Navigation bar
  Print document Start Previous page
 43 of 44 
Next page End 38 39 40 41 42 43 44  

Sonja Prins, HERINNERINGEN AAN TRUDE BENEDIC, een vrouw in verzet. De Bonte Was 1980
43
vier muren van zijn huis kan de 'kleine man' de frustraties die hij in de maatschappij dagelijks
oploopt afreageren. De zoons zullen vaak weer de neiging hebben om zich met hun 'sterke vader' te
identificeren. En konstateert Reich, 'de dwang om de sexuele repressie in stand te houden, leidt tot
het ontwikkelen van ziekelijke noties ten aanzien van eer, plicht, heldenmoed en zelfbeheersing'.
'Deugden' die in het fascisme een voorname plaats innemen. Sterker nog, het beeld van de
huisvader die vaak - door de nood gedwongen - naar boven (zijn chef) likt, en naar beneden
(vrouwen kinderen) trapt, is wel haast het prototype van de ideale fascist.
Adorno is het daar voor het grootste deel mee eens, maar hij legt de nadruk meer op autoritaire
opvoeding en minder op de onderdrukte sexualiteit. Klaus Theweleit zoekt het in zijn boek
'Männerfantasiën' weer meer in de sexualiteit. In zijn boek zoekt hij naar de psychologiese
achtergronden van het optreden van de rechtse Freikorpssoldaten. Hij meent dat de angst voor
vrouwelijke erotiek bij sexueel geremde mannen tot een agressie leidt die hen ontvankelijk maakt
voor de levensidealen van het fascisme. Maria Macciocchi verklaart het feit dat ook veel vrouwen
aktief of passief met het fascisme instemden (en soms zelfs tot hysteriese toejuichingen vervielen)
uit het inspelen door de fascistiese leiders op masochistiese sexuele gevoelens bij de vrouwen.
Het fascisme verhevigde de onderdrukking van de vrouwen op alle terreinen. Buitenshuis werken
werd bemoeilijkt, tot het moment dat vrouwelijke arbeidskrachten in de oorlogsindustrie onmisbaar
waren geworden. Vrouwen werden uitsluitend gewaardeerd in hun kapaciteit van foksters van
soldaten. Haar opvoedende taken in het gezin werden voor een belangrijk deel overgenomen door
de verplichte jeugdorganisaties. En hoewel er hevig aan moederverering werd gedaan, stonden
typisch 'mannelijke deugden' als ijzeren discipline en soldateneer toch duidelijk een trapje hoger.
Het lijkt daarom nogal tegenstrijdig dat maar zo weinig duitse vrouwen zich aktief tegen het
fascisme hebben verzet. Behalve het door Macciocchi gesignaleerde inspelen op het verlangen zich
aan een leider te onderwerpen, zijn er nog wel enkele oorzaken te bedenken. Zo was de emancipatie
van de vrouwen na 1918 nogal beperkt gebleven. Ze hadden wel kiesrecht en ze mochten
buitenshuis werken, maar de autoritaire gezinsverhouding en de sexuele onderdrukking bleven
overeind.
En voorzover vrouwen buitenshuis werkten hadden ze te maken met de dubbele belasting
(huishouden en werk) waardoor het door de nazi's geboden vooruitzicht op een verzorgd bestaan als
huisvrouw misschien niet eens altijd zo onaantrekkelijk leek. Dat kiesrecht en recht op een baan
nog lang geen vrouwenbevrijding betekende werd bovendien door de meeste feministen niet
gezien. De vrouwenbeweging was voorts onderling sterk verdeeld. De 'burgerlijke' feministen
legden de nadruk op formele rechten: recht op hoger onderwijs, op een baan als rechter, professor
of beleidsadviseur. Dat sprak bij vrouwen uit de arbeidersklasse niet al te zeer aan. Als zij politiek
aktief werden gingen ze (zoals Trude Benedic) in de kommunistiese of socialistiese parij. Dat
waren echter uitgesproken mannenorganisaties die zich voor de specifieke onderdrukking van
vrouwen niet erg interesseerden, ook al drongen ze in theorie wel aan op gelijkberechtiging voor
vrouwen. Maar toen Wilhelm Reich binnen de kommunistiese partij begon te ageren tegen het
patriarchale gezin en de door mannen gedomineerde en onderdrukte sexualiteit werd hij uit de partij
gezet.
'Proletariese' feministen als de kommuniste Klara Zetkin moesten niets hebben van de 'burgerlijke'
feministen. Voor hen stond de arbeidersstrijd op de eerste plaats. Binnen de arbeidersbeweging
bleef hun invloed gering (bekend is de anekdote dat Lenin zijn parijgenote Klara Zetkin, die hem
vroeg om steun van de bolsjewiki voor het opzetten van gespreksgroepen waar vrouwen over
sexualiteit zouden kunnen praten, vroeg of ze gek geworden was). Terwijl de 'burgerlijke'
feministen zich op de formele rechten koncentreerden, richtten de 'proletariese' al hun aandacht op
sociale eisen zoals gelijke betaling van mannen en vrouwen. In het onderling gehakketak over de
vraag of het vooral ging om gelijke rechten of om de klassestrijd drong geen van beide partijen
door tot de kern van de vrouwenonderdrukking.
Previous page Top Next page