VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979 
92
Bericht van het huis 'Lievevrouwenbedstroo'² 
 
We wonen hier alweer anderhalf jaar. Sinds ons begin zijn er enkelen weggegaan, meer zijn er 
gekomen. Eén van ons is hier doodgegaan. De jongste van de bewoonsters is 55, de oudste is net 
80 jaar geworden. Het is hier meestal wel wat rommeliger dan we gewend waren en we hebben 
ook echt wel eens toestanden. Maar we blijven het fijn vinden dat we dit hebben gedaan, 
anderhalf jaar geleden. We leven, hoe dan ook, zelfstandig en toch niet alleen. Er is altijd wel wat 
te beleven, waarbij erg fijne dingen; niet het minste is om nieuwe fijne vriendinnen gevonden te 
hebben. En we lachen heel wat meer dan we vroeger deden! Ieder van ons heeft een situatie 
achter zich gelaten, waarin zij verdrukt werd of waarin zij verdrukking in de vorm van betutteling 
zag aankomen. En ieder voor zich heeft gekozen voor een woongemeenschap met andere 
vrouwen, die ook oud of 'oudere' zijn. Er is wel eens iemand wanhopig over rommel of een ruzie, 
dan zeggen we tenslotte: zou je terug willen en dan is het vrijwel altijd 'nee... dat niet'. 
Voor mij begon het zo. Mijn dochter die vaak in het Vrouwenhuis in H. komt, zei 'moeder er hangt 
een briefje in de gang voor een praatgroep voor oudere en oude vrouwen, daar moet je aan 
meedoen. Zal ik je naam er maar bij zetten?' Veel later werd ik opgebeld door Lida (die ik toen nog 
niet kende) die zei dat zij het briefje had opgehangen, maar dat er maar twee vrouwen op 
ingeschreven hadden. Dat was te weinig voor een praatgroep maar we hebben toch maar een 
afspraak gemaakt met ons drieën. Sindsdien zagen we elkaar vaak en Lida en Sannie die 
buitenshuis hadden gewerkt en die nogal wat mensen kennen, praatten met hun vriendinnen en 
kollega's over de dingen die we samen ontdekten over ons eigen leven. Ik praatte er met mijn zus 
over, ik was huisvrouw in die tijd en dan heb je meestal niet zoveel kans om met anderen intiem te 
praten. Zo nu en dan bedachten we een 'thema-avond', die altijd ging over wat voor toekomst een 
oudere vrouw had. Zo hadden we een avond over 'doodgaan, alleen of met anderen erbij en wie 
dan wel' en 'heb je wat aan een hobby?' En ook 'wil je meedoen aan de vrouwenbeweging en 
denk je dat je het nog kan?' Voor zo'n avond nodigden we alle vrouwen uit die ons bekend waren, 
en die belangstelling hadden getoond, al was het maar een aasje. Op één zo'n avond was het 
thema: 'hebben we eigenlijk wel een toekomst? wat kunnen we met de jaren die we nog leven?' Er 
kwamen meer dan twintig vrouwen en het was de rumoerigste en meest onoverzichtelijke avond 
die we tot dan gehad hadden. Telkens als iemand voor zichzelf wat aan het bedenken was, 
verstikte haar verhaal in 'als maar' of 'als maar niet'. Na een tijdje werden we er helemaal naar 
van, we konden geen 'maar' meer horen, we begonnen door elkaar heen te schreeuwen. In de 
stilte die daarop volgde werd opeens het idee geboren: botje bij botje leggen en samen gaan 
wonen in een groot huis. Ons leven tezamen en in overleg inrichten zoals we zelf wilden. We 
hadden toen ook opeens een werkgroep van meer dan tien vrouwen, die allemaal in ons 
toekomstig huis wilden wonen. 
Eerst zag ons plan er heel eenvoudig uit: nu betaalden we toch ook huur, van Bijstand, AAW of 
salaris of pensioen; we waren in ziekenfonds of verzekerd, mediese verzorging enzovoort, alles 
kon eender blijven aan kosten. Toen 'n hele tussengeschiedenis: praten met gemeentebesturen in 
de omtrek, praten met Woningbouwverenigingen en Stichtingen, die hebben nog wel eens een 
hofje en dat wilden wij ook wel. 
Niks lukte en dat blijft toch wel vreemd want we zouden toch woningen achterlaten? sommigen 
leverden heel wat meer ruimte in dan waar ze om vroegen: een kamer voor zichzelf en twee 
keukens voor naar verwachting twintig vrouwen. Van alle afwijzingen waren de banken het 
duidelijkst: er werd niet geleend aan vrouwen, er werd niet geleend aan mensen boven de zestig 
jaar. (Dat was toen toen enkelen van ons hun spaargeld in het kopen van een huis wilden steken). 
Zodoende werd 't: iedereen gaat zoeken naar een geschikt leeg huis en tezamen gaan we kraken. 
 
Voor mij was het een zenuwentijd. Ik was getrouwd en dat al veertig jaar. De laatste tien jaar was 
het huwelijk bijna onleefbaar. Hij had al nooit gewoon en echt met mij willen praten en ik was als 
                                                 
2
 'Bericht van het huis Lievevrouwenbedstroo', geschreven door Corrie van Dijk, gecombineerd met het 
verhaal 'Tante Julia' (voorin deze bundel) inspireerde Annemarie Borsboom tot haar eindexamenfilm voor de