VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
19
We zien de optocht de gang in komen, weer al die heren op een rijtje. We kijken elkaar aan. Wat
kunnen we doen? Er vóór gaan staan? Het vervelende is dat we niet goed weten wat ze gaan
doen, zouden ze de deur op slot doen of zo?
De stoet komt dichterbij, er lopen ook wat journalisten bij, flitslichtjes van een fotograaf.
We staan met z'n vijven in de deuropening van de behandelkamer. De voorste man, naar later
blijkt de heer Andreae, de officier van justitie, vraagt beleefd, 'mag ik er door, dames?' Ik voel het
hart van Jantien, die achter me staat in m'n rug kloppen. Bibberig zegt iemand 'eh, nee.' De man
kijkt ons verbluft aan en loopt weg, gevolgd door de rest van de stoet. Even verbluft kijken we ze
na; dat het zo eenvoudig zou zijn, hadden we niet gedacht.
Bij de volgende behandelkamer - om de hoek, we kunnen het niet zien - ontstaat groot tumult,
geroep, geschuifel. Een paar jongens, die we niet kennen, hebben onze gedachte overgenomen,
en proberen nu ook het zaakje tegen te houden. Ze worden met geweld opzij geduwd door de
andere heren, die agenten in burger blijken te zijn. Marie José krijgt een briljante inval: 'als we nu
in de kamer gaan zitten dan moeten ze ons er eerst uit halen voordat ze de kamer dicht kunnen
doen!'
We lopen de kamer in, we zijn met een stuk of tien. Verloren staan we wat te staan. 'Laten we
maar op de grond gaan zitten.' We gaan zitten. Er komt een mevrouw bij zitten van de
schoonmaakdienst, ze installeert zich op de behandelstoel. Een aantal verpleegsters loopt wat
heen en weer, ze weten niet goed wat ze met ons aan moeten. Dat weten we zelf ook niet. Ik voel
me nogal belachelijk, we zitten daar zo vreemd op de grond en ik heb geen idee of het ergens
goed voor is. Misschien kan het de politie helemaal niet schelen dat we daar zitten en hebben ze
die kamer helemaal niet nodig?
We zien het bekende pak van de officier van justitie weer verschijnen in de deuropening. Hij
verdwijnt weer. Ook de andere mannen kijken naar binnen. In de gang is het een druk heen en
weer geloop (arme patiënten!). Een meneer komt er bij zitten en stelt wat vragen. Ik denk
onmiddellijk dat hij van de politie is, maar hij blijkt van een haarlemse krant te zijn.
Iemand zet de radio aan. De nieuwsberichten van tien uur. Tot onze verbazing horen we de
betrouwbare stem van de nieuwslezer van het ANP zeggen dat 'hedenavond door aktievoerende
vrouwen de Bloemenhove-kliniek in Heemstede bezet is'. Hoe komt die man er bij? Bezet? Dat
zijn wij!
Op dat moment dringt het tot ons door dat we waarschijnlijk iets heel slims gedaan hebben,
kennelijk heeft onze zit-aktie sukses. We beginnen allemaal te giechelen van opluchting en trots.
Het begint vol te lopen in 'onze' behandelkamer, er komen steeds meer vrouwen, gealarmeerd
door de radio. Een journaliste komt binnen met een tas vol proviand, ze haalt een grote fles
jenever te voorschijn. Het begint nu op een echte bezetting te lijken...
Mevr. Goudsmit, voorzitter van het bestuur van de stichting van Bloemenhove, komt vertellen dat
het allemaal goed gaat. De heer Andreae is net weggereden om overleg te plegen met Den Haag
(van Agt?) over wat hij moet doen.
Hij komt straks weer terug.
In onze behandelkamer wordt het steeds gezelliger. We zijn nu met een stuk of zestig vrouwen.
Iemand heeft ook al een spandoek meegebracht met 'wij vrouwen eisen' erop.
Met z' n drieën, met de videokamera erbij om het vast te leggen, Iopen we stiekem naar de andere
behandelkamers om de verzegeling te verbreken. Een van de personeelsleden wijst de weg.
'Verzegelen' betekent dat er een grote pin in de deurpost is geslagen, en een pin in de deur.
Daartussen zit een stukje touw geknoopt met een loodje er aan waarop staat 'politie Heemstede'.
Met een nagelschaartje knippen we de touwtjes door. Het is een simpele handeling, maar best wel
plechtig. Dit is tenslotte echt strafbaar.
Tegen half twee's nachts wordt bekend dat Andreae een perskonferentie geeft. Alleen voor
journalisten. We dringen met de verzamelde menigte mee naar binnen. Andreae zit met een paar
heren achter een tafel. Ik wil op een stoel gaan zitten maar word er bijna afgeslagen door een van
de heren. Toch wel enige agressie dus. Ik pak snel een stukje van de videoapparatuur van Hillie
om er vooral journalistiek uit te zien. Marie José tovert een vodje papier en een pen te voorschijn
en begint te schrijven. De spanning is te snijden.