Navigation bar
  Print document Start Previous page
 74 of 107 
Next page End 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
74
Ontsnapping
Onderdrukt, ja, zo kun je het wel noemen, al zou ze zelf dit woord nooit hebben durven gebruiken,
ook nu nog niet. Ze was niet geëmancipeerd.
Ze groeide op als middelste van elf kinderen: door oudere broers in een hoek gedrukt, door zusjes
op de afwas afgeduwd, en gedurig door haar moeder en een inwonende oude tante berispt
vanwege haar uitbundige karakter. Ze werd uit bomen geplukt en linea recta naar de biechtstoel
gestuurd om te boeten voor haar jongensachtige gedrag. Haar stiekeme escapades op een
paarderug werden door Gods almachtige hand gestraft: ze brak haar arm en mocht nooit meer
rijden.
Haar intelligentie moest onder de korenmaat blijven. Een middelbare school was goed voor de
broers, die fabrieksdirekteur of priester werden, de meisjes zouden toch wel trouwen. Toen ze na
lang soebatten toch naar de Mulo mocht werd het, om haar onstuimigheid in te tomen, een
strenge kostschool, vanzelfsprekend bij de nonnen. Ze haalde er slechte aantekeningen voor
gedrag omdat ze het vertikte voor elke dagelijkse zonde een witte boon in een vergulde vaas te
gooien. Ze was creatief, kon aardig tekenen en schrijven, maar men prefereerde nuttige
handwerken boven dat 'artiestengedoe'.
Het beroep dat ze gekozen had – verpleegster - werd beoordeeld als 'niet passend voor meisjes
van onze stand'. Zo sleet ze kostbare jaren van haar leven in het stoffige bibliotheekje van de
Katholieke jongemeisjesvereniging, tot de oorlog kwam en ze alsnog haar kans schoon zag in de
verpleging te gaan.
Ze trouwde toen ze al niet meer zo jong was, tegen de verdrukking van een onwillige
schoonfamilie in. Helaas bleek de man er aarts-traditionele opvattingen op na te houden die hij
slechts tijdens hun eerste huwelijksjaren enigszins in bedwang hield. Daarna liet hij ze de vrije
teugel. Híj hield van kinderen – dus kreeg zíj er vijf, niet zonder gevaar voor eigen leven, maar dat
leek hij niet te merken. Omdat híj carrière wilde maken voedde zíj de kinderen op, waste luiers,
kookte potjes, hield eten voor haar man warm als het hem beliefde later thuis te komen (en het
beliefde hem bijna dagelijks). Zij zag zich gereduceerd tot huisvrouwen moeder die ook nog op
afroep beschikbaar moest zijn als representatieve echtgenote van de man wiens carrière
uiteindelijk min of meer toch niet zo gelukt was.
Het huwelijk ging bergafwaarts. Als hij een zakelijke afgang in de kroeg verdronk kon zij thuis de
kotstroep opruimen, en soms daarna nog met hem naar bed ook. Toen de kinderen niet zulke
maatschappelijke successen bleken was dat de schuld van háár foute opvoeding. Hij ontwikkelde
een strategie van pesterijen, smalende en frustrerende opmerkingen, waardoor ze zich zo onzeker
ging voelen dat ze zelfs niet meer durfde schrijven, tekenen, pianospelen - bezigheden waarin ze
zich tot dan toe nog enigszins had kunnen afreageren. Haar kennissenkring slonk in de loop der
jaren, omdat hij haar verbood bij bepaalde mensen te komen, en zij was gevoelig voor zijn ge- en
verboden omdat hij over ijzeren sancties beschikte: ze kreeg dan geen geld (een eigen
bankrekening had ze niet, hij liet haar in de waan dat dat onmogelijk was zonder zijn toestemming,
die hij nooit gaf), of hij verstopte de sleutels van de auto (die met het geld van háár erfenis was
gekocht!), zodat ze dan geen kant meer uit kon. Ze overwoog haar oude beroep weer op te vatten
maar ook dat verbood hij haar omdat het niet paste bij zijn positie in het dorp. En na jaren
huwelijksleed en een moeizaam proces van verloochening van haar streng-katholieke opvattingen
overwoog ze ook een echtscheiding. Helaas kon iemand van zijn stand zich dat óók al niet
permitteren. En omdat in 25 jaar huwelijk al haar initiatief, al haar zelfstandigheid, al haar
levensmoed en al haar inventiviteit systematisch, beetje bij beetje maar definitief uit haar
verdreven waren legde ze zich daar nog bij neer ook.
Aan haar kinderen had ze weinig. De zoons waren haar ontgroeid, begrepen niets van haar
houding en reageerden tenslotte op alles wat ze zei met een kleinerend 'ach, méns!' Bij haar
familie hoefde ze ook al niet aan te komen met haar verhaal, die vonden slechts dat ze zich maar
lijdzaam in haar lot had te schikken. En haar enige dochter, die nog wel eens een willig oor bood
voor haar problemen, - als ze tenminste de auto had kunnen bemachtigen om haar op te zoeken -
vertrok naar het buitenland.Ja, vóórdat ze wegging had ze wel gezegd: mam, schrijf me alles zoals
http://www.purepage.com Previous page Top Next page