1
Barbara Mehrhof
Klassestruktuur binnen de vrouwenbeweging
Barbara Mehrhof was een van de oprichtsters van de Redstockings. Dit artikel verscheen in
Notes from the Second Year, een bundel artikelen van Womens Lib in de V.S, 1970; eerder
vertaald verschenen in: Berichten uit Amerika, uitg. MVM 1971. Als klassieker opgenomen in
Feminist 1, De Bonte Was, 1977
Het vraagstuk van de gelijkheid in de vrouwenbeweging wordt door veel radikale feministen
als een van de meest brandende kwesties in de beweging beschouwd. Dat de verschillende
leden van de beweging een ongelijk aandeel leveren, valt niet te ontkennen, maar bovendien
heeft zich een soort sterrensysteem ontwikkeld, waarbij bepaalde enkelingen de reputatie van
leidsters of woordvoersters van de beweging hebben verworven. Zij zijn opgekomen zowel
binnen oppervlakkig bezien struktuurloze groepen als de Redstockings, als binnen
organisaties als NOW (National Organization of Women), waar de hiërarchiese struktuur
zorgt dat een paar mensen de macht in handen hebben. Gewoonlijk zijn dit de vrouwen die het
hardste, het langste en het vaakste praten; en hoe hun stijl ook is, de gevolgen zijn dezelfde;
zij kunnen een te grote invloed uitoefenen op het beleid en ze kunnen de beweging en andere
vrouwen voor hun eigen doeleinden gebruiken.
In het verleden is dit verschijnsel in het algemeen genegeerd. Nu hebben sommigen van ons
geprobeerd de oorzaken van de bestaande ongelijkheid te achterhalen en het gevoel te
onderzoeken dat sommige vrouwen van andere vrouwen profiteren. Een feit is dat de
beweging er niet in is geslaagd de klassebasis te verbreden, met als gevolg dat de beweging
nog steeds voor-namelijk bestaat uit vrouwen uit de midden- en hogere klassen met slechts
enkele vrouwen die, zoals wij, uit de lagere middenklasse en de arbeidersklasse komen. Wij
zijn tot de konklusie gekomen dat de bestaande ongelijkheid voor een groot deel op
klasseverschillen is gebaseerd.
Teneinde een duidelijker inzicht te geven in dit vraagstuk, zal ik daarom eerst een beschrij-
ving geven van de twee fundamentele, in onze maatschappij geldende klassesystemen die van
invloed zijn op de plaats van de vrouw, en de stelling poneren dat de vrouwenbeweging bezig
is een tertiair klassesysteem in het leven te roepen, een systeem waarbij de bevrijding van de
vrouw onmogelijk wordt.
Het primaire klassesysteem: man-vrouw
Mannen riepen het klassesysteem in het leven en daarmee de schrijnende
onrechtvaardigheden door middel van de onderdrukking van de ene groep door de andere. Ze
begonnen met de vrouwen buiten het mensdom te plaatsen. Dientengevolge hebben de
begrippen mensdom of maatschappij alleen betrekking op alle mannen.
De vrouwenklasse is een klasse waarvan het karakter bepaald wordt door de klasse der
mannen. Beide klassen tezamen vormen al die individuen die menselijke schepselen worden
genoemd: omdat deze politieke verdeling bovendien nog de fundamentele verdeling in alle
maatschappelijke systemen is, is dit het primaire klassesysteem. Tengevolge van deze
verdeling ontvangt ieder individu een primaire klasse-identifikatie en behoort of tot de ene of
tot de andere klasse.
Deze twee klassen zijn geenszins gelijkwaardig. De vrouwen zijn binnen hun klasse niet
georganiseerd. Binnen deze verdeling vormt de mannelijke klasse de onderdrukker, de
|
2
machtige klasse, de vrouwelijke klasse is de onderdrukte, de machteloze klasse. De
oorspronkelijke uitstoting van de vrouw dient als model voor alle andere klassesystemen en
voor het opbouwen van de verschillende machtsniveaus onder de mannen zelf.
