oog op de individuele ontplooiing bestreden moet worden (in dit op-
zicht zijn de anarca-feministes ook heel wat moderner dan ze zelf denken: bij Emma Goldman
bijvoorbeeld is van dergelijke ideeën niets te merken). De FORT-trend, die zich verzet tegen al-
gemene uitspraken over vrouwenonderdrukking en tegen algemene regels over de wederzijdse
rechten en plichten van samenwerkende feministen, en in plaats daarvan alleen regels over de
procedure heeft (de beroemde rondjes van wrevels, knuffels en spinsels), is zo krachtig en be-
langrijk, juist omdat hij niet op zichzelf staat. Hij sluit aan bij alle terapeutiseringstechnieken,
die het welzijns- en vormingswerk beheersen en nu ook het onderwijs binnendringen: technie-
ken waarbij de gevolgen van uitbuiting en onderdrukking worden omgevormd tot individuele
ziektes en problemen, waarvoor vervolgens 'deskundige hulp' wordt aangeboden.
Evenals de radikale terapie hebben vormings- en welzijnswerk tegenwoordig de officiële strek-
king om 'de onderdrukten bewust te maken en tot strijd aan te sporen'. Aan het eind van de ja-
ren zestig hadden de sociale akademies namelijk het socialisme ontdekt. In 1971 ontdekten ze
ook het feminisme. Vrouwen van een Amsterdamse sociale akademie begonnen een praat-
groep, om elkaar warmte en steun te geven. Enige tijd lang deden de aanstaande welzijnswerk-
sters zelfs mee aan de radikale vrouwenbeweging maar kort na de oprichting van het Amster-
damse Vrouwenhuis in 1973 verdwenen ze weer: de fem-soc ontstond. In samenwerking met
volkshogescholen werden metodieken ontwikkeld om 'gewone vrouwen bewust te maken': de
basis voor het 'werken met vrouwen' als beroepspraktijk was gelegd. Vrouwen van universitei-
ten sloten zich aan: zij zouden in 'vrouwenstudies' de teoretiese legitimatie voor deze metodie-
ken gaan ontwikkelen (dat deze teorieën voornamelijk uit systematiese ontkenning van radi-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
69
kaal-feministiese inzichten bestaat, is weer een ander verhaal; de hoofdzaak is, dat de femsoc-
stelling, dat vrouwen niet alleen door mannen maar ook door 'het kapitalisme' worden onder-
drukt, tot praktiese konklusie heeft, dat vrouwen samen met mannen tegen het kapitalisme
moeten vechten; wat dan weer door het feminisme wordt uitgesloten, met het gevolg dat ze dan
maar helemaal niets anders doen dan hun eigen beroepsbelangen behartigen).
Omdat de vrouwen in vormingswerk, hoger onderwijs en terapie-industrie ook sterke banden
hebben met de vrouwen in progressieve en 'feministiese' media - zo sterk, dat we het geheel
in de vorige Vrouwenkrant een 'maffia' genoemd hebben - is het een wonder, dat er nog iets
van een radikale vrouwenbeweging bestaat. Alleen op het gebied van de strijd tegen porno en
seksueel geweld bestaat er nog een voortdurende wisseling van anonieme groepjes, die steeds
op andere plaatsen de strijd aanbinden, maar die zijn over het algemeen te anarchisties om
zich te verbinden met de strijd die op andere punten gevoerd wordt. Op de andere punten zijn
nog alleen wat vaste groepen met duidelijk omschreven bezigheden en een tamelijk gesloten
karakter overgebleven. De overgrote meerderheid van de vrouwen die door de impulsen van de
radikale vrouwenbeweging ontdekten dat zij onderdrukt zijn, is of alleen aktief in de eigen hui-
selijke omgeving, of in vrouwengroepen binnen manschappelijke instituties: op het werk, of in
politieke partij of vakbond en niet om daar samen aktie te voeren tegen de mannen, maar om
samen te praten over persoonlijke problemen met het 'vrouw-zijn', samen te aarzelen en te twij-
felen: wel of niet een man, wel of niet een kind, wel of niet hoge hakken en oog-make-up. Aar-
zeling en twijfel worden dan vervolgens opgevat als verzet, als het bekritiseren van bestaande
vanzelfsprekendheden. En daarbij wordt vergeten wat we in 1971 zo goed zagen: dat aarzeling,
twijfel en gespletenheid (de 'vrouwelijke schizofrenie') juist het toppunt van vrouwelijkheid zijn,
de vorm waarin mannen ons willen drukken - en dat de enige manier om daaruit te breken ge-
meenschappelijke woede is. 'Woman is beautiful' betekent dat we van elkaar Ieren houden, el-
kaar moeten Ieren waarnemen en waarderen - niet dat er aan vrouwen op zichzelf iets moois
is. Want zelfs het zorgzaam gedrag, waardoor vrouwen zich van mannen onderscheiden, is niet
voor vrouwen bestemd, maar voor mannen. Als je met vrouwen samen gaat werken, moet je he-
lemaal overnieuw beginnen met zorgzaam gedrag voor elkaar aan te Ieren. Dat is die beroemde
solidariteit, waar we het vroeger altijd over hadden.
Solidariteit is een mannelijk begrip. Het verwijst naar de broederlijkheid in de strijd voor ge-
meenschappelijke belangen. Wie denkt dat mannen akelig met elkaar omgaan moet beter
opletten hoe solidair ze zijn als wij één van hen aanvallen - al die verlichte geesten die zeggen,
dat ze zelf niet van porno houden maar dat het censuur zou zijn om de andere mannen hun
plaatjes af te pakken zijn maar een voorbeeld. De banden tussen mannen zijn zo sterk omdat ze
onpersoonlijk zijn, objektief gegeven, niet afhankelijk van persoonlijke voorkeur of sympatie. In
de praatgroepen leerden we daarom ook om persoonlijke voorkeuren en antipatieën te over-
winnen, om andere vrouwen te Ieren waarderen als medestrijdsters en niet om hun lieve glim-
lach of vriendelijk gedrag, om ons aan vaste regels te houden en allemaal om de beurt notulen
te maken, om geheimhouding te bewaren over wat er verteld werd. Allemaal gewone, mannelij-
ke organisatieprincipes, die de basis zijn voor iedere machtsvorming onder moderne omstan-
digheden.
Het probleem is, dat we ze niet verder hebben ontwikkeld, omdat we zo bang zijn dat we echt
macht zouden kunnen veroveren en daar mannelijk van worden, of dat we door mannelijke
vrouwen in de vrouwenrol gedrukt zouden kunnen worden. De traditionele vrouwenverenigin-
gen zijn tenslotte een afschrikwekkend voorbeeld: de passiviteit van de leden, de arrogantie
van de hoofdbesturen. Toch is die angst voor grote, burokratiese organisaties op een misver-
stand gebaseerd: in een maatschappij waar de macht bij mannen berust, bestaan geen buro-
kratieën zonder mannen. De traditionele vrouwenverenigingen zijn een verlengstuk van man-
nelijke belangenorganisaties zoals kerken en politieke partijen: daarop berust het gezag van
hun top. Een radikale vrouwenbeweging die uiteraard geen enkele steun van mannen onder-
vindt, zou de eerste historiese beweging kunnen zijn die echte demokratiese strukturen gaat
opbouwen: organisaties waar de beslissingsmacht in handen ligt van gekozen vertegenwoor-
digsters die na een tijd vervangen worden door anderen, en die verantwoording moeten afleg-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
70
gen over de beslissingen die ze genomen hebben.
Nieuwe belangenorganisaties, zoals de Vrijwilligstersbond, zullen zonder zo'n struktuur niet
groter kunnen worden dan een groepje vrouwen die elkaar persoonlijk kennen: de organisatie-
vorm is juist nodig om al die groepjes kwade vrouwen met elkaar in kontakt te brengen, en an-
dere vrouwen er zich van bewust te maken, dat ze eigenlijk ook al heel lang kwaad zijn. Want
nu de aarzeling gemeenschappelijk is, is de kwaadheid eenzaam. Nèt zoals in 1971 zijn er on-
telbare vrouwen die denken dat zij de enige zijn die bezorgd en boos zijn over wat er in de poli-
tiek en op hun werk allemaal gebeurt, die kwaad zijn over algemene dingen, niet alleen over
wat hen persoonlijk wordt aangedaan. Krisis, oorlogsdreiging en opkomend fascisme brengen
de politiek, de machtsstrijd, bij vrouwen in de huiskamer en maken vrouwelijk gedoe vanzelf be-
lachelijk.
En zo zullen we nieuwe vormen vinden om het oude doel van 1971: het overwinnen van de
vrouwelijkheid, te bereiken. En als we daarbij ook behoefte hebben aan genezing en innerlijke
groei, dan moeten wij nog veel vaker gezamenlijk lachen om hoe wij, individueel en gezamen-
lijk, steeds op nieuwe manieren in oude valkuilen trappen.
Achterin het 'tien jaar praatgroepen/radikale vrouwenbewegingsnummer', opge-
luchte brieven over het groepsprocessenstuk uit de vorige krant. Verder nog de
Wet gelijke behandeling, een bedrijfsbezetting van vrouwen in Haulerwijk en de
eerste aflevering van een interview met vrouwen van het Duitse feministiese blad
Emma. Terwijl de drukker al hard bezig was om de artikelen tot krant te maken,
moest de pers stil gezet worden om het omslag en de eerste pagina te verande-
ren. Want wat was er aan de hand? De schrijfster van het artikel 'tien jaar radikale
vrouwenbeweging' had haar artikel beëindigd met de woorden: 'En zo zullen we
nieuwe vormen vinden om het oude doel van 1971: het overwinnen van de vrou-
welijkheid, te bereiken'. Maar zij wist toen nog niet dat ze, na inlevering van het
stuk bij de redaktie, een staking zou gaan organiseren. '30 maart 1981, Algeme-
ne Vrouwenstaking tegen de Abortuswet' prijkt er dan ook op het omslag van het
10 jaar radikale vrouwenbeweging-nummer - na de ingreep bij de drukker. En
op de eerste pagina is het oorspronkelijk redaktioneel vervangen door een
oproep om te staken én de toespraak die door de Bonte Was, Vrijwilligstersbond
en Vrouwenkrant op 6 maart gemaakt was en op de 8 maart-bijeenkomst in Para-
diso werd voorgelezen.
De oplage van de Vrouwenkrant schommelde zo tussen de 6000 en 7000, de gra-
tis Vrouwenstakingskrant die door de Bonte Was en Vrouwenkrant samen ge-
maakt werd en op 21 maart verscheen, telde 225.000 exemplaren: informatie
over abortus, inventarisatie van andere vormen van vrouwenonderdrukking en
-uitbuiting; een stuk over de wapenwedloop, maar ook de op dat moment beken-
de stakingskomitees, plannen uit het hele land en 'wat te doen bij staking', plus
juridiese tips, bereikte door de inzet van tientallen 'verdeelcentra' honderddui-
zenden vrouwen. Bij het Vrouwenhuis dat opeens een echt aktiecentrum was ge-
worden, reden auto's en fietsen af en aan om al die kubieke meters krant plus
honderduizenden stikkers, duizenden stakingsbordjes en affiches, het land in te
krijgen. Op honderden pakken stencil papier, voor duizenden guldens aan post-
zegels en telefoonrekeningen werden de stakingskomité's bijna dagelijks op de
hoogte gehouden; 16-urige werkdagen, perskonferenties, radio, tv, en perma-
nent tientallen vrouwen in het Vrouwenhuis, die of in het landelijke stakingskomi-
tee, of in het amsterdamse, alles deden om 30 maart 1981 tot een historiese dag
te maken. Eén van de vrouwen van het landelijk stakingskomitee hield een dag-
boek van die roerige tijden bij, en dat verscheen in het meinummer van de Vrou-
wenkrant:
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
71
'Donderdag 5 maart: Ik kom in het Vrouwenhuis om te repeteren. Over 3 dagen is het interna-
tionale vrouwendag en dan treden we op met het kabaret, over de moderne vrouwelijkheid.
Maar ik heb nu wel andere dingen aan mijn hoofd dan moderne vrouwelijkheid. We hebben net
aktie gevoerd op het PvdA kongres - Rooie Vrouwen opgeroepen om uit de PvdA te stappen.
'Ik twijfel al 8 jaar', roept een wanhopige mevrouw. Dat is wel vrouwelijkheid, maar wat moeten
we nu met een kabaret? Veel vrouwen zien niets in de PvdA maar kunnen zich daarbuiten ook
niets voorstellen. We zijn onzichtbaar; er straalt geen autoriteit van mannen van ons af. Er komt
ook geen kabaret. We gaan een staking organiseren. Tegen de abortuswet die op 31 maart in
de Eerste Kamer komt. We zitten wat moedeloos bij elkaar. Er moet iets gebeuren want we wor-
den overspoeld en dreigen steeds moedelozer te worden. Een staking, het klinkt heel groots en
echt, maar wat moet ik me daar bij voorstellen? Ik verdiep me er nog maar niet in. We spreken
af dat we gaan bellen, het hele land door, naar alle plaatsen waar nog autonome vrouwenbewe-
ging te vinden is. Marga zal een toespraak houden.
