De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977 
reakties op Feminist 1 
 
17
ondernemingen worden opgezet, mogen wetenschap en politiek als middelen worden 
gehanteerd. Het belangrijkste daarbij is dat er werkelijke alternatieven binnen de 
bestaande orde worden geboden en dat oude middelen op een nieuwe en 
vernieuwende manier worden toegepast, niet uit tijdelijke egoistiese motieven, 
maar met het oog op een andere manier van leven en werken. Dit betekent ook dat 
een ieder kan werken daar en op die manier die haar het beste ligt, thuis of in een 
baan, prakties of theoreties. 
Net zoals een guerrillabeweging gaat zorgen voor eigen onderwijs en een eigen 
gezondheidszorg, zo moet de vrouwenbeweging hard blijven werken aan het 
ontplooien van eigen initiatieven die een alternatief bieden binnen de bestaande 
samenleving. En net zoals de gezondheidszorg van guerrillastrijders er niet een is van 
medicijnmannen, maar, zover ze daartoe de kans krijgen, werkt met moderne 
middelen, zo moet de vrouwenbeweging niet strijden met 'primitieve middelen' maar 
die wapens en verworvenheden van de maatschappij gebruiken die haar eigen doel 
dichterbij brengen. 
Grote waakzaamheid blijft daarbij natuurlijk geboden. We komen allemaal zelf voort uit 
deze maatschappij en kunnen alleen door vallen en opstaan ondervinden waar de 
talloze oude en nieuwe valkuilen zich bevinden. Maar valkuilen moeten worden 
gedicht, zodat degenen die erna komen, niet altijd ook eerst dezelfde hindernissen 
moeten nemen op de weg die gegaan wordt. 
Maar, nogmaals, de weg van de vrouwenbeweging is niet één weg. Ieder van ons gaat 
haar eigen weg, komt vanaf een andere plek, en moet zelfs altijd een stuk helemaal 
alleen afleggen. Wel kunnen we elkaar daarbij helpen, door elkaar voortdurend op de 
hoogte te houden, door bakens, herkenningspunten uit te zetten. 
Zo hebben ook degenen die van buitenaf willen werken, alle recht dat te blijven doen. 
Want een denkbeeld dat ik feministies zou willen noemen, is het volgende: niet of-of, 
maar en-en. Hoe nodig het soms is om een keuze te maken, hoe bevrijdend het kan 
zijn om te ontdekken dat er een keuze is, vaak werkt het nog bevrijdender om niet te 
moeten kiezen; want soms stellen we onszelf voor een keuze of worden we door 
anderen ervoor gesteld, waarbij het moeten kiezen dwingender wordt dan de in dat 
geval ogenschijnlijke vrijheid van het kiezen zelf. 
Het moeten kiezen, het of-of-principe, schept moedwillig verdeeldheid. Het moeten of 
willen afzetten tegen kost enorm veel energie. Volgens mij is het een valkuil, het 
berooft je van je energie om in te gaan op een uitspraak als 'wie niet voor mij is, is 
tegen mij', om je te laten verleiden tot confrontatie of tot rechtvaardiging. Het en-en 
principe veronderstelt een relatie, maar kan andere zaken en mensen ook 'laten' en 
alleen op die manier kun je je eigen energie optimaal besteden. Zaken, mensen, 
gedachten, kunnen naast elkaar bestaan en in het gunstigste geval samen iets 
vruchtbaars opleveren, energie verschaffen. Wanneer de relatie energie gaat kosten, 
vaak ten gevolge van onderlinge bedreiging, kun je zorgen dat je je energie bij jezelf 
houdt, zodat deze niet verloren gaat in de andere partij of in de relatie zelf. 
Zo is het niet of van binnenuit of van buitenaf, maar en-en; het is niet of emancipatie of 
feminisme, maar en-en: en het is niet of 'vrouwelijke' waarden of 'manlijke' waarden, 
maar en-en, om een paar van die keuzes te noemen die telkens weer gemaakt 
schijnen te moeten worden. 
Dit alles betekent niet dat we niet strijdbaar zouden moeten zijn, integendeel, want de 
strijd die nog geleverd moet worden, het werk dat verzet moet worden, is enorm. Maar 
op deze manier kan er hopelijk ook het best het hoofd geboden worden aan de 
tegenkrachten waar we mee te maken hebben en nog mee te maken zullen krijgen: 
door in kleine groepen op zoveel mogelijk verschillende plaatsen bezig te zijn, en door 
onze energie aan onszelf te besteden. Want laten we niet strijden tegen, niet tegen de 
maatschappij, tegen de mannen, of tegen elkaar, maar laten we strijden vóór, voor een 
nieuwe samenleving, voor mensen, vrouwen en mannen, kortom: voor onszelf.