De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977 
 
 
51
daar achter tevoorschijn komt? Is die werkelijkheid inderdaad precies andersom als de 
schijn en als dat zo is, kan Marx dat dan verklaren? 
Het kapitalistiese produktiesysteem is gebaseerd op de vrije eigendom en de vrije 
arbeider. Daar had de opkomende burgerij, tegen alle politieke en maatschappelijke 
beperkingen van de feodale - en de gildetijd, voor gevochten, en in de Franse 
Revolutie werden vrijheid van eigendom en van (arbeids)kontrakt als Rechten van de 
Mens geproklameerd. Voor die tijd bestonden er geen vrije arbeiders: iedereen was in 
zijn werk strikt bepaald door de gewoonten van de stand waarin hij geboren was en de 
plaats waar hij woonde, gebonden aan de grond, door de regels van de kerk, aan de 
voorschriften van zijn gilden, door de voorschriften van zijn plaatselijke overheid, en 
zijn vorst (en voor de vrouwen: door de man aan wie ze toebehoorden). In de eeuwen 
die aan het echte kapitalisme voorafgingen zijn al deze regels en beperkingen 
langzamerhand onder druk van de groeiende handel en industrie afgeschaft; de boeren 
zijn massaal van hun land verdreven toen er plaats nodig was voor grootschalige 
landbouw en veeteelt, en nietsdoen (landlopen en bedelen) is tot een zeer zwaar, met 
brandmerken en ophangen bestraft, misdrijf gemaakt. De zo ontstane vrije arbeiders - 
die niets bezaten dan hun arbeidskracht - werden in bedrijven verzameld, en konden 
zo onder kapitalistiese leiding hun bijdrage gaan leveren aan de maatschappelijke 
rijkdom. 
Zo worden de mannen (en de vrouwen en kinderen die volgens de patriarchale regels 
bij ze horen) in een eeuwenlang durende historiese ontwikkeling langzamerhand in 
twee klassen verdeeld: de klassen van de eigenaren van fabrieken, grond, machines; 
en degenen die niets bezitten dan hun arbeidskracht. 
Wie geld heeft - kapitaal - kan daarmee mensen aan het werk zetten. Hij kan ze een 
fabriek laten bouwen, omdat hij met dat geld lonen en bouwmaterialen kan kopen; hij 
kan machines kopen bij een andere fabriek; en hij kan grondstoffen kopen bij weer een 
andere fabriek. Hij kan dus de kosten voorschieten, voordat zijn produkt nog maar iets 
heeft opgeleverd. Arbeiders kunnen dat niet, want dan verhongeren ze; hun moestuin 
zijn ze in dat historiese proces immers kwijtgeraakt. Ze moeten dus wel naar de 
kapitalist, die zich dan ook hooghartig werkgever noemt, terwijl hij eigenlijk het werk 
van de arbeiders afneemt. Want hij zet die arbeiders natuurlijk niet aan het werk uit 
naastenliefde. Hij wil ten eerste zijn voorgeschoten kapitaal terug, en ten tweede wil hij 
nog wat extra voor de moeite, en dat extra, daar moeten de arbeiders voor zorgen. Hij 
geeft ze zo min mogelijk loon (hoe weinig dat is, hangt van allerlei omstandigheden af; 
in de tijd dat Marx schreef was het zo weinig dat ze nèt niet allemaal van honger 
omkwamen). Een deel van de dag werken ze om de waarde van dat loon te 
produceren; dus zoveel levensmiddelen als ze nodig hebben om in leven te blijven. En 
de rest van de dag produceren ze waarde voor de kapitalist: dat noemt Marx de 
meerwaarde. 
Die meerwaarde is niets nieuws. Vanaf dat er sociale klassen bestaan hebben de 
eigenaren van de produktiemiddelen (in de landbouwsamenlevingen bestaan die 
voornamelijk uit grond) degenen die voor ze moesten werken nooit meer gegeven dan 
het strikte minimum, en van de rest van de opbrengst bouwden ze paleizen (of 
tempels, of pyramiden) , en wat ze dan verder allemaal deden (de zogenaamde 
kultuur). Het verschil met tegenwoordig is dat dat een geheel openlijk proces was. De 
slaaf was zelf lijfelijk bezit van zijn meester; hij werkte de hele dag voor hem en kreeg 
een beetje eten terug. De horige werkte een paar dagen in de week op zijn eigen land 
en een paar dagen in de week op het land van zijn heer. Tegenwoordig is dat dus ook 
nog zo, maar dat kan je aan je salarisstrookje niet meer zien. Ze doen net of je voor je 
arbeid betaald wordt: of dat een rechtvaardige ruil is. En al heb je het gevoel dat het te 
weinig is, je weet nooit hoeveel je krijgt: hoeveel uren je nu eigenlijk voor jezelf gewerkt 
hebt, en hoeveel voor de baas. Er zijn ook een heleboel mensen die het rechtvaardig