Vrijdag 6 maart: Om half elf ben ik in de Bonte Was-ruimte. Nu moet het gebeuren. Ik ga koffie
zetten. 'We gaan een vrouwenstaking organiseren.' Ik drink nog maar meer koffie en bel de 
eerste boekhandel: Dikke Trui in Groningen. Het meisje aan de andere kant blijft heel lang stil
en dan zegt ze: 'Goh, wat leuk, ja we moeten echt iets doen.' En natuurlijk gaat ze heel Gro-
ningen rondbellen, direkt, en natuurlijk gaan ze iets organiseren. Om half drie probeer ik de
anderen van het stakingskomitee te bellen om te vertellen dat iedereen enthousiast is. Maar
iedereen is alsmaar in gesprek. Om vijf uur word ik gebeld. Van Maastricht tot Appingedam
weten nu zo'n 120 vrouwen van de staking af en ze willen allemaal. Ergens fietst nu een me-
vrouw door de kop van Noord-Holland om het nieuws van de staking rond te brengen.
Zaterdag 7 maart
: Ik ben mijn stem kwijt en raak soms in de war met mijn tekst 'We zijn hoe
langer hoe bozer geworden, we dachten, het kan zo niet langer, we moeten iets doen. Niet
weer een demonstratie, of een manifestatie, en niet meer verontwaardigd worden achteraf als
weer niemand ons serieus heeft genomen. We moeten massaal protesteren ...'. Dat heb ik nu
zo'n 50 keer gezegd, 2 dagen lang en iedereen wil meedoen. De toespraak is af en zal morgen
met een lijst vol suggesties worden uitgedeeld en morgenavond weggestuurd. we maken een
lijst: wat te doen bij staking beginnen we ferm. Tja wat moet je eigenlijk doen als je staakt, èn
voordat het zover is. Weet ik veel. 'Bel alle vrouwen in je buurt'. Zouden vrouwen dat echt
doen? Maar ja, ik zit hier ook. Met Marieke en Paulien stencil ik tot 5 uur in de ochtend.
Zondag 8 maart
: Om half 12 ben ik in Paradiso. De pers is gebeld, de stencils zijn geniet, de
slag kan beginnen. Als de demonstratie bij Paradiso komt zijn alle vrouwen nieuwsgierig: er is
iets spannends op til. Een paar van ons hebben tijdens de demonstratie rond gefluisterd dat er
iets gaat gebeuren. Alleen de pers heeft het niet serieus genomen. Die is er haast niet en met
moeite is het NOS-journaal er van te overtuigen dat ze onze persverklaring moeten filmen. Maar
even later binnen, nog voor dat Marga klaar is beginnen vrouwen te schreeuwen 'staken, sta-
ken!'. De zaal is laaiend. Ik hoef helemaal niet met stencils rond te lopen. Ik kan ze gewoon in
de lucht gooien en neer laten dwarrelen en iedereen grijpt ze. Binnen 5 minuten zijn ze op. In
een zij-kamertje in Paradiso vergaderen we over de staking, voornamelijk met vrouwen van bui-
ten Amsterdam. Waarom tegen de abortuswet, willen sommige vrouwen weten, waarom niet
voor een sociaal-ekonomiese eis? Maar de meesten zijn het met ons eens: abortus is altijd het
punt geweest waar ontzettend veel vrouwen het over eens waren; behalve een aantal christelij-
ke vrouwen vindt iedereen dat vrouwen daar zelf over moeten kunnen beslissen. 's Avonds in
het Vrouwenhuis wachten we in spanning: zouden er nog meer vrouwen komen? Er kómen
vrouwen. Er wordt een stakingskomitee gevormd dat de staking in Amsterdam gaat organise-
ren.
Maandag 9 maart
: Nu begint het echt en de telefoon gaat heus. Hij gaat voortdurend en er
bellen vrouwen op die van alles willen weten over de staking. Ik kan het nog maar amper gelo-
ven. Twee dagen geleden waren we nog met ons twintigen en nu lijkt het wel alsof iedereen er
van weet. Aan het einde van de dag zijn er zo'n 25 stakingskomitees door heel Nederland.
ABVA en ABOP-vrouwen zijn aktief. Er hebben zich mannen aangemeld om op de kinderen te
passen als wij staken. Daar moet een centraal telefoonnummer voor komen, met een meneer er
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
72
achter. Het is prachtig, die solidaire mannen, maar ik hoef ze niet allemaal aan de telefoon. De
Emancipatie-kommissie vindt dat vrouwen het stakingsmiddel niet kunnen hanteren. Over
abortus hebben ze al 2 nota's aan de regering gestuurd. Het FNV adviseert om maar een vrije
dag op te nemen.
Dinsdag 10 maart: Er wordt nog steeds druk rondgebeld om nog meer vrouwen in nog meer
steden en dorpen aktief te krijgen. Ik bel een mevrouw uit Leerdam. Ze zat daar al jaren in haar
eentje het Leerdamse Wij Vrouwen Eisen komitee te vormen. Ze had wel gehoord over een sta-
king, ver weg in Amsterdam, en nu werd ze ineens opgebeld en vormde ze onderdeel van een
keten.
Woensdag 11 maart
: Er zijn meer dan 50 stakingskomitees in heel Nederland. In Hoorn heb-
ben de 10 aktieve feministes jaren ruzie gemaakt en elkaar bestookt; maar er is een klein won-
der gebeurd en nu zitten ze in een komitee. Het FNV-vrouwensekretariaat staat achter haar
FNV-mannen. Staken kan niet, dat zou illegaal zijn, en je ziek melden is tegen de wet en het is
misbruik maken van de sociale voorzieningen. Maar de vrouwen in diverse bonden zijn woe-
dend en vergaderen maandag. In de Nieuwe Linie staat dat de staking tegen de abortus èn te-
gen kernwapens is. Daar bestaan wel meer misverstanden over: het is moeilijk om uit te leggen
dat de staking tegen de abortuswet is maar dat we over nog heel veel andere dingen kwaad zijn
en dat je het daar op de stakingsdag zelf best over kunt hebben. Maar de staking is tegen iets
konkreets, iets dat je wint of verliest. Tegen slechte tijden kun je moeilijk gaan staken. Dan zou
een staking alleen symbolies zijn. Heel veel vrouwen in partijen en bonden zijn verbaasd dat wij
zomaar een staking schijnen te kunnen organiseren. Soms ben ik ook wel een beetje verbaasd.
Donderdag 12 maart: Paniek. We hebben prachtige klappers met adressen van vrouwen, en
die noemen we stakingskomitee, maar wat doen ze eigenlijk? We horen nooit meer wat. We stu-
ren wel bezielende persberichten maar hoe weten we of die niet gebruikt worden voor de katte-
bak? Maar als ik 's avonds in de koördinatie weer een nieuw gloedvol betoog over het verloop
van de staking zit te vervaardigen hoor ik in de bar plotseling gekrijs. In Maastricht gaan ze met
een standje in het winkelcentrum staan in de week voor de staking; ze gaan posten bij winkels
en bedrijven, en ze gaan oefenen voor de dertigste door alvast niet meer te glimlachen. In De-
venter gaan ze een extra editie van de plaatselijke vrouwenkrant maken en verspreiden in een
oplage van 20.000!
Vrijdag 13 maart: Ik heb een interview over de telefoon met Martine van der Does van het
vrouwenprogramma Week In Week Uit. Op de achtergrond roept een meneer eerst dat de vraag
niet deugt en dan dat het antwoord niet goed is. Hij wil dat ik iets zeg over het zelfbeschikkings-
recht van vrouwen maar dat woord kan ik niet uit mijn strot krijgen. Als het hele interview af is
moet het over omdat er anders zo geknipt en geplakt moet worden. Nu moet ik weer hetzelfde
entoesiasme in mijn stem zien te krijgen, en dat is al niet mijn sterkste kant. Hoor Haar loopt
door ons pand om opnamen te maken. Dat vergroot de chaos maar die was al giganties. We
roepen wel verrukt 'Wat leuk' als zich een nieuw stakingskomitee aanmeldt, maar niet altijd stel-
len wij hen dan precies op de hoogte van wat ze allemaal van ons kunnen verwachten, en we
noteren ook niet altijd naam en adres. Dat heeft ons al voor veel problemen gesteld. Ik ben een
antiburokraat in het diepst van mijn gedachten, en daarom ben ik in het Vrouwenhuis gekomen.
Nu wordt er opeens ordelijkheid van me gevraagd. Ik vind voortdurend briefjes in mijn broekzak
met telefoonnummers en ik heb geen idee van wie ze zijn of hoe ze daar terecht zijn gekomen.
Als ik postzegels wil plakken zijn ze op of weg, niemand die het me kan vertellen. En als ik reke-
ningen heb geschreven en ik ga even weg, zijn ze spoorloos en niemand heeft ze ooit gezien.
De stikkers zijn op. 100.000 in anderhalve dag. We bestellen 100.000 nieuwe.
Zaterdag 14 maart: Groot tumult. Het stedelijk komitee heeft vergaderd en er schijnt een ma-
nifestatie op de Dam te komen, iets met spreeksters en verklaringen. Maar het was juist de be-
doeling dat vrouwen allemaal zelf iets zouden doen, met elkaar de straat opgaan en met elkaar
praten over wat ze gaan doen en hebben gedaan, en niet dat ze verloren in een massa zouden
staan en passief tot zich zouden nemen wat er door mikrofoons omgeroepen zou worden. Maar
als iedereen weer wat tot rust is gekomen blijkt dat er nog niets is besloten.
Zondag 15 maart: Ook op zondag werken we. Ik kan me het leven zonder staking niet goed
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
73
meer voorstellen.
Maandag 16 maart
: Mijn moeder belt op om te vragen wanneer ik mijn vader nu eens op kom
zoeken want die schijnt heel ziek te zijn. Maar ik heb geen tijd om zomaar een dag naar huis te
gaan. Pauline is de verjaardag van haar vader vergeten. Iemand van ons is opgebeld door een
vriendje met de mededeling dat hij verliefd is geworden op iemand anders. Maar ze heeft geen
tijd en geen energie om zich daar druk over te maken.
Dinsdag 17 maart
: De behandeling van de abortuswet is uitgesteld tot 28 april. Is dat een suk-
ses? 30 maart staken en op 31 maart al stemmen, dat zou de gemoederen teveel in opwinding
brengen. Teveel vrouwen zouden razend worden als nog geen dag later de abortuswet door de
Eerste Kamer gejaagd zou worden. Veel vrouwen bellen ons op: wordt de staking nu ook uitge-
steld? Maar we hadden bijna al meteen besloten dat we in elk geval de 30ste gingen staken.
Marijke en Anneke werken als gekken aan de krant. Een vrouwenstakingskrant waar we er
200.000 van gaan verspreiden. Het lijkt onvoorstelbaar.
Woensdag 18 maart
: In het logboek lees ik dat Truus Divendal van de NVB Marga's toespraak
te negatief vindt, er was toch al best iets bereikt en we waren toch een macht. Maar hoe kan het
dan dat we nu bijna een abortuswet hebben die bijna geen vrouw wil? Zelfs in onwaarschijnlijke
plaatsen als Druten en Gemert proberen vrouwen iets van de grond te krijgen. Klara heeft een
bel-aktie gedaan naar allerlei dorpen. In Havelte was een mevrouw net bezig een lammetje ter
wereld te brengen maar desondanks had ze wel oren naar een staking. Of misschien wel juist
daarom.
Donderdag 19 maart: Er zijn 100.000 kranten gekomen en het is een gekkenhuis want al die
kranten moeten ook weer weg, en wel zo snel mogelijk. Er zit iemand aan een tafel in de bar
met om zich heen grote vellen papier. Het ziet er niet naar uit dat het goed met haar gaat en ik
bemoei me er maar niet mee. 's Nachts droom ik dat er iemand van het landelijk stakingskomi-
tee door een mistig landschap in Oost-Groningen sjokt, met kranten onder haar arm, op zoek
naar het Afhaaladres. Het gezeur over de vakbonden houdt maar niet op. De pers schrijft voor-
namelijk over wat de vakbonden vinden en Elske ter Veld mag overal komen vertellen dat de
staking onrechtmatig is. De diskussie met het FNV dreigt de hele staking te gaan domineren en
dat terwijl maar 20% van alle vrouwen betaald werk heeft. Vier van de vijf vrouwen heeft met
vakbonden niets te maken.
Vrijdag 20 maart: Er komen nog eens 125.000 kranten en nu ligt de hele gang vol, van de deur
tot aan de trap. Er zijn ook weer stikkers - we gaan al naar de 300.000 - en er zijn stakings-
bordjes en affiesjes, gemaakt door entoesiaste vrouwen. En er zijn vrouwen, voortdurend lopen
er drommen vrouwen in en uit, die kranten, stikkers en nog veel meer komen halen. Het is hier
zelden zo druk geweest.
Zaterdag 21 maart: Het Amsterdamse komitee vergadert weer en ik wil wel weten wat er in
mijn eigen stad gaat gebeuren, dus ik bemoei me ermee. Het gaat nog steeds over al of geen
mikrofoons en al of geen vergunningen. Waarom moet je een vergunning hebben om op de
Dam te gaan staan? Als je daar toestemming voor gaat vragen is het leuke eraf. Maar één van
de vrouwen op de vergadering vindt dat vrouwen toch beschermd moeten worden. Waartegen
dan? Iemand anders vindt dat je toch centrale eisen moet formuleren anders weten vrouwen
niet waarom ze op de Dam zijn. Gelukkig zegt weer iemand anders verschrikt dat de vrouwen
van haar buurthuis zouden schrikken als er zomaar eisen gesteld zouden worden, en dat je
toch ook niet zomaar iets voor andere vrouwen kon bepalen. Leve de individualisering. Het am-
sterdamse komitee stelt voor dat zij de kookstaking (want zo heet het intussen) verder zullen or-
ganiseren op basis van de gevoerde diskussie.
