Navigation bar
  Print document Start Previous page
 94 of 97 
Next page End 89 90 91 92 93 94 95 96 97  

Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK,  Amsterdam 1985, De Bonte Was 
94
MIJN PROBLEEMPJE
Mijn vriendin is in de overgang en ik krijg langzaam maar zeker de neiging om daar wat aan
te doen. Ze zeggen wel eens dat je de natuur haar gang moet laten gaan, maar sinds de
tweede golf is allang bekend dat de overgang net zo als de puberteit iets kultureels is en dus
niets met natuur te maken heeft. Maar ondertussen heeft mijn vriendin wel allerlei
verschijnselen, waar ik toch een verklaring voor moet vinden. Mijn vriendin straalt uit dat zij
de enige is die enig recht op klagen kan doen gelden. Toen ze daarmee begon heb ik eerst
geprobeerd om haar in een VIDO-groep te krijgen. Op listige wijze wist zij zich daaraan te
onttrekken, terwijl het toch een zo logies uitgestippelde weg leek voor haar ingetreden
levensfase. Zij zei dat haar probleem politiek was - van alles met 'ageisme' te maken had -
en dus niet opgelost kon worden door zich in een getto te begeven. Ze zei dat ze in aktie
moest komen, zich moest verzetten en strijd moest voeren en zo. Dat vond ik best maar
vervolgens bleek dat ook ik in haar aktiepraktijken betrokken werd. Als slachtoffer wel te
verstaan. En dan zei ik maar weer eens dat ik haar helemaal niet oud vond, en dan zei zij dat
dat nu juist 'ageisme' was en vervolgens begon ze dan weer over hormonen en
bloedsuikerspiegels en opvliegers - net zolang totdat ik afgehaakt had en ze met recht kon
zeggen dat ik me voor haar probleem niet interesseerde, en dat dat dus 'ageisme' was.
Daarna heb ik geprobeerd om een praatgroep op te richten voor vriendinnen van vrouwen in
de overgang. De enige die daar op afkwam was een vrouw van een jaar of zestig - de
overgang allang achter de rug - die erover wou klagen dat iets wat zij allang verwerkt had,
door de jeugd zo problematies werd ervaren. 
Het gemene van mijn vriendin is dat zij probeert om de hele vrouwenproblematiek onder het
hoofdje 'overgang' onder te brengen. Waar ik ook over begin, voordat ik het weet heeft zij
een verbinding weten te leggen met iets waarvan ze vervolgens probeert aan te tonen dat
dat nu precies 'de overgang' is. Als ik zin heb om te vrijen, of niet, als ik depressief ben, een
goede, slechte of geen stoelgang heb; als ik de kook beurt heb of vrijgesteld ben, als ik nog
een stuk moet schrijven of een plaat wil draaien - het maakt werkelijk niet uit wat ik wil of doe
- het bedreigt of bevordert haar overgang.
Die dialektiek van dat 'bedreigen en bevorderen' daar zit het geloof ik in. Ze wil het niet kwijt
en ze wil het niet hebben - ze is blij dat ze zover is en ongelukkig dat het zover heeft moeten
komen. Op mijn leeftijd is het dan heel moeilijk om daar veilig doorheen te zeilen, nu eens
steunend, dan weer met een geestige (hoe moeizaam ook geproduceerde) relativering
proberend haar in ieder geval rustig te houden.
Mijn bedoeling is het natuurlijk niet om hier te klagen. Ik begrijp heel goed dat mijn vriendin
het moeilijk heeft en ik begrijp het ook dat ik op mijn leeftijd eigenlijk niets te klagen heb - in
de 'bloei van het leven', 'het lijkt wel of iedereen van mij houdt' en regelmatig van menstruatie
en derzulke vrouwelijke tekenen, die me toch maar telkens weer van mijn eigen unieke
identiteit overtuigen - voorzien.
Maar alles wat ik tot nu toe benoemd heb speelt zich toch af op het zogenaamde 'mikronivo'
van het leven. En waar ik nu echt godvergeten kwaad om kan worden is dat zij haar stomme
overgang ook op meso- en makronivo probeert te tillen - een proces waarmee ze mij als het
ware de geschiedenis uitdrukt. Ik zal mij nader verklaren. Als de overgang werkelijk de
problematiese leeftijd der vrouw is, wie, wat en waar ben ík dan, op mijn jeugdige leeftijd?
Als mijn problemen geen geldigheid hebben – omdat ik nog niet in de overgang ben – wie
ben ik dan, feministies gezien? Als alles wat ik benoem bestempeld wordt tot
puberteitsgezeur, als fase waarin iedere vrouw verkeert voordat zij in De Overgang komt, -
wat rest mij dan nog?
Zoals ik in het begin al zei: de overgang is in laatste instantie toch eigenlijk alleen iets
kultureels. De enige manier om mij van warmte en aandacht te voorzien zal dus, als mijn
vriending gelijk heeft, zijn om om mij in de overgang te storten. Wie mij lief heeft volge mij.
Ik voel al een opvlieger, of is het de nederlaag?
http://www.purepage.com Previous page Top Next page