Het sekundaire klassesysteem: de sociale klassen
De mannenklasse kent een rangorde van de individuen onderling. Dat wil zeggen: de mannen
zijn niet gelijk, er is een hiërarchie. Toen de vrouw eenmaal buiten het mensdom was
gesteld,begonnen de mannen verdelingen te maken in hun eigen gelederen. Hoewel elke man
in de hiërarchie de verper-soonlijking is van de mannelijke rol en dientengevolge de vrouw
kan onderdrukken, hebben niet alle mannen dezelfde mogelijkheden om elkaar, te
onderdrukken. Deze hiërarchie van de mannen zullen we het sekundaire klassesysteem
noemen.
Geld en macht zijn de belangrijkste faktoren voor de positie van een man in de hiërarchie van
zijn klasse. In tegenstelling tot de primaire klasse-identifikatie waarbij alle mannen verenigd
zijn tegenover de vrouwen, staan binnen de hiërarchie de mannen als konkurrent tegenover
elkaar, of verenigen zij zich in groepen die tegenover andere groepen staan. In deze onder-
verdeling zijn niet alle mannen even klassebewust; vaak staat één groep, die aan de top,
eensgezind tegenover de groep onderaan, terwijl de lager geklasseerde mannen
ongeorganiseerd zijn en hun klassebelangen niet kennen.
De ekonomiese struktuur van de maatschappij bepaalt de verdeling van geld en macht binnen
de klasse. De mannen aan de top van de hiërarchie hebben de middelen en de macht om alle
vrouwen, alsmede het grootste gedeelte van de andere mannen, te onderdrukken. De macht
van deze bovenste klasse is gebaseerd op opleiding, geld, toegang tot wetenschap en techniek,
en inzicht in de manier waarop de maatschappij funktioneert.
Zij hebben een individualistiese mentaliteit en vertonen ook de psychologiese voordelen van
zelfvertrouwen en superiori-teitsgevoelens. Zoals alle anderen van hun klasse, nemen zij aan
dat mannen heer en meester over de vrouwen zijn omdat zij superieur aan vrouwen zijn, maar
zij zijn ook superieur, denken zij,aan het merendeel van de andere mannen. Hun zienswijze is
gebaseerd op de idee dat het hoogst genoteerd staat op de mannelijke waarderingsschaal - de
idee dat sommige mensen nu eenmaal van nature beter zijn dan anderen. Dit is de idee dat ten
grondslag ligt aan de tegenstelling man/vrouwen het wordt gebruikt om alle andere
klasseverdelingen goed te praten.
De vrouwelijke hiërarchie
Omdat vrouwen deel uitmaken van een klasse die door mannen is bepaald, hebben zij weinig
of geen begrip van zichzelf als klasse binnen het primaire klassesysteem. Een hiërarchie van
vrouwen naast die van de mannen is nauwelijks mogelijk. In plaats .daarvan hangt hun
rangorde binnen hun eigen klasse vol komen af van de plaats waar zij door huwelijk en
familie in de ekonomiese rangorde van de mannelijke familie terechtkomen.
(In deze rangschikking vormen vrouwen slechts een deel van het bezit van deze ekonomiese
groeperingen en zijn zij een ruilmiddel). Omdat de vrouwen verspreid zijn over alle
geledingen van de mannenklasse, zijn ze noodzakelijkerwijze gebonden aan mannen, op alle
nivo's van de hiërarchie. Maar omdat ze geen mannen zijn kunnen ze nooit tot de sekundaire
klassesystemen doordringen. Integendeel, vrouwen vormen een gedeelte van het totale bezit
dat verdeeld wordt onder de individuen die tezamen het sekundaire systeem vormen.
Vrouwen zijn een afspiegeling van de positie en macht van de mannen, in plaats van zelf die
positie in te nemen of die macht te bezitten. Hoewel hun verspreiding onder alle lagen van de
mannenklasse ook zijn uitwerking onder de vrouwen zal hebben is de vrouwelijke hiërarchie
|
3
als zodanig geen bron van macht.Omdat zij een primair klassebewustzijn missen, omdat hun
verspreiding isolement ten opzichte van elkaar veroorzaakt, en zij zich meer verbonden
voelen met één bepaalde man dan met andere vrouwen. lopen de vrouwen het gevaar hun
klassebelangen uit het oog te verliezen, en niet in te zien dat hun toestand altijd bepaald zal
blijven door hun ondergeschikte positie in het primaire klassesysteem.