De spanning is eraf. Of de staking een sukses wordt hangt niet meer van ons af - we kunnen
daar weinig meer aan doen.
Maandag 23 maart
: Ik hen een afspraak met en journalist van het Algemeen Dagblad. Hij wil 
weten hoeveel vrouwen er nu gaan staken. Dat wil ik nou ook zo graag weten; dus vraag ik dat
een uur later aan Alie in Rotterdam. Zijn het er wel 10.000? Rotterdam is toch bijna net zo groot
als Amsterdam, dus dan is 10.000 toch niet onmogelijk? Maar Alie vindt 10.000 wel veel, en ver-
der kan ze er geen zinnig woord over zeggen. Het meisje van de vrouwenboekhandel 't Wicht in
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
74
Enschede vindt 1000 vrouwen ook veel voor Enschede, en kan het ook niet schatten. Het valt
me op dat veel vrouwen tegenover ons amsterdamsen een soort schaamtegevoel hebben: 'Wij
zijn nog niet zover, dit is maar een kleine plaats, het is hier nog heel achterlijk, christelijk, katho-
liek, burgerlijk, liberaal.' 's Middags loop ik door de stad. Er is nog niet veel te merken van een
staking. Alleen een paar stikkers op de WC van de Universiteitsbibliotheek. Maar als ik naar Ra-
dio Stad luister weten de meeste vrouwen van de staking af. Een mevrouw in een winkel waar ik
een viltstift koop ziet mijn stikker en begint te lachen. Ze vindt de staking heel leuk, maar zelf
kan ze niet staken want dan zou ze meteen op straat staan.
Dinsdag 24 maart: Ik heb een hele dag vrij. Ik wil wel een boek gaan lezen maar dat lukt niet.
Ik zou het liefst de hele staking overboord zetten maar ik kan ook niet bedenken wat ik dan lie-
ver zou doen. Ik zou de andere vrouwen van het landelijk komitee het liefst een tijdlang niet
zien maar ik heb ook geen behoefte om andere mensen te zien want wat moet ik daar tegen
zeggen? Om half vijf ben ik in het Vrouwenhuis, zomaar, om even te kijken. Dit is het spannend-
stewat ik in 4 jaar vrouwenbeweging heb meegemaakt.
Donderdag 26 maart: Onze laatste stencils zijn verstuurd, de laatste postzegels geplakt. Er ko-
men nog steeds stakingskomitees bij, op de valreep. Het zijn er nu tegen de 120. De gang is
weer leeg; de meeste kranten zijn weg en hopelijk gekomen waar ze moesten zijn. Hopelijk. En
eeuwig rinkelt de telefoon. Er belt een meisje uit Oud-West: hoe moest ze staken. Want ze werkt
free-lance en haar vriend kookt. Ja, dat wordt moeilijk. In de Valeriuskliniek wilden vrouwen
gaan staken maar dat is van direktiewege verboden. Een lerares wil weten of ze ook moet gaan
staken als haar leerlingen niet willen. Natuurlijk. Radio Stad wil maandag de hele dag uitzenden
maar krijgt geen toestemming van minister Gardeniers. Ze gaan een kort geding aanspannen.
In heel Amsterdam worden stencils verspreid. Elke vrouw die om wat voor reden dan ook bij
ons binnenkomt vragen we om ze in haar straat te verspreiden.
Vrijdag 27 maart: Als ik postzegels ga kopen zie ik bij het postkantoor op de Nieuwe Zijds
twee meisjes met stikkers lopen: één heeft haar op haar jas geplakt en de ander op haar tas. In
mijn buurt is geplakt en in mijn straatje zie ik voor twee ramen affiesjes hangen. Ik krijg even de
neiging om daar zomaar aan te bellen.
In Amsterdam zullen maandachtochtend heel vroeg auto's met geluidsapparatuur de wijken in-
gaan om vrouwen op te roepen: Vrouwen ontwaak! Staak! Er zijn grote stikkers met daarop:
Gesloten wegens vrouwenstaking. Die kunnen we maandagochtend op winkels plakken. In
Apeldoorn willen vrouwen zondagnacht al in het vrouwenhuis gaan slapen want de staking be-
gint toch om 0.00 uur? De VPRO filmt 's avonds, en er zijn ook vrouwen om een video-opname
te maken. Nu zullen we ontmaskerd worden als onordelijk tuig. We moeten van de VPRO een
gedeelte van onze vergadering overdoen. Dat moet je ervoor overhebben.
Zaterdag 28 maart: Met Lucy ga ik stencils verspreiden in Slotervaart. Het is prachtig weer en
de zon schijnt. Eindelijk weg uit dat muffe Vrouwenhuis. Twee vrouwen in de Comeniusstraat
willen wel staken maar waar moeten ze dan met de kinderen heen? Met de mannen mee naar
het werk? Onmogelijk. In Slotervaart zijn geen kresjes op de dertigste. Twee andere vrouwen
zullen in elk geval een laken uit hun raam hangen, en weer een andere mevrouw komt in ieder
geval naar de Dam. Een mevrouw zegt dat zij wel voor vrije abortus is maar dat ze zo'n moeite
heeft met haar dochter want die vindt een zwangerschap een proces van de natuur waar je niet.
in mag ingrijpen, en je baart toch een kind uit liefde? Een enquête heeft uitgewezen dat 70%
van alle vrouwen van de staking op de hoogte is, dat 50% van die vrouwen het met ons eens is
en dat 7% daarvan staakt. Dat zou betekenen dat er zo'n 300.000 vrouen gaan staken maandag.
Valt dat mee of tegen? Maar het uiteindelijke sukses of verlies komt pas de 28
ste
april, en wat de
staking uiteindelijk oplevert moet nog blijken. Er is een heel netwerk van vrouwen gekomen door
de voorbereidingen van de staking. Dat is iets om verder op te bouwen. Als je kan staken kun je
ook nog meer.
Zondag 29 maart
: De spanning is te snijden. Ik heb niets meer te doen dan af te wachten. Ik
schilder een laken om uit mijn raam te hangen. Mijn moeder belt op: ze staakt niet want ze is
niet tegen de abortuswet (en er ook niet voor). Maar ze hangt wel een laken uit haar raam, met
niks erop, omdat het de 30ste is. Het laken uit het raam schijnt een soort nationaal symbool van
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
75
de vrouwenstaking te zijn. Heleen en Elisabeth zijn jarig maar het valt niemand op en henzelf
ook niet.
Maandag 30 maart
: Ik vind het wel rustig op straat als ik naar het Vrouwenhuis loop. Maar wat
had ik dan precies verwacht. Toch meer drukte. We bellen het land door: wat gebeurt daar? Er
is moeilijk hoogte van te krijgen. Iedereen loopt een beetje zenuwachtig rond. Iemand roept dat
ze net verkeer wil gaan blokkeren, ergens, en met ons tienen gaan we op pad, behangen met
stakingsbordjes om onderweg uit te delen. In de stad is het druk! Overal komen we groepjes
vrouwen tegen, op weg of op zoek naar aktie, iets dat verstoort, ontregelt en opvalt. Binnen tien
minuten hebben zich drie van zulke groepjes bij ons aangesloten. Als we roepen: 'Kom mee, we
gaan iets blokkeren' lopen ze mee. Met zo'n vijftig vrouwen zitten we tenslotte op het Muntplein
en zingen stakingsliederen terwijl het verkeer zich langzaam over de trambaan wurmt. Er komt
wel politie maar die kijkt alleen. We trekken achter een bakfiets stapvoets door de Vijzelstraat,
midden over de weg. Bij de Openbare Bibliotheek gaan we zingend naar binnen om alle vrou-
wen tot staking op te roepen. Buiten staan al stakende vrouwen van de bibliotheek.
Er gebeurt wel degelijk iets in Amsterdam! Al staken dan niet alle vrouwen, alle vrouwen weten
dat er gestaakt wordt en ontzettend veel vrouwen praten erover. Ik ga op zoek naar nog meer
aktie. Op de Dam zijn om half drie al vrouwen spandoeken aan het schilderen. Het is er al flink
vol. Met een paar vrouwen trekken we door de Kalverstraat en delen de overgebleven stakings-
bordjes en stencils uit. We komen een groep vrouwen tegen die met een levensgrote pop
rondsjouwen - met ketchup en breinaalden tussen haar benen. We gaan op weg naar het Ge-
rechtsgebouw op de Prinsengracht waar we in de hal abortusliederen zingen - de pop dwars
voor de ingang. Tenslotte komen er mannen in uniform die met geweld dreigen - politie en wat
al niet. We zingen nog een tijdje door maar als er nog meer uniformen komen gaan we maar
weg. We sjouwen de pop mee en zingen in de Leidsestraat voor alle winkels waar vrouwen wer-
ken: 'Zuster Anna, zuster Anna, werkt gij nog? Alle vrouwen staken, alle vrouwen staken, abor-
tus vrij'. We doen gewoon de winkeldeur open en gaan met de pop in de deur staan, de brei-
naalden en de ketchup goed in het zicht. Lucy, die wel een eindeloze stroom stencils bij zich
schijnt te hebben, snelt telkens naar binnen om stencils en kranten uit te delen.
In het Vrouwenhuis is het druk, totdat om vijf uur iedereen naar de Dam trekt. Om half zes komt
Marion hijgend terug. De hele Dam staat vol met vrouwen, tot in de zijstraten. En het is waar. In
de Damstraat zie ik al vrouwen bovenop het monument staan, onze heilige nationale pik. Lijn
vijf staat wat verloren tussen al die massa's vrouwen, en verder staan alle trams op het station.
Alleen de solidaire mannen hebben het af laten weten. Die hebben broodjes gesmeerd, wel
20.000. Maar als ik om half zes op de Dam kom zijn ze allang op. We vieren feest. De eerste
keer dat vrouwen ooit gestaakt hebben en meteen staat de Dam al vol.
Over de staking wordt in dit nummer maar summier geschreven, want 'het sta-
kingsnieuws van de 30ste maart is al uitstekend verslagen in de tweede landelijke
Vrouwenstakingskrant, en van de 100.000 exemplaren die daarvan gedrukt wa-
ren zijn er nu zo'n 70.000 verspreid. Iedereen die haar nog niet gelezen heeft,
maar vooral die nog vrouwen weet (en dat is dus overal, gezien het feit dat er 6
miljoen vrouwen in Nederland zijn die recht hebben op die informatie) wordt
vriendelijk verzocht een stapeltje af te halen in het Vrouwenhuis te Amsterdam.
Ze kosten maar een kwartje per stuk. Ben je niet in staat om ze af te halen en zelf
door te verkopen 'adopteer' dan een stapel.'
Met die verspreiding en 'adoptie' liep het helaas aanzienlijk minder entoesiast
dan bij de eerste stakingskrant. Nog steeds liggen er vergeelde stapels in allerlei
hoeken van het Vrouwenhuis - terwijl het een mooie krant was, met entoesiaste
verslagen en foto's uit het hele land en (op de eerste 50.000 eksemplaren) een
forse oproep van het inmiddels drasties geradikaliseerde Wij Vrouwen Eisen om
28 april - de dag waarop door de eerste kamer over het wetsontwerp gestemd
zou worden - allemaal naar het Binnenhof te komen. Dat dat geblokkeerd zou
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
76
gaan worden stond er wijselijk niet bij - het belemmeren van parlementaire akti-
viteiten kon immers geïnterpreteerd worden als een staatsgreep, en zelfs het
plannen daarvoor maken wordt door de wet met zware straffen bedreigd. In het
meinummer een verslag van wat zich daar op het Binnenhof afspeelde. Helaas is
door het onzinnige ME-geweld aan de achterkant van het Binnenhof en de cen-
trale plaats dat dat èn in mannenmedia èn in vrouwen media (inklusief de Vrou-
wenkrant) kreeg, zoekgeraakt hoe bijzonder het was om in de vroege ochtendu-
ren ontvangen te worden door met walkie-talkies uitgeruste Haagse feministen
die zo rustig alsof het haar dagelijks werk was de blokkadeplaatsen aanwezen en
zo ervoor zorgden dat inderdaad niemand zonder geweld de Eerste Kamer in kon
en ook menig Tweede-Kamerlid van de vaste roete moest afwijken. Schuimbek-
kend deed Dolman zijn naam eer aan; andere kamerleden vonden het eigenlijk
wel leuk en zelfs begrijpelijk; weer andere probeerden met gevaar voor pantalon
over puntige hekken hun werkplek te bereiken, wat meestal door kordate vrou-
wengroepen belemmerd werd. Prachtig gegild werd er - heel hoog en schril -
een aktiemiddel dat ingebracht werd door punkoïde meisjes en dat wonderbaar-
lijke effekten sorteerde - radeloze politieagenten: wat moesten ze hier aan de
straatkant van het gebouw waar ze geen geweld durfden gebruiken tegen doen?
