Navigation bar
  Print document Start Previous page
 103 of 107 
Next page End 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
103
Toen we het parlement ontbonden hadden
Toen we het parlement ontbonden hadden konden we eindelijk aan de slag. Het laatste obstakel
was nu uit de weg geruimd. De parlementsleden konden zich bij de andere mannen en jongens
van boven de vier jaar voegen voor wie we de Waddeneilanden gereserveerd hadden. Die hadden
we uitgezocht omdat het er koud en vochtig was. Bovendien vonden we het veiliger om niet alle
mannen op één plek bij elkaar te laten zitten maar ze uit te smeren over verschillende eilanden.
De Friese en Noordhollandse kust werden streng bewaakt.
Eindelijk hadden we dan het rijk voor ons alleen en hadden we de ruimte om onze levens zo te
organiseren als we zelf wilden. De eerste tijd organiseerden we helemaal niks. We vierden alleen
feest en er kwamen steeds meer vrouwen bij. Veel vrouwen hadden jarenlang geïsoleerd op een
flat in de Bijlmer of in Purmerend gewoond en hun leven had zich beperkt tot de supermarkt en de
wasserette. Toen we hun mannen op een schip hadden gezet waren ze daarmee gewoon
doorgegaan. Ze misten hun mannen niet zo want het salaris werd gewoon doorbetaald, en ze
waren dus nauwelijks verontwaardigd geworden. Maar ze konden zich gewoon geen ander leven
voorstellen en gingen door met de routine van alle dag. Ze hadden het eerst wel erg gevonden dat
ze hun zoontjes moesten afstaan. Maar na een tijdje waren ze opgelucht: het scheelde een hoop
werk.
Toch hadden veel vrouwen eerst nog niet zo door hoeveel verschil het maakte, een maatschappij
zonder mannen. Dat kwam ook omdat we eerst alle plaatsen die vroeger door mannen werden
bezet gewoon hadden overgenomen. Je kon tenslotte niet de hele maatschappij in een maand
afbreken, vonden we toen, en nu alle mannen weg waren en niet meer verzorgd hoefden te
worden hadden we tijd en energie genoeg om én de produktie in stand te houden, én ondertussen
aan de revolutie te werken.
Leuk werk was het niet. Wat mannen er ooit áán hadden gevonden om de hele dag met dikke
dossiers onder hun arm rond te lopen en eindeloos te vergaderen hebben we nooit begrepen.
We waren nog wel bang geweest dat we overwerkt zouden raken nu we al het mannenwerk erbij
moesten doen, maar dat viel enorm mee. Het was eigenlijk zo gebeurd. We hebben alleen nooit
begrepen waar het goed voor was. We waren ook bang geweest dat we met het mannenwerk zo
vergroeid zouden raken dat we er niet meer af wilden en we hadden ons daartegen gewapend
door af te spreken dat we op gezette tijden bij elkaar zouden gaan zitten om elkaar te vertellen wat
er fout was aan het werk dat we deden. Maar het was zo duidelijk dat het werk nergens goed voor
was en we vonden er zo weinig aan dat dat helemaal niet nodig was. En met het werk zelf hielden
we ook maar gauw op.
En nu hadden we dus feest. Niemand werkte meer. En we hadden niet bepaald hoe lang dat
mocht duren; het ging gewoon door totdat het ophield.
En er kwamen hoe langer hoe meer vrouwen bij. Eerst heel aarzelend en bang. Maar tenslotte
gingen ze toch in onze groepjes zitten en vertelden over hun vroegere leven. Dat waren geen
opwekkende verhalen. En het gekke was, ze waren helemaal niet zo treurig bedoeld. Al die
vrouwen vertelden gewoon hoe ze hun leven hadden doorgebracht. Pas terwijl ze dat vertelden
drong het goed tot ze door wat voor slavenbestaan ze al die jaren hadden geleid. En waren ze
opgelucht dat hun gevangenschap definitief voorbij was.
Het hield maar niet op. Veel huizen stonden leeg want de meesten van ons waren in groepjes bij
elkaar gaan wonen. Er woonden nog maar weinig vrouwen alleen. Sommigen van ons
organiseerden kampagnes om de vrouwen die nog alleen woonden uit hun huizen te krijgen. Dan
organiseerden we een feest en aan het eind nodigden we ze uit om bij ons te blijven. Als ze wilden
konden ze natuurlijk wel weer terug gaan naar hun eigen huis maar meestal gebeurde dat niet.
Meestal zeiden ze aan het einde van de dag dat ze het wel een tijdje bij ons wilden proberen. Dat
deden ze dan en na een tijdje wisten ze niet beter of ze hadden altijd zo geleefd. Eerst waren ze
bezorgd over hun dochters, durfden ze niet alleen te laten. Maar de andere vrouwen lachten ze
uit: 'We weten nauwelijks welke dochters van ons zijn. We zorgen gewoon voor alle kleine meisjes
die nog niet voor zichzelf kunnen zorgen. Als we goed voor ze zorgen blijven ze en als we dat niet
doen gaan ze wel weg.' De nieuwe vrouwen waren daar eerst verbijsterd over. Het leek ze
http://www.purepage.com Previous page Top Next page