Navigation bar
  Print document Start Previous page
 42 of 44 
Next page End 37 38 39 40 41 42 43 44  

Sonja Prins, HERINNERINGEN AAN TRUDE BENEDIC, een vrouw in verzet. De Bonte Was 1980
42
minister Noske liet demonstraties van arbeiders en soldaten door politie en trouw gebleven
legerkorpsen uit elkaar schieten. Rechtse oud-militairen (de Freikorpse) terroriseerden het land. Zij
vermoordden socialistiese en demokratiese politici, zoals Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en
Walter Rathenau, vermoedelijk met instemming van de sociaal-demokratiese leiders. Toch bleef
voorlopig de formele demokratie in stand; een openlijke rechtse staatsgreep, de Kapputsch, werd
door socialistiese en kommunistiese arbeiders verijdeld.
Maar wel werden tijdens het republikeinse bewind veel machtsposities in het ambtenarenapparaat,
de politie en het leger bezet door figuren die eigenlijk afkerig waren van de demokratie en
terugverlangden naar het glorierijke verleden. Toen de wereldkrisis van 1929 miljoenen mensen
werkeloos maakte, werd het heimwee van allerlei grote en kleine burgers naar een strakke
vaderlijke leiding nog groter, terwijl tegelijkertijd heel konkreet bepaalde groepen industriëlen hun
hoop stelden op Hitler, die hun van de vakbonden en linkse partijen af beloofde te helpen.
Hoe stond het ondertussen met links? Zoals gezegd beschouwden de sociaal-demokraten
aanvankelijk het 'gevaar van links' (ze waren bang voor een revolutie naar Sowjet-model) als
ernstiger dan het gevaar van rechts. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze zelf fascisten of
konservatieven werden; de SPD zette zich ten tijde van de Republiek van Weimar wel degelijk in
voor behoud van de demokratie en voor sociale verbeteringen. Maar een duidelijk programma van
hervormingen had men daar niet, en tegen het einde van de Republiek, toen de politieke en
ekonomiese situatie steeds somberder werd, beperkte de SPD er zich meestal toe om gematigde
konservatieve politici te steunen tegen de rechtsradikalen. Deze politiek van het 'kleinere kwaad'
kon uiteraard niet veel enthousiasme wekken.
Maar ook de kommunisten hadden niet veel inspirerends te bieden. De moord op Rosa Luxemburg
en Karl Liebknecht beroofde de kommunistiese partij van haar belangrijkste leiders. De KPD bond
zich vanaf die tijd steeds sterker aan de - wisselende - lijn van de kommunistiese Internationale
waarin de russische kommunisten de toon aangaven. Die 'bolsjewisering' van de KPD bereikte haar
hoogtepunt onder leiding van Ernst Thälmann. En met het oog op het stalinisme zoals zich dat in de
Sowjet-Unie ontwikkelde, met de vervolging eerst van politieke tegenstanders, later ook van
kommunisten en van mensen die op een ondergeschikt punt anders dachten (of waarvan dat alleen
maar verondersteld werd) is het beeld dat de schrijfster schetst van de politiek van de strak
gedisciplineerde, op stalinistiese leest geschoeide duitse kommunistiese partij, beslist te
rooskleurig. Het gebrek aan diskussiemogelijkheden en aan politieke kreativiteit binnen de KPD
had ook fatale gevolgen voor de manier waarop het opkomend fascisme tegemoet getreden werd.
Vanaf 1928 volgde de kommunistiese Internationale de lijn van het 'sociaal-fascisme' die inhield
dat men sociaal-demokratie en fascisme als twee kanten van dezelfde medaille beschouwde. Juist in
de tijd dus dat de fascistiese invloed hand over hand toenam, onderschatten de kommunisten de
dreiging van het fascisme en zagen ze de sociaal-demonkratiese SPD als een even groot gevaar als
de nazistiese NSDAP. Met als gevolg dat een samenwerking tussen de politieke tegenstanders van
het fascisme - ook de SPD was daar trouwens niet happig op - vóór 1933 niet tot stand kwam. Wat
overigens niets afdoet aan de bijzonder moedige rol die veel kommunisten nadat de nazis de macht
hadden gegrepen in het verzet tegen Hitler hebben vervuld. Maar om hem tegen te houden was het
toen al te laat.
Niet alleen politieke faktoren als de verdeeldheid van de antifascisten en het totstandkomen van een
bondgenootschap tussen de fascistiese massabeweging (die vooral toeloop kreeg uit de sociale
middengroepen) met delen van de sociale elite, hebben een rol gespeeld bij het aan de macht
komen van de nationaal-socialisten. Want die verklaren niet waarom die fascistiese massa-aanhang
er kwam. Of hoe het mogelijk was dat later - in Duitsland - het verzet zo beperkt bleef. Daarvoor
moeten we ons begeven op het nog weinig ontgonnen terrein van de sociale psychologie.
De duitse psychiater Wilhelm Reich gelooft dat de patriarchale verhoudingen en de sexuele
onderdrukking een voedingsbron voor het fascisme hebben gevormd. Binnen het gezin onderdrukt
de vader vrouwen kinderen, net als hij zelf op zijn beurt in de fabriek wordt onderdrukt. Binnen de
Previous page Top Next page