Een andere verbindingslijn die tussen de groepen vrouwen bij de verschillende
poortjes, gangetjes en deuren bestond was het gemeenschappelijk geskandeer-
de 'Wij zijn vrouwen, wij zijn met velen, wij hebben er de buik van vol'. Dankzij
het ME-geweld kon de belemmering van het eerste kamerwerk beperkt worden
tot anderhalf uur - waarna de wet, alweer met één stem verschil, werd aangeno-
men.
Naast een verslag van een deel van die gebeurtenissen in Den Haag ook in het
meinummer: 9 pagina's met op straat geïnterviewde vrouwen: gaan ze stemmen
bij de aanstaande verkiezingen op 26 mei, zo ja waarop, en waarom. In het artikel
'Stemmen, stel je voor dat er iets verandert' worden alle argumenten genoemd
om wèl te gaan stemmen, ondanks ongeloof in parlementaire mogelijkheden:
'Stemmen kost maar een kwartiertje, alles staat klaar, onze (over)(groot)moeders
vochten voor het kiesrecht om ons deze kleine luxe te verschaffen. Maak er ge-
bruik van en ga daarna weer over tot de orde van de buitenparlementaire
dag!' D'66 dat in die tijd enorm in de lift zat wordt onder de radikaal-feministiese
loep genomen. Het was nog steeds, zoals de Strijdijzers zeiden, 'een redelijk al-
ternatief voor redelijk rijke mannen', niet alleen om redelijk goedkoop van hun
vrouw af te komen, maar ook om daarbij nog greep op haar te houden via de kin-
deren, door middel van het nieuwe omgangsrecht - waarover de Strijdijzers en
Vrouwen tegen het Omgangsrecht zowel in Den Bosch als in het Amsterdamse
Vrouwenhuis een tribunaal organiseerden.
Voor redaktieleden die vroeger tijden nog voor ogen stonden, was deze periode
een heel bijzondere. Pol: 'Het was echt ongekend, ongelooflijk met hoeveel inzet
vanaf de staking de krant in elkaar gezet werd. Ineens bleek dat de 'Iay-out-week'
in één weekend kon en dan liepen op dergelijke weekenden er nóg vrouwen op
de redaktie rond voor wie er geen klusje meer was en die op de kachel gingen
zitten wachten totdat er ook maar een halve bladzijde was afgeplakt zodat ze die
tenminste alvast konden gaan korrigeren. Hadden we daarvoor altijd vrouw-
kracht te kort, nu was het zowat te veel! Wat ook nieuw was, dat we de artikelen
aan elkaar gingen voorlezen tijdens de redaktievergadering, dus toen met het
hele landelijke stakingskomitee, voordat ze geplaatst werden. Als er dan iets niet
goed aan een artikel was werd het meteen opgemerkt en móest het ook echt ver-
anderd worden - kon het niet op de lange baan geschoven worden totdat je het
totaal ongewijzigd terug zag als het al in 6000-voud gedrukt was. Dit is ook de
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
77
enige manier om enige aansluiting van de artikelen op elkaar te krijgen, dus dat
niet in het ene artikel een lijnrecht tegenovergestelde opvatting zou komen naast
een ander artikel. Keihard gewerkt werd er dan op zo'n avond. Niet langer dus
eindeloos gezeik over onbenullige klusjes om het politieke tot het laatst te bewa-
ren. Al die klussen bleken ineens ook heel goed met haar drieën tussendoor ge-
regeld te kunnen worden.' Dat was dan de krant. Maar hoe liep het verder met al
die Vrouwenhuisaktiviteiten?
In de woongroepdiskussie van september 1980 had de 'oude' garde nog één jaar
genomen om het Vrouwenhuis nieuw leven in te blazen; de maanden maart en
april waren de drukste en aktiefste Vrouwenhuismaanden uit de geschiedenis
geworden. Maar het bleek een illusie dat dit door zou zetten. De maand mei brak
aan en daarmee de traditionele leegloop; pogingen om stakingskomitees op 13
juni in grote getale naar een nieuwe plannendag te halen mislukten - slechts 7
groepen verschenen. Overal in het land bleek de teleurstelling over het verlies
van de staking en van de Binnenhof-blokkade moeilijk te verwerken. En terwijl de
20 vrouwen van het landelijk stakingskomitee zich gezusterlijk over Vrouwen-
krant 74/75 bogen, begon het er steeds meer op te lijken dat veel vrouwen ei-
genlijk hun er de schuld van wilden geven dat de manschappelijke politiek niet
voortbracht wat de vrouwenbeweging wilde. In een Socialisties-Feministiese vi-
sie verscheen een koude-oorlog-scheldpartij; in een vrouwenkafee werden dito
leuzen op toiletten geschreven, ook in en rond het Vrouwenhuis verschenen al-
lerlei varianten op het tema 'De Bonte Was ophangen', een Arnhemse groep pro-
beerde alle stakingskomitees bijeen te krijgen op 'kritiek op het landelijk sta-
kingskomitee', en de Strijdijzers verlieten het Vrouwenhuis. Maar niets van die
ontwikkelingen is terug te vinden in het zomernummer van de Vrouwenkrant. Op-
gedrongen moederschap is het hoofdtema. Na alle partijpolitieke belevenissen
nu weer eens een radikaal-feministies nummer: stukken over de tirannisering van
vrouwen met kinderen door onderwijsinstanties, het schhrijnende verslag van een
vrouw die vanaf haar dertiende via het verbieden van abortus tot een 'moeder'
werd gebombardeerd door de instanties die zich over haar afgestane kind gin-
gen buigen. In het redaktioneel van deze krant, waarvan de inhoud er niet om
liegt schreef de redaktie: 'Het meest verontrustend is hoe de oude moeder-
schapsideologie verstopt in zogenaamde feministiese teorieën de vrouwenbewe-
ging binnensluipt. Lees daarover het lange artikel over Adriënne Rich 'Uit vrou-
wen geboren' ... Een boek dat in 1976 in Amerika verscheen en daar een bestsel-
ler schijnt te zijn en dat in Nederland sinds de vertaling in 1979 van uitgeverij
Sara, dezelfde kant op lijkt te gaan. Het is dan ook een internationale ontwikke-
ling die zich afspeelt, zoals ook bleek uit het gesprek dat we met de Duitse vrou-
wen van Emma hadden.' Het stuk over Rich heeft als titel 'De seksuele revolutie
van het moederschap'. Het eindigt met: 'De overeenkomst tussen de teorie van
Adrienne Rich en de fascistiese ideologie, voorzover die zich uitdrukt in de 'ver-
heerlijking' van de vrouw-als-natuur, moet voor de vrouwenbeweging een waar-
schuwing zijn dat deze nieuwe teorie in feite volledig reaktionair is. Gebruik ma-
kend van de seksuele revolutie jaagt Rich vrouwen onverbiddelijker dan ooit te-
voren in de geschiedenis is gebeurd, terug in de "gevangenis van haar lichaam".
De mate waarin Rich-achtige teorieën onder de namen als "lijfpolitiek" of "sek-
suele politiek" bijvoorbeeld via de Socialisties Feministiese Teksten van uitgeve-
rij Sara allerlei vormen van vrouwenonderwijs aan het binnenstromen zijn, vind ik
heel griezelig. Ik hoop dat een rationele diskussie over deze trend degenen die
dit soort teorieën aanhangen tijdig tot bezinning kan brengen.'
Vooral dit artikel bracht een schok teweeg bij veel vrouwen. Dat was al gebleken
bij het voorlezen ervan in de tuin van het Vrouwenhuis op een warme zomera-
vond. Doodstil was het en voor degenen die het boek van Rich ooit mooi gevon-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
78
den hadden, was het zichtbaar pijnlijk dat iets wat zij als 'persoonlijk' hadden ge-
voeld, nu in een zo schel politiek licht werd gezet. (Uit ingezonden brieven die la-
ter in de Vrouwenkrant verschenen bleek dat allerlei vrouwen kritiek op het moe-
derschap ook alweer persoonlijk opvatten.) Maar het was waarschijnlijk juist die
schok, die de diskussie op gang bracht. (Het stuk is in dit boek niet opgenomen
omdat het al herdrukt is in Feminist III).
De vrouwen van de stakingskomitees die wèl verder wat wilden organiseren had-
den op de zo slecht bezochte bijeenkomst op 13 juni in het Vrouwenhuis het on-
derwerp van de volgende krant al min of meer bepaald. Het waren bijstandskomi-
teevrouwen die de staking tegen de abortuswet 'erbij' gedaan hadden en die
niets liever wilden dan een hele grote aktie om aan de afhankelijke ekonomiese
positie van bijstandsvrouwen een eind te maken. Een nummer dus over de bij-
stand, maar ook met een verslag van de zomeruniversiteit en de bijbehorende
bundel, waar allerlei lichtpuntjes in ontdekt werden. De vrouwen van Bonte Was,
Vrouwenkrant en Vrijwilligstersbond verhalen over hun post-vakantie-depressie
waar ze aller-vrouwelijkst in waren blijven steken totdat ze opeens weer begre-
pen dat het feminisme voor een groot deel bestaat uit het bestrijden van eigen en
andervrouws vrouwelijkheid; uit het afstand doen van de vrouwelijke konditie-
wat hetzelfde is als aktieve bemoeienis met de manschappij'.
Nu was die kollektieve depressie natuurlijk niet zomaar uit de lucht gevallen. De
terugslag na de staking had al enig ondermijnend werk gedaan, en in september
kwam er nog een flinke schep bovenop. Een nieuwe groep jonge vrouwen wilde
haar schouders onder de organisatie van het Vrouwenhuis gaan zetten - en
zoals jaarlijks na de zomer nodig was - er nieuw leven in brengen. Dat was pret-
tig, maar zij wilden dat niet zomaar doen. Zij hadden namelijk een nieuwe analy-
se van de oorzaak van de leegstand: het was de schuld van de vrouwen van het
landelijk stakingskomitee; die hadden met hun 'verkrampte kalvinistiese werk-
mentaliteit' iedereen weggejaagd! Alle vrouwen in Amsterdam werden opgeroe-
pen om daarover te komen klagen en in het daartoe uitgebrachte stencil werd
nadrukkelijk meegedeeld dat de Bonte Was, de Vrouwenkrant en de Vrijwillig-
stersbond niet welkom waren. Honderd vrouwen kwamen en klaagden, en had-
den plannen en anti-plannen en anti-anti-plannen, en uiteindelijk formuleerden
zij na een aantal vergaderingen gezusterlijk de Vrouwenhuisregels weer zoals
die al jaren bestonden: onbetaald, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
koördinatie en schoonmaken. Toen het eenmaal zover was waren de vrouwen
van de Bonte Was, de Vrouwenkrant en de Vrijwilligstersbond er inmiddels in ge-
slaagd al die nare agressiviteit te 'kantelen': hoe heerlijk dat ze zich niet langer
met het Vrouwenhuis hoefden te bemoeien en dat anderen dat gingen doen. Op
de muren van het Vrouwenhuis hadden ze 'Moeder komt niet' geschilderd en ze
waren weer aan het werk gegaan.
Met elkaar hadden ze na de staking drie Vrouwenkranten gemeenschappelijk ge-
maakt. Nu werd het tijd hun eigen aktiviteiten weer op te pakken. Het boeken uit-
geven was bij de Bonte Was in het slop geraakt en Feminist III riep erom te mo-
gen verschijnen. Ook de Vrijwilligstersbond was een beetje versukkeld; het leger
van 'vrijwilligsters' groeide wel dagelijks, maar het ledenaantal van de bond niet.
De NVV-vrouwenbond stelde dan ook alles in het werk om dat te voorkomen. De
vrijwilligsters hoorden bij hen - evenals de huisvrouwen die 'thuiswerk' deden -
want de NVV-vrouwenbond had macht, en zou na de fusie met de andere bon-
den in de FNV nog machtiger worden. In al hun propaganda vergaten ze er al-
leen bij te zeggen dat ze alleen mochten fuseren als ze zich niet met ekonomiese
aangelegenheden zouden bemoeien! En van hun standpunt dat vrijwilligsters
nooit de plaats van betaalde krachten mochten innemen - wat impliceerde dat
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
79
ze vonden dat vrijwilligsters niet tot betaalde krachten gemaakt mochten worden
- namen ze geen afstand. In de november/december krant verscheen een ver-
slag van het bezoek van Vrijwilligstersbond-vrouwen aan het fusiekongres: en
een fragment van een open brief van ABVA/KABO-vrouwen aan de heren van
hun bestuur, die zich tijdens het kongres als rooie hanen gedragen hadden. Ook
gesprekken met thuiswerksters, abortus in België en vrouwen tegen kernwapens
met o.a. een oproep om op 26 november naar de vrouwendemonstratie in Den
Haag te komen.
