Navigation bar
  Print document Start Previous page
 5 of 6 
Next page End 1 2 3 4 5 6  

5
mannelijke strijd
24
verschuift naar de kant van de strijd en de daarmee verbonden
mannelijkheidsbeleving. De weerstand tegen het toelaten van vrouwen en niet-echte
mannen wordt dus niet alleen versterkt door bezuiniging en privatisering, maar ook door de
psychologiese gevolgen van de versterking van de onderlinge konkurrentie. De
belangstelling voor de inhoud van het werk vermindert, de nadruk op het bewijzen en
beleven van mannelijkheid wordt groter. En dan: ‘Als zij kan wat hij kan, is hij geen echte
man.’
25
Zo ziet men dan uiteindelijk de hoogleraren aan de sociale fakulteit zich organiseren
om te voorkomen dat er een vrouw in hun midden benoemd wordt, en hun kollega’s in de
slavistiek een letterkundige benoemen op een taalkundige vakature - als het maar een man
is.
Dergelijke irrationele, vicieuze cirkelprocessen kunnen niet door afzonderlijke organisaties
doorbroken worden. Daar zijn algemeen bindende regels voor nodig. Het stellen van deze
regels is een taak die de werkgevers niet zelf kunnen verrichten maar waarvoor ze het
overheidsgezag nodig hebben.
Zo is het dus eigenlijk helemaal niet verbazingwekkend dat de werkgevers in de VS, zoals
van Vleuten vertelt, druk op Reagan hebben uitgeoefend de Affirmative Action, waartegen ze
zich eerst zo hadden verzet, niet weer geheel af te breken en dat Reagan de Executive
Orders op dit terrein niet durfde in te trekken, uit angst dat het Congres de A.A. dan in een,
misschien verder strekkende, wet zou willen vastleggen.
De Nederlandse werkgevers zijn nog niet zo ver. Zelfs tegen de gedachte dat hun wel eens
enige positieve aktie zou kunnen worden opgelegd lopen zij te hoop. Het preadvies van Fase
is daarover zeer informatief: men kan dit rustig aan de vakbonden overlaten! De raden, die
de regering adviseren op het gebied van emancipatie- en minderhedenbeleid, worden dan
ook steeds voorzichtiger. De Emancipatieraad heeft zich er bij neergelegd dat niets anders
dan contract compliance denkbaar is, de WRR kwam ten aanzien van het voortrekken van
‘allochtonen’ met ‘het Canadese stelsel’ dat niet anders dan rapportage over de voortgang
verplicht stelt.
26
Ook dit gaat de werkgevers allemaal veel te ver. Bovendien is het nu gelukt
de arbeidsvoorziening vrijwel geheel aan de invloed van het parlement te onttrekken: niet
alleen komt deze grotendeels in handen van de organisaties van werkgevers en
werknemers, maar dan ook nog op een ver gedecentraliseerde wijze, zodat niemand
nergens meer overzicht van heeft. 
De uitsluiting van vrouwen en mannen van verkeerde huidskleur of herkomst neemt ondanks
alle fraaie
27
plannen nog steeds toe; wat de uitsluiting van vrouwen betreft liep Nederland al
lang aan kop. Bij allerlei. jonge mannen uit minderheidsgroepen dreigt al te gebeuren wat bij
vrouwen eigenlijk al normaal was: ze willen niet eens meer, omdat ze zich niet meer kunnen
voorstellen dat ze zich in dergelijke diskriminerende organisaties zullen kunnen handhaven.
Het is dus dringend tijd dat de organisaties van gediskrimineerden zelf het initiatief nemen tot
de sanktionering van diskriminatieverboden.
De president van de Amsterdamse rechtbank heeft al geoordeeld dat werving onder vrouwen
voor een funktie waarin vrouwen op krasse wijze zijn ondervertegenwoordigd, een juiste
maatregel is
28
. In dit geval had de gemeente nog het initiatief genomen; de veelgeplaagde
wethouder, die deze maatregel nam, kondigde echter opgelucht aan dat het
schoolhoofdenbeleid in de toekomst onder de stadsdeelraden zal vallen. Ook hier maakt de
decentralisatie de politieke kontrole op instelling en nakoming van anti-diskriminatiebeleid
moeilijker, zo niet onmogelijk. Dat het recht misschien voorlopig slechts marginale toetsing
van onevenredigheid mogelijk maakt - dus dat een bevel tot positieve aktie waarschijnlijk
alleen gegeven zal worden, als de onevenredigheid zo groot is dat hij op uitsluiting neerkomt
                                                
24
Dit is als grondslag van de moderne burokratie ontstaan in de tijd dat een verarmde ridderstand in dienst trad van vorsten, die
tot die tijd onvrijen als ambtenaren hadden gebruikt. De ambtelijke werkzaamheden en levensstijl werden toen zo veranderd dat
een ridder – vrij man – ze zonder eerverlies kon verrichten. Zie Max Weber (noot 5), p. 625
25
A.C. van Baalen en M.C.F. Ekelschot, Opzij, jan. 1989, p. 103
26
Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, Advies Allochtonenbeleid 1989, p. 39 v.
27
Zie daarover Stichting Weerwerk, De reserves van de BV Nederland, 10 jaar actief werkgelegenheidsbeleid, Nijmegen 1989
28
Pr. Amsterdam 29 december 1988, KG 1989, 4 en vooral 5 januari 1989, beide gepubliceerd in NCJM-bulletin 1989, p. 167 v.
m.n. L. Mulder
Previous page Top Next page