VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
22
De methode van de turkse vrouwen
Pokdalig, door de pokken geschonden. Begrippen die ons weinig of niets meer zeggen, maar die
de gevolgen zijn van een vreselijke ziekte waaraan vroeger velen stierven. Degenen die het
twijfelachtige geluk hadden deze infektie te doorstaan moesten het leven verder door met een huid
die afschuwelijk was om te zien.
In de zeventiende eeuw kwamen in Europa regelmatig gevallen van pokken voor, en de epidemie
die van 1666 tot 1675 in Engeland woedde maakte daar vele slachtoffers. Het is dan ook geen
wonder dat er allerwege gezocht werd naar middelen tegen deze gevreesde ziekte. Tenslotte
werd dit pogen met sukses bekroond, en de Wereld Gezondheids Organisatie WHO verwacht nu
eind 1979 officieel te kunnen verklaren dat de wereld vrij is van pokken.
De strijd heeft lang geduurd, en de nu bijna overwonnen vijand is taai. In een laatste stuiptrekking
maakt hij zijn slachtoffers nog waar dit maar mogelijk is; vorig jaar overleed in Birmingham een
laborante die werkte in één van de tien laboratoria ter wereld waar men toestemming heeft om met
het gevaarlijke, uiterst besmettelijke pokkenvirus te werken. Want zolang sommige landen
vaccinatie tegen pokken verplicht stellen, moet er vaccin gemaakt worden...
Een grote rol in de strijd tegen de pokken speelde Lady Mary Wortley Montagu. Mary, die in 1689
in Engeland werd geboren, was pienter en ondernemend. Negentien was ze toen ze wegliep met
een zekere meneer Wortley Montagu. Ze trok met hem naar Turkije, waar hij ambassadeur werd,
maar het enge diplomatenkringetje was de ondernemende Mary veel te saai en te bekrompen.
Dikwijls trok ze er in vermomming op uit, om wijken van het toenmalige Constantinopel te gaan
verkennen waar, zoals iemand het lichtelijk afkeurend uitdrukte, 'dames van standing zelden of
nooit werden gezien'. Escapades die zeker niet zonder gevaar waren, want in Turkije was de
vrouw niet veel in tel, en het was zeer ongewoon dat zij zich alleen op straat bevond. Sommige
sultans hadden er een speciaal genoegen in om hen het leven nog moeilijker te maken dan het al
was; vooral Osman III, die omstreeks die tijd in Constantinopel de scepter voerde had het op de
vrouw gemunt. Hij beval zelfs dat er op de dagen dat hijzelf de stad in wilde gaan geen vrouw op
straat mocht komen, zodat drie dagen per week alleen mannen de straten van de stad bevolkten!
Maar Mary was niet zo gauw bang, en haar vriendinnen in Engeland lazen ademloos de brieven
waarin ze uitgebreid verslag doet van al het wonderlijks dat ze op haar avontuurlijke tochten te
zien krijgt. En dan, de eerste april van het jaar 1717, komt de brief die zulke grote gevolgen zal
hebben. Ze schrijft haar vriendin Sarah: 'Nu ga ik je vertellen over iets wat je vast dolgraag zelf wel
eens mee zou willen maken. Weet je dat de pokken, die ook in ons land zo dikwijls voorkomen en
die niet zelden dodelijk zijn, hier heel onschuldig verlopen? Er zijn hier oude vrouwen die er een
heel merkwaardig beroep op na houden; ze verdienen hun brood met wat ze het 'enten' van
mensen, en vooral van kinderen plegen te noemen. In de maand september, als de grootste hitte
voorbij is, sturen ze briefjes rond om te vragen of er iemand in het gezin is die tegen de pokken
geënt wil worden. Als er vijftien of zestien gegadigden zijn wordt er een party georganiseerd
waarop één van deze vrouwen rondgaat met een notedop, gevuld met de inhoud van de allerbeste
pokken. Ze vraagt beleefd 'in welke ader u het gehad had willen hebben'. Dan rist ze met een
dikke naald het uitverkoren bloedvat open ('doet niet meer pijn dan een gewoon krasje', zegt Mary
geruststellend), en brengt zoveel smetstof in de ader als er op de kop van haar naald kan.
Tenslotte dekt ze het wondje af met een hol stukje schaal. Dit doet ze op vijf verschillende
plaatsen. De jongeren vermaken zich de rest van de dag uitstekend, en spelen gezellig met
elkaar. Na acht dagen komt de koorts opzetten en moeten ze enkele dagen in bed blijven. Van de
twintig à dertig pokken die in het gezicht verschijnen blijft geen spoor van lidteken achter, en deze
kinderen schijnen daarna de pokken niet meer, of maar heel licht te krijgen. Ik ben
vaderlandslievend genoeg om deze prachtige uitvinding ook graag in Engeland ingevoerd te willen
zien. Ik zou dan ook beslist de doktoren er over schrijven als ik er maar één kende die fatsoenlijk
genoeg is om terwille van de mensheid zo'n belangrijke bron van inkomsten op te geven'...
Aldus Mary, en inderdaad stak er, toen de inhoud van haar brief bekend werd een ware storm op,
veel erger nog dan ze al had voorzien. Binnen de kortste keren had ze de hele mediese
wetenschap tegen zich. De artsen verklaarden dat ze niets met haar gevaarlijke turkse methoden