De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977 
reakties op Feminist 1 
 
16
Ik geloof niet dat goedgekeurde maatschappelijke veranderingen een reproduktie van 
de huidige maatschappelijke orde zullen geven. Daar zijn we zelf bij. We kunnen ons 
als feministen terugtrekken om samen ons te bezinnen over doelen en strategie, maar 
om van de mannenmaatschappij een mensenmaatschappij te maken, hebben we o.a. 
te werken met en binnen deze instituten, die nu nog hoofdzakelijk uit mannen bestaan. 
De gelukkiger, ontspannen samenleving, die mij als ideaal voor ogen staat - met voor 
ieder recht op ontplooiing, Inkomen en bezigheid - zal bevolkt worden door mannen en 
vrouwen. 
Geen echte feminist ben ik dus, maar toch bezig met de positie van de vrouwen in 
onze maatschappij. Met belangstelling zie ik het volgende nummer tegemoet om te 
kunnen lezen wat anderen ervan vinden. Wat hun voor ogen staat bij het begrip 
revolutie en hoe zij die denken te verwezenlijken. 
 
(5) 
Strijden, ja maar hoe? 
 
Na een periode van betrekkelijke rust aan het emancipatie- en feminismefront, waar 
velen weliswaar hard aan het werk waren maar waar niet zozeer sprake is geweest 
van een voorhoedegevecht, is feministiese uitgeverij De Bonte Was gekomen met een 
eerste aflevering van haar tijdschrift Feminist. Hiermee wordt een poging ondernomen 
die rust te verstoren, doordat de schrijfsters hevig te keer gaan tegen alles wat er in de 
vrouwenbeweging in Nederland gaande is. En vooral waarschuwen ze tegen het grote 
gevaar waarmee de beweging bedreigd zou worden, de 'inkapseling' in de bestaande 
maatschappelijke orde. Tot slot roepen ze alle vrouwen die ze hopen wakker te 
schudden, op tot 'nieuwe aktiviteiten in het kader van revolutionair feminisme'. 
Ik denk dat de vrouwen van 'De Bonte Was' gelijk hebben wanneer ze zeggen dat het 
tijd is dat een aantal zaken weer krities aan de orde gesteld worden en dat het bovenal, 
nu de beweging groeit en bloeit, van het grootste belang is om waakzaam te blijven en 
de inhoudelijke diskussie niet uit de weg te gaan. 
Maar hoe denkt 'De Bonte Was' de inkapseling te kunnen voorkomen? Ik vind de 
oplossing die wordt geboden, n.l. 'radikaal feminist ben je in je vrije tijd' niet 
bevredigend. Want wat is de gedachte daarachter: dat in die vrije tijd, zonder het 
corrumperende en inkapselende geld te verdienen, gewerkt moet worden aan de 
revolutie. 
Een revolutie die dan geheel in afzondering van de maatschappij wordt voorbereid, een 
revolutie van buitenaf dus.  
Zonder het gevaar voor inkapseling te willen onderschatten, zie ik toch ook een andere 
weg voor de vrouwenbeweging. Met opzet zeg ik een 'weg' en niet 'strategie' of 
'ideologie', omdat juist zo min mogelijk moet worden vastgelegd over het 'hoe' en het 
'waarnaartoe'. Maar dat we op weg zijn is duidelijk, en een ieder gaat vroeger of later 
voorbij het punt van niet meer terug kunnen. De weg, een weg, die ik zie is er niet een 
van de revolutie van buitenaf, maar, om in diezelfde terminologie te blijven, een guerilla 
van binnenuit. Is het ons na enige jaren vrouwenbeweging op een gegeven moment 
duidelijk geworden dat het niet alleen een kwestie was van zaken buiten onszelf die 
moesten veranderen, maar dat ook een grote verandering in onszelf moest 
plaatsvinden, zo is het nu duidelijk, lijkt me, dat we niet alleen van buitenaf tegen de 
maatschappij moeten vechten, maar dat we deze ook van binnenuit moeten bestrijden. 
En bij die aktie moeten we voor een deel de wapens, zoals bijvoorbeeld geld, en voor 
een deel de verworvenheden, zoals bijvoorbeeld kommunikatiemiddelen, van die 
maatschappij gebruiken. In deze visie is de vrouwenbeweging erbij gebaat dat zij zo 
breed mogelijk wordt, dat zij een plaats verovert op alle gebieden en in alle lagen van 
de maatschappij. Dan mogen subsidies worden aangenomen, mogen eigen