Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 88 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12  

van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA
, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
7
terug kwam, en dat waren toen ineens allemaal andere vrouwen. Ik had echt zo'n
ontheemd gevoel van jeetje, die zijn er zomaar allemaal bijgekomen en die ken ik
niet eens en ze hebben zómaar een krànt gemaakt! Je had echt met al die din-
gen, ik móet er bij zijn! De manier waarop je met vrouwen was gaan praten en
dingen ging ontdekken, bepaalde ook de vorm die je aan de beweging wilde ge-
ven. Je was allergies geworden voor de struktuur van een groep die bepaalt wat
jij vindt. Met stemmingen van voor of tegen zonder duidelijk te praten over het
'waarom'. Er werd in die groepen waar toen nog mannen en vrouwen in zaten,
heel veel over vrouwen heen geramd. Omdat die die manier niet hadden van je
stem hard maken en doordouwen. Je hebt heel gauw als je onmachtig wordt, dat
je begint te janken of een geknepen stem krijgt. Echt maar doorgaan, wat de
meeste jongens dus wel leerden in die groepen, dat kende je niet, dus daar wa-
ren we ontzettend allergies voor. En ook voor die hele struktuur met een voorzit-
ter of een koördinator of hoe je 't ook noemt, want dan krijg je dat de macht en
de kennis daarbij komt te liggen. In de praatgroepenbeweging gingen we toen
helemaal met de billen bloot, omdat vrouwen gewoon een heleboel niet konden,
niet wisten. En hoe kom je daar achter? Door het te doen! Dus we vonden dat al-
les wat gebeurde niet vast moet zitten aan één of twee vrouwen. Dat moest gaan
roeleren. Iedereen leert stencillen, iedereen leert voorzitten, iedereen leert notu-
leren, leert de boel samen te vatten, iedereen leert ergens op af te stappen, te
bellen, te organiseren enz. Iedere keer weer opnieuw kwam het ter diskussie. Het
is ook echt het idee dat we allemaal iets te vertellen hebben, we hebben allemaal
wat in ons en gebundeld maken we die kracht, die macht. Want wat heet macht
hè. Dat zijn mensen met leidinggevende funkties en dat is wat de maatschappij
waardeert. Je krijgt het heel vaak als je op het terrein komt van woordvoerders.
Die hadden wij dus niet. Een vrouw van de beweging, een vrouw van de praat-
groep, en als de volgende krant dan op dezelfde afkwam dan zeiden we weer,
nee, verspreiden, de volgende is aan de beurt, vertel jij nu maar eens hoe het
moet. Met de Vrouwenkrant ging het precies hetzelfde."
Demokraties, niet hiërarchies, geen vaste organisatiestruktuur, zo moest de radi-
kale vrouwenbeweging en dus ook haar krant er uit zien. Het was nieuw allemaal
en dus ook niet makkelijk. Een aantal van de problemen die dat opleverde zijn te-
rug te vinden in de Vrouwenkranten van dat eerste jaar. Een praatgroep die niet
goed draaide omdat steeds dezelfde vrouwen praatten of zwegen; een vrouw die
de groep domineerde; verschillen in kennis of inbreng. In het tweede nummer
(juni '72), in een verslag van een Algemene Praatgroepen bijeenkomst: "Tot nu
toe slaagden alleen heel enkele (zeer nieuwsgierige en misschien wel machts-
wellustige) vrouwen er in een overzicht over de bestaande praatgroepen te krij-
gen; wat om vele redenen, van ideologiese en praktiese aard, geen situatie is.
Het leek daarom het beste een lijst te maken met alle namen van alle vrouwen uit
alle praatgroepen, zodat iedereen het initiatief kan nemen tot wat dan ook. Het
idee van kontaktpersonen werd verworpen: iedereen is even verantwoordelijk
voor de groep, laat iedereen dus ook maar aangeschreven/gesproken kunnen
worden, resp. schuldgevoel hebben als ze iets heeft vergeten door te geven."
In een later nummer staan vertaalde artikelen van Jo Freeman, waarin beschreven
wordt hoe in ongestruktureerde, niet hiërarchiese groepen wel degelijk machts-
verhoudingen spelen door verschillen in kennis of inbreng of bepaalde (populai-
re) eigenschappen, maar dat dat verdoezeld wordt door de 'tirannie van de
struktuurloosheid'. Waarna een vrouw zich vertwijfeld afvraagt 'ben ik elitair?',
omdat zij, gewoon door het feit dat ze meer verantwoordelijkheidsgevoel en inzet
heeft dan sommige andere vrouwen, meer informatie heeft en er dus ook beter
over kan praten. En is dat dan slecht? Steeds werden er weer oplossingen bedacht,
http://www.purepage.com Previous page Top Next page