Het oktobernummer moest helaas Joke Smit herdenken; gestorven op een mo-
ment dat het juist zo nodig werd dat reformisten en radikalen zich aaneen sloten
om te voorkomen dat vrouwen alles wat de laatste twaalf jaren veroverd was
weer zouden verliezen. Zij stierf na een leven waarin zij zich de tijd niet had ge-
gund om zo veel mooie boeken te schrijven als zij eigenlijk gewild had. Een van
haar ideeën was tenminste nog net voor haar dood verwezenlijkt: het Kamer-
breed Vrouwenoverleg. Haar ideeën voor een vrouwenpartij bleken echter zeer
snel in nogal troebele handen tot wasdom te komen. De Vrouwenkrant had de
primeur van die ontdekking: al die oranjerose stikkers, al die oranjerose stencils
waarin ieder met lievig geneuzel werd opgeroepen de Vrouwenpartij te steunen,
bleken inderdaad afkomstig uit Bhagwankringen. 'Wij hebben er al vaker over
geschreven hoe het politieke bewustzijn dat de vrouwenbeweging heeft opge-
bouwd, door allerlei vormen van vrouwelijkheidswaan wordt aangevreten. Nu is
er dan ook een Bhagwanvorm. Er zullen er wel meer komen. Dat kan allemaal
omdat er inderdaad een vakuüm is. Vrouwen zien hun illusies in krisisrook ver-
vliegen, en ze kunnen met hun teleurstelling nergens terecht... Het wordt steeds
dringender om vrouwenorganisaties die echt feministies zijn, die dus werk bin-
nenshuis en buitenshuis, de liefde en de lopende band, omvatten, van de grond
te krijgen. Wij denken nog steeds dat vrouwenvakbonden daarvoor het beste
zijn.' Na de 'onthulling' in het decembernummer van de krant is er gelukkig nooit
meer iets van 'de vrouwenpartij' vernomen.
Terug naar de oktoberkrant. Tot hun grote schrik ontdekten de verslaggeefsters
die op de hoorzitting over 'De wet gelijke behandeling' aanwezig waren, dat zij
de enigen waren met feministiese kritiek. Die wet zou immers mannen de gele-
genheid bieden hun rechten uit te breiden en vrouwen hinderen (een paar maan-
den later zouden de vroegere stakingskomiteevrouwen op het nippertje nog een
bezwaarschrift indienen, onderschreven door tientallen vrouwengroepen -later
zou het feministies protest ondergesneeuwd raken onder christelijke, homosek-
suele, pedofiele, linkse, liberale en andere mannen).
Dat het krities volgen van Vrouwenstudies geen eenmalige gelegenheid voor het
septembernummer was, blijkt uit deze krant. Luce Irigaray, een Franse psycholo-
ge wier propaganda voor de vrouwelijke psychose binnen Vrouwenstudieskrin-
gen als zeer Wetenschappelijk (want van irrationaliteit onleesbaar) wordt aange-
merkt, wordt ernstig voor de mal gehouden in twee kritiese artikelen. De satire op
het moderne gezemel over voortplantingsorganen en de band tussen de moeder
en ongeboren vrucht - in de vorm van een boekbespreking van 'Our eggs, our-
selves' dat vrolijk naast een artikel over het arbeidsburo prijkt - bleek menige le-
zeres in verwarring gebracht te hebben. In de volgende krant worden ze dan ook
gerustgesteld: het boek 'Our eggs, ourselves' bestaat echt niet. Maar de redaktie
is dan wel geschrokken - zouden vrouwen op 'moderne' opleidingen zoveel on-
zin te lezen krijgen dat deze onzin ze niet als zodanig opviel? Had Christopher
Lasch dan toch gelijk toen hij schreef dat het onmogelijK is om een satire over
modern terapeuties taalgebruik te schrijven - omdat die teksten zo absurd zijn
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
80
dat je ze niet absurder maken kunt? De schrik over de irrationaliteit en over de
aktieve propaganda tegen rationaliteit is een van de onderwerpen waarover de
Vrouwenkrant (in nummer 78) met Barbara Ehrenreich praat:
Barbara Ehrenreich is een amerikaanse schrijfster die samen met Deirdre English o.a. het boek
'Voor haar eigen bestwil' geschreven heeft, over de geschiedenis van 150 jaar adviezen van
deskundigen aan vrouwen. Op 7 oktober 1980 hield zij een lezing in de Populier in Amsterdam.
Haar verhaal ging over vrouwen en 'nieuw rechts'. De volgende dag had de Vrouwenkrant een ge-
sprek met haar..
Vrouwenkrant: 'Wat is dat nu precies, dat nieuw rechts?'
Ehrenreich: 'Aan de top in Washington zie je allerlei netwerkorganisaties en lobbies tegen
abortus, tegen wapenkontrole, voor meer godsdienst op scholen. En dan is er ook zo'n soort
stemming onder een bepaalde groep kiezers. Deirdre English en ik hebben geprobeerd het anti-
feminisme en de aantrekkingskracht daarvan op vrouwen te begrijpen. Want je kunt rustig zeggen
dat er in Amerika twee vrouwenbewegingen bestaan waarvan er één feministies is en de andere
anti-feministies.
Vrouwenkrant: 'Kan je vertellen wat de inhoud van de boodschap is? Nieuw rechts wil ieder-
een aanspreken, mannen èn vrouwen. Je kunt mannen en vrouwen daarin niet scheiden.'
Ehrenreich: 'Er zit een traditionele en een moderne rechtse kant aan. Traditioneel rechts is
zeggen dat de overheid de grote vijand is. In het begin van de jaren zeventig heeft 'rechts' een
poging gedaan om de invloed van de regering te verminderen. Ze zeiden en zeggen dat de
overheid zich teveel met het dagelijks leven bemoeit, en dat is voor de Amerikanen iets
belachelijks. Voor nieuw rechts is de klassevijand: de progressieve hooggeschoolde
middenklasse. Zij schrijven de schoolboekjes en hebben daarmee volgens nieuw rechts het leven
van de mensen gemanipuleerd. Deze progressieve middenklasse schrijft in de schoolboekjes op
een andere manier over vrouwen en er komen ook zwarte kinderen in voor, en ook nog vieze
woorden. De mensen zien dat en zeggen: "Wie heeft ons dat aangedaan, dat is de overheid en
die is dus te progressief". Ze hebben het idee dat er niets met je aan de hand is wanneer je je
kinderen niet met zwarte kinderen naar school laat gaan en als je niet wilt dat je kinderen over
seks praten op school.'
Vrouwenkrant: 'Is dat één van de redenen waarom het amerikaanse ministerie van onderwijs
opgeheven is?'
Barbara: 'Ten dele misschien wel, maar het is ook een onderdeel van de eliminatie van de over-
heid, een steeds groter gedeelte van de overheid gaat op in het militaire apparaat. Maar om op
nieuw rechts terug te komen, het nieuwe is dat ze zich opwerpen als de beschermers van het
gezin, tegen abortus, tegen homoseksualiteit. Er wordt een verband gelegd tussen het feminis-
me en het idee dat mannen daardoor te zacht zijn geworden om oorlog te voeren. De schuld
van de werkloosheid wordt gegeven aan het feminisme, dat er voor gezorgd heeft dat mannen
te slap zijn om te werken. Tegen vrouwen wordt gezegd dat er wetten moeten blijven om het
gezin te beschermen want gelijkheid tussen mannen en vrouwen betekent in werkelijkheid dat
de alimentatie afgeschaft wordt en de vrouw onbeschermd achterblijft.'
Vrouwenkrant: 'Hier verloopt de ontwikkeling niet ten gunste van het gezin. De manschappij
is het erover eens dat de alimentatieduur verkort moet worden en het omgangsrecht er moet
komen. Het altijddurende huwelijk wordt afgeschaft en daarvoor in de plaats ontstaat de nieu-
we vorm van het gezin: de moderne inwisselbare wegwerpvrouw met haar kinderen. Zoals
Friedrich Engels al zei: Pas wanneer mannen en vrouwen vrij en gelijk zijn, zal de specifieke on-
derdrukking van vrouwen door mannen duidelijk worden. En we gaan die fase nu tegemoet. Nu
is onze vraag: Jullie hebben zo'n sterke rechtse beweging die de oude patriarchale waarden
claimt, maar willen ze dit echt of dient het alleen ter versluiering van de werkelijke ontwikkeling
waarin een manschappij gevormd wordt met vrije inwisselbare vrouwen? In Amerika is dat toch
al een realiteit? Nog slechts 15% van de mensen leeft in traditionele gezinnen en in de suburbs
leven vooral vrouwen met kinderen en verder een paar mannen die van het ene huis naar het
andere trekken. Dus hoe funktioneert die rechtse beweging dan, met name wanneer je ziet dat
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
81
de reële basis voor die beweging maar 15% omvat?'
Barbara: 'Eigenlijk is de manier waarop jullie denken ook de manier waarop ik gedacht heb. Ik
werk nu aan een boek over de opstand van mannen tegen het huwelijk. Ik denk dat veel femi-
nisten het niet leuk zullen vinden maar ik raakte er van overtuigd dat mannen genoeg hadden
van het gezin, voordat het feminisme opkwam. In het begin van de zestiger jaren is er een ver-
andering opgetreden in de konsumptie. In de vijftiger jaren was het gezin een konsumptie-een-
heid. Er waren familiebladen die vol stonden met reklames voor auto's, koelkasten en dat soort
zaken. In de zestiger jaren wordt het individu steeds belangrijker in de reklame. Playboy was
één van de eerste bladen die er op wijst dat mannen meer voor zichzelf moeten besteden; ste-
reo-instalaties, sterke drank en mannenkleding die veel gevarieerder wordt. Als je tegenwoor-
dig naar de reklame kijkt zou je denken dat er helemaal geen gezinnen meer bestaan. Met de
slogans: "permitteer je de luxe" en "jij verdient het beste" die op de individuele man gericht
zijn.
Vrouwenkrant: 'Je suggereert dat dat iets nieuws is. Elisabeth Wilson zegt in haar boek "Wo-
men in the Welfare State", dat de meerderheid van de mannelijke arbeiders hoe dan ook niet
aan hun vrouwen vertelden wanneer ze een loonstijging hadden gekregen, ze gaven jaar in jaar
uit hetzelfde bedrag aan hun echtgenotes. En wat de opstand van mannen tegen het gezin be-
treft: Je kunt zeggen dat de "tweede golf" èn de seksuele revolutie met resp. Simone de Beau-
voir en Kinsey in hetzelfde jaar begonnen zijn en dat deze twee ontwikkelingen met elkaar bot-
sten in 1968, de eerste radikaal-feministen waren zelf slachtoffer van de seksuele revolutie.
Wanneer je het boek "Berichten uit Amerika" leest, dan zie je dat daarin, en ook ik had die er-
varing, want wij hadden er in geloofd, we hadden geprobeerd het leuk te vinden en we waren
zo teleurgesteld en woedend, omdat het helemaal niet was wat we ervan verwachtten.'
Barbara: 'Nieuw rechts verzet zich ook tegen de seksuele revolutie in die zin dat ze zeggen:
"Mannen zijn onverantwoordelijk (iets wat waar is), we kunnen ze niet vertrouwen en daarom
hebben we wetten nodig die de mannen aan ons binden. Er is een seksuele anarchie, iedere
andere vrouw kan je man versieren, en zelfs iedere man kan je man versieren en dus moet je de
seks tegenhouden." Dat spreekt veel vrouwen aan.'
Vrouwenkrant: 'Maar vanuit hun standpunt hebben die vrouwen ook gelijk in hun klachten
over de seksuele revolutie, het heeft vrouwen veel kwetsbaarder gemaakt dan ooit. Shulamith
Firestone zei al dat liefde en seksualiteit een ramp zijn voor vrouwen.'
Barbara: 'Maar willen jullie dan zeggen dat mannen verantwoordelijk gesteld moeten worden
voor het onderhoud van vrouwen?'
Vrouwenkrant: 'Nee, nee, vechten voor banen! En tegelijkertijd vechten tégen de seksuele re-
volutie en tegen de emotioneel-erotiese revolutie. Wij denken dat het voor een deel een fout ge-
weest is van de vrouwenbeweging zelf, dat het verzet tegen de seksuele revolutie niet duidelijk
genoeg geweest is. Wanneer dat wel gebeurd was, hadden we de werkelijke klachten van huis-
vrouwn kunnen betrekken in onze strijd, want op veel punten zijn we het met ze eens. Maar de
vrouwenbeweging heeft gezegd: "Wanneer je een aardige man hebt wordt het wel beter." Er is
voortdurend geprobeerd om deze klachten te verdoezelen zodat deze klachten nu overgegaan
zijn naar rechts.'
Barbara: 'De relatie tussen feminisme en de seksuele revolutie wordt een steeds belangrijker
punt van diskussie. Het is waar dat wij ook begonnen zijn met sommige idealen uit de seksuele
revolutie, het was niet zoals in 1963 toen feministen antiseks waren. Wij probeerden een paar
jaar geleden een soort vrouwelijke vorm te vinden van de seksualiteit.'
Vrouwenkrant: 'Ja, kontakt, liefde, solidariteit en een waas van erotiek.'
Barbara: '0, dat is een goeie uitdrukking, een waas van erotiek, dat schrijf ik even op. Ik ben na-
melijk bezig met twee anderen een artikel te schrijven over wat wij het dogma van de vrouwelij-
ke seksualiteit noemen. Dat de vrouwelijke seksualiteit prachtig, vriendelijk, zacht en diffuus
zou zijn. Geloven jullie in die diffuse vrouwelijke seksualiteit?'
Vrouwenkrant: 'Nee, helemaal niet.'
Barbara: 'Op een gegeven moment werden orgasmes en dat soort dingen te mannelijk en te
prestatiegericht gevonden in de vrouwenbeweging. We moesten ons helemaal nergens op kon-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
82
centreren, seksualiteit was overal en kwam vanuit je hele lichaam. e nu verdwijnt dat ook.'
