VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979 
36
haar wat je wil, ze hééft gelijk!' Waarop wij, met oma als voorloopster, in het bezit kwamen van 
een echt heus bad, van zink, in de schuur, zelf door mijn vader aangelegd, die ook op de één of 
andere manier voor afvoer zorgde en een betere heetwatervoorziening. Oma zette alles op alles 
en vond een 'stortbad' veel frisser en ja hoor, in het halletje voor de W.C. kwam een hele echte 
does, een komplete sensatie in die tijd. Allemachtig, wat dwaal ik weer af, maar ja, dat zal nog wel 
meer gebeuren, sorry hoor, maar de leden van de 'Bonte Was' bekijken het maar en men heeft mij 
gezegd, schrijf gewoon maar een eind heen, als je begint, zal er wel van alles in je boven komen, 
nou en dat is gewoon zo. 
Want oma presteerde het dus om op 1 mei met haar zoontjes 'knap' naar de meeting te gaan. Ze 
zal er wel aardig dagen en nachten lang voor in spier zijn geweest achter haar beroemde 
trapnaaimachine, ook iets heel nieuws in die tijd (ikzelf ben er na 5 jaar huwelijk met een 
handnaaimachine pas aan toe gekomen!) en daar zat ze dan, in de trein, met haar schare, een 
grote mand met broodjes en drinken voor dat koor bij zich, op naar Amsterdam. Zit er tegenover 
haar een heer, alleen, te lezen, zo heeft ze mij dat verteld. En die heeft dat stel bepaald aardig 
zitten observeren, want begon toen tegen oma te praten en haar te komplimenteren met haar 
frisse mooie kinderen en dat het wel een aardige toer geweest moest zijn ze zó knap voor de dag 
te kunnen laten komen! En waar ze vandaan kwam, waar ze heenging, wat haar man deed, waar 
die eigenlijk wel was? Afijn, dat raakte aan de praat en oma kennend, meteen goed ook en recht 
voor z'n raap. En de heer was dokter Rutgers (ja, dat tehuis is ernaar genoemd) en die gaf haar 
geschriften mee, over geboortebeperking en de middelen en de manieren daartoe en dat moet 
kontra-bande geweest zijn en toen ging ze ook nog voor de eerste keer naar zo'n 1 mei feest, 
waar ze weer van allerlei hoorde en ze begon te denken, te lezen en in kontakt te treden met 'de 
rooien', kreeg die opleiding van de Nieuw-Malthusiaanse bond en trok de arbeiderswijken hier in - 
en belandde al gauw voor de eerste keer in de gevangenis, kort weliswaar, maar 't gebeurde. En 
opa de zenuwen, hele huishouden in de tis en de niet zo progressieve onderdelen van de familie 
schaamden zich ongeveer dóód. Ik moest erg lachen, vooral om wat ze vertelde van opa, want het 
was een heel aardige vriendelijke knappe opa, en dat die dat verder toch allemaal van haar 
aksepteerde, want ik kan me zelden of nooit ruzie of lelijke dingen tussen die twee mensen 
herinneren, dat heeft ze blijkbaar heel knap opgelost. Ik vroeg daar ook naar en ze zei 'ach meid, 
als een vent maar genoeg mág en het dan blijkt dat er geen nieuwe opvreters meer bijkomen, nou, 
dan had je toch zeker als vrouw een heleboel vrijheid?! Ik begrijp al die moeilijke vrouwen niet 
hoor!' 
Ofschoon: 't was bepaald niet de eerste keer dat ze opgepikt werd en dat is ook weer een mooie 
story, die ik er wel even tussen moet voegen. De eerste wereldoorlog, die van '14-'18, waren we 
dan wel neutraal, maar, volgens horen, barstten de arme mensen gewoon van de honger en in die 
jaren kwam de toenmalige koningin 'Willemientje' in een open rijtuig door IJmuiden gereden, dat 
zal wel te maken hebben gehad met de sluizen daar en oma heeft toen door een hele grote toeter 
naar dat deftige gezelschap geroepen 'we hebben HONGER
!' en toen is ze een hele dag voor 
schut gegaan en ja, dáár moet opa behoorlijk kwaad over zijn geweest en daar schijnen ze een 
week ruzie over gehad te hebben en ze giechelde nog toen ze het vertelde en ze zei, dat het 
misschien wel kwam omdat ze hem voor paal zette, dat ie niet genoeg te bikken kon versieren 
voor z'n gezin en ja, wie weet? 
 
Allerlei rare vrouwen over de vloer 
 
Nou, inderdaad, daar gingen nogal wat vrouwen bij oma over de vloer! In hoeverre ze nou 'raar' 
waren, weet ik ook niet - ik vond het allemaal bar gezellig, want er was altijd wel wat aan de hand 
daar en bij mij thuis (ik had een zuster die vaak ziek was, de stumperd en ze is helaas ook veel te 
vroeg overleden, maar 't drukte toch een stille stempel op ons gezin) was het rustig. Mijn vader zat 
in veel vergaderingen en vakverenigingen, en was veel weg. Ik heb daar naderhand vaak over 
gedacht, over die twee vrouwen, waarmee ik in mijn jeugd het meeste mee te maken had, mijn 
moeder en mijn oma, hoe totaal verschillend die twee waren en ze ieder, op hun eigen wijze, zo 
onmisbaar voor me waren. Want een feit is, dat mijn moeder er altijd WAS en dat is toch maar 
verdraaid belangrijk voor een kind. Wát je ook flikte, wanneer en hoe laat ik ook thuis kwam - ze 
was er, altijd, breiend of hakend, weinig pratend en ook om de bliksem niet dom, want die kon