Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 4 
Next page End 1 2 3 4  

1
ANNEKE VAN BAALEN EN MARIJKE EKELSCHOT
Vrouwen in links mannenland: 
Hoe krijgen we ze er weer uit?
Vrouwen in links mannenland.... Ach gossie wat zielig, denken we dan als radikaal-
feministen, hoe zijn ze daar nu weer terecht gekomen? En hoe krijgen we ze er weer uit?
Want die linkse mannen, daar zitten reuze griezels tussen, daar kunnen we over
meepraten...
Maar daar zouden we het niet over hebben. Het ging over wat feminisme en socialisme
elkaar te bieden hebben en over strategie en organisatievormen. Eerst moeten we maar
eens uitzoeken wat iedereen bedoelt met ‘socialisme’ en ‘feminisme’.
Joke Smit heeft in de Groene van twee weken geleden duidelijk gezegd wat voor soort
socialist zij is. Zij noemt zichzelf sociaal-demokraat en baseert daarop haar strategie. Een
sociaal-demokraat, zoals Joke Smit, gelooft (zie ook haar VN-artikel van 28 november) dat
het parlement de baas is in de Nederlandse samenleving, omdat het de wetten maakt. Die
wetten worden voorbereid door departementen en andere overheidsinstanties (zoals de
Emancipatiekommissie) en uitgevoerd door de regering. Dat is het beleid. Dus als je de
levenssituatie van vrouwen wilt veranderen moet je invloed krijgen op wetgeving en beleid.
Dat is wel moeilijk, maar vrouwen zijn heus niet te stom om dat te leren.
Tot zover is het duidelijk. Minder duidelijk is of in Joke Smits opvatting die invloed moet
worden uitgeoefend door autonome vrouwenorganisaties (een soort MVM’s zonder mannen)
en –vakbonden, òf door vrouwenafdelingen binnen bestaande mannenpressiegroepen (zoals
de Rooie Vrouwen en vrouwengroepen in de vakbonden) òf zelfs door vrouwen in dienst van
de overheid (het netwerk van Emancipatiewerkers). Wel weten we dat volgens Joke de
vrouwen die feministische deskundigheid hebben, betaald moeten worden, anders worden
ze overspannen.
Alleen in het eerste geval zou je een parallel kunnen trekken met de reformistische
mannenvakbeweging. De andere twee vormen nemen met heel wat minder
onafhankelijkheid genoegen. Helaas bestaat de onafhankelijke vorm nog niet. Dat zal wel te
maken hebben met de eis dat feminisme betaald moet worden – en de meeste vrouwen
hebben geen geld; partijen, vakbonden en overheid wel.
Socialistisch?
De gevaren van een verbinding tussen feminisme en overheidsapparaat komen verderop
nog aan de orde. We willen nu eerst kijken wat voor soort socialisme we onder de
verzamelnaam ‘feminisme-socialisme’ kunnen aantreffen; of dat de sociaaldemokratie of het
revolutionair socialisme is, of dat Soc alleen maar de achternaam is van mevrouw Fem.
Nu is dat niet eenvoudig, want ‘de fem-soc-beweging’ heeft tot nu toe geen organisatie en
geen gemeenschappelijke standpunten. Dat zegt natuurlijk al iets over de aard van die
beweging, en dat wordt nog bevestigd door wat vrouwen die regelmatig over de fem-soc
schrijven te zeggen hebben, zoals drie weken geleden in de Groene en in de laatste
Nieuwsbrief van het Feministisch Socialistisch Platform.
Daarbij wordt over een keuze voor hetzij een sociaal-demokratische, hetzij een revolutionair-
socialistische strategie (of voor het Euro-kommunisme, toch ook een mogelijkheid) helemaal
niet gesproken. Joyce Outshoorn,Selma Sevenhuysen en Petra de Vries betogen
daarentegen juist, dat de verschillende strategieën van de linkse mannen geen van alle van
toepassing zijn, omdat ‘werken in de privésfeer juist andere eisen stelt’. Nu is het woord
                                                
1
Onder de titel ‘Vrouwen in links mannenland’ verschenen in de Groene Amsterdammer van 1979 verschillende
diskussiebijdragen. ‘Hoe krijgen we ze er weer uit?’ was de bijdrage op 9 mei 1979 van Anneke van Baalen en Marijke
Ekelschot. 
Previous page Top Next page