Vrouwenkrant: 'Ja, dat verandert nu in de seksuele revolutie van het moederschap. Kinderen
beginnen de beweging in te kruipen in die zin dat wanneer vrouwen teleurgesteld zijn in de sek-
sualiteit met mannen en dan teleurgesteld in de seksualiteit met vrouwen, want vrouwen zijn
onderdrukt, vermoeid en boos dus seksualiteit is zelden leuk tussen vrouwen, dan vluchten
vrouwen in een aardige erotiese relatie met een kind dat niets terug kan zeggen. Want de enige
relatie die je kan hebben met een klein kind is een erotiese relatie. Al die kleine armpjes om je
heen, dat is toch eroties? Maar dan worden die kinderen groter en de problemen groeien, de
erotiek is verdwenen en op den duur moet je een volwassen relatie aangaan met iemand die to-
taal niet volwassen is.'
Barbara: 'Tenzij je overgaat tot incest.'
Barbara: 'Ongeveer in '77 kwam de diskussie rond de pornografie op gang. Pornografie is de
teorie, verkrachting de praktijk. Maar de laatste jaren is er heel wat veranderd, zijn vrouwen
zich af gaan vragen: "Is er wel een verband tussen pornografie en geweld?" Het antwoord was
dan "Dat weten we niet. En ten tweede weten we niet wat porno is." Sommige porno is ge-
woon eroties en wordt door vrouwen ook opwindend gevonden. Maar het laatste jaar gingen de
schrijfster Gail Rubin en anderen zeggen dat ze zelf sado-masochisten zijn. Ze zeggen: "sek-
sualiteit bevat ook machtselementen en we hebben een fout gemaakt door die machtselemen-
ten uit de seksualiteit te willen halen." Ze willen niet terug naar de oude heteroseksuele relaties
maar ze zeggen dat seksualiteit een spel kan zijn los van maatschappelijke verhoudingen. Hier-
in kun je je fantasieën uitleven en spelen met macht.'
Vrouwenkrant: 'Wij hebben de hypothese dat vrouwelijke seksualiteit afhangt van de kollek-
tieve macht van vrouwen. We worden erotieser wanneer we kollektief meer macht hebben. In
een relatie doodt de macht van de één de seksualiteit in de ander, behalve wanneer je sado-
masochisme toelaat, dan kun je uit dat dilemma komen want machteloosheid kan ook een bron
van lust wezen. We denken dat kultureel gezien seksualiteit en macht iets met elkaar te maken
hebben, we denken niet dat dat altijd het geval geweest is maar nu al eeuwenlang wel met el-
kaar verbonden is. De reden dat sado-masochisme nu opkomt is dat vrouwen de claim op de
kollektieve macht steeds meer opgeven. We denken dat de enige manier om de vrouwelijke
konditie op te heffen de strijd zelf is omdat je daarin al je "mannelijke" en "vrouwelijke" kanten
moet ontwikkelen.'
Vrouwenkrant: 'Hoe staat het op dit moment met de Amerikaanse vrouwenbeweging?'
Barbara: 'Ik moet vooraf zeggen dat er in Amerika nauwelijks een linkse beweging is, de vakbe-
weging stelt niet veel voor, de sociaaldemokraten stellen niet veel voor, zodat de vrouwenbe-
weging die rol overgenomen heeft. Je kunt naar ieder klein stadje gaan en wanneer je daar het
Vrouwenhuis vindt, dan is dàt de plaats waar je nieuws uit EI Salvador vindt, of over de Klu Klux
Klan of wat er op dat moment maar aktueel is. Wij kunnen niet zeggen: we nemen de abortus-
kwestie en zaken rondom seksualiteit en eigen lijf op ons en laten de rest aan anderen over
want er zijn geen anderen.'
Vrouwenkrant: 'Hier staan alle vrouwenhuizen leeg en bijvoorbeeld in Duitsland ook. Vrou-
wen zijn aktief geworden in de linkse partijen en vakbonden, in de vredesbeweging, in de kra-
kersbeweging en anti-kernenergiebeweging. Die bewegingen worden gedragen door het werk
van vrouwen. Maar dat is dan minder zichtbaar dan bij jullie.'
Barbara: 'Wij hebben heel veel verschillende vrouwenvredesgroepen en ik vraag me vaak af of
wij daarin niet een speciale rol spelen. We wonen tenslotte in het land dat er het eerst voor in
aanmerking komt om de hele wereld te vernietigen. Eerst de kernwapens en dan de rest, ik
weet het niet, soms denk ik ook, waar zijn we mee bezig; we staan als Hansje Brinker met onze
vinger in de dijk en er zijn te veel gaten. In de praktijk ben ik het ene moment bezig met aktie-
voeren voor abortus, dan weer met petities voor EI Salvador. Deze zomer voerde ik samen met
vrouwen uit de buurt een aktie tegen giflozingen in onze buurt. Een paar jaar geleden al had ik
verzonnen dat we ons huisvuil voor de deur van het ministerie moesten gooien. Maar al die link-
se mannen waarmee ik sprak zeiden: "Oh nee, dat kan ik niet doen, dan verlies ik mijn baan-
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het
radikaal feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 4, MENENS
83
tje." Deze zomer, toen die gifstortingen weer toenamen kregen huisvrouwen hetzelfde idee, en
het was ongelooflijk maar toen hebben we het uitgevoerd. Al die grote zakken met stinkend en
rottend vuil gooiden we voor die deur. De vrouwen en kinderen hadden de grootste zakken, de
mannen kwamen met hele kleine zakjes aanlopen. De bewaker was zo perplex dat hij niet eens
de politie belde. Het was fantasties, een ware orgie van vuil.'
De sombere inschattingen van wat de toekomst vrouwen brengen zal vinden hun
vrolijke tegenhanger in een diepte-interview met mevrouw Dankodales - in het
december/januarinummer - dat is overgenomen uit het gerenommeerde man-
nenmagazine 'Speeljongen'; vrouwen van de Vrijwilligstersbond verspreidden
het later entoesiast onder haar leden - en ook de toenmalige PvdA-staatssekre-
tarissen Dales en d'Ancona mochten een eksemplaar ontvangen. Verder in dat
nummer moederparticipatie, vrouwen en eksakte vakken en een pagina met
foto's van spandoeken zoals die door de Vrouwenkrant en de haren op 21 no-
vember werden meegedragen: 'Mannen ook uit de Nato', 'Society for Cutting up
Reagan' en 'Eenzijdige Feministen voor Eenzijdige Ontwapening'; abortuspro-
cessen in Spanje, omgangsrecht en een artikel over kapsters.
En dan zijn we aangekomen bij nummer 80 op wier omslag fotootjes prijken van
(bijna) alle Vrouwenkrantomslagen van de afgelopen tien jaar; het eerste num-
mer dus van de 11e jaargang, dat misschien nog wel eens door een nijvere femi-
nist van de derde golf als startpunt voor het tweede deel van dit boek genomen
gaat worden.
10 jaar Vrouwenkranten - natuurlijk heeft er veel meer in al die nummers ge-
staan dan we hier besproken hebben; malle wiskundesommen bijvoorbeeld en
ook heel veel leed; veel meer aktiegroepen ook dan de vermelde; en jaarlijks
groeiende adressenlijsten - eerst van Vrouwenhuizen en Vrouwentelefoons; dan
van Blijf van m'n Lijf-huizen en Bijstandskomitees en op het laatst Meiden bellen
meiden. Ook is natuurlijk niet alles beschreven wat zich binnen al die redakties
afspeelde - veel vrouwen die ook jaren hebben meegewerkt, bijvoorbeeld al die
tekenaressen, zijn niet aan het woord gekomen. We hopen maar dat zij zich in de
verhalen van hun redaktiegenoten herkennen. Ook over de tijd vanaf 1980 heb-
ben we niet alles onthuld. Sindsdien werken de vrouwen die dit boek maakten
immers allemaal aan de krant mee; over de moeders-dochters konflikten die in
deze redaktie het zusterschap verscheurden zult u in onze autobiografieën nog
veel kunnen lezen. Ook zijn allerlei zaken die misschien wel honderden vrouwu-
ren gekost hebben maar kort aan bod gekomen: de eindeloze diskussies over de
anonimiteit; het vreselijk getob over welk werk je nu wel en niet tegen betaling
mocht uitbesteden; het gehannes uit de tijd dat velen het schuim op de lippen
verscheen als feministiese produkten niet op kringlooppapier gedrukt waren.
Niets heb je kunnen lezen over hoeveel tiepmachines er zijn versleten, meters
koppen geplakt, lichtbakken gebouwd, postzegels gestolen, benen gebroken,
bandjes gewikkeld, drukkers opgevoed, marktkraampjes bevrouwd. Ook niets
over wat de lezeressen vonden, behalve als ze brieven stuurden. We hadden dan
ook alleen een indruk beloofd van hoe het in die tien jaar allemaal gegaan is; en
we hopen maar dat dat gelukt is. Als degenen die er niet bij geweest zijn een
beetje een idee gekregen hebben van wat ooit de idealen van de radikale vrou-
wenbeweging waren en hoe hard er aan gewerkt is om daar inhoud en vorm aan
te geven en hoeveel mogelijkheden er zijn om dat te doen, dan zijn wij tevreden.
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar
Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
KRANTENLIJST
84
10 jaar Vrouwenkrant
KRANTENLIJST
nr 1
februari 1972
Waarom vrouwenpraatgroepen?
nr 2 
juni 1972 
praatgroepen: ervaringen, interviews, spelregels. Aktieplannen
nr 3 
augustus 1972 
seksueel geweld, he/ho-diskussie, praatgroepinformatie
nr 4 
oktober 1972  
kongresnummer: waarom alleen vrouwen, over praatgroepen, 
uiterlijk, moederschap,abortus, afhankelijkheid, seksualiteit, 
ekonomiese positie van vrouwen, huwelijk, verdeel en heers, 
machtsverhoudingen tussen vrouwen, psychiatriese 
be(mis)handeling
nr 5 
december 1972  
werk, verslagen over buitenland, praatgroepervaringen
nr 6 
maart 1973  
funktie van het gezin, (gedwongen) moederschap, vrouwenrol in 
nazi-Duitsland, Gloria Steinem
nr 7 
mei 1973 
Iiefdesrelaties, seksisme in reklame, paarse september, akties 
vrouwenbevrijdingsfront
extra
juni 1973 
speciale editie over het pas gekraakte Vrouwenhuis
nr 8 
oktober 1973  
tirannie van de struktuurloosheid (Jo Freeman), geschiedenis van de 
praatgroepen, he/ho, feminisme/marxisme, vrouwenhuis,
zelfhulp.
