Navigation bar
  Print document Start Previous page
 2 of 8 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7  

Blijf van m’n lijf, uit Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen, De Bonte Was, 1978
2
Wij kozen er voor om ons specifiek te gaan bezighouden met hulpverlening aan
mishandelde vrouwen. Een duidelijk probleem waar duidelijk niets aan gedaan werd. Wij
wisten dat het voorkwam en vermoedden ook dat het véél voorkwam. Negen maanden
lang bereidden we ons grondig voor. Lazen boeken over onderdrukking en bevrijding,
bespraken hulpverleningservaringen, maakten analyses, oefenden onszelf via rollenspelen
in het (af)houden van gesprekken. We maakten een inventarisatie van de
hulpverleningsmogelijkheden voor vrouwen die te lijden hebben onder fysiek geweld. Er
stonden wel opvangtehuizenvoor vrouwen en hun kinderen, maar die bleken (op één na)
ook allemaal uit te gaan van het idee dat mishandeling, zo daar al sprake van was, een
relationeel probleem was. En de oplossing van een probleem binnen een relatie lag dan
ook volgens hen in het weer opkrikken, lijmen van de relatie. Ten koste van de vrouw.
Dachten we er achteraan.
We realiseerden ons dat we een eigen werkwijze zouden moeten ontwikkelen. De
bestaande hulpverleningsmethoden waren ongeschikt. Gingen te veel uit van de
onuitgesproken vooronder-stellingen dat vrouwen onzelfstandig zijn en niet in staat zijn
voor zichzelf te zorgen. In die tehuizen werden ze dan ook als onmondige kinderen
behandeld: er werd voor ze gekookt, er werd voor hun kinderen gezorgd, ze moesten zo
en zo laat thuis zijn, ze kregen wat zakgeld.
Al doende zouden we een eigen werkmethode moeten ontwikkelen. Telkens uitgaan van
de situatie en bijstellen als de gevolgde handelwijze niet bleek te funktioneren. Maar we
hadden wel een aantal gegevens waar we van uitgingen. We hadden b.v. besloten dat we
alleen met vrouwen wilden werken. We vonden dat juister. Mishandeling is immers een
extreme vorm van onderdrukking van vrouwen. Wij zijn ook vrouwen en hebben daar
mee te maken. Onze belangen en die der vrouwen die we hulp wilden gaan bieden,
komen overeen, al zijn ze niet exact dezelfde.
En verder hadden we in Londen een stimulerend voorbeeld gezien van hulpverlening aan
mishandelde vrouwen. De vrouwen werden opgevangen door andere vrouwen die
hetzelfde meegemaakt hadden en daar geen geheim van maakten. De vrouwen runden het
huis zelf. Leidden hun eigen leven. Kookten, wasten, verzorgden hun eigen kinderen.
Stelden hun huisregels zelf vast. Beschermden elkaar als er een woedende echtgenoot aan
de deur verscheen. Er was altijd plaats, geen vrouw werd geweigerd, iedereen schikte een
eindje op. Iedere vrouw had de tijd en de veiligheid om eens rustig te bedenken wat ze
verder wilde. Tijd om te praten met andere vrouwen die hetzelfde meegemaakt hadden.
En al veel langer bezig waren om een goede oplossing te vinden. Die niet meer geloofden
in het vermogen van hun man zich te beteren. Door schade en schande wijs geworden.
Ofwel tijd om te praten met vrouwen die daar nog wel hoop op hadden. Er bestond geen
'oplossing' voor 'het' probleem. Het was meteen duidelijk dat elke vrouw die zelf moest
vinden en in de praktijk brengen. De consequenties waren ook voor haar. Maar ze werd
wel gesteund door andere vrouwen die met hetzelfde probleem (oplossingen zoeken en
realiseren) bezig waren. De 'staf' bestond uit een aantal vrijwilligsters die voornamelijk
konkrete informatie aandroegen (over echtscheiding, alimentatie, kinderbescherming,
woningen) en zich bezig hielden met het op peil houden van de materiële voorzieningen
(het huis behoeden voor instorten, zorgen dat er geld komt, publiciteit verzorgen).
Zo wilden wij het ook. Steun en concrete, praktische hulp bieden aan vrouwen die bereid
waren terug te vechten en hun eigen kastanjes uit het vuur te halen. Hulp bieden aan
vrouwen die nadrukkelijk verantwoordelijk bleven voor zichzelf, en haar kinderen.
Previous page Top Next page