VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979 
30
Protestsong 
 
 
Nee, nee, mijnheer, ik schrijf dat woord niet neer 
Marie is nu wel wijs en doet 't niet meer 
En u hoeft heus niet zo beduusd te kijken, 
Nee, ik heb ook geen baan buiten de deur 
Ik zie, U denkt: Wat is dat voor gezeur? 
Als u aandachtig luistert zal dit blijken. 
 
Ik ben Gezinshulp in mijn eigen huis 
Ik ben all-round Verpleegster zonder kruis 
Ik kan een rake diagnose stellen: 
Is 't waterpokken, kinkhoest of de bof 
Of was de laatste repetitie soms een sof? 
Ik kan het in één oogopslag vertellen. 
 
Ik ben de strijkmachien, de poetsmachien 
Ik ben de zoek-es-op-ik-zie-het-niet-machien 
Ik ben de afwas- en de droogmachien 
Ik ben de broodsnij- en de broodinpakmachien 
De koffiezet-, de pleeënboenmachien 
En ik gebruik géén olie of benzine. 
 
'k Ben Glazenwasser en 'De Wasserij' 
Ik ben de Tuinman, 'k hou het netjes bij 
Ik maai het gras per maand vier, vijf, zes keren 
Geloof mij: Heel dit raderwerk staat stil 
Wanneer mijn moede arm eens niet meer wil 
Dan moet de hele troep misschien kreperen. 
 
Ik ben gepromoveerd: Psychologie  
Gewoon, aan huis kreeg ik de theorie 
En de praktijk - dat was geen sinecure! 
'k Geef toe: speciaal dit vak belast mij zwaar 
Zeven frustraties in één tent - 't is waar 
Dat ik dat soms maar moeizaam kan verduren. 
 
Soms is het mij alsof ik angstig droom, 
Want: 'k Ben óók Paedagoog, en Econoom 
Ik ben de Schouder om op uit te huilen 
Ik ben de Keeper. Ik vang alles op 
En alle missers vallen op mijn kop 
Nou, ik verzeker U: Dan heb ik grote builen! 
 
'k Ben (Sta mij toe, dat ik nog verder ga) 
Serveerster in een cafetaria 
Zélf ben ik Kok, en kook met variatie 
Ik ben de Werkster en de Keukenmeid 
En 'k doe het góed - dit moet ik even kwijt - 
Want niemand vindt dit eigenlijk een prestatie.