Het klasseprobleem en de vrouwenbeweging
De rangorde van vrouwen binnen een hiërarchie krijgt pas betekenis als de vrouwen zich gaan
organiseren. Wanneer vrouwen zich in een eigen beweging van de mannen afscheiden en
speciaal gaan strijden voor vrouwenrechten, dan ligt voor de hand dat zij wel geloven dat hun
problemen iets te maken hebben met het feit dat zij vrouwen zijn, maar, al worden zij zich
ervan bewust dat ze een klasse vormen tegenover die der mannen, zij blijven geneigd over het
hoofd te zien dat zij gebonden zijn aan bepaalde mannen: aan de top of onderaan de ladder
van de mannelijke hiërarchie. Er ontstaat een situatie waarin de vrouw al blij is andere
vrouwen te ontmoeten. Het idee ontstaat dat we allemaal machteloos zijn en dat de manier
waarop de mannen zichzelf rangschikken binnen hun eigen klasse niets te maken heeft met de
struktuur welke de vrouwen onder elkaar aan het opzetten zijn.
Door deze houding aan te nemen, weigeren vrouwen een fundamentele strijdigheid in onze
situatie onder ogen te zien. In de maatschappij worden alle vrouwen verlaagd tot een
ondergeschikte en minderwaardige plaats, maar tegelijkertijd zijn zij verdeeld over mannen
die zeer verschillende machtsnivo's binnen de mannelijke hiërarchie vertegenwoordigen.
Zodra de vrouwen, zonder mannen bij elkaar komen, zal deze tegenstrijdigheid voor het eerst
duidelijk worden doordat de vrouwen van mannen in de hogere sociale klassen zich van een
minderwaardige positie ten opzichte van de man verplaatst zien naar een overheersende
positie ten opzichte van andere vrouwen.
Zij komen nu in een positie waar zij andere vrouwen kunnen onderdrukken, omdat alleen al
het feit dat vrouwen samenkomen, macht schept. Tot nu toe zijn het steeds vrouwen uit de
hogere standen geweest die klaarstonden om deze macht te grijpen. Daarom is het de
vrouwenbeweging, waarin deze klassetegenstellingen aan het licht zullen komen.
Wie zijn de vrouwen die naar de top van de vrouwenbeweging opgeklommen zijn en hoe zijn
zij in staat hun leidinggevende posities te behouden? Over het algemeen stammen zij uit de
sociale midden- of hogere klassen. Als vrouwen van mannen uit deze klassen zijn ze dikwijls
toegerust met veel van dezelfde voordelen en gedragspatronen als de mannen-opleiding,
zelfvertrouwen (zo al niet tegenover mannen, dan in ieder geval toch tegenover andere
vrouwen), superioriteitsgevoel ten opzichte van de massa, enz. - eigenschappen die zij,
wanneer zij mannen waren zouden kunnen gebruiken bij het uitoefenen van macht en het
geven van leiding.
Even belangrijk is het feit dat de vrouwen uit deze klassen de gelegenheid hebben gehad de
man die zijn macht uitoefent van dichtbij gade te slaan zodat zij, wanneer de gelegenheid zich
voordoet, in staat zijn hem op verbluffende wijze te imiteren.
Precies zoals hij, beschuldigen ze de mopperaarster in de lagere regionen vaak ervan dat ze
last hebben van psychologiese moeilijkheden en ze hebben zelfs beweerd dat de opstandige
vrouwen hen proberen te kastreren. Gewoonlijk hebben vrouwen uit de hogere sociale klassen
behalve dat ze een betere opleiding hebben dan vrouwen uit de lagere, ook een grotere
spreekvaardigheid en daardoor het vermogen zich in een groep te dringen en de leiding ervan
over te nemen. Een ongelijk aandeel van de verschillende leden van de beweging wordt door
hen of geaksepteerd of over het hoofd gezien. Sommigen hebben geld, anderen hebben
relaties, helaas koesteren velen nog steeds de hoop voor zichzelf een goed leven op te bouwen,
zelfs al zou er nooit een feministiese revolutie komen. Het gevaar ligt hierin dat velen van hen
|
4
denken dat zij altijd een ontsnappingsdeurtje hebben - ze kunnen altijd nog een groot
schrijfster of schilderes worden - of, wat nog erger is, zij zien de beweging als middel om hun
expressiemogelijkheden te perfektioneren en ze vinden het belangrijker om beroemd te
worden dan een revolutie te maken.
