Navigation bar
  Print document Start Previous page
 68 of 107 
Next page End 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
68
Om kwart voor tien waren we met zijn
tweehonderdduizenden
Om kwart voor tien waren we met ons tweehonderdduizenden. En dan te bedenken dat de
Amsterdams Feministiese Tijd zo'n beetje een halfuur achterloopt op de kapitalisties patriarchale.
Met andere woorden: 'Om tien uur verzamelen in het voormalig Paleis op de Dam' betekende dat
het gebouw om half elf gewoon te klein zou zijn.
Om negen uur was het ons al duidelijk dat de hoofdingang te smal zou worden om de toevoer aan
te kunnen. Dus vroegen we aan de Blijf van m'n Lijf vrouwen of ze de zij-ingang van hun
onderkomen ook open wilden gooien. De kindervertrekken die daarachter lagen waren toch leeg.
We bedachten dat er nu in ieder geval ruim voldoende vrouwen waren om dat stomme beeld van
die kerel met die aardbol naar beneden te sjouwen. Dat lag nog steeds op zolder. Een prettige
bezigheid om het wachten te verkorten. We zouden het in duizenden stukjes gehakt mee kunnen
nemen als anti-relikwie.
Maar waar lieten we in godsnaam alle vrouwen die er niet meer in konden? 'We moeten verder
gaan met het afbikken van die enorme fallus hiertegenover' schreeuwde Ida. Natuurlijk, dat geval
moest nu voorgoed en voor altijd vervagen. De vorige keer waren we aan het brede laatste stuk
niet meer toegekomen. Christus wat waren we kwaad toen de gemeente de week daarop alweer
een polyester noodding had neergezet. We hadden niet gedacht dat ze zó koppig zouden zijn.
Maar ja, ze probeerden te redden wat er te redden viel. Sinds de sekretaressen staakten lag de
boel toch plat, dus geherhuisvest en zo kon er allang niet meer worden. Wie organiseerde er
touwen voor het plastiek? De houwelen lagen in de kelder en uitschuifladders behoorden tot het
aktiepakket van het Vrouwenhuis-Weteringschans.
Marjet, Tilda, Petra en ik liepen naar boven om dit idee te opperen bij de vrouwen die het langst
zaten te wachten. Toen we halverwege waren hoorden we dat dat niet meer hoefde. Als een
warme galm kwam ons een lied tegemoet, wat moeilijk te verstaan was omdat het een canon was
maar tóch, de flarden tekst werden steeds duidelijker... 'Amazones, slijp je bijltjes bij, we maken de
Dam straks fallus-vrij, samen werk je beter, weer een centimeheheter'. Ongelooflijk, die héle
massa zo vrolijk en tegelijk zo rustig. Zonder gedrang of paniekvorming wachtten de vrouwen die
nog geen werktuig hadden haar beurt af. Andere vrouwen sjouwden met kisten. Waar ze vandaan
kwamen wist niemand, maar daar kwamen vrouwen aan met kratten vol werkhandschoenen en
helmpjes!
Waar waren de tijden dat je je als opzetsters van een of andere aktie afvroeg wat er zou gebeuren
als je, vanaf het moment dat vrouwen zich aan 't verzamelen waren, niets meer zou doen. Dat je
je afvroeg wanneer vrouwen ophielden te zeggen 'Hier moeten jullie iets tegen doen'. Dat er
gescholden werd op dat 'stelletje fanate, rechtlijnige radikalen die nooit tevreden waren'.
Het GEBEURDE nu gewoon. Het vuur zat er overal in. Vrouwen hadden het wel afgeleerd om
steeds maar te praten over hun onderdrukking. Met als jaarlijks terugkerend evenement twee,
door anderen georganiseerde grandioze demonstraties alleen voor vrouwen en verder niks. Een
'solidaire' man zou in deze vrouwenmeute akuut oplossen. Een miljoen nageltjes, een miljoen
flieterdunne stukjes - weg.
Het had er indertijd wel even om gespannen. Die truuk van de regering met al die vrouwenburo's
in het land. Toen die vermaledijde inkapseldingen te klein en de authentieke vrouwenhuizen véél
en véél te ruim waren kon de nieuwe, progressieve regering soepeItjes het huisvrouwenloon
invoeren. Steeds meer vrouwen trokken zich al mannenbevredigend en –verzorgend terug. Totdat
ze uit die hoek gedreven werden door allerlei mannen die de huishoudjob opeens wél aantrekkelijk
gingen vinden. Die in praatgroep en therapie gingen om het zachte vrouwelijke te leren. Die er
stuk voor stuk aan onderdoor gingen.
De jongeren waren in opstand gekomen, dat wel, maar dat werden al gauw weer alleen maar
jongere heren. Ze waren niets veranderd, het leek of alles precies hetzelfde bleef. 
'Roefke, sta niet te dromen, het is tien uur geweest, de eerste groep moet zo vertrekken. Kijk eens
naar de overkant...'
http://www.purepage.com Previous page Top Next page