1
ANNEKE VAN BAALEN
BEWEGING EN OUDERDOM
Wat er gebeurt met de vrouwenbeweging als zij ouder wordt? Eenvoudig: eerst beweegt zij
wat langzamer en dan beweegt zij helemaal niet meer. De vrouwenbeweging is dood, leve
de volgende golf!
Niet iedereen ziet dit in. Het is ook verwarrend: de vrouwen die in die beweging bewogen
leven bijna allemaal nog, kopen Opzij of lenen het van hun buurvrouw; zij werken bij
instellingen voor feministiese rechtshulp of zorgverlening, of betrekken aldaar hulp of zorg; zij
verwerven studiepunten en inkomens bij vrouwenstudies. Hoe kan de beweging dan dood
zijn?
Gewoon: omdat al die vrouwen wel leven en hun werk doen, maar individueel, volgens de
gewone procedures. Als ze bewegen, is dat op aerobics en tennisbanen. En als moeder in
opstand komt - iedere dag komt er nog steeds een moeder in opstand - dan doet ze dat, net
zoals vroeger, in haar eentje; als ze een vriendin of familielid heeft voor steun en advies,
mag ze blij zijn.
Overal zijn vrouwen in hun eentje bezig: om een baantje te krijgen, om een baantje te
houden, om eens wat verder te komen; en overal mogen ze blij zijn met die ene vriendin, die
bereid is de eindeloze verwikkelingen van sollicitatieprocedures, beoordelingsgesprekken,
reorganisaties, bezuinigingen, vriendjespolitiek en seksuele intimidatie in al hun détails aan
te horen.
Overal volgen vrouwen trainingen en kursussen in assertiviteit, onderhandelen,
gespreksvoering, managen en leiding geven, waarna zich naar terapie begeven om alles wat
met hun persoonlijke socialisatie is misgelopen te laten bijsleutelen.
Om misverstanden te voorkomen: dat is niet omdat die vrouwen ouder zijn geworden, dat ze
zo in hun eentje worstelen. Want de twintigers en dertigers - voorzover bezig met de toegang
tot de arbeidsmarkt - zijn niet anders, hoe kollektief ze ook heen en weer springen in de
disko.
Dat die beweging zo jong is gestorven is merkwaardig in een tijd waarin het oud worden van
vrouwen zo lang is uitgesteld; waarin het steeds beter lukt vrouwen in beweging te houden,
op een leeftijd waarop hun moeders er vastberaden bij gingen zitten. Er bestaat dus geen
rechtstreeks verband tussen de bewegelijkheid van vrouwen als individu en de
bewegelijkheid van hun gezamenlijkheid. Integendeel: als we de eerste golf er bij nemen,
dringt zich zelfs een omgekeerd evenredig verband op. De vrouwen van die golf hebben zich
samen hele levens lang in hun individuele korsetten bewogen tot ze eindelijk mochten gaan
sporten en daarna was het allemaal individualisme en flapperdom, met de laatste restjes
beweging verstard tot burotjes en vrouwenstudies, net zoals nu. Van golf tot golfen. (En als
vrouwen dan maar wat beter gingen tennissen! Waar blijft de beweging voor de vijfsetter?
Moet de oude Navratilova dat ook weer in haar eentje doordrukken?)
Wij stuiten dus op een paradox: vrouwen als individu zijn tegenwoordig veel te bewegelijk.
Ze worden niet oud, er zit geen vastigheid in. Hun favoriete beweging is het spagaat - één
been glijdend naar het zelfstandig bestaan en het andere naar het leven als vrouw. Ze
hebben zulke soepele gewrichten dat ze alle kanten opvallen. Omdat ze ook het korset in de
strijd verloren hebben, zoeken ze dan maar een uitwendig skelet: ze laten zich inkapselen in
de officiële mannelijke instellingen. Iedere dag om 9 uur naar het buro! Notas schrijven! Dat
geeft houvast.
Zo veranderde beweging in burokratie; die gewrichtsstijfheid, waarover zoveel geschreven is
en wordt en waartegen alleen privatisering zou helpen. Nu, wat de mannen betreft klopt dat
laatste wel: die hebben in de privatisering inderdaad voor alles een puik middel. Alles wordt
inderdaad geprivatiseerd, tot persoonlijk bezit gemaakt, van menselijke arbeidskracht tot
1
Verschenen in Opzij juli/aug 1991, onder de titel Te vroeg overleden: de vrouwenbeweging. De opmars van de individuele
feminist.