Zij gebruiken de beweging niet om de mannelijke klasse te vernietigen, maar om 'er te komen'
in zijn wereld.
Maar die wereld is alleen maar de verdeling van macht binnen de mannelijke hiërarchie.
Vrouwen isoleren zichzelf van hun klasse als ze proberen een stukje te veroveren van de
macht die alleen voor de mannen is gereserveerd en wanneer ze streven naar een gelijke
rangorde. Wat zij zich niet realiseren is, dat er voor hen geen plaats is in de sekundaire klasse
verdeling - als 'symboliese' vrouwen worden ze voortdurend op de proef gesteld en als het er
op aan komt zullen ze de vrouw moeten verraden.
Omdat zij zo vaak een groot respekt voor de man hebben, nemen zij de mannelijke waarden
over en net zoals hij gaan ze ervan uit dat sommige mensen nu eenmaal van nature beter en
begaafder zijn dan anderen. Dit wordt veel verkondigd in de vrouwenbeweging en het maakt
ieder streven naar gelijkheid onmogelijk. Wanneer in de vrouwenbeweging wordt gezegd dat
sommige mensen beter zijn dan anderen, en dat sommigen van nature leidinggevende
eigenschappen hebben, denkt en handelt men, op basis van de mannelijke waarderingsschaal.
Het komt erop neer dat men andere vrouwen - vrouwen waarmee men zogenaamd dezelfde
belangen gemeen heeft - net zo behandelt als de mannen dat doen.
Wanneer wij ons in de vrouwenbeweging niet op basis van gelijkheid organiseren, zal de
vrouwelijke hiërarchie, die zijn oorsprong heeft in de sekundaire klasseverdeling, zich
inkapselen in de beweging. Hierdoor versterken we niet alleen de verdelingen binnen de
vrouwelijke klasse, maar brengen we ook een vrouwelijke machtshiërarchie tot leven.
Wanneer de vrouwelijke hiërarchie als zodanig eenmaal een machtsbron zou zijn geworden,
zou dat een tertiair klassesysteem betekenen dat sommige vrouwen de gelegenheid geeft
andere vrouwen te onderdrukken.
In feite is dit al gebeurd in de vrouwenbeweging. Vrouwen sluiten zich bij de beweging aan
omdat zij zich onderdrukt voelen en dan worden ze opnieuw vernederd, alleen dit keer niet
door mannen maar door andere vrouwen. Dit zal blijven gebeuren, tenzij de
vrouwenbeweging de moed heeft het klassevraagstuk te gaan bestuderen.
De kans dat dit tertiaire klassesysteem gebaseerd op ongelijkheid onder de vrouwen, erin zal
slagen een eensgezinde groep tot stand te brengen tegenover de mannelijke klasse, is hoogst
onwaarschijnlijk. Voor vrouwen uit de midden- en hogere klasse zal de verleiding om hun
plaats niet prijs te geven te groot zijn. De oorzaak hiervan is dat deze vrouwen niet echt
bereid zijn hun lot aan dat van alle vrouwen te koppelen. Immers, door niet mee te helpen aan
het opruimen van de bestaande ongelijkheid onder ons, bekrachtigen zij een verdere
exploitatie van andere vrouwen en geven zo hernieuwde kracht aan de grondbeginselen van
het primaire klassesysteem.
Wat de vrouwenbeweging moet doen is - een door de vrouwen zelf te bepalen klasse
ontwikkelen met als basis gelijkheid voor ons allen. Als we binnen onze klasse de hiërarchiese
struktuur aanhouden die voortkomt uit onze verdeling onder de mannen, zal onze strijd tot
mislukken gedoemd zijn. We hebben het in onze macht de aard van de vrouwelijke klasse zelf
te veranderen en de grondslagen te vernietigen waarnaar onze klasse aanvankelijk is gevormd.
Want, als we deze grondslagen niet veranderen, kunnen we niet verwachten de grote massa
der vrouwen aan te trekken. We kunnen dan geen eenheid vormen. We kunnen dan niet
ontsnappen. Om tot een konfrontatie met de man in staat te zijn moeten we tegenover hem
staan als een onafhankelijke, autonome groepering menselijke wezens.
|
5
Wanneer we op grond van gelijkheid zijn georganiseerd, kunnen we het alternatief bieden
voor een toekomstige maatschappij.
|