Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 2 
Next page End 1 2  

1
Marijke Ekelschot
Tekstverwerken
Maar sinds een paar jaar hen ik een éénvrouwskonstruktie- en dekonstruktiebedrijfje en nu gaat
het een stuk beter. Het afgelopen jaar had ik een bruto omzet van anderhalve ton, dus ik kan er
aardig van leven. Ik werk niet met metaal of plestik maar met teksten.
Eenvoudig gezegd kunnen vrouwen bij mij langskomen als ze willen weten wat hun teksten
betekenen.
Ik krijg veel schrijfsters, maar toch vooral lezeressen. Vaak zijn ze in het begin wat scepties. Ze
begrijpen weliswaar hun teksten niet en weten ook niet zeker of er iets te begrijpen valt, maar ze
denken dat ze er toch eigenlijk zelf uit zouden moeten kunnen komen. Het probleem voor mij is
dan ook vooral hoe ik ze kan uitleggen dat het niet hún schuld is dat ze bij mij langsgekomen zijn,
en – aan de andere kant – dat ze echt specialistiese hulp nodig hebben en niet een of andere
kursus moeten gaan volgen.
Dat lukt meestal wel met het niet-roken-bordje. Kijk hier heb ik het. 'Hier mag niet gerookt worden'
staat erop. Als ik zo'n sceptiese vrouw in mijn kantoor krijg, pak ik dat bordje uit mijn la en zeg:
'Wat denkt u dat dit betekent?' Meestal zeggen ze dan:
'Dat er niet gerookt mag worden.'
'Ja', zeg ik dan, 'maar wáár mag niet gerookt worden? In de la waar ik dat bordje uit heb, of op het
buro waar het nu ligt, of onder deze stoelpoot'- ik leg het dan gauw onder de stoelpoot – 'óf aan
deze spijker'? en dan hang ik het tot slot aan een spijker, op de muur. De meeste sceptiese
vrouwen bloeien op dat moment even op en zeggen dan: 'Ja, zo is het goed; dát betekent het.'
En dan steek ik een sigaret op om mijn argumentatie als het ware af te ronden.
Dat betekenis heel moeilijk is vergeten ze dan nooit meer.
Het aardige aan teksten is dat ze niets terugdoen. In het begin had ik dat nog niet zo door en zette
ik me schrap alsof ik een paling moest slachten; ik zat uren te denken waar ik zo'n tekst moest
beetpakken, om hem mij niet te laten ontglippen. Dat doe ik niet meer. Teksten bewegen echt niet
en als ze het wel doen heb je een andere bril nodig.
Eigenlijk vat ik mijn werk op als een bijdrage aan de strijd tegen de oppervlakkigheid, als aanzet
tot een soort eksistentiële verdieping, waar zoveel vrouwen behoefte aan schijnen te hebben.
Teksten lenen zich daar bij uitstek voor, juist omdat ze zich vaak zo plat voordoen, zich zo
eendimensioneel zwart naast wit vertonen.
Om mijn werk goed te kunnen doen heb ik wat weerstanden moeten overwinnen. Ik ben niet zo
aktief van mezelf. Lusteloos lezen, dát vind ik heerlijk. Landerig door een boek heendrijven en elke
gedachte zachtjes onder het vloerkleed schuiven. Het fijnste vind ik teksten die helemaal uit
zichzelf langs mij heengaan. Maar dan wel langzaam, heel langzaam, als een te zware vrouw op
leren slippers die een zak kolen torst. Mijn liefste wens is dan ook een boek dat je opzet als een
hoed en dat zachtjes de letters neer laat regenen langs oren en ogen, langs neus en mond,
kriebelend als versgeknipte haren. Ach, hoe heerlijk moet het zijn, met zo'n boekhoed in de trein!
Lusteloos lezen kan eindeloos duren. Het ligt er maar aan hoe traag je gaat en vanuit welke vaart
je bent begonnen. Persoonlijk zou ik voor mijn werk de tekst het liefst benaderen vanuit het
kleinste teken. De eerste hoofdletter, daar móet je overheen, maar dan begint het trage klimmen
van letter naar letter, van d naar o naar e naar t, en dan maar wachten op een komma om zachtjes
even aan te hangen. Liever nog gedachtestreepjes om je plat op neer te vlijen, en dan het
stilstaan bij de punt. Heel lang stilstaan bij de punt.
Qua produktiviteit levert dat echter niets op en voor mijn werk pak ik het dus anders aan. Ik
konstrueer en dekonstrueer op het nivo van het woord. Daarnaast doe ik dan nog de narratologie.
Ergens moet je je grenzen leggen en als je de woorden en de verhaallijn weet op te helderen
kunnen de meeste vrouwen het verder zelf wel. In het begin liet ik te veel aan de klanten over. Ik
bracht de woorden in beeld in hun nog ongekonstrueerde gedaante, als prekonstrukten, door er
streepjes in aan te brengen. Zoals bijvoorbeeld bij 'verenig'; daar maakte ik dan 'ver-enig' van.
Previous page Top Next page