VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
38
Oma was dus een machtig figuur, ze had werkelijk macht en vrouwen hadden haar nodig en ze
wist uiteraard ook een heleboel van allerlei huishoudens en toestanden en daarom waarschijnlijk
ook hielpen ze haar, op hun eigen wijze en oma deed andere dingen en 't een was net zo
belangrijk als 't ander, maar ze zei wel tegen me als ik zei, dat 't toch maar fijn was, dat andere
vrouwen bij haar werkten, de boel schoonhielden of manden met stopwerk heel terugbrachten
'nou, als ze dat nou graag doen?! Ik ben er niet; zo kapot van hoor, van dat stomme huishouden -
moet je een koppie thee?' En uitgepraat was het, als zijnde onbelangrijk, ja, zo was ze.
Maar haar zonen trouwden met een heel ander soort vrouwen - want inderdaad, ze waren erg gek
met haar, maar 't moet voor zeer 'mannelijke' mannen en dat waren ze zeker, toch niet eenvoudig
zijn met zo'n vrouw je leven te delen - bij deze postuum ook hulde aan haar man, mijn opa en laat
mensen, die het allemaal veel beter weten dan ik, dat nou maar eens allemaal lekker uitrafelen!
Want, als vooraanloopster van een hoop vooruitstrevende dingen, was oma uiteraard ook weer
een strijdster ter oprichting en instandhouding van het eerste krematorium, hier in Velsen.
'Waarom is het beter dat die dode mensen verbrand worden, oma?' 'Is het geen zonde kind, om
die mooie aarde vol te stoppen met lijken? We kunnen er beter mooie parken van maken, of
sportvelden. Land is er voor de levenden en niet voor de dooien hoor!'
Maar opa zag dat verbranden helemaal niet zo zitten, dat wisten we allemaal en zij ook. En toen
hij gestorven was, kocht ze een graf, wél op Westerveld en toen ze zelf ging sterven, wilde ze
daarbij, en dat is ook gebeurd. Die begrafenis van opa - ik heb al meer gezegd dat ik enorm kan
afdwalen, maar er komt ook zóveel in me naar boven - was ook weer iets aparts. Opa en oma
háátten uit het diepst van hun hart 'kraaien', die zwart geklede mannen, die de doden naar hun
graven brachten en opa in het bijzonder liet zich daar bijzonder laatdunkend over uit, hoe dat
kwam weet ik ook niet en heeft diverse malen gezegd 'jongens, als ik dood ben - géén kraaien aan
me lijfhoor!' Ach en dat tafereel van die zes grote kerels, die de kist van hun vader, drie aan drie,
het huis uit- en die wagen indroegen en, naderhand, op de begraafplaats naar zijn graf, vergeet ik
mijn hele leven niet en oma liep daar in haar eentje achteraan en wij met z'n allen dáár weer
achter. Er kwamen een hoop mensen uit de buurt - al of niet afkeurend, want zulke rare dingen
dééd je niet! - naar kijken, want 'ze hadden daar bij Bertha weer eens wat bijzonders...'
Goed - we gaan verder met die vrouwen allemaal.
Een tussendoorse overpeinzing
't Moet u opgevallen zijn, dat ik nog al eens haar zonen, opa en andere mannen erbij betrek en
hoop niet, dat dat tegen de regels als zodanig is... Want volgens mij - en denkt u nou niet dat ik
een zielegraafstertje ben of me bezig hou met psychoanalyse of hoe dat allemaal vermag te heten
- gaat het er bij dergelijke krachtige vrouwen figuren in het verleden om, in hoeverre zij bepalend
zijn geweest voor wat ná hun kwam en in hoeverre zij hun stempel hebben gedrukt op de
vooruitgang in zijn algemeenheid. Het toentertijdse socialisme was direct verbonden met de
vrouwenbeweging, want 't één kon niet zonder het ander en zij stortte zich zowel in 't één als in 't
ander. Als ze, tegen de tijd dat ze sterven ging, tegen mij zei, dat ze het altijd zo druk had gehad
met 'die stomme stomme wijven waar ik toch zo'n diep medelijden mee had' vind ik dat zo
bepalend. Ze deed die dingen niet voor zichzelf - ZIJ was bijtijds aan de weet gekomen hoe ze
geen kinderen meer kon krijgen, maar voelde zich dan geroepen dat verder uit te dragen. Zeker,
ze verdiende er wat mee, maar dat had ze vreselijk nodig voor dat grote huishouden, maar ze
moet zich toch niet lekker gevoeld hebben om beroddeld, besmaad en gehoond te worden en in
de gevangenis te raken. (Ofschoon - toen ik haar daarnaar vroeg of ze dat laatste nou niet érg
vond: 'wel nee meid, had ik fijn de tijd om te lezen en 't viel allemaal best mee hoor en ik had toch
geen misdaden begaan?' Ze beschouwde dat bepaald als een soort vakantie, waarin ze mooi de
tijd had verder te denken en de akku opnieuw op te laden.)
Haar zonen hadden stuk voor stuk goede huwelijken en 't moeten bepaald goede minnaars
geweest zijn, dus alreeds feministen, want ik heb me laten vertellen dat 'feminist' inhoudt 'van
vrouwen houdend' en volgens mij hadden haar schoondochters dat aan hun schoonmoeder te
danken en, zo'n 50 jaar geleden, was het toch prima met mannen getrouwd te raken die alles
reeds, door hun moeder en haar 'rare vrouwen die er steeds over de vloer kwamen', wisten over
seksualiteit en voornamelijk over geboortebeperking. Ik wil maar zeggen - ik kan de dingen niet zo