Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 11 
Next page End 1 2 3 4 5 6  

1
ANNEKE VAN BAALEN EN MARIJKE EKELSCHOT¹
Links en het lichaam: sociokratie en
korpodemokratie
De progressieven en het konservatisme
Progressief en konservatief lijkt een duidelijke tegenstelling: vernieuwing, vooruitgang
tegenover behoud van het oude. In de praktijk blijkt het echter heel wat lastiger om dat
onderscheid te maken: mensen die zichzelf progressief vinden kunnen soms verrassend
konservatief uit de hoek komen.
Het probleem bij veel progressieve mensen is namelijk dat ze eigenlijk nooit over
konservatisme nadenken. Volgens ons weten de meesten zelfs helemaal niet wat het is,
behalve dat het een euvel is waar andere mensen (ouderen vooral) last van hebben. En als
je niet weet wat het is, ben je er natuurlijk niet zo verdacht op. Soms kan je wel zien dat
iemand aan het twijfelen geraakt is of een bepaald idee wel zo vreselijk progressief is: dan
krijg je argumentaties te horen als ‘we moeten meer aandacht besteden aan het lichaam /
religiositeit / uitkeringsfraude / de positieve aspekten van het moederschap / de veiligheid op
straat / de sociobiologie, want anders dan loopt rechts er mee weg’. Nu heeft rechts nooit
zo’n haast gemaakt om met linkse idealen en plannen weg te lopen, dus als ze dat dreigen
te doen, dan was het gewoon al een rechts idee. Maar veel progressieve mensen denken
dat ze een soort chemiese eigenschappen hebben waarmee zij rechtse plannen in linkse
kunnen veranderen.
Het opsporen van konservatisme is ook moeilijk omdat het altijd zo’n vage ideologie lijkt. Ja,
over vrouwen en kinderen is de konservatief wel duidelijk: die moeten hun plaats kennen.
Maar als je vraagt waarom, blijkt het antwoord vaak ‘omdat ik het zeg’. In plaats van
argumenten lijkt het konservatisme vooral een nostalgies klimaat te bieden, iets van vroeger
was alles beter, alles veel harmonieser.
Het konservatisme grijpt terug op de idylliese toestanden in de middeleeuwse gilden, waar
meesters en gezellen broederlijk vereend aan hun ambachtelijke produkten werkten: een
beeld van samenwerking, wederzijdse aanvulling, klassensaamhorigheid, alles ingebed in
een geheel van tradities in het algemeen en traditionele gezagsverhoudingen in het
biezonder, omringd door voortploegende boeren en soeptrekkende vrouwen.
Al deze veronderstelde harmonie en gezelligheid is voor de echte konservatief echter slechts
een oppervlakte, een vernisje. Daaronder zitten de slechte mensen, die ieder moment
kunnen losbreken. Over de vraag, waarom mensen slecht zijn, gaan verschillende verhalen.
Het christelijke verhaal is bekend: het was de schuld van Eva dat de mensen uit het paradijs
verdreven zijn. De wereldse verhalen zien er wat ingewikkelder uit, maar uiteindelijk komt
wat de konservatieve filosofen zeggen op hetzelfde neer: tradities en gezag zijn nodig,
omdat de mensen redeloos aan hun passies, hun driften zijn overgeleverd.
Volgens Martin Barker in The New Racism, Conservatives and the ideology of the tribe², is
dit een systematiese filosofie, die in de 18
e
eeuw door de sceptiese filosoof Hume werd
geformuleerd, en die in gemoderniseerde, natuurwetenschappelijke vertaling nog steeds
door konservatieven gehanteerd wordt. Volgens Hume hebben mensen weliswaar een
verstand, maar kunnen ze er niets anders mee doen dan over hun leven nadenken – een
soort evaluatie achteraf. Het denken kan volgens hem geen motivatie verschaffen tot
handelen: het handelen wordt uitsluitend bepaald door de passies. Die passies zijn
voorgevormd, dus apart en los van elkaar; want als ze door elkaar heen zouden lopen,
zouden mensen wel degelijk keuzes moeten maken, beslissingen nemen, plannen maken en
van hun ervaringen leren en dan zou het verstand zich overal mee kunnen bemoeien. Nee,
mensen worden door hun passies heen en weer geslingerd en daardoor vaak tot ook voor
henzelf schadelijke handelingen gebracht. Tradities en gezag zijn dan ook, volgens Hume,
                                                
1
Dit artikel is opgenomen in Tegennatuurlijk, Amsterdam 1985, De Bonte Was
2
Martin Barker, The New Racism, Conservatives and  the Ideology of the Tribe, Londen 1981
Previous page Top Next page