Navigation bar
  Print document Start Previous page
 29 of 107 
Next page End 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
29
nu. Op het plaatje staat een opgewekt grijnzende man afgebeeld, die met zijn spaan cirkelende
bewegingen staat te maken op een grijs vlak. Zoals voorgeschreven gooi ik tegen de muur wat
specie, die, de wetten van de zwaartekracht indachtig, even hard weer naar beneden valt. Zo
moet het dus niet. Ik moet het op een andere manier proberen. Ik laad wat specie op de spaan en
druk die met kracht tegen de muur. En zowaar, het houdt. Wel is 't een vreemd gezicht, zo'n
verdwaalde plek op de muur, een vlek op de bakstenen.
Misschien moet ik toch systematieser te werk gaan. Nu begin ik onderaan en werk langzaam naar
boven toe, totdat er, als een strook behang, een baan specie op de muur getrokken is, vanaf de
vloer tot het plafond. Van een afstandje bekijk ik mijn werk. Het is ongelooflijk, het lukt. Dank zij mij
verdwijnen de rommelige bakstenen onder een keurige effen laag. Ik ben het, die deze ingrijpende
verandering teweeg brengt. Zingend pleister ik verder tot de bak leeg is. Wanneer de kinderen uit
school komen dek ik zeer voldaan de tafel.
's Middags meng ik opnieuw een bak vol. Een oude transistor zet ik op Hilversum III. Misschien
aangetrokken door de muziek komen de bouwlui een kijkje nemen. Terwijl ik hun ogen in mijn rug
voel priemen, pleister ik met een pokerface door, precies zoals zij zelf doen, wanneer ze door mij
bij hun werk gadegeslagen worden. Zo staan ze enige tijd zwijgend te kijken. Dan zegt er een: 'U
moet bovenaan beginnen.' Hij pakt de spaan uit mijn handen, doet er een dot specie op en
bepleistert, van boven naar beneden gaand, handig een stukje muur. Vervolgens overhandigt hij
mij de spaan weer en vertrekken ze samen, even onopvallend als ze binnenkwamen. Ik probeer
het volgens zijn methode, maar de specie valt met klonten van de muur, dus volg ik maar weer
mijn eigen werkwijze (de vrouwelijke variant), het resultaat is hetzelfde.
'Wat heb je in godsnaam gedaan,' schreeuwt Paul na thuiskomst. 'Hoezo?', vraag ik. Hoezo?
Hoezo? Wat ik met die muur heb uitgehaald. Beschuldigend kijkt hij me aan, alsof ik hem steen
voor steen afgebroken heb. 'Ik heb hem gewoon gepleisterd,' antwoord ik. 'Kom jij eens mee,' zegt
hij dreigend, me in mijn nek beetpakkend. 'Noem je dat pleisteren,' kermt hij. Samen bekijken we
de muur. 'O, o, hoe moeten we dat ooit nog goed krijgen, het is al hard aan het worden.' 'Wat
mankeert er dan aan?' vraag ik verbaasd en op mijn tenen getrapt. 'Dit,' zegt hij, een oneffenheid
aanwijzend, 'en dit, en ga zo maar door.' 'Maar dat is juist de bedoeling,' roep ik uit, 'het is ruw
pleisterwerk, dat vind ik veel mooier dan zo'n gladde muur.' Gekweld roept Paul: 'Ze begrijpt het
niet eens!' Waarop hij driftig het vertrek verlaat, de deur achter zich dicht smijtend.
Ik staar naar de vrucht van mijn inspanningen en voel me volledig miskend.
's Avonds komt een der dorpsbewoners langs om eens te kijken hoe het met de bouw staat. Paul
troont hem mee naar zijn tegelvloer. Zachtjes volg ik hen. De man is een en al lof. Ze lopen wat
rond. Ineens hoor ik zeggen: 'Dat is ook mooi, zeg, heb je dat laten doen?' 'Nee,' mompelt Paul.
'Dat is nog eens wat anders dan een behangetje,' zegt de man, 'en 't past precies bij de sfeer van
dit huis.' Even is het stil, dan volgt de vraag: 'Heb je dat vandaag gedaan, 't is nog vochtig.' 'Nee,'
antwoordt Paul, 'ja, eigenlijk heeft mijn vrouw het gedaan.' 'Je vrouw? Nou, nou, daar heb ik
respekt voor. Ja, die jonge vrouwen staan voor niets...'
Ongemerkt glip ik naar de keuken. Ik kan het niet helpen, maar ik kan het opwellende gevoel van
triomf niet onderdrukken. Blijkbaar heeft Paul de man het huis uit weten te loodsen, zonder dat hij
mij zijn komplimenten heeft kunnen maken, want even later komt hij alleen binnen. De rest van de
avond verschanst hij zich achter een boek.
Het is nu een week geleden dat we het gerestaureerde gedeelte van het huis betrokken. Om ons
heen straalt alles de bekoring van het nieuwe uit: de plavuizen, het pas geschilderde hout werk, de
door mij (jawel) helder wit gepleisterde muren.
Gisteravond gaven we een inwijdingsfeest je voor vrienden. Terwijl ik iedereen van koffie voorzag,
ving Paul de arriverende gasten op, die na binnenkomst meestal meteen losbarstten in loftuitingen
over de metamorfose van het huis. Met welbehagen gaf Paul antwoord op hun vragen over de
verbouwing. 'En de muren?' hoorde ik vragen. 'Die hebben we zelf gepleisterd,' antwoordde hij.
Waarop ik even met de koffie morste.
Verder niet.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page