Navigation bar
  Print document Start Previous page
 194 of 201 
Next page End 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199  

Anneke van Baalen, HIDDEN MASCULINITY, Max Weber's historical sociology of bureaucracy.
Amsterdam 1994. SAMENVATTING
187
projekteren in de geschiedenis kon hij zijn norm van 'objektiviteit' in de wetenschap
handhaven: de historiese verhoudingen tussen vrouwen en mannen worden door hem
gekonseptualiseerd als beheerst door 'irrationele' vormen van overheersing. 
Het doel van deze analyse blijkt niet alleen 'politiek' in de alledaagse betekenis te zijn, maar
ook in de radikaal-feministiese betekenis van 'gebaseerd op private, mannelijke waarden'. In
de visie die Weber zowel in zijn politieke als in zijn wetenschappelijke geschriften
presenteerde, belemmerde de Duitse burokratie de expansie van het Duitse kapitalisme
zodat Duitsland zijn imperialistiese strijd met Engeland dreigde te verliezen, waardoor de
Duitse mannelijkheid bedreigd werd.
'Burokratie' of 'formeel-rationele overheersing' is een sekseloos begrip; in Weber's typologie
is nergens gesteld dat iemand een 'man' in enige biologiese of sociale zin moet zijn om
ambtenaar of manager te kunnen worden. In Weber's visie is de burokratie in West-Europa
echter ontwikkeld uit een oudere vorm, die hij 'patrimoniale burokratie' noemt; deze
'patrimoniale burokratie' werd gevormd door de administratieve staf van het
'patrimonialisme', dat alle grote rijken vanaf het begin van de geschiedenis heeft beheerst.
Weber definieerde 'patrimonialisme' als een vorm van 'patriarchaat'; 'patriarchaat' is volgens
hem een sexebepaalde en irrationele vorm van overheersing. De vraag hoe deze vorm van
mannelijke overheersing zich ontwikkelde tot een formeel sekseneutrale burokratie,
gebaseerd op universalistiese mensenrechten en gelijkheid voor de wet, alsmede de vraag
waarom deze ontwikkeling alleen op het kontinent van West-Europa plaatsvond, kon Weber
niet beantwoorden, omdat zijn begrip 'burokratie' niet verbonden is met dat van
'patrimonialisme'. 
In een patriarchaat bestaan niet alleen juridiese verschillen tussen vrouwen en mannen,
maar ook tussen 'echte', sociale, vrije mannen en andere menselijke wezens die, samen met
vee en werktuigen, eigendom van de patriarch zijn - de 'familia', zoals de Romeinen het
geheel van deze bezittingen noemden. Hoewel Weber het patriarchaat analyseert,
neutraliseert hij het begrip door het te identificeren met de macht van 'de traditie', waardoor
hij alle vormen van sociale relaties verdonkeremaant waarin de 'verwantschapstraditie' -
waarvan hij het histories belang wel degelijk inziet, aangezien hij de breuk met deze traditie
als de belangrijkste oorzaak ziet van het verschil tussen de ontwikkelingen in 'het Westen'
en de rest van de wereld - vrouwen vrijheid en gezag toekent. 
Weber konseptualiseert het seksebepaalde karakter van 'het patriarchaat' bovendien op een
dubbelzinnige manier: aan de ene kant konstrueert hij een 'patriarchale overheersing van de
huishouding', die volgens hem gebaseerd is op 'mannelijke superioriteit', terwijl hij aan de
andere kant een 'patriarchaat in techniese zin' postuleert dat volgens hem gebaseerd is op
de toeëigening van land en mensen door een 'kaste van veroveraars'. Het laatste begrip
verwijst naar Weber's andere begrip van irrationele overheersing, dat van 'charisma', de
macht van de uitzonderlijkheid, of, histories gezien, van het bezit van magiese vermogens.
Want hij karakteriseert deze veroveraarskasten als 'ritueel gesloten standen'; en 'standen'
zijn gedefinieerd als ontwikkeld uit militaire broederschappen die zich het 'charisma' hebben
toegeëigend en het, door het te roetiniseren', in het omgekeerde hebben veranderd: in een
bewijs van 'echte mannelijkheid' door opleiding, examens en/of rijkdom. Het 'charisma' staat
volgens Weber vijandig tegenover alle roetinematige aktiviteit, speciaal op ekonomies
gebied, dus de toegeëigende mensen, de niet-mannen, moeten het werk doen.
Previous page Top Next page