Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 3 
Next page End 1 2 3  

1
ANNEKE VAN BAALEN
Zwakke ego's
De vrouw bestaat niet is veel leuker dan Renate Rubinstein en Emma Brunt! Hoe leuk een
anti-feministies boek voor een radikaal-feminist is, hangt natuurlijk af van de verhouding
tussen het aantal politieke vijandinnen dat beschadigd wordt, en het aantal keren dat de
auteur je zelf op het hart trapt. Die verhouding ligt bij ‘t Hart veel gunstiger dan bij Rubinstein
en Brunt. Rubinstein haat alle soorten feministen zo intens dat ze er zelden grappig over is,
en Brunt wordt soms door een oude rankune tegen de Bonte Was gedreven om
onwaarheden te vertellen. Beiden zijn voor mij dus niet echt ontspannend, hoe prettig ik het
ook vind om de verloedering van de vrouwenbeweging aan de kaak gesteld te zien. Maarten
‘t Hart staat echter zo ver van de vrouwenbeweging af, dat hij de juiste distantie heeft voor
werkelijk vrolijke satire - iets wat wij in deze loden tijd hard nodig hebben.
Behalve satire bevat het boek ook serieuze kritiek op feministen die zich volgens ‘t Hart niet
aan de grondslagen van het feminisme houden, daarnaast allerlei aanvallen op die
grondslagen zelf (die ik het liefst zou overslaan, maar dat kan natuurlijk niet) en verder een
rijkdom aan eigen ervaringen. 
Die eigen ervaringen doen mij denken aan de scène uit The secret policemen’s balI, waarin
enige mannen in avondkleding opscheppen over hun arme jeugd - een wedstrijd die
gewonnen wordt door de man wiens ouders zo arm waren dat hij alleen ‘s nachts tussen 2
en 5 een beetje kon slapen, omdat ze in een kartonnen doos op de snelweg woonden. Mocht
er ooit nog eens een wedstrijd worden uitgeschreven welke man in Nederland als kind (alle
gruwelverhalen van ‘t Hart betreffen zijn jeugd) het bitterst door vrouwen is onderdrukt, dan
komt de volgende passage zeker in aanmerking:
‘En nu heet het opeens dat vrouwen met een “zwak ego” de wereld in worden gestuurd. Wie
dat gelooft moet maar eens brood gaan bezorgen in de Paul Krugerstraat in Maassluis en
dan bij elk huis zeggen (zoals ik eens heb moeten doen): “Ik kan vandaag geen gesneden
wit leveren want de snijmachine was kapot.” Dan zal men eens zien wat al die “zwakke
ego’s” vermogen. Eén van die zwakke ego’s deelde mij mee: “Donderstraal op, ik heb geen
broodmes, ik moet gesneden brood hebben. God, wat jammer dat ik geen broodmes heb,
anders stak ik het dwars door je heen.” Een ander zwak ego heeft mij met mijn hoofd in de
bakkerskar geduwd en toen haar dochter verzocht om het deksel op mijn nek te laten vallen.
En laat dat zwakke dochterego dat nu nog doen ook! Bij een andere gelegenheid heeft een
vrouw uit diezelfde straat, toen ik haar geen gevulde koeken kon leveren, mij in de
bakkerskar getild en het deksel erop gedaan. Aan de buitenkant zette zij de knip vast, zodat
ik minstens twintig minuten lang tussen de krentenbollen gevangen heb gezeten.’
Prachtig! De rest van de ervaringen zijn wat minder meeslepend, maar toch heel goed te
lezen. Omdat ze verder met het betoog niet zoveel te maken hebben - ‘t Hart baseert zijn
teorie op eigen ervaringen, omdat hij denkt dat feministen dat ook doen, maar dat hoeven we
niet serieus te nemen - ga ik nu verder met het tweede tema, de verloedering (‘t Hart:
‘uitwassen’) van de vrouwenbeweging.
Nu, daar zit zoveel moois bij, dat kan ik niet allemaal opschrijven. Het hoogtepunt is het
artikel uit de NRC van vijf jaar geleden, waarin hij Anja Meulenbelt en Henk van der Meyden
aan elkaar koppelt, en waar hij zo trots op is dat hij het in zijn geheel heeft opgenomen. Er
staat geen woord feminisme in dit stuk, maar ik geloof niet dat het mogelijk is om
Meulenbelts kommerciële instelling effektiever duidelijk te maken. Helaas, kritiek als deze
schijnt averechts te werken - onmiddellijk wierpen zich weer allerlei vrouwen, zoals Hanneke
Groenteman en Etty Mulder, op om de pionier van de feministiese korruptie te verdedigen.
Het terrein van de feministiese korruptie is in de vijf jaar verschoven: van het propageren van
de seksuele revolutie, zoals in ‘De schaamte voorbij’ en in de toen in de mode zijnde
sekstrainingen en -terapieën naar de seksuele revolutie van het moederschap. Deze trend is
                                                
1
Maarten ‘t Hart, De vrouw bestaat niet, De Arbeiderspers, Amsterdam 1982. Deze recensie  stond in Folia Civitatis 13-3-1982
en is opgenomen in Tegennatuurlijk, De Bonte Was 1985
Previous page Top Next page