nr 9 
december 1973  
herdruk speciale Vrouwenhuiseditie
nr 10 
sept/ okt 1974 
presteren-prestige-prestatie; Vrouwenhuisberichten
nr 11 
okt/ nov 1974  
vooroordelen/waardeoordelen; Vrouwenhuisberichten
nr 12 
nov / dec 1974 
he/ho-diskussie, abortus, Vrouwenhuisberichten
nr 13 
dec/jan 1974/1975
betaald/onbetaald werk, vrouwen in Duitsland, abortus,
Vrouwenhuisberichten
nr 14 
jan/feb 1975 
getrouwd/ongetrouwd, vrouwen in Duitsland (2),
Vrouwenhuisberichten, vrouwenbeweging
nr 15 
feb/mrt 1975 
jong/oud, Vrouwenhuis en vrouwenbeweging
nr 16 
mrt/ april 1975 
rijk/ arm, moederschap, relaties, wordt-vervolgd-serie, Vrouwenhuis
en -beweging
nr 17 
april/ mei 1975 
relaties
nr 18 
zomer 1975 
werk, femcipade/ emancipade
nr 19 
september 1975 
van alles wat
nr 20 
oktober 1975  
idem
nr 21 
december 1975 
het jaar van de vrouw, Vrouwenhuis en vrouwenbeweging
nr 22 
februari 1976  
Vrouwenhuisnummer
nr 23 
maart 1976 
vrouwen politiek, Vrouwenhuis en -beweging
nr 24 
mei 1976 
selfhelp en spekulum, abortus
extra
mei 1976
extra editie over de bezetting van de Bloemenhovekliniek
nr 25 
zomer 1976  
masturbatie, Bloemenhove
nr 26 
september 1976 
vrouwen en kunst, vrouwenfestival
nr 27 
november 1976 
verkrachting
nr 28 
december 1976 
menstruatie
nr 29 
januari 1977 
vorming
nr 30 
maart 1977 
echtscheiding
nr 31 
april 1977 
matriarchaat, PTT-vrouwen, vrouwenstaking in IJsland
nr 32 
mei 1977 
menopauze
nr 33 
april 1977 
vrouwenwerkloosheid, Claudia Caputti/Noreen Winchester
nr 34/5 zomer 1977 
reakties op een jaar Vrouwenkrant, 4 jaar Vrouwenhuis
nr 36 
september 1977 
huishoudschool, internationale fem-soc-bijeenkomst
nr 37 
oktober 1977  
anti-konceptie, Feminist-diskussie, vrouwenfestival,
van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar
Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
KRANTENLIJST
85
kostwinnersbeginsel
nr 38 
november 1977 
vrouwen en kinderen, feminisme - het gat in de markt
nr 39 
december 1977 
de ideale vrouw, amsterdamse werksters, surinaamse vrouwen
nr 40 
februari 1978
moeders en dochters, amsterdamse werksters, dagboek over het
werk aan de vrouwenkrant
nr 41 
maart 1978 
mishandeling, vakbondsvrouwen, Alena B.-aktie
nr 42 
april 1978 
vrouwenstrijd, aktie kinderdagverblijven, ISIS, Bijlmerbajes,
Marokkaanse vrouwen
nr 43 
mei 1978 
de vrouw en haar portemonnee
nr 44/5 zomer 1978
stromingen in de vrouwenbeweging, staking in het Vrouwenhuis
nr 46
september 1978 
vrouwen in andere beroepen
nr 47
oktober 1978  
uiterlijk, VPRO'S Grand Gala van de Emancipatie
nr 48 
november 1978 
depressies (huis, tuin en keuken-)
nr 49 
december 1978 
gezinsbouw, overzicht van plaatselijke vrouwenkranten
nr 50 
februari 1979  
verliefdheid
nr 51
maart 1979 
abortus
nr 52 
april 1979 
seksueel geweld, verkrachtende rechtspraak
nr 53
mei 1979 
gedwongen heteroseksualiteit
nr 54/5 zomer 1979 
strategieën in de vrouwenbeweging, vrouwen in Portugal
nr 56/7 sept/ okt 1979 
vrouwen en vakantie, meiden krant
nr 58
november 1979 
justitie, de mannemedia
nr 59
december 1979 
moederschap, anti-emancipatie-buro's-demonstratie
nr 60
februari 1980  
prostitutie, anti-peepshow-akties
nr 61
maart 1980 
werk
nr 62
april 1980 
ouder worden, vrouwen en kraken
nr 63 
mei 1980 
gynaekologie, radikaliteit in het Vrouwenhuis
nr 64/5 zomer 1980 
vrouwen in beweging (1)
nr 66 
september 1980 
vrouwen in beweging (2), vrouwen in Italië
nr 67
oktober 1980  
Cinemien in Kopenhagen, Strijdijzerstrategieën, lesbies taboe
nr 68
november 1980 
vrijwilligsterswerk, nachtarbeid, fabrieksbezetting Peru
nr 69 
december 1980 
buitenlandse vrouwen in Nederland, kernenergie, automatisering
nr 70 
februari 1981  
vrouwen op sociale opleidingen, verkiezingen, 2e kansonderwijs,
abortus
nr 71 
maart 1981 
stakingsoproep, 10 jaar praatgroepen, 10 jaar radikale
vrouwenbeweging, het Duitse 'Emma' en de verkiezingen,
Rooie Vrouwen uit de PvdA
extra
maart 1981 
Vrouwenstakingskrant 1, samen met De Bonte Was: abortus,
vrouwenonderdrukking, stakingsvormen
extra
april 1981 
Vrouwenstakingskrant 2, samen met de Bonte Was: verslagen uit het
hele land van 30 maart 1981
nr 72/3 april/mei 1981 
vrouwenstaking (voorbereiding, interviews, resultaat), verkiezingen,
abortusstrijd
nr 74/5 zomer 1981 
opgedrongen moederschap, kritiek op A. Rich, kinderonderwijs-
tirannie
nr 76 
september 1981 
de bijstand als echtgenoot, zomeruniversiteit Vrouwenstudies
nr 77
oktober 1981  
interviews: wat vindt u van mannen?, wet (on)gelijke behandeling,
omgangsrecht
nr 78 
november 1981 
Vrouwen en nieuw rechts (interview B. Ehrenreich), abortus in België,
vakbonden
nr 79 
december 1981 
Bhagwan en de vrouwenpartij, moederparticipatie, vrouwen en
eksakte vakken
nr 80 
februari 1982  
10 jaar Vrouwen krant, vrouwenvakbond
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar
Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
NAMENLIJST
86
Wie werkten allemaal – tussen 1972 en 1982 - mee
aan de Amsterdamse Vrouwenkrant?
NAMENLIJST
vetgedrukte jaartallen
NANJA BUSHOF 1979,1980 
RINA VAN HENSBERGEN 1980, 1981
betekenen dat de betrokken
HANNEKE VAN BUUREN 1973 
SABINA V.D. HEM 1978
vrouw in dat jaar aan méér
LIDWIEN VAN BUUREN 1972 
MIEKE HENRICA'S DOCHTER 1977
dan de helft van de
GON BUURMAN 1976,1977,1978,1980
MARLEEN HEEMAN 1977
kranten heeft
HELEEN BUIJS 1978,1980,1981 
MARIE HERMSEN 1979
meegewerkt
SJAN BIJMAN 1980,1981  
LIDWIEN HILHORST 1979
MARIANNE CARMIGGELT 1977,1978 
SELMA HINDERDAEL 1981
TOKE AALDERING 1978  
MARINA CATTARUZA 1979 
RIKSTE HINLOPEN 1980
ANNA AALTEN 1977, 1978 
MINTA CETIN 1980 
MARIJEVAN DER HOEVEN 1979
GREETJE AALTEN-SAMSOM 1977 
JOPIE DE LA CHAMBRE 1977 
NELLY HOFMEESTER 1977,1978
NICOLINE AALTEN 1977  
LOES CHAUDRON 1979  
MARGA HOGENHOUT 1978, 1979
FELICIA AARDEMA 1980  
INGRID CHRISTOCHOWITZ 1977 
RIKI HOLTMAAT 1980
IRENE AARTSMA 1980
CINEMIEN 1980  
MARLEEN HOORNSTRA 1972
ADRI ABBESTEE 1973 
COC-VROUWENGROEP 1975 
BERNADETTE V D HORST 1973
MURIEL AGSTERIBBE 1978, 1979 
MONIQUE CORTEN 1979 
ELS VAN HOUT 1980
FRANCIEN ALBACH 1972 
MARION CREZEE 1974,1975
NAN VAN HOUTEN 1979
HESTER ALBACH 1972 
WIL DAALDER 1972 
HENDRIKJE HOUTING 1975
JOKE ALDERDING 1980  
JOKE TEN DAM 1975 
ANNEL VAN HOUTS 1980
MARION ALGRA 1979 
ANNEKE DAVIDS 1979 
THEA HUIVENAAR 1977
ROSA ANDELA 1979 
ELLEN DEKKER-MUUSEN 1978 
COOS HUYSMANS 1978
ASTRID ANDERSEN 1972 
LITTIE DIEDEREN 1980 
JAKELlEN HUIJSMANS 1980
RAGNHILD ANDERSSON 1977 
MARIA VAN DIEPEN 1977 
EVERDINE IEMHOFF 1972
ANTI EMANCIPATIE KOMMISSIE 1979 
ELMIRA DIERICK 1980
INITIATIEFk. KINDEROPVANG 1979
ANTI WEGWERPVROUW KOM.1980,1981 RITA DINGEMANSE 1978 
JOKE JAARSMA 1980
LISETTE VAN ARDENNEN 1977 
DORIEN DONDERS 1980 
LEILA JAFFAR 1980
JOOSJE ASSER 1979 
MIES DOUW 1981 
ANNELIES JANSEN 1980
ASTRID ATEN 1979 
CATHELIJNE DRUKKER 1981 
ATY JANSEN 1978
ANNEKE VAN BAALEN 1972,1976, 1977, 
ELFRIED DUBURG 1972,1973 
TINEKE JANSEN 1979
1978, 1979,1981
ANNEKE VAN DUINEN 1977,1978, 1979
TITIA JAN SEN 1978, 1979, 1980
M. VAN BAKKUN 1979 
JEANNINE VAN DIJCK 1981
LENIE JANSSEN 1978
FRANçOISE BALBER 1979 
CORRIE VAN DIJK 1973, 1977,1980,1981 
NATASCHA JANSSEN 1977
FRANZISKA BECKER 1981
ITE VAN DIJK 1981 
EVELINE DE JONG 1978
AGNES BEDET 1978
BARBARA EHRENREICH 1981 
MARIANNE DE JONG 1976, 1977
MIEP BEENEN 1977 
MARIJKE EKELSCHOT '77,'78,1979,1981
MARGREET DE JONGE 1977
LISETTE BEENTJES 1979 
GYDI ELDAGSEN 1979 
LORETTE JONGEJANS 1980, 1981
ANNEMARIE BEHRENS 1974,1975
MATHILDE ELEVELD 1977
INEKE JONKER 1980
HENDRIKJE BEIKES 1975 
BERRY ENSINK 1972 
TINEKE KALK 1976
IRENE DUBEL 1980 
ELiSE VAN DER ERVE 1980
MIEP KALLE 1980
YVONNE BELONJE 1979 
MARGA VAN DER ERVE 1978, 1979, 
BERRY KALLENBERG 1976
SJOEKE BENOiST 1976
1980, 1981
RUTH DE KANTER 1977
SALOME BENTINCK 1978 
ANDREE VAN ES 1980 
MIEKE KAPTEYN 1979
MARIAN BERENDSEN 1979 
TITIA EX 1980 
MIEKE VAN KASBERGEN 1978, 1980
LILY V.D. BERGH 1972 
FANNY FABER 1972 
RENEE KEMPER 1977
INE BERKENBOS 1976 
INEKE FABERY DE JONGE 1972  
JEANNE KERKHOVEN 1981
(alfabeties zie kolom 1 pag. 87)
(alfabeties zie kolom 2 pag 87)
(alfabeties zie kolom 3 pag 87)
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar
Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
NAMENLIJST
87
INEZ VAN BEUSEKOM 1977, 1978, 1979
IRIS FELICE 1980 
ANNEKE KERN-ESBACH 1978
ANET BLEICH 1980 
FEM-SOC LHNO-GROEP 1977 
ELS KERPEL 1979
MARION BLOEM 1979
FEM SOC GROEP 1981
MARIANNE VAN KEUK '72, 73, 75, 76
ELS BLOK 1972  
NELLEKE FLlNZNER 1976 
MARGA KEUNING 1979
BLIJF VAN M'N LIJF 1978,1979 
BELLA FOKKENS 1980 
FREEKE KINGMA 1979
CARIN BOBELDIJK 1979, 1980 
BIRGIT FONTAINE 1977, 1978 
SANDRA KLAASSEN 1980
ANNEMIEKE BOCKSMEER 1978,1979
CONNIE FRANSSEN 1977,1978, 1979 
SABETH KLANT 1980
ELiSABETH BOENDER 1979,1981 
NANCY FRIEDMAN 1980  
SWANNY KLESSENS 1979
ANNELIES DE BOER 1979 
ANNIE FRIELING 1977 
LOES KLOKKERS 1977
MIEKE DE BOER 1977 
GAB-GROEPJE 1980 
RIET KLUCK 1972
SUSAN DE BOER 1979,1980 
