Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 7 
Next page End 1 2 3 4 5 6  

1
ANNEKE VAN BAALEN
Positieve discriminatie,
Een carnavaleske eis 
Tot nu toe hebben de overheidsplannen tot positieve discriminatie van vrouwen c.q.
vrouwen en mannen uit ‘etnische minderheden’ weinig opwinding opgeleverd.
Nergens ziet men optochten om deze mooie bedoelingen te ondersteunen, of – wat
toch voor de hand zou liggen – aan te dringen op een hoger tempo en een bredere
toepassing.² Erger nog, wij horen nauwelijks iets van de groep die zich door deze
intentieverklaringen bedreigd zou moeten voelen: de witte mannen. Zou het niet tot
hen doorgedrongen zijn dat allerlei overheidsinstanties op het punt staan hun rechten
aan te tasten? Of betekent dit dat hier weer sprake is van een – om een schrijfster in
dit blad te citeren – ‘mus in verregaande staat van ontbinding’?
Tegenstanders
Nu, wie de kracht van de burgerrechtenbeweging wil meten aan de intensiteit van het verzet
van de belanghebbenden bij ongelijkheid, is er toch een straaltje hoop. Een lid van de
bedreigde groep heeft zich de moeite gegeven een proefschrift over ‘positieve discriminatie’
te vervaardigen, inclusief noten en registers, 361 pagina’s.³ Om ons in de war te brengen
verklaart de schrijver weliswaar een voorstander van positieve discriminatie te zijn, maar dat
hoeven we natuurlijk niet zonder meer te geloven.
4
In Sloot’s opvatting is positieve
discriminatie een ultimum remedium, dat dan ook nog zo uitgevoerd moet worden dat er
geen aanwijsbare personen last van hebben. Hij baseert deze conclusie zowel op
rechtvaardigheidsargumenten als op sociaal-psychologische omtrent gewekte ‘weerstanden’.
Deze zijn in het kader van de rechtvaardigheidstheorie, die een grote plaats inruimt voor
subjectieve ervaringen van onrechtvaardigheid, nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Dit
levert op zichzelf al veel ingewikkeldheden op, omdat zo’n theorie geen criterium geeft voor
de keuze welke ervaring van onrechtvaardigheid de rechtvaardigste is. De verwarring wordt
nog vergroot doordat de argumenten van zijn medestanders, de tegenstanders van positieve
discriminatie, zo ongelukkig zijn. Zo schrijft Sloot op pag. 4: ‘Het bittere commentaar dat de
Amerikaanse rechtsgeleerde Alexander Bickel heeft geleverd op de praktijk van “positieve
discriminatie” bij de toelating tot universiteiten in zijn land klinkt – ook buiten de context
waarin het is gemaakt – overtuigend omdat het zeer compact een reeks van centrale
argumenten tegen positieve discriminatie omvat:
“The lesson of the great decisions of the Supreme Court and the lessons of contemporary
history have been the same for at least a generation: discrimination on the basis of race is
illegal, immoral, unconstitunional, inherently wrong and destructive of democratic society.
Now this is to be unlearned and we are told that this is not a matter of fundamental principle
but only a matter of whose ox is gored. Those for whom racial equality was demanded are to
be more equal than others. Having found support in the Constitution for equality, they now
claim support for inequality under the same Constitution. Yet a racial quota derogated the
human dignity and individuality of all to whom it is applied; it is inviduous in principle as well
as in practice. Moreover, it can as easily be turned against those it purports to help. The
history of the racial quota is a history of subjugation, not beneficence. Its evil lies not in its
name but in its effect; a quota is a divider of a society, a creator of castes, and it is all the
worse for its racial base, specially in a society desperately striving for an equality that will
make race irrelevant.”
                                                
1
POSITIEVE DISCRIMINATIE een carnavaleske eis verscheen in Nemesis 1987, p. 127 e.v
2
Misschien is de eerste zwaluw de 8 maart-bijeenkomst op 9 maart j.l. waar boze gemeenteambtenaren bij monde van Troetje
Loewenthal en Hedy d’Ancona aandrongen op aantasting van verworven rechten van witte mannen (Volkskrant 10 maart 1987)
3
B.P. Sloot,Maatschappelijke ongelijkheid en rechtsontwikkeling in de Verenigde Staten en Nederland. Tjeenk Willink, Zwolle
1986
4
Vergelijk ook Louise Mulder, Bulletin van het Landelijk Bureau Racismebestrijding, februari 1987, p. 14 e.v.
Previous page Top Next page