Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 2 
Next page End 1 2  

2
feministen bestaan die er vóór zijn, maar omdat er feministen zijn die het afwijzen. De Beauvoir
was de eerste die het krijgen van kinderen principieel als een passief en weerzinwekkend proces
beschreef en ik heb weinig besprekingen van haar werk en persoon mogen lezen, waarin haar niet
om die reden akelige psychische stoornissen in de schoenen werden geschoven. Okely behoort
bij de uitzonderingen: zij rekent zichzelf bij de generatie feministen die bij De Beauvoir steun
vonden voor hun beslissing geen kinderen te krijgen of het baren tenminste uit te stellen. Praktisch
heeft zij kennelijk het been stijf gehouden, maar theoretisch is zij helaas minder ferm. 'Een jongere
generatie feministen zal terugschrikken voor die negatieve kijk op het moederschap.' '... is het
moederschap tegenwoordig opnieuw binnen het feminisme geïntegreerd, ofschoon het er in de
praktijk misschien niet gemakkelijker op is geworden.' Het lijkt de PVDA wel, de gelatenheid
waarmee de 'nieuwe' ideeën worden aanvaard. Dat heeft consequenties: De Beauvoirs afkeer van
de glibberige baarmoeder en het slijmerige embryo zouden nu eens van Sartre afkomstig zijn. En
zelfs verwijt Okely De Beauvoir bij haar karakterisering van borstvoeding als vermoeiend en
schadelijk voor de moeder niets vermeld te hebben 'over enig sensueel genot of de contractie van
de baarmoeder tijdens de borstvoeding.'
Okely heeft zich kennelijk niet de vraag gesteld waar deze seksuele opwinding rond het
moederschap (ook net baren wordt immers in dezelfde werken als een heel speciaal soort
orgasme beschreven) rond 1980 vandaan gekomen is, en dat terwijl haar heldin, zoals zij op blz.
173 vermeldt, 'waarschuwde tegen de nieuwe cultus van het moederschap, het bejubelen van
natuurlijke vrouwelijke eigenschappen, en het over een kam scheren van ecologie en vrouwen.'
Rechtse praat
Okely vermijdt de discussie. Wij horen wel dat De Beauvoir 'een biologische verklaring voor een
duidelijk vaststaand vrouwelijk' karakter verwerpt, en zo niet op één lijn staat 'met enige recente
radicale feministes, die het denkbeeld aanhangen van "natuurlijke" en "essentiële" vrouwelijke
eigenschappen, die door tijd en ruimte heen hebben bestaan.' Ja, inderdaad, daar ging het hele
betoog over: men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het maar wat vindt Okely nu eigenlijk?
Meeste stemmen tellen? Ieder standpunt is feministisch als het maar zo genoemd wordt?
Toch zou Okely moeten weten dat er onder de vlag van' de vrouwenbeweging' heel wat rechtse
praat verkocht is en wordt en dat allerlei dames van de eerste golf zich met die vlag in de hand
aangesloten hebben bij nationalistische, racistische en nazistische bewegingen. Op welk moment
slaat feminisme om in het omgekeerde ervan, het reduceren van mensen tot enig biologisch
onderdeel? De Beauvoirs standpunt maakte, juist omdat ze over die vrouwen sprak die in rechtse
tijden voorwerp van geboortenbevorderend beleid zijn - de witte, welvarende dus - iedere
verwarring met rechtse ideologieën onmogelijk. En zo gelezen zijn haar stellingen minder
tegenstrijdig dan zij op het eerste gezicht lijken: als de vrouw door baren en zogen tot 'slavin van
de soort' wordt, is het des te dringender dat ze zich aan deze functies onttrekt.
Afschaffing vrouwelijkheid
De Tweede Sekse is geen oproep om zich bij enige vrouwenbeweging aan te sluiten (die toen
immers echt ook al bestond!), maar om individueel de opgedrongen biologische immanentie te
weigeren en de menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid te kiezen. De veranderingen in de
werkelijke omstandigheden die die keuze ook voor de meerderheid van de vrouwen mogelijk
zouden maken, moesten dan maar door het socialisme bevochten worden, omdat vrouwen toch
niet in meerderheid bereid zouden zijn de vrouwelijkheid af te schaffen. Toen de radicale
vrouwenbeweging ontstond die dat laatste wél van plan bleek te zijn, sloot De Beauvoir zich daar
opgelucht bij aan, al zei ze tegelijk dat de tegenstellingen tussen marxisme en feminisme nog
steeds opgehelderd moesten worden.
De paradox is dat nu, vijftien jaar later, existentialisme, feminisme en marxisme alle drie uit de
mode zijn. De Beauvoirs positie is daardoor kennelijk geheel onbegrijpelijk geworden.
Okely's slotzin luidt namelijk: 'Terwijl ze wilde spreken over de conditie van alle vrouwen, kon ze
dat slechts proberen vanuit een positie, die eenzaamheid tussen mannen en een verbanning uit
het vrouw-zijn met zich meebracht (curs. van mij) Arme Simone! Wat Okely betreft en haar
beweging van 'jonge feministen' kunnen we weer helemaal opnieuw beginnen.
Previous page Top Next page