MARIJKE VAN GANS 1979 
KATI KOEK, 1981
MARY BOE REE 1980 
TINEKE VAN GESSEL 1977 
JOYCE KOK 1978
JOSE BOGAERT 1972 
GUILLAUMETTE VAN DER GEYT 1980 
LUCY KOK 1979,1980,1981
T. BOGERS 1977 
COLETTE GIRARD 1979  
ANNE KONING 1979
ANNA BOL 1973 
EVELINE GLASER 1977 
JOKE KOOL-SMIT 1972
CONNIE BONARIUS 1979 
SARA GOEDEWAAGEN 1980,1981 
KIM KOOPMAN 1977,1978
HENRIETTE BONARIUS 1978, 1979,1980  HUIK GOMPERTS 1976 
MARIJKE KOOIJ 1978
DE BONTE WAS 1980 
ANNELIES VAN DE GOOT 1979 
RUBY KORTHUIS 1979,1980
NOOR BOS 1978,1979,1980 
HENRIET GOPPEL 1975  
MARION KOUWETS 1979
TINI BOS-V.D. ENGEL 1978 
ANS GOTTENBOSCH 1972
MARLlES KNABE 1978
MARGREET V.D. BOS 1979 
MIEKE GOUDT '72, '76, 1977, 1978,1979 
TANJA KRAFT VAN ERMEL 1980
HERMA BOSMAN 1980 
ANS GRAMBER 1977 
NANDA KRONENBERG 1973
INE BOSMAN 1977 
ERICA GREINER 1979 
AFIEN KRUIZINGA 1976
DIEKE BOSSELAAR 1977 
MARIEKE GRIFFIJN 1979, 1980,1981 
MARIANNE KUSTERS 1975
MARGREET BOUMA 1978 
PUCK GROEN 1976,1977 
ELS KUYPERS 1977
INA BOUMAN 1976 
ANNET GROENFEL T 1978 
LIA VAN DER LAAN 1978, 1979
IRMA DE BRABANDER 1979 
GEERTE V.D. GROEP 1977 
LIDY VAN DER LAAN 1977,1978,1979
MIEKE BRAK 1980, 1981  
GROEPSPROCESSENGROEP 1981 
LAND. STAKINGSKOMITEE 1981
MARTJE BREEDT BRUIJN 1978, 1979 
THERESIA DE GROOT 1977 
LEIDA LANDZAAT 1977
NICOLAINE DE BREEJEN 1977 
TINEKE DE GROOT 1980 
MARCELLE LANGE 1972
INA BREKELMANS 1980  
LIDWIEN GROSSOUW 1972
EVA DE LANGE 1978,1979
ELLY BRINK 1976, 1977, 1978 
ADRIE VAN DER HAAK 1979, 1980 
ROOS DE LANGE 1981
ANNEMARIE TEN BRINK 1981 
ANNET HAAK 1980 
LIESBETH LASERUS 1978
LIDA V.D. BROEK 1976 
FRANCIS DE HAAN 1979 
FREDERIKE V LEEUWEN '78,'79,'80,
ELL Y BROEKSTEEG 1978 
JOHANNA DE HAAN 1977,1978, 1979 
1981
CARLA BRUNOTT 1975 
RIEKJE DE HAAN 1980 
HANS VAN LEEUWEN 1978
EMMA BRUNT 1976 
CATHARINA DE HAAS 1973 
MARIA VAN LIER 1975,1976,'77, '78
ANNA BRUIN 1976 
ANNEMARIE HARMSEN 1979 
TREES VAN LIESHOUT 1977
LILIAN DE BRUYN 1979 
PAULINE HARMSEN 1979, 1980, 1981 
PHIL VAN DER LINDEN 1978, 1980
TEKLA DE BRUIJN 1972
ANITA HARTING 1972 
RIET VAN DER LINDEN 1977
CHRISTIEN BUGEL 1978 
LETTY VAN HEES 1980 
MARIKE LINDHOUT 1976
MEINY BURGER-1980 
RITA HENDRIKS 1972,1973 
JANTIEN LODDER 1972
RINEKE BURGERS 1975  
ENGELlEN HENGEVELD 1980 
GRIETJE LOF 1978
JOKE BURINGA 1979 
ODETTE HENGEVELD 1976 
BRIGIT VAN LOGGEM 1977
(alfabeties vervolg zie kolom 2 pag 86)
(alfabeties vervolg zie kolom 3 pag 86)
(alfabeties zie links, kolom 1))
EMMA VAN LOHUIZEN 1979
ANNEMARIE ROGGEVEEN 1979  
ELSKE TER VELD 1977
SUZANNE VAN LOHUIZEN 1979 
TINEKE ROHOLL 1981 
MATIN VAN VELDHUIZEN 1978
MIEKE VAN LOOSBROEK 1977 
SIMONE ROL 1976 
ANITA VELDKAMP 1972
INA LUICHIES 1978 
ROBERTINE ROMENY 1979 
HENRIETTE VELING 1977
KITTY MAANDERS 1978  
MARIE VAN ROODEN 1977 
MIEKE VAN VELLEN 1977
BERTIEN VAN MAANEN 1980 
GERHILD VAN ROOY 1978, 1979, 1980 
TRUUS VELLER 1977
AGNES MAARSEN 1980
WILLY VAN ROOYEN 1973 
LIES VERDENlUS 1981
JOSE MAAS 1978,1979 
MONA ROOZENDAAL 1977,1978, 1979 
TONNY VERHAGEN 1981
LOES MALLE 1977 
JET ROTMANS 1978 
DIANA VERNOOY 1978, 1979, 1980
SIMONE MARTENS 1976 
DINI ROYE 1972 
RIA VERPALEN 1978
BRENDA MARTHESDOCHTER 1981 
MARIAN RUHE 1975, 1976 
DE VERSCHRIKKELIJKE 
OLGA MARX 1977
WILLY RULOFFS1977
SNEEUWVROUW 1979
ANNA DA MATA 1980 
BEP RUTING 1976, 1978  
JET VERSLUIS 1976,1977,1978, 1979
MADELEINE MAURICK 1979, 1980, 1981
WILLEMIEN RUYGROK 1972, 1973, 1976 
MEVR. VERSLUIS 1977
MEDIAGROEP 1976 
LIA VAN RIJEN 1979 
VIRGINIA (DRUKKERIJ) 1979
LOES VAN DER MEENE 1979, 1980 
MARGA VAN RIJEN 1978, 1980, 1981
FELICIA VIZI 1977
AKKE VAN DER MEER 1972, 1973, '77,'79  LIDA DE RIJK 1980 
ADA VAN VLIET 1973
IDA VAN DER MEER 1977 
TINEKE DE RIJK 1977 
INEKE VAN VOORDEN 1981
BARBARA MEETER 1976, 1977 
JOLANDE RIJNDERS 1980 
JETSKE VOLLMAR-STRAATSMA '78
NONJA MEINTSER '78, 1979, 1980, 1981 
OEM SABRI1980 
GREET VOOREN 1974, 1975
ANKE MENSINK 1980 
MARJAN SAX 1972, 1973, 1979 
MARTHA VOOREN 1973
(alfabeties vervolg kolom 1 pag 88) 
(alfabeties vervolg kolom 2 pag 88) 
(alfabeties vervolg kolom 3 pag 88)
van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal feminisme adhv tien jaar
Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
NAMENLIJST
88
MYRA TER MEULEN 1979
BETTY SCHAAP 1978 
MARITA VAN DE VOOREN 1979
SIJA VAN DER MEULEN 1977 
TIL SCHAAP 1972, 1973
LIESBETH VOS 1979
ANJA MEULENBELT 1972,1973,1977
ILONA SCHARREE 1979,1980,1981
PAULINE VOS 1979, 1980, 1981
HETTY MEYER 1975 
SASKIA SCHEFFER 1978 
Vrouwen in de bijstand 1981
IRENE MEYER 1978 
FROUKJE SCHELLINGA 1976,1977 
Vrouwen Bellen Vrouwen 1977,1980
MAAIKE MEYER 1978 
JOPIE SCHOMING 1975  
Vrouwen Tegen Kernenergie 1980
RINY MEYER 1981 
AGAATH SCHOON 1979, 1980 
Vrouwen Tegen Seksueel Geweld 
RITA MEYER 1973
LIDY SCHOON 1979,1980 
1979, 1980
LIA MEYLER 1976 
LUCY SCHOTHORST 1975, 1976
Vrouwen tegen porno 1981
MONIQUE MOLLER 1978 
MARJA SCHOUTEN 1980 
Vrouwen Tegen Verkrachting 1976,
ELSJE MOL 1977 
COBY SCHREIER 1972 
1978,1979
HILLIE MOLENAAR 1972  
EVELINE SCHRIPSEMA 1975,1976 
Vrouwen Tegen Wetsvoorstel Om-
JOSIEN MOLENAAR 1976, 1977, 1978 
ERNA SCHUTTEN 1978, 1979 
gangsrecht 1981
MARJO MOOIJ 1977 
MARIANNE SCHUT 1977  
Vrouwen Tegen Kernwapens 1981
INEKE MOT 1980 
ALiCE SCHWARZER 1981 
Vrouwengezondheidscentrum1980
ANNEKE MULDER 1979 
MARLEEN SEGEN 1977  
Vrouwenverbredingsgroep 1979
ELiES VAN MUYDEN 1972 
TRILBY SHAW 1977 
VRIJWILLIGSTERSBOND 1980, 1981
ELSKE NAKKEN 1972, 1973 
AN VAN SLiGTER-HAUSER 1977  
BEA VRUGT -DE GROOT 1978
SANDRA NEDERBRAGT 1981 
MAY VAN SLiGTER 1975,1976,1977 
MARJA VUIJSJE 1981
HERMIEN VAN NEDERVEEN 1972 
1978, 1979 
LIESBETH VAN DER WAALS 1972, 
EVA NEUTEBOOM 1978  
JORIEN VAN DER SLUYS 1973 
1976, 1977,1980
'NIEUWE VROUWELIJKHEIDSkabaret '80
LIESBETH VAN DER SLUYS 1972,1973 
ELS DE WAARD 1979, 1980
MARJAN NIEUWENHUIS, 1972,1973, '80, 
JOPIE SMIT 1980 
MARRY DE WAARD 1979
1981 
MARGREET SMIT 1979, 1980 
ANS DE WEERD 1977
IEN VAN NIEUWENHUIZEN 1981
LOUISE SM lTS 1973
MARIJKE WEISGLAS 1976
RIA NIEUWENHUIZEN 1978 
NINSKA SMITT 1973
SENAREN WERTENBROEK 1978
ANJA NIEUWKOOP 1978, 1979 
BEATRIJS SMULDERS 1979 
LESLIE WESDALL 1975
RASMARI NILSSON 1980 
WILMA SOEDERHUIZEN 1978 
MONIEK WESSELS 1979
MIA NOTENBOOM 1977 
FRANCIS VAN SOEST 1973
SYBILLA WESTERWEEL 1972,1973
T. NOUWEN 1977 
MARJO VAN SOEST 1977, 1978 
COCKY WEY 1981
GEESKE NIJHOFF 1977 
SOLIDARITEITSGR. VROUWELIJKE GE- 
WIL WICHELMANS 1976
MARIA VAN OOSTEN 1979 
VANGENEN 1979 
BARBARA WIEMANN 1977
ASTRID OSTERLAND 1980
L. SPARLA 1977 
GERDA DE WILDE 1979
MARGA OUWEHAND 1977 
ADINDA VAN DE SPEK 1979 
JOKE DE WILDE 1978
LOES OUWENDIJK 1977  
ANS SPEL 1977  
JULIANA WILLEMIENSdochter 1980
LIDA OVERVEST 1977 
RIWKA STAALMAN-COHEN 1977  
BERNADETTE DE WIT 1977
GEMMA PAGANO 1978 
JUTIEN VAN DER STEEN 1978,1980 
LYDIA DE WIT 1979
MENNY PASTOOR 1979  
BEATRIJS STEMERDINK 1979 
ANNA DE WOLF 1980
ANNEMIEKE PELS 1979  
STICHTING WERKENDE MOEDERS 1979
ANNIE DE WOLFF- GOEDHART 1978
MARIETTE PETERSE 1979 
STICHTING TER BEHARTIGING V.D. BE-
CORNELIA DE WOLFF 1975
THEA PETERSON 1978 
LANGEN VAN PROSTITUEES 1980 
ADELIJNE WOLFFENSPERGER 1973
WIL PEYPER 1980 
MARIA STRAVER 1976 
JOYCE WOUTERS 1977
YVONNE PHILIPPA 1979, 1980, 1981 
INGRID STROBL 1981 
RENEE/MARTJE WUBBE '78, '80, 81 
ANNET PLANTEN 1980 
ADA STRUIS 1978 
WWV 1980
YVONNE PLENTER 1975 
STRIJDIJZERS 1979, 1980
WIJ VROUWEN EISEN 1980
DIENEKE PLOMPEN 1972,1973 
HENNIE DE SWAAN 1972, 1976, 1979 
MAAIKE WIJNBERG 1977
TOOS POELS 1976, 1978 
PAULIEN SIJES 1972 
AMEI DE WIJS 1978
SASKIA POLDERVAART 1977 
BOUKJE SIJSES 1972 
XANTIPPE 1981
EEF POLTER 1977, 1978, 1981
INGRID TEEUWEN 1979 
GONNEKE VAN DER ZEE 1972
CISKA VAN POMMEREN 1978 
SJUUL TEGELAAR 1975  
ZELFHULPBEWEGING 1977, 1980
AllE POOT 1976 
LYDIE TERWEE 1972 
TRUUS ZIELHUIS 1978
SJOUKJE POSTMA 1981
LIESBETH THEUNE 1973 
LIESBETH ZIKKENHEIMER 1978, '79
ANNEMARIE V.D. POTTE 1975 
ELS THISSEN 1974,1975  
JULIETTE ZIPPER 1979
TINA PRAK 1978 
INA THOLEN 1972 
ELiSABETH VAN ZOETENDAAL 1981
MIEKE PRICE 1981 
ANNEMIEK TIMMERMANS 1981
LIEKE ZUIDEMA 1972
WENDA PROCEE 1977 
MARGREET TOEPOEL 1977, 1978 
YVONNE ZUIDSCHERWOUDE 1979
ROSWITHA PUDLAT '78, '79, 1980, 1981   MARIKEN TROOSTHEIDE 1972, 1973,'77
HENNIE ZWARTS 1978
RADIKALE THERAPIEGROEP 1975 
EVELIEN TREESDOCHTER 1977
TINIE ZIJLSTRA 1979
MARION DE RAS 1979, 1980,1981 
ANKE-PHIEN VAN TIJEN 1978 
EN VOORTS NOG:
MARIJKE VAN RAVENBERG 1977 
RIA URBAN 1977  
'77MANON, SARAH, MIRIAM, INGRID
INA REURINK 1979 
JOPHIEN VAN VAALEN 1977, 1978  
'78MARION, MARIAN, MI EN, NOOR
CILIA RIENKS 1979 
EVELINE VAANE 1978
  
'79ANDREA, ANNABEL, ARETA,EM -
AASE RIEMAN1977,1978 
RIETJEVALENTIEN1980  
'80ALlE FATIMA FOKJE GRETHA
TINEKE RIKKERTS 1981  
KLARA VALKHOFF 1981  
JOSEE,JOSE, KADIJA, KAISA, GEER
MIMI ROBBEN 1972 
DINA VASQUEZ 1981 
LAURA
SONNY VAN 'T ROER 1978 
MILLY VEENKER-VREDEVOORT 1976 
81 ANNECHIEN, HENRIETTE, MARIE
ELS ROGIER 1978(>kolom 2 pag 87 ROG) HELENE VAN DER VEER 1981(> kolom 2 pag 87 VELD)