De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977 
reakties op Feminist 1 
 
22
onderdrukking. Er moest iets gebeuren. Zij besloten het heft in eigen handen te nemen 
en maakten bekend dat ze radikaal gebroken hadden met de hele teaterwereld. Zij 
hadden er genoeg van om steeds in de hoek van 'slechte aktrices' geduwd te worden, 
ze zeiden 'Er bestaan geen slechte aktrices, de ondergang van het teater betekent 
onze bevrijding'. 
Dit was een openbaring voor me. Voor het eerst in de geschiedenis wijzen vrouwen op 
onze werkelijke kracht door hun rollen op te geven. Het drong tot me door dat ik al die 
tijd een verraadster van mezelf en andere vrouwen was geweest. Ik kon mijn 
onderdrukking niet zien, omdat ik mezelf zag als iemand die slecht akteert i.p.v. als 
iemand die zich niet wil aanpassen. Want een kenmerk van de teaterwereld is dat elk 
verzet tegen het teater als een onvermogen (om te spelen) wordt bestempeld. Een 
heel geraffineerde manier om elk verzet in de kiem te smoren, waardoor we van elkaar 
gescheiden blijven. Nu besef ik dan ook dat strijd voeren voor mezelf strijd voeren voor 
alle vrouwen betekent. De talentvolle aktrices waren echter beledigd. Ze zeiden: 'die 
groep verstoort met hun reaktionaire gedram ons sukses, en zet het teater op het spel'. 
En konkludeerden, dat het 'wel een heel simpele rechtlijnige oplossing is om zo je 
eigen gebrek aan inlevingsvermogen om te zetten in afwijzing van het teater'. 
Wat de feministiese aktrices niet in de gaten hadden en nog steeds niet (willen) 
hebben, is dat ze afhankelijk zijn gebleven van de goedkeuring van het mannenteater. 
Dat hun teater eigenlijk een welkome aanvulling van het mannen teater is. De 
regisseurs zijn immers blij met deze alternatieve teatervorm: zij kunnen die goed 
gebruiken om hun teater nog beter te maken en ons nog subtieler voor de gek houden. 
Het feministies teater is dus een heel verraderlijk teater; een imitatie van het 
mannenteater. Alles is in feite bij het oude gebleven, alleen met dat verschil dat 
feministiese aktrices zelf denken dat ze hoe langer hoe meer te zeggen krijgen. Maar 
hoe kunnen ze daar ook aan twijfelen? Ze hebben zich er immers ook al die tijd op 
toegelegd, technieken te ontwikkelen om zo weinig mogelijk van onze onderdrukking te 
merken.