Navigation bar
  Print document Start Previous page
 3 of 7 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7  

3
benoeming van Lodewijk Brunt alleen nog maar overbrengen door hem tijdens zijn intrede
met potplanten vol aanhangende tuinaarde
7
van stadssocioloog tot stadspark te verbouwen.
Sindsdien heeft de Amsterdamse Universiteit al weer verschillende hooglerarenschandalen
achter de rug; het College van Bestuur is vanwege zijn ondersteuning van mannelijk
voortrekbeleid bij biologie met stuifmeel overgoten; maar er verandert niets. Toen
studentenraadslid Larissa Korporaal protesteerde dat bij de theologen de professorabele
vrouw niet eens uitgenodigd was, werd haar door College en Progressief Personeel
verweten dat zij gebruik maakte van ‘vertrouwelijke informatie!’
8
Er zijn bij ‘de kwaliteit’ - als ik de oude Engelse term voor ‘heersende klasse’ zo mag vertalen
- duidelijk ernstige belangen in het geding, die met list en geweld worden verdedigd, zodat
rationele argumentaties weinig kans lijken te hebben. De groep mannen die de betrekkingen
waar rijkdom en prestige wordt verdeeld gemonopoliseerd heeft lijkt er in vergaande mate in
geslaagd niet alleen zichzelf, maar ook veel van de buitenwereld ervan overtuigd te hebben
dat de leden van die groep op grond van uitzonderlijke persoonlijke eigenschappen recht
hebben op die betrekkingen.
Het ligt voor de hand dat feministen door deze gang van zaken zeer geïntrigeerd worden.
Het is daarom jammer dat er zo weinig feministische wetenschap bestaat; de
‘vrouwenstudies’ in de sociale wetenschappen houden zich immers meer met de
(on)mogelijkheid van theorievorming over vrouwen bezig, dan dat zij zich inspannen de
mannen, die als ‘socii’, ‘genoten’, het sociale leven in handen hebben, eens ferm door te
lichten. Eén van de weinige pogingen daartoe ligt al vijftien jaar op uitwerking te wachten:
Men and Women of the Corporation, van R. Moss Kanter
9
. Kanter formuleerde haar theorie
over ‘numbers’ echter sekse- en kleurneutraal: volgens haar heeft ieder, die op grond van
‘significante kenmerken’ in een minderheidspositie verkeert, te lijden onder dezelfde
negatieve gevolgen van verhoogde zichtbaarheid en stereotypering. De Nederlandse
onderzoekster Marlies Ott, die zich afvroeg of deze ongunstige gevolgen ook voor mannen in
vrouwenberoepen gelden, vernietigde met haar negatieve antwoord dit hele
verklaringsmodel. Vrouwen bij de politie worden als Assepoesters behandeld, mannen in de
verpleging daarentegen als kroonprinsen
10
. Aan de minderheidspositie kan het dus niet
liggen. Ott kwam daarom tot de conclusie dat het verschil in werking van de wet van de
getallen ligt in de status van de betrokken minderheid: als die hoog is, werkt de
minderheidspositie gunstig, en als die laag is, ongunstig.
Deze verklaring geeft echter slechts een verschuiving van het probleem: want waarom is de
status van mannen (of: kleurlozen) dan hoger? Deze formulering zegt eigenlijk nog minder
dan de zogenaamde ‘wetten van Sullerot’, die de feministische wandelgangen van de
tweede golf uit het onderzoek van Evelyne SulIerot over de geschiedenis van de
vrouwenarbeid
11
afgeleid hadden: als de status van een beroep stijgt, stromen de mannen
toe en worden de vrouwen verwijderd; als vrouwen een beroep veroveren, daalt de status
ervan. Deze ervaringswetten beschrijven tenminste nog een dynamisch proces, al kunnen zij
het niet verklaren.
Het begrip ‘status’ is niet afkomstig uit het socialistische ideeëngoed, maar uit het liberale.
Met name Max Weber heeft een hele sociologie opgebouwd rond dit begrip: ordeningen op
grond van bezit en niet-bezit - ‘klassen’ - zijn volgens hem onvoldoende om de sociale
verhoudingen te begrijpen, omdat daarnaast, en daartoe niet geheel te herleiden, ordeningen
op grond van status bestaan: ‘standen’. Dat een sociologe als SulIerot haar onderzoek in
een status- en niet in een klassekader plaatste, is niet alleen uit haar liberale achtergrond
verklaarbaar. Bij Marx en Engels waren de arbeiders mannen; de werkelijk bestaande
vrouwen- en kinderarbeid werd door Marx opgevat als een vernedering voor de mannelijke
                                                
7
Met muziek van Robert Schumann: ‘Von einem Rosenbusch’ en ‘Ich sterbe vor Liebe’.
8
Folia Civitatis,13 december 1991
9
R.Moss Kanter, Men and Women of the Corporation, New York, Basic Books,1977
10
Marlies Ott, Assepoesters en kroonprinsen. Een onderzoek naar de minderheidsposities van agentes en verplegers,
Amsterdam SUA 1985
11
Evelyne Sullerot,Geschiedenis en sociologie van de vrouwenarbeid [1968] reprint SUN Nijmegen 1979
Previous page Top Next page