1
NOTULEN¹ van
Bijeenkomst over consciousness-raising op 8 september 1971 bij Marian Sax.
Bij wijze van begin gaf Lidwien v B een samenvatting van de ideeën van de uit Dolle Mina
afkomstige klepgroep (klets-, praat-, bewustwordings-groep? kletskrans? ) over mogelijkheden tot
samenwerking met de in MVM ontstane ganzenbordgroep² en eventuele toekomstige dergelijke
groepen.
Ze willen vooral niet te hard van stapel lopen en geen nieuwe organisatie maken. Er zou eventueel
een overkoepelende naam gevonden kunnen worden, maar de groepen moeten zelfstandig blijven
werken. Ook publiciteit is gevaarlijk: je wordt door de buitenwereld opgejaagd om dingen te doen
waar je nog niet aan toe bent en er komen te veel mensen tegelijk - dat is bij de oprichting van
Dolle Mina gebleken (Rita).
Als wij het met Amerika vergelijken, willen wij dus meer een algemene naam als Women's
Liberation Movement dan iets als Redstockings, dat toch weer een soort organisatie is met een
eigen ideologie.
Zo te zien is iedereen het hier roerend mee eens. We moeten klein beginnen en eerst kijken hoe
we de consciousness-raising op gang krijgen. De minaas voelen behoefte aan een open groep,
zoals door het ganzenbord (geïnspireerd door Dorothy Tenner) voorgesteld, degelijk voor te
bereiden.Het ganzenbord ziet dat niet zo voor zich: je kunt niet zo veel meer doen dan je er op in
stellen er zo te gaan praten als je in je eigen groep doet. Lidwien v B en Marian wijzen er op dat er
al zoveel groepen uit elkaar gevallen zijn, omdat ze over de niet-griezelige onderwerpen uitgepraat
waren en de mensen zich niet bloot wilden geven. Uit de verdere diskussie blijkt dat daar twee
dingen tegen te doen zijn: door een bepaalde solidaire instelling, zoals die in de richtlijnen van
Dorothy (die nu door Liesbeth vertaald worden) zijn uitgewerkt, een veilig klimaat scheppen, zodat
mensen wat meer durven (en evt door voorzichtig exhibitionisme een handje helpen) en aan de
andere kant schijnbaar oppervlakkige dingen betekenisvol maken door ze konsekwent met de
situatie van de vrouw in verband te brengen.
(Er bestaat nog wel meningsverschil over de vraag in hoeverre de dieper gravende,
psychoanalytische benadering toch van belang is, vooral in een gesloten groep).
Een belangrijk punt is dat je je niet zo vreselijk verantwoordelijk moet voelen voor elkaar.
Ineke F d J vertelt dat de abortusgroep in de Nieuwmarktbuurt ook gaat uitbreiden tot praten. Zij
vindt seksualiteit erg belangrijk: vrouwen krijgen meer zelfrespekt als ze zich realiseren dat ze niet
altijd met gespreide benen paraat hoeven te zijn. Zij zou alleen praten niet genoeg vinden - later
vraagt ze zich af of bet een minderwaardigheidscomplex is om problemen van anderen altijd
belangrijker te vinden dan die van jezelf.
Rita verklaart plechtig dat ze nu besloten heeft zichzelf het belangrijkst te vinden; we hebben altijd
gedaan, nooit gedacht; we weten niet of anderen meer onderdrukt zijn dan wijzelf; we zitten in de
middenklasse, laten we daar beginnen en niet arbeidersvrouwen achterna rennen of eerst de
arme arbeider-vader of politieke vluchteling-zoon (ingebracht door Henny) bevrijden.
In de verdere diskussie komt steeds weer tot uiting dat dat het enige punt is waar we het allemaal
over eens zijn en dat ook een minimumvoorwaarde is voor een open groep: we proberen met
vrouwen inzicht te krijgen in onze eigen situatie, mannen en hun problemen zijn alleen aan de
1
noot Marijke Ekelschot 2005: deze bijeenkomst leidde tot de 'praatgroepenbeweging' waaruit zowel de
Amsterdamse Vrouwenkrant voortkwam als het Vrouwenbevrijdingsfront, als partieel het kraken van het
Vrouwenhuis en impliciet De Bonte Was.
Aanwezig waren dus vrouwen van MVM (Anneke van Baalen (notulen), Ineke Fabrie de Jonge, Corrie
Mandersloot, Mariken Troostheide) en van Dolle Mina (Lidwien van Buuren, Rita Hendriks, Marjan Sax,
Henny de Swaan). Uit de notulen kan ik niet opmaken wie er eventueel nog meer waren.
2
aanduiding van de praatgroepen die vanuit MVM door Anneke van Baalen waren gestart.