Navigation bar
  Print document Start Previous page
 118 of 121 
Next page End 113 114 115 116 117 118 119 120 121  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
118
Truus: Nou, er zijn nog anderen ook. 
Tinie: Hij kan z'n kwakkie natuurlijk niet kwijt. Ja, dat is toch zo, verder kan je de
huissloof spelen. Dat is het ergste, hij heeft geen verzorgig meer.
Truus: Toen kwam de dag aan dat hij wegging, kwam hij aan met een verhuiswagen,
hebben we alles naar de deur gesleept, ik zeg we moeten er wel naar toe gaan,
veronderstel dat ze voor die tijd nog even een pak op d'r sodemieter krijgt. Dus Tinie en
ik die waren daar, hij alles meegenomen. Ja, zei hij, als jullie nou ook even meehelpen
sjouwen, maar wij zagen dat helemaal niet zitten, we zeiden: jij sjout maar lekker aan,
drie trappen heen en weer, dag!
Ina: Hij heeft zich kapot gesjouwd met die stenen van de plantenbak. Ik zeg: je wil toch
je eigen spullen hebben, Nou, hij heeft het wel geweten. 
Truus: Toen hebben we bij haar meteen de rommel opgeruimd.
Ina: Ze zeiden, hoe wil je het nu hebben, hup,'kom op, en we zijn aan het rausen geweest. 
Tinie: Ze had geen bed meer, dat hebben we geregeld, en een eetservies en bestek, we
hebben het allemaal verzameld, via, via. 
Ina: Ik zit nu zalig hier. En de volgende dag heeft hij opgebeld, en het eerste wat hij zei
was: Ina, Ina, niet ophangen hoor! Ik zeg: 'Nee, vertel het maar hoor', en ik heb heel
rustig en zelfverzekerd met hem zitten praten, en daar kon hij helemaal met z'n pet niet
bij. Had het idee dat ik bang was geworden voor al zijn dreigementen.
Tinie: Hij zei ook dat het onze schuld was.
Ina: Nee, hij zei dat het de schuld was van Eveline (de dochter van Truus van 16), die
heeft mij op zitten ruien. Maar Truus en Tinie kwamen ook hier als hij weg was, dat vond
hij ook niet goed. En als ik weg was moest ik een briefje schrijven waar ik was. Want dan
kwam hij in een leeg huis, en dan wist hij niet wat hij doen moest, en dan verveelde hij
zich, ik moest overal verantwoording voor afleggen en dat kwam op het laatst als een
orkaan op me af. Maar ik stond er niet helemaal alleen voor want anders ben je geneigd
om daar maar aan toe te geven. Door de anderen wordt je heel erg gesterkt.
Truus: Maar ja, wij zijn ook de vrouwen van het vrije leven. (Veel gelach).
Ina: Als ik naar de thema-avond geweest was, dan zei hij dat ik helemaal veranderd was,
daar zou het allemaal aan liggen, met al die wijven.
Tinie: Hij zei: 'Er zal wel weer over me geluld zijn'.
Truus: Er werd helemaal niet over hem geluld, maar dan proefde zij de sfeer van de
vrijheid ergens, en dan zeiden wij verrek je bent toch vrij. Dat voelde ze natuurlijk ook
wel.
Ina: Op die ene thema-avond wist ik nog niet of ik zou gaan van te voren en daar was hij
zo pisnijdig om. ElIa, m'n dochter zou oppassen en die zei: 'Nou mama, ga maar lekker
hoor want je gaat er toch nooit uit en het is hartstikke gezellig.' Ik zeg: áls Frans belt,
want die belt wel, want het zit heus wel in z'n achterhoofd dat ik zal gaan, zeg dan maar
dat ik besloten heb om toch te gaan. Nou en toen kwam ik thuis en hij al lang en breed
thuis, hij was gewoon eerder van zijn werk weggegaan. Ik zeg goh, ben je al thuis? Ja, en
ik was van plan om al lang in bed te liggen en te slapen ook. Ik zeg: nou jongen dan had
je dat toch gedaan. Ik zeg: goh, had je de vuilniszakken niet even buiten kunnen zetten?
Nee, dat behoort tot jouw plicht als huisvrouw. Ik m'n eigen weer aangekleed,
godverdomme, al die vuilniszakken naar beneden gebracht, ik dacht krijg de pest van mij,
dat was de druppel die het over deed lopen en vanaf die tijd zijn we een beetje aan het
bekvechten geweest, en dat heeft drie weken lang aangehouden, nee langer, toen waren er
strubbelingen aan de hand en toen zei hij: je wil zeker niet meer trouwen. Ik zeg nee, ik
zie het niet meer ,zitten. En maar zeiken dat het seksueel niet goed aan me zou zitten, en
dat het daar wel aan zal liggen en zeggen van zeg het dan, en ik zeg ja, je laat me niet
http://www.purepage.com Previous page Top Next page