VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979 
34
best die dingen in de gaten en gaf mij eens ten antwoord, toen ik vroeg, hoe dat nou toch kwam, 
dat ze nooit meer bij ons kwam en zo: 'ach meid, daar moet je maar niet teveel over prakkizeren, 
heb maar plezier in je jonge leven - maar je moet haar toch eens vragen, hoe het komt, dat jij 
maar één zusje hebt en dat je, als je van die school afkomt - 'k zat toentertijd op de 
werkelozenschool  we alles op alles zullen zetten, dat jij naar de Mulo of de H.B.S. kan gaan 
hoor.' Nogmaals, kinderen zijn veel linker dan je wel denkt en ik heb dat maar nooit aan mijn 
moeder gevraagd, er wél over nagedacht en het verdergaan der jaren gaf me vanzelf het 
antwoord. 
Oma zat al heel vroeg - na een gedegen opleiding van de toenmalige nieuw-malthusiaanse bond - 
in de verkoop van voorbehoedsmiddelen en de eerste keer, dat ze in de gevangenis verzeilde, 
was uit dien hoofde. Het schijnt toen gewoon nog wettig verboden geweest te zijn, onvoorstelbare 
toestanden. Overigens moet ik even tussendoor zeggen, dat ik veel dingen vertel en ga vertellen, 
die ik van horen zeggen heb, van oma, van thuis, uit de familie, dus als ik lieg, lieg ik in 
kommissie, zoals dat heet! Mijn kleindochtertje komt direkt bij me eten  het wurm mag zelf het 
menu enige dagen van tevoren vaststellen, dus ruk ik dit uit de schrijfmachine en ga wel eens 
verder als ik de geest krijg! 
 
Weerklanken op echo's uit het verleden 
 
Want helemaal gelijk had mijn oudste dochter toch niet, want zeker dacht ik wel over al die dingen 
na - en 't zat er immers vroeg in gebakken? Toen mijn eerste kleinkind werd geboren (wát een 
belevenis zeg, een dochter van je oudste dochter!) maakte ik, in een poëtiese opwelling, 
onderstaand rijmsel in september 1972: 
 
Aan Linda 
 
Lief klein molletje 
Eindelijk gekomen uit je holletje: 
Hoe zal dat nu wel verder gaan met jou? 
Geboren uit minnende mooie jonge mensen 
Omgeven door feeën met allerbeste wensen - 
En jouw start is zo goed en zo fijn! 
Maar ach heden, wat toch zielig en klein 
Gedenk ik andere kleine babies op aarde 
Wier moeders hen óók pijnlijk baarden. 
Ach, wanneer worden de mensen eens wijs? 
En is het kinderrecht gewenst te zijn, een eis? 
Hoe zul jij nou wel zijn, over dertig jaar? 
Hééft men dan nog iets aan elkaar? 
Ik deed te weinig de wereld mooi voor je te maken... 
'k Gaf je alleen een goede moeder - met liefde en haken... 
Schattig, gewenst en zo pinnig klein kind, 
Jij staat sterk, want je wordt zo bemind. 
Maar mogen we al die andere zielige babies vergeten? 
Ik wéét het niet - en we moesten het toch weten. 
 
Oma, hoe kwam je daar nou allemaal toe? 
 
Oma leeft in mijn herinnering als een vrouw die een hoop tijd had. Dat is eigenlijk vreemd, want ze 
moet het ontzettend druk gehad hebben, met haar gezin, haar werk, met zichzelf (ze zag er altijd 
uit om door een ringetje te halen). Maar het bestond eenvoudig daaruit, dat ze, als ik er was en 
hoe vaak was ik er niet, altijd tijd voor me had om met me te praten en me te vertellen en niet als 
zij wilde vertellen, nee, als ik dat wilde! Uit school moest ik me eerst thuis melden en holde dan zo 
vaak ik kon, naar toe. We - de familie - woonden allemaal bij elkaar in de buurt (en dat was heel 
fijn en wij kinderen gingen regelmatig de hele familie af, met verjaardagen, geboortes, met onze