Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 5 
Next page End 1 2 3 4 5  

3
rechten van witte mannen via interne sollicitatieregelingen, de voorkeurspositie van
wachtgelders en de regel ‘last hired, first fired’ - door de vakbonden vastberaden wordt
tegengehouden.
7
Een wettelijke regeling zou al deze vormen van indirekte diskriminatie
moeten verbieden (misschien zou er dan eindelijk eens politieke steun te vinden zijn voor
een werkgelegenheidsbeleid, dat niet uitsluitend op uitstoting van arbeidskracht is gericht).
Zoals de toestand nu is zijn er nauwelijks vakatures waar positieve diskriminatie kan worden
toegepast.
3. De vrijblijvende en incidentele positieve-aktieplannen ten gunste van ‘etniese
minderheden’ leveren nog een ander onaangenaam neveneffekt op: de deskundigen achten
voor een goede opstelling, uitvoering en kontrole hiervan registratie op etniciteit
onontbeerlijk. Ondanks het algemene verzet dat naar aanleiding van de ‘pasjeswet’ tegen
legitimatie- en registratieplichten is ontstaan, lijken de tegenstanders van registratie ten bate
van positieve diskriminatie op de arbeidsmarkt voorlopig nog in de minderheid.
Toch hebben de tegenstanders van registratie goede argumenten
8
: er bestaat een
bevolkingsadministratie op nationaliteit en geboorteplaats, die al meer dan voldoende
gegevens biedt. De bezorgdheid van de deskundigen over het opsporen van de ‘tweede
generatie’ betreft vooral de toekomst. Bovendien is een perfekte registratie pas nodig als er
onzekerheid bestaat of de voor te trekken groepen niet al bijna evenredig in alle funkties
vertegenwoordigd zijn. Als die idylliese situatie is bereikt, is positieve diskriminatie ook
eigenlijk niet meer nodig.
Nu bestaat de paradoxale toestand dat tegenstanders van registratie op ‘etniciteit’ eigenlijk
gedwongen worden zich ook tegen positieve diskriminatie te verzetten, vooral als deze in
kwota en streefcijfers is vormgegeven. Daardoor wordt de verdeeldheid weer groter en
neemt het risiko dat de positieve diskriminatie níet, maar de registratie wèl wordt doorgezet,
nog verder toe.
9
4. Een algemeen, wettelijk verplicht, van overheidswege gekontroleerd achterstellingsbeleid
van witten/mannen komt er niet als daartoe geen politieke druk wordt uitgeoefend en het kan
ook niet worden uitgevoerd als er geen organisaties en aktiegroepen zijn die er achteraan
blijven zitten met protesten en procedures, als de bevoorrechten weer eens zijn
voorgetrokken. Dat zulke klubs in Nederland gering in aantal zijn en weinig aan de weg
timmeren heeft historiese oorzaken. ‘Positieve diskriminatie’ als eis is immers afkomstig van
de zwarte burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten, die in Nederland geen parallel
heeft. De vrouwenbeweging in de VS heeft - net zoals in de vorige eeuw - bij de zwarte
beweging aangehaakt en zo kwamen de ‘civil rights’-ideeën eind jaren zestig ook in
Nederland terecht. Met name Joke Smit heeft altijd nadrukkelijk de analyse van ‘vrouwen als
minderheidsgroep’ en de daarbij behorende strategieën gepropageerd. Omdat ze daarbij
echter zo sterk de nadruk legde op verbeteringen die rechtstreeks via het overheidsbeleid tot
stand gebracht zouden kunnen worden, kwam het aktieve deel van MVM binnen de overheid
zelf terecht.
10
De rest van de toenmalige feministiese beweging verloor het zicht op en de
belangstelling voor de beleidsontwikkelingen.
11
De organisaties van de numerieke
minderheden zijn vanwege hun defensieve posities al helemaal niet in staat tot het scheppen
van grote politieke opwinding over het onrecht en de bestrijding daarvan.
                                                
7
Zie over aanbevelingen in deze zin Over gelijkwaardigheid gesproken, Nota vrouwenemancipatie van de universiteit van
Amsterdam, 1986, p. 43 en F.Bovenkerk, p. 102, op afstand gevolgd door de Adviescommissie Minderheden in hetzelfde
rapport, p. 144, onder 6.
8
Zie Registreren van etnische afkomst? Verzameling van artikelen, op uitnodiging geschreven ter voorbereiding van een
diskussiemiddag op 18 april 1985 in Amsterdam, Bestuursinformatie Amsterdam, vooral J.Holvast e.a., Niet registreren, maar
doen! (p.16 vlgg) tegenover J.E.Overdijk-Francis, Registreren of blijven kreperen (p.37 vlgg.)
9
Zie bijv. Annie Tji, Paper casus bestuurskunde Amsterdam, december 1986, p.4:’Het inspraakorgaan Molukkers is in 1984 een
kontrakt aangegaan met het ministerie SoWe dat inhield dat Molukkers voortaan gekodeerd worden als Molukker-zijnde, bij het
GAB. Tot op heden is er geen enkele Molukker op basis van dat kontrakt aan een baan geholpen, terwijl dat toch de bedoeling
van de registratie was. Het inspraakorgaan van Antillianen dreigt momentel een soortgelijk kontrakt opgelegd te krijgen. Deze
organisatie wijst registratie op etniciteit af, juist omdat het niet verwacht dat de nadelen daarvan door enig voordeel op de
arbeidsmarkt gekompenseerd zullen worden.
10
Zie o.a. Sloot, p.174 vlgg
11
Zie o.m. Joke Smit, Is het feminisme ten dode opgeschreven? in: Er is een land waar vrouwen willen wonen. Sara,
Amsterdam 1984, p. 292 vlgg
Previous page Top Next page