Navigation bar
  Print document Start Previous page
 104 of 107 
Next page End 99 100 101 102 103 104 105 106 107  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
104
vreselijk wreed. Maar al die kleine meisjes zagen er helemaal niet ongelukkig uit, integendeel. Het
was bovendien toch een hele opluchting. Je had zo nauwelijks last van ze; ze schenen het liefst
onder elkaar te zijn en trokken zich van de volwassenen weinig aan. De vrouwen zagen tenslotte
nauwelijks nog het verschil tussen hun eigen dochter en andere dochters. En dat was wel zo
makkelijk.
Zo groeiden de gelederen aan. Het was een hele mooie lente, en we zaten eindeloos in het park.
We praatten over onze vroegere onderdrukking en ook al heel voorzichtig over hoe het nu verder
moest. Eigenlijk was al dat nietsdoen heel konstruktief. Want zolang je slavenwerk moet doen
denk je ook als een slaaf en heb je maar een vage notie over hoe het anders kan. Maar nu we
allemaal bevrijd waren, en er geen mannen, geen instituten, geen instellingen, geen scholen, geen
buurthuizen, geen kerken, geen kan toren, en geen fabrieken meer waren - nu konden we pas
nadenken.
Maar toen het zomer werd wilden we ijs, want dat hoorde bij de zomer, vonden we. Maar ja, de
ijsfabrieken waren opgehouden met ijs produceren en de voorraad was op. En met schrik
bedachten we dat we straks ook weer elektriciteit nodig zouden hebben. En zo was er nog wel
meer waar we bijna doorheen waren.
We praatten er dagenlang over. Wat moesten we doen? Moesten we de mannen als slaven in de
fabrieken laten werken en voor ons laten zorgen? De stemming werd wat gedrukt. We moesten
weer aan het werk. Want de mannen voor ons te laten werken, dat vonden we toch een beetje te
riskant. En we wilden ze eigenlijk ook liever niet meer zien, zelfs niet achter de lopende band, al
was het in een afgesloten ruimte en al bonden we ze met kettingen vast. We wilden liever vrolijk
blijven en besloten het toch maar allemaal zelf te doen. We besloten alleen het
allernoodzakelijkste te produceren en verder van de zon te genieten, en onze fantasie te laten
werken - nu wat getemperd door de realiteit van een paar uur per dag werken.
We bespraken wat we met de fabrieken moesten doen waar valium en mogadon werd
vervaardigd. Zelf hadden we dat nu niet meer nodig. We besloten om dat toch te blijven maken en
het dan naar de Waddeneilanden te sturen. Elke week vertrokken er schepen met tabletten uit de
havens van Harlingen en Den Helder. Die werden vervolgens door het drinkwater gestrooid. Dat
was ons toch een pak van ons hart. Eenvoudige karweitjes zoals het maken van wasknijpers
besteedden we ook uit aan de Waddeneilanden want we wisten uit ervaring dat je stomme
routinehandelingen ook kunt doen met een hoofd vol valium.
Tenslotte hadden we nog maar een vaag idee over hoe het vroeger geweest was. We praatten er
steeds minder over; we werden trouwens veel te veel in beslag genomen door het leven zoals het
nu was. Alleen als er nieuwe vrouwen bij kwamen, kwamen de herinneringen ook weer. Dan
wisten we weer hoe de onderdrukking geweest was. Maar toch werd het hoe langer hoe meer een
leeg woord.
Dat was aan de ene kant wel goed. Hoe minder we ons herinnerden van de slavernij van vroeger,
hoe beter onze fantasie aan de toekomst werkte. Maar we wilden toch ook niet weer in een
onderdrukkend systeem vervallen. We moesten toch gewaarschuwd blijven. Dus besloten we de
hele geschiedenis van de onderdrukking door het patriarchaat maar op te schrijven en vervolgens
een nieuwe geschiedenis te beginnen. In de hoop dat het deze keer beter zou gaan.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page