Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 4 
Next page End 1 2 3 4  

1
ANNEKE VAN BAALEN
Adieu MVM
In oktober viert Man-Vrouw-Maatschappij zijn twintigste verjaardag door zich op te heffen.
Feminisme is ondankbaar werk. Ik kwam een oude Dolle Mina tegen en die zei: goh, nu pas?
Van mij hadden ze zich niet hoeven op te heffen. Toen ik laatst in het Vrouwenhuis was om
een boekje voor de Bonte Was in te pakken, waren er verder alleen andere veteranen van
andere onrendabele ondernemingen. Waarom zouden die paar MVM-sters van het eerste
uur, die je toch gezellig ontmoet bij sommige Opzij-prijsuitreikingen, niet in
verenigingsverband verbonden blijven? Dat zal de komst van de derde golf heus niet
verhinderen. Het heeft immers, ook toen het veel groter en sterker was, zelfs de komst van
de tweede golf niet verhinderd, al wierp het dan af en toe ferme dammen op.
MVM is vanaf het begin een rare ambivalente club geweest. Onder de ferme façade van
deskundige behartiging van de belangen van de werkende gehuwde vrouw - en daarmee
van die van alle vrouwen. omdat het de bedoeling was dat alle vrouwen werkende gehuwde
vrouwen zouden worden - woelde er van alles. Al op het eerste weekend vertelde prof.dr.
H.M. In ‘t Veldt-Langeveld, die toen net een keurig boek had geschreven over Vrouw-beroep-
maatschappij en die nu, dan wel zonder In ‘t Veldt erbij, een keurig voorzitter van allerlei
raden en commissies is, me hoe teleurgesteld ze van de oprichtingsvergadering was
thuisgekomen. Ze had het allemaal veel te keurig gevonden - op zijn minst verwacht dat we
opgeroepen zouden worden met ons allen de straat op te gaan.
Wij zeiden zelf niet veel, op die vergadering. In mijn herinnering vertelde Joke Kool-Smit als
voorzitter van het bestuur gewoon wat er van ons werd verwacht. Wij moesten zitting nemen
in werkgroepen die de ernstigste belemmeringen van het bestaan van de gehuwde
werkende vrouw zouden bestuderen en strategieën zouden ontwerpen om die weg te
nemen. Een pressiegroep moesten wij worden, zoals Consumentenbond of ANWB, die
politieke partijen en overheid zou bestoken met deskundig geformuleerde eisen op een
ergerlijk verwaarloosd beleidsterrein (nu formuleer ik het te modern, maar het is ook allemaal
zo vreselijk lang geleden).
Niemand zei hardop dat ze daar geen zin in had. Er was ook wel een soort vangnet: groepen
over ‘mentaliteitsverandering’, voor degenen die geen specifieke deskundigheden hadden
(en die opgezet zouden worden door een psychologe, die echter nooit tijd bleek te hebben).
Ik voelde echter direct dat die niet zo’n hoge status zouden hebben, want ik meldde mij
helemaal niet bij Mentaliteitsverandering, maar bij Politieke Partijen. Op zichzelf sloeg dat
nergens op, want ik wist helemaal niets van politieke partijen; het was nooit in me
opgekomen dat dat iets was waar je lid van kunt worden. Ik had de achterkanten van de
aanmeldingsformulieren van MVM daarentegen volgeschreven met van alles over
emotionele en seksuele uitbuiting van vrouwen. Dat kwam omdat ik niet zoals de meeste
anderen een werkende gehuwde vrouw was. Ik woonde in een dorp met slechte
verbindingen en was daar een gewone gehuwde vrouw met thuiswerk (wel wetenschappelijk,
maar het betaalde net zo weinig) Mijn kinderen liepen zelf naar dezelfde school, dus
problemen met kinderopvang, halen en brengen, ongelijke schooltijden, middagpauze en
ongelijke vakanties had ik ook niet. Van de problemen die het opgesloten zijn in een
voorstad met man en kinderen met zich meebrengt, wist ik echter alles.
Het onderzoeken van de partijprogramma’s, hoe weinig het ook met mijn problemen en
deskundigheden te maken had, gaf toch wel een zeker gevoel van het Echte Leven. De
andere leden waren allemaal wel ergens lid van, meest PvdA en D66, onder leiding van een
ferme PSP-ster, en ik leerde daar van alles (uit een telefoontje naar het KVP-partijbureau
bleek bijvoorbeeld dat niemand daar wist wie hun partijprogramma opstelde). Nadat wij
hadden vastgesteld dat de meeste partijen weinig aan vrouwenbelangen deden, gingen wij
zelf een eisenprogramma opstellen (ik schaam me nog als ik er aan denk dat wij de
alimentatie na een jaartje of wat lieten ophouden, omdat het huwelijk geen levensverzekering
                                                
1
Verschenen  in Katijf, 8
ste
jrgng,nr 47, okt/nov 1988
